EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016DC0268

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Jaarlijks verslag over de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst EU-Korea

COM/2016/0268 final

Brussel, 30.6.2016

COM(2016) 268 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Jaarlijks verslag over de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst EU-Korea

{SWD(2016) 162 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Jaarlijks verslag over de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst EU-Korea

1.Inleiding

Op 1 juli 2015 bestond de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea ("Korea"), anderzijds, precies vier jaar. De vrijhandelsovereenkomst werd sinds juli 2011 voorlopig toegepast. Op 13 december 2015 trad zij officieel in werking na ratificatie door de EU-lidstaten.

De vrijhandelsovereenkomst EU-Korea is de eerste van een nieuwe generatie verstrekkende en brede vrijhandelsovereenkomsten. Zij is ook de eerste handelsovereenkomst die de EU met een Aziatisch land heeft gesloten, en de meest ambitieuze handelsovereenkomst die de EU tot dusver heeft uitgevoerd.

De eerste wijziging van de vrijhandelsovereenkomst is reeds een feit. Om rekening te houden met de toetreding van Kroatië tot de EU, is in maart 2014 het aanvullende protocol bij de vrijhandelsovereenkomst ondertekend, dat sinds 26 mei 2014 voorlopig wordt toegepast. Dit is op 1 januari 2016 in werking getreden.

 

Dit is het vierde jaarlijkse verslag over de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst, in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EU) nr. 511/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule in de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds 1 . Volgens artikel 13, lid 1, van die verordening publiceert de Commissie elk jaar een verslag over de toepassing en de uitvoering van de overeenkomst. Voorts bepaalt artikel 3, lid 3, dat de Commissie jaarlijks een monitoringverslag indient bij het Europees Parlement en de Raad met bijgewerkte statistieken over de invoer uit Korea van producten in de gevoelige sectoren en de sectoren waarnaar de monitoring is uitgebreid. In het thans voorliggende verslag worden deze twee rapportagevereisten derhalve gecombineerd. De ontwikkeling van de EU-invoer uit Korea in de sectoren die onder de monitoring vallen, en de resultaten van de specifieke monitoring van de teruggave van douanerechten worden voorgesteld in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit verslag is gevoegd.

Het verslag geeft ook een overzicht van de werkzaamheden van de verschillende comités en werkgroepen die krachtens de vrijhandelsovereenkomst zijn ingesteld om toezicht te houden op de uitvoering van de overeenkomst. Aangezien de meeste hiervan in de tweede helft van 2015 zijn bijeengekomen, bestrijkt dit verslag de periode van juli 2014 tot en met december 2015. De analyse van de handelsstatistieken bestrijkt het vierde jaar van de uitvoering, d.w.z. van juli 2014 tot en met juni 2015, om een vergelijking met de overeenkomstige periode van 12 maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst mogelijk te maken. De samenvatting van de werkzaamheden van de uitvoeringsorganen van de vrijhandelsovereenkomst bestrijkt het kalenderjaar 2015.

2.Algemene beoordeling: ontwikkeling van de handel na vier jaar uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst

2.1.Voor de analyse gebruikte methode

De onderstaande analyse van de bilaterale handelsstromen voor goederen tussen de EU en Korea is gebaseerd op een vergelijking van de gegevens voor het vierde jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst (juli 2014 – juni 2015) met die voor de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding en de voorlopige toepassing van de vrijhandelsovereenkomst (juli 2010 – juni 2011).

Wat de handel in diensten betreft, is de analyse gebaseerd op jaarlijkse gegevens tot en met 2014.

Opgemerkt zij dat wijzigingen in de handelsstromen niet uitsluitend aan de vrijhandelsovereenkomst kunnen worden toegeschreven, aangezien ook andere factoren daarop van invloed zijn. De hieronder verstrekte cijfers geven echter een goede indicatie van de wijze waarop de vrijhandelsovereenkomst tot dusver heeft gewerkt.

2.2.Algemene ontwikkeling van de handel in goederen

De uitvoer vanuit de EU naar Korea is met 55 % toegenomen, van 30,6 miljard EUR in de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst tot 47,3 miljard EUR in het vierde jaar van de vrijhandelsovereenkomst. De jaarlijkse toename in uitvoer bedroeg meer dan 15 % in het eerste jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst 2 , 8 %-9 % in het tweede en derde jaar en 14 % in het vierde jaar.

In vergelijking met de periode van 12 maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst is de EU-uitvoer naar Korea van door de vrijhandelsovereenkomst volledig of gedeeltelijk geliberaliseerde producten gestegen met respectievelijk 57 % en 71 % (respectievelijk met 8,8 miljard EUR en 1,7 miljard EUR), terwijl de EU-uitvoer van producten waarvoor een meestbegunstigingstarief van nul geldt, met 25 % is gestegen (1,9 miljard EUR). De respectieve groei van de wereldwijde uitvoer uit de EU 3 van deze producten bedroeg 19 % voor de volledig geliberaliseerde producten, 26 % voor de gedeeltelijk geliberaliseerde producten en 13 % voor de producten waarvoor een meestbegunstigingstarief van nul geldt.

Grafiek 1: EU-uitvoer naar en EU-invoer uit Korea, juli 2010 – juni 2015 (miljard EUR)

Bron: EUROSTAT-COMEXT (gegevens van oktober 2015)

De EU-invoer uit Korea bedroeg in het vierde jaar van de vrijhandelsovereenkomst 40,0 miljard EUR, d.w.z. een stijging van 5 % in vergelijking met de periode van 12 maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst. In het derde en vierde jaar van de uitvoering is de invoer jaarlijks met 6 % gestegen, terwijl deze in het tweede jaar met 6 % is gedaald in vergelijking met het jaar daarvoor.

Er zij op gewezen dat in het vierde jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst de EU-invoer uit Korea een grotere stijging kende dan de wereldwijde invoer in de EU, die is gestegen met 2 % in vergelijking met het jaar daarvoor.

In vergelijking met de periode van 12 maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst is de EU-invoer van door de vrijhandelsovereenkomst volledig of gedeeltelijk geliberaliseerde producten uit Korea gestegen met respectievelijk 35 % en 64 % (respectievelijk met 5,0 miljard EUR en 0,5 miljard EUR), terwijl de EU-invoer van producten waarvoor een meestbegunstigingstarief van nul geldt, uit Korea met 29 % is gedaald (met 5,8 miljard EUR).

Alles bij elkaar genomen zag de EU het handelstekort van 7,6 miljard EUR met Korea van de periode van 12 maanden vóór de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst omslaan in een handelsoverschot van 7,3 miljard EUR in het vierde jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst.

Het aandeel van de EU in de totale Koreaanse invoer is gestegen van 9 % vóór de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst tot 13 % in het vierde jaar van de uitvoering daarvan. Gedurende dezelfde periode is het EU-aandeel in de totale Koreaanse uitvoer gedaald van 11 % tot net iets minder dan 9 % 4 .

2.3. Sectorale effecten

De belangrijkste uit de EU uitgevoerde productcategorieën zijn:

"machines en toestellen" (GS 5  16), goed voor 30 % van de totale EU-uitvoer naar Korea die is gestegen met 24 %;

"vervoermaterieel" (GS 17), goed voor 21 % van de totale EU-uitvoer naar Korea die is gestegen met 134 %;

"producten van de chemische industrie" (GS 06), goed voor 12 % van de totale EU-uitvoer naar Korea die is gestegen met 21 %;

andere productcategorieën waarvoor sinds juli 2011 een aanzienlijke toename van de uitvoer uit de EU is opgetekend, zijn "minerale producten" (GS 05) 6 ), "parels & edele metalen" (GS 14), "schoeisel" (GS 12) en "hout" (GS 09).

Bij het huidige niveau van de uitvoer vanuit de EU naar Korea zou er voor 2,8 miljard EUR aan rechten verschuldigd zijn geweest als de vrijhandelsovereenkomst niet in werking zou zijn getreden 7 .

De voornaamste uit Korea in de EU ingevoerde productcategorieën zijn:

"machines en toestellen", goed voor 36 % van de EU-invoer uit Korea, die is gedaald met 16 %;

"vervoermaterieel", goed voor 26 % van de totale EU-invoer uit Korea, die tijdens de vier jaar aan schommelingen onderhevig is geweest en zich in juni 2015 bijna op hetzelfde niveau als in juni 2011 bevond;

er zijn aanzienlijke stijgingen opgetekend bij de invoer in de EU van "producten van de chemische industrie" en "kunststof" (GS 07), die is gestegen met 115 % respectievelijk 59 % sinds de vrijhandelsovereenkomst in werking is getreden.

2.4.Bilaterale handel in motorvoertuigen en auto-onderdelen

De EU-uitvoer van motorvoertuigen (GS 8703) is met 206 % toegenomen, van 2,0 miljard EUR (74 600 eenheden) in de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst tot 6,1 miljard EUR (210 900 eenheden) in het vierde jaar van de vrijhandelsovereenkomst, en was goed voor 13 % van de totale uitvoer van de EU naar Korea. De jaarlijkse stijging in uitvoer lag rond 35 % in het tweede en derde jaar van de vrijhandelsovereenkomst, terwijl deze in het vierde jaar 61 % bedroeg.

De EU-invoer uit Korea is met 53 % toegenomen, van 2,6 miljard EUR tot 4,0 miljard EUR, of gemeten in ingevoerde eenheden met 13 % (van 300 000 tot 339 000). De gehele stijging (53 %) heeft zich voorgedaan in het eerste jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst. Motorvoertuigen zijn goed voor 10 % van de totale invoer in de EU vanuit Korea.

Grafiek 2: EU-uitvoer naar en EU-invoer uit Korea van motorvoertuigen, juli 2010- juni 2015 (miljard EUR)

Bron: EUROSTAT-COMEXT (gegevens van oktober 2015)

De EU-uitvoer van auto-onderdelen naar Korea 8 bedroeg in het vierde jaar van de vrijhandelsovereenkomst ongeveer 1,2 miljard EUR, een stijging met 18 % sinds de periode van 12 maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst. De grootste jaarlijkse stijging (12 %) heeft zich voorgedaan in het vierde jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst.

De EU-invoer van auto-onderdelen uit Korea is met meer dan 36 % toegenomen, van 2,2 miljard EUR in de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst, tot 3,0 miljard EUR tijdens het vierde jaar van de vrijhandelsovereenkomst. De toename van 23 % in de invoer in het eerste jaar van de vrijhandelsovereenkomst is gevolgd door een daling van 13 % in het tweede jaar en een jaarlijkse stijging van 12 % in het derde en vierde jaar.

2.5. Handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (BDI)

In 2014 bedroeg de EU-uitvoer van diensten 11,9 miljard EUR, een stijging met 11 % vergeleken met het jaar daarvoor. Tegelijk hadden de uit Korea in de EU ingevoerde diensten een waarde van 6,0 miljard EUR, wat 4 % meer is dan in 2013. De EU-handel in diensten met Korea is goed voor 1 % van de handel in diensten buiten de EU.

Tabel 1: EU-Korea-handel in totaal diensten (miljoen EUR)

 

EU-invoer (debet)

EU-uitvoer (credit)

EU-handelsbalans

2010

4 749

7 436

2 687

2011

4 602

7 864

3 262

2012

4 888

8 980

4 092

2013

5 747

10 722

4 975

2014

5 959

11 917

5 958

Bron: Eurostat (BOP)

In 2014 bedroegen de uitgaande buitenlandse directe investeringen vanuit de EU naar Korea 43,7 miljard EUR, terwijl de binnenkomende buitenlandse directe investeringen in de EU vanuit Korea in totaal goed waren voor 20,3 miljard EUR (een stijging van 35 % in vergelijking tot het jaar daarvoor). Deze cijfers zijn goed voor 1 % van de buitenlandse directe investeringen buiten de EU.

Tabel 2: Buitenlandse directe investeringen EU-Korea (miljoen EUR)

 

Kapitaal

Stromen

 

Binnenkomend

Uitgaand

Binnenkomend

Uitgaand

2010

13 140

37 480

4 012

2 448

2011

10 782

36 306

1 810

2 217

2012

16 866

35 206

4 302

-179

2013 (b)

14 871

32 308

1 751

1 172

2014

20 252

43 720

4 436

5 629

Opmerking: b) onderbreking in de reeks. De gegevens voor 2010-2012 zijn samengesteld overeenkomstig de BPM5-methodologie en zijn niet vergelijkbaar met de gegevens voor 2013-2014 die zijn gebaseerd op de BPM6-methodologie. Voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten zijn inbegrepen 9 .

2.6. Gebruik van tariefpreferenties in het kader van de vrijhandelsovereenkomst

Op basis van de gegevens die zijn ontvangen voor het vierde jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst, bedraagt het totale EU-preferentiegebruik op de Koreaanse markt 65 %. In het derde jaar van de vrijhandelsovereenkomst was dit 66 %. Uit dit cijfer blijkt in welke mate EU-exporteurs gebruikmaken van de bepalingen van de vrijhandelsovereenkomst 10 . Het preferentiegebruik was groter bij landbouwproducten dan bij industriële producten (86 % versus 64 %).

Op het niveau van de EU-lidstaten schommelde het preferentiegebruik tussen 6 % en 91 %. De lidstaten met het hoogste preferentiegebruik (meer dan 80 %) zijn Letland, Oostenrijk en Slowakije, terwijl de lidstaten met het laagste preferentiegebruik (minder dan 16 %) Malta en Luxemburg zijn.

Wat GS-categorieën betreft, is het hoogste totale preferentiegebruik te vinden bij "vervoermaterieel" (GS 17) en "dieren en producten van het dierenrijk" (GS 1), namelijk 93 %. Het laagste totale preferentiegebruik (minder dan 50 %) is te vinden bij "minerale producten" (GS 05), "parels en edele metalen" (GS 14), "onedele metalen" (GS 15) en "machines" (GS 16).

Wat de Koreaanse uitvoer naar de EU betreft, was het totale preferentiegebruik op de EU-markt groter dan het EU-preferentiegebruik, namelijk 84 % in 2014. Wat GS-categorieën betreft, is het hoogste totale preferentiegebruik te vinden bij "minerale producten", "vervoermaterieel" en "kunststof & rubber" (meer dan 90 %), terwijl het laagste totale preferentiegebruik te vinden is bij "hout" en "parels" (respectievelijk circa 9 % en 34 %). Er wordt op gewezen dat het Koreaanse preferentiegebruik voor machines 72 % bedroeg. Dit is veel hoger dan het respectievelijke EU-preferentiegebruik van circa 48 % 11 .

3.Activiteiten van de organen belast met de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst

Bij de institutionele bepalingen van de vrijhandelsovereenkomst zijn zeven gespecialiseerde comités en zeven werkgroepen opgericht en is een dialoog over intellectuele-eigendomskwesties (IE-dialoog) ingesteld. Het in het kader van de vrijhandelsovereenkomst EU-Korea ingestelde Handelscomité op ministerieel niveau, dat eenmaal per jaar bijeenkomt, speelt een toezichthoudende rol en zorgt ervoor dat de vrijhandelsovereenkomst naar behoren functioneert. In 2015 vonden de meeste comités en werkgroepen, met inbegrip van het Handelscomité, plaats in Korea, zoals hierna samengevat. Daarnaast vond op 15 september 2015 de EU-Korea-top plaats in Seoul, Korea.

Het Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen is op 9 juni 2015 in Sejong Stad, Korea bijeengekomen. Het comité boog zich over de speciale Koreaanse wet inzake het beheer van de veiligheid van geïmporteerd voedsel en de ondergeschikte wet die wordt voorbereid, het aantal monsternemingen voor tests op hoogwaardige producten, de vooruitgang van de invoergoedkeuringsprocedure inzake EU-rundvlees, het verzoek van de EU om toepassing van de regionalisatiebeginselen en opheffing van het invoerverbod op varkensvlees uit Polen en gevogelte en gevogelteproducten uit bepaalde EU-lidstaten, de "geboren en opgefokt"-clausule in de bilaterale sanitaire protocollen tussen de EU-lidstaten en Korea en de EU-uitvoer van niet-gepasteuriseerde kaas naar Korea, de Koreaanse uitvoer van kip-ginseng-soep en levende olijfgroene bastaardheilbot naar de EU en de normen van de EU-lidstaten voor het jodiumgehalte in zeewier.

De Werkgroep motorvoertuigen en delen is op 10 juni 2015 in Seoul bijeengekomen. Op de agenda stonden kwesties inzake de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst, kwesties inzake markttoegang en een bespreking inzake toekomstige ontwikkelingen op regelgevingsgebied en convergentie. In het kader van de kwesties inzake de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst en een afzonderlijke technische bijeenkomst is vooruitgang geboekt op het gebied van de technische bijwerking van bijlage 2-C. In het kader van de werkgroep werd van Koreaanse zijde de aanvaarding bevestigd van EURO VI-certificaten voor commerciële voertuigen voor zwaar gebruik en vereenvoudigde elektronische documentaire procedures voor de invoer van banden met het E-merk. De kwesties inzake markttoegang omvatten onder meer trekkers, zelfcertificering en markering van auto-onderdelen, nieuwe emissienormen voor benzinewagens, CO2-doelstellingen, voertuigbreedte, hulpremsystemen voor grote bussen en veiligheidsnormen voor armsteunimpact.

De Werkgroep farmaceutische producten en medische hulpmiddelen, die op 11 juni 2015 in Seoul is bijeengekomen, besprak onder meer het Koreaanse systeem voor geneesmiddelenprijzen en de passende erkenning van de waarde van innovatieve geneesmiddelen en technologieën, voorgestelde wijzigingen op de Koreaanse nationale gezondheidsverzekeringswet, de toepassing door Korea van serienummers voor geneesmiddelen, de toepassing door Korea voor het op de positieve lijst plaatsen van werkzame farmaceutische bestanddelen in de EU, de verlaging van de terugbetalingsprijzen op basis van de invoerprijsmethodologie voor medische hulpmiddelen, vereisten voor klinische tests en de voorgestelde wijzigingen op de EU-wetgeving inzake medische hulpmiddelen met betrekking tot het CE-markeringssysteem. De werkgroep werd gevolgd door een deskundigenbijeenkomst waarop beide zijden de inspectieresultaten in de farmaceutische sector in het kader van het verdrag inzake farmaceutische inspectie en de samenwerkingsregeling inzake farmaceutische inspectie (PIC/S) en hun standpunten inzake harmonisatie van de regelgeving in de sector medische hulpmiddelen uitwisselden en tevens de toepassing van Korea inzake werkzame farmaceutische bestanddelen bespraken.

Op 11 juni 2015 heeft in Seoul ook een bijeenkomst van de Werkgroep chemische stoffen plaatsgevonden om informatie uit te wisselen over de wetgeving van beide zijden op het gebied van Reach, in het bijzonder met betrekking tot aan beperkingen onderworpen stoffen en risicobeheermethoden, de compatibiliteit van de IT-systemen van Korea met de OESO-formaten en de Internationale Databank voor uniforme informatie over chemische stoffen (IUCLID), de manieren om de betrouwbaarheid te waarborgen inzake de geregistreerde chemische stoffen op grond van de Koreaanse Reach-wetgeving, strenge vereisten voor bevestiging van O&O-stoffen die zijn vrijgesteld van registratie, en voor het jaarlijkse verslag van importeurs enz. Van EU-zijde werd de Koreaanse zijde geïnformeerd over de EU-verordening voor biociden naar aanleiding van bezorgdheid die werd geuit door een aantal Koreaanse exporteurs.

Op 7 september 2015 heeft in Seoul de bijeenkomst van het Comité voor zones voor passieve veredeling op het Koreaanse schiereiland plaatsgevonden. Van Koreaanse zijde werd een overzicht verstrekt van het Gaeseong Industrial Complex, het inter-Koreaanse fabrieksterrein in Noord-Korea. Voorts ging het comité dieper in op de tijdens de vorige bijeenkomst van het comité besproken onderwerpen. Daarnaast besprak het comité het tekstvoorstel dat Korea heeft ingediend tot wijziging van de bepalingen van de vrijhandelsovereenkomst met betrekking tot de zones voor passieve veredeling. Door beide zijden werd erkend dat de kwestie inzake de zones voor passieve veredeling politiek gevoelig lag, maar kwamen overeen om de besprekingen op werkgroepniveau voort te zetten.

Op 8 september 2015 heeft in Sejong Stad een bijeenkomst van het Comité voor de handel in goederen plaatsgevonden. Het besprak de algemene uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst na vier jaar, waaronder de wijze om het gebruik van de vrijhandelsovereenkomst door bedrijven te verbeteren. Ook de volgende kwesties kwamen aan bod: recente ontwikkelingen op regelgevingsgebied in de EU voor elektrische en elektronische producten, de herziening door Korea van artikel 4 (Overgangsregelingen) van bijlage 2-B bij de vrijhandelsovereenkomst om producten naar minder strenge certificeringsregelingen te verplaatsen en regelgevende samenwerking te bevorderen op het gebied van elektrische en elektronische producten. Ook kwesties inzake markttoegang van de cosmetische sector van de EU kwamen aan bod, d.w.z. in het bijzonder het systeem van Korea voor uitwisseling van elektronische gegevens en de bepalingen met betrekking tot taxfree winkels in de stad. Bij gebrek aan een specifiek comité of een specifieke werkgroep voor de uitvoering van het mededingingshoofdstuk van de vrijhandelsovereenkomst werd de uitvoering van dit hoofdstuk, in het bijzonder met betrekking tot subsidies, besproken. Tot slot bespraken de partijen de voorbereiding van het Handelscomité.

De bijeenkomst van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling heeft op 9 september 2015 in Seoul plaatsgevonden. De partijen wisselden standpunten uit over hun respectieve milieu- en arbeidsbeleid. Hoofdstuk 4 hieronder behelst een gedetailleerdere beschrijving van deze besprekingen.

De Werkgroep geografische aanduidingen is tweemaal bijeengekomen in 2015. De eerste bijeenkomst heeft op 14 september 2015 in Seoul plaatsgevonden, gevolgd door een tweede bijeenkomst op 4 november 2015 in Brussel. Er is vooruitgang geboekt op het gebied van de nieuwe geografische aanduidingen die moeten worden toegevoegd aan de lijst van de door de vrijhandelsovereenkomst beschermde geografische aanduidingen, en de besprekingen met betrekking tot het proces dat tot dergelijke toevoegingen leidt, werden voortgezet. De partijen bespraken in beide bijeenkomsten tevens de handhaving ten aanzien van een aantal Europese geografische aanduidingen op de Koreaanse markt en een aantal Koreaanse aanduidingen op de EU-markt.

De bijeenkomst van het Comité voor de handel in diensten en voor vestiging en elektronische handel heeft op 24 september 2015 in Brussel plaatsgevonden. De partijen bespraken en wisselden informatie uit over de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst op een aantal gebieden, met inbegrip van de herziening van het rechtskader voor investeringen, financiële diensten, met name met betrekking tot de overdracht en verwerking van financiële informatie, alsook prestatiefuncties, bescherming van persoonsgegevens en post- en koeriersdiensten, waarbij de herziening van de postbeginselen en spoedleveringsdiensten werden besproken. Tot slot informeerden de partijen elkaar over hun onderhandelingen met betrekking tot de handel in diensten en investering.

Op 24 december 2015 is de Werkgroep overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning (MRA) voor diensten in Brussel bijeengekomen. Van beide zijden werden standpunten uitgewisseld over hun respectieve MRA-initiatieven met andere landen en maakten de balans op van de vooruitgang bij de MRA-besprekingen tussen de beroepsverenigingen op het gebied van ingenieurs- en architectuurdiensten. Zij bespraken tevens verdere werkzaamheden op deze gebieden en kwamen overeen dat de samenwerking tussen beroepsverenigingen verder moet worden aangemoedigd.

Op 4 november 2015 is het Douanecomité bijeengekomen in Brussel. Het besprak mogelijke wijzigingen aan de vrijhandelsovereenkomst op douanegebied, bijv. het EU-voorstel om de clausule betreffende het rechtstreeks vervoer te wijzigen en om een clausule inzake herstelde goederen toe te voegen en de suggestie van Korea om artikel 14 van het protocol betreffende de oorsprongsregels van de vrijhandelsovereenkomst met betrekking tot vrijstelling of teruggave van douanerechten te schrappen. Tevens werd de technische bijwerking van productspecifieke regels van GS2007 tot GS2012 waarom door Korea is verzocht, besproken. Daarnaast besprak het comité kwesties met betrekking tot de oorsprongsregels, zoals de interpretatie van "primair ingrediënt" van surimibasis, oorsprongsverificatieprocedures en het goedgekeurde exporteursysteem. Daarnaast bespraken de partijen de nieuwe maatregelen van de Koreaanse Douanedienst bij spoedverzendingen door spoedbezorgers en wederzijdse administratieve bijstand in specifieke gevallen.

De IE-dialoog heeft op 5 november 2015 in Brussel plaatsgevonden. Door beide zijden werd een actueel overzicht gegeven van de ontwikkelingen op wetgevings- en beleidsgebied inzake intellectuele eigendom, met name wat auteursrechten, patenten, merken en handhaving betreft. Van EU-zijde werd het belang aangekaart van het behoud van een evenwicht tussen de houders van rechten van essentiële octrooien ("standard essential patents" - "SEP's") en uitvoerders van het mededingingsbeleid van Korea. Van EU-zijde werden tevens de daar bestaande zorgen geuit over het gebrek aan uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst wat de rechten inzake openbare opvoering betreft, in afwachting van de herziening door Korea van de wet inzake auteursrechten en beklemtoonde het economische belang van deze kwestie voor zowel de EU als Korea.

Het Handelscomité is op 15 september 2015 in Seoul bijeengekomen, aaneensluitend met de EU-Korea-top op dezelfde dag. Het comité werd gezamenlijk voorgezeten door de EU-commissaris voor Handel, Cecilia Malmström en de minister van Handel, Industrie en Energie van Korea, Yoon Sang-jick. Het comité besprak de ontwikkeling van de bilaterale handel na vier jaar uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst en de mate van preferentiegebruik door exporteurs aan beide zijden. Van Koreaanse zijde werden de daar bestaande zorgen geuit over haar handelstekort met de EU dat in het vierde jaar van de vrijhandelsovereenkomst is toegenomen. Hoewel er hiervoor heel wat redenen waren, zoals de dalende vraag in de EU, maakte dit het voor de Koreaanse regering moeilijk om de voordelen van de vrijhandelsovereenkomst ten overstaan van haar binnenlandse belanghebbenden te rechtvaardigen.

Het Handelscomité besprak tevens de mogelijke toekomstige herziening van de vrijhandelsovereenkomst, met name met het oog op het belang van Korea om bepalingen inzake investeringsbescherming op te nemen in de vrijhandelsovereenkomst en het EU-verzoek om een aantal bepalingen te wijzigen, zoals de clausule betreffende het rechtstreeks vervoer. Beide zijden kwamen overeen een mogelijk pakket van wijzigingen van de vrijhandelsovereenkomst te bestuderen en daarbij rekening te houden met de belangen en gevoeligheden voor beide zijden.

Beide zijden uitten tevens hun respectieve zorgen over de uitvoering van de overeenkomst of markttoegang in het algemeen, in het bijzonder voor wat betreft sanitaire en fytosanitaire kwesties, technische handelsbelemmeringen en intellectuele-eigendomsrechten, en zij gaven de gespecialiseerde comités en werkgroepen de opdracht oplossingen te blijven zoeken voor de problemen over en weer.

Tot slot herhaalden de leiders op de EU-Korea-top die op 15 september 2015 in Seoul na de bijeenkomst van het Handelscomité plaatsvond, dat de volledige uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst en een toename van het handelsvolume tussen Korea en de EU belangrijk waren om de verwachte voordelen voor beide zijden evenwichtig te verwezenlijken. Zij moedigden hun handelsvertegenwoordigers verder aan tastbare resultaten neer te zetten in kwesties betreffende de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst en kwamen overeen te zoeken naar wegen om investeringsnormen te verbeteren onder voortzetting van de besprekingen over andere verbeteringen van de vrijhandelsovereenkomst.

4.Uitvoering van hoofdstuk 13 van de vrijhandelsovereenkomst betreffende handel en duurzame ontwikkeling

Zoals hiervoor vermeld, vond de vierde bijeenkomst van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling plaats op 9 september 2015 in Seoul.

In overeenstemming met de vaste praktijk van vorige bijeenkomsten gaven de medevoorzitters van het forum voor het maatschappelijk middenveld aan het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling een actueel overzicht van de werkzaamheden van de interne adviesgroepen sinds de laatste bijeenkomst van het comité.

Het onderwerp milieu omvatte een presentatie van de zijde van Korea over de recyclingmaatschappij, het vlaggenschip van het Koreaanse milieubeleid, met inbegrip van een actueel overzicht van de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de "wet inzake de bevordering van de overgang naar een circulaire maatschappij", die vanaf 2017 van kracht wordt. De partijen bespraken ook de illegale houtkap, waarbij de EU-zijde zich bereid verklaarde tot samenwerking met Korea om de beste aanpak in kaart te brengen ter beëindiging van de invoer van en handel in illegaal gekapt hout en daarvan afgeleide producten. Korea gaf informatie over haar wetsvoorstel om de handel in illegaal gekapt hout en houtproducten te bestrijden. De partijen bespraken tevens de status van ratificatie van het verdrag van Minamata inzake kwik.

Het onderwerp arbeidsbeleid werd ingeleid met een uiteenzetting van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de ontwikkelingen inzake de uitvoering van IAO-verdrag 111, alsmede over de lering die kan worden getrokken uit de wijze waarop belemmeringen voor naleving kunnen worden weggenomen.

De besproken arbeidskwesties hadden betrekking op verbintenissen krachtens artikel 13.4 van de vrijhandelsovereenkomst tot eerbiediging, bevordering en verwezenlijking in wetgeving en in de praktijk van de in het kader van de IAO geformuleerde fundamentele beginselen en rechten met betrekking tot werk te eerbiedigen, alsmede tot een doeltreffende uitvoering van de IAO-verdragen die de partijen respectievelijk hebben geratificeerd, en tot het leveren van een voortdurende inspanning tot ratificatie van de basisverdragen van de IAO en andere door de IAO als bijgewerkt gekenschetste verdragen. De partijen informeerden elkaar over werkzaamheden inzake ratificatie en een doeltreffende uitvoering van fundamentele, prioritaire en andere bijgewerkte IAO-verdragen, alsook over ontwikkelingen op het gebied van arbeidsmarktbeleid die een effect kunnen hebben op de handel en/of investeringen.

De EU verzocht Korea om de ratificatie te bespoedigen van de fundamentele IAO-verdragen die nog niet door Korea zijn geratificeerd, met name inzake dwangarbeid, vrijheid van vereniging en het recht collectief te onderhandelen. Van Koreaanse zijde werd ermee ingestemd om vóór de volgende bijeenkomst van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling en het forum voor het maatschappelijk middenveld teksten uit te wisselen waarin bijkomende geplande concrete stappen zijn vastgelegd om de overblijvende belemmeringen voor ratificatie van de basisverdragen van de IAO weg te nemen.

In het kader van de in bijlage 13 bij de vrijhandelsovereenkomst bedoelde samenwerking zijn de partijen, ter nadere invulling van hun verbintenissen op het gebied van arbeid uit hoofde van de vrijhandelsovereenkomst en voortbouwend op de IAO-presentatie, overeengekomen een project op te starten in het kader van het partnerschapsinstrument. Dit om te kijken naar de uitvoering van IAO-verdrag 111 inzake non-discriminatie in arbeid en beroep, met als doel een beter inzicht in de staat van uitvoering in Korea en de EU-lidstaten te verkrijgen en de belemmeringen, de lering en beste praktijken ter bevordering van de naleving in kaart te brengen. De partijen bespraken tevens hun verbintenis aangaande verantwoordelijke bedrijfsleiding en de mogelijke lancering van een partnerschapsinstrumentproject op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Tot slot bespraken de partijen de recente ontwikkelingen met betrekking tot de lopende onderhandelingen over een overeenkomst betreffende milieugoederen en hun samenwerking in het kader hiervan.

Het comité kwam overeen dat het ambitieuze hoofdstuk Handel en duurzame ontwikkeling in de vrijhandelsovereenkomst de gemeenschappelijke verbintenis van de partijen toont met betrekking tot de overkoepelende doelstelling van duurzame ontwikkeling, die bij de uitvoering naar letter en geest moet worden nagestreefd.

De vierde bijeenkomst van het forum voor het maatschappelijk middenveld vond plaats op 10 september 2015 te Seoul. Deze werd voorafgegaan door een workshop over arbeidsgerelateerde aspecten op 9 september, waarin tijdelijke contracten en minimumlonen zijn besproken.

Het forum voor het maatschappelijk middenveld ving aan met een briefing door de medevoorzitters van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling die verslag uitbrachten over het resultaat van hun besprekingen van de dag daarvoor en met de leden van het forum suggesties voor toekomstig werk en analyse bespraken. Hierop volgde een bespreking over arbeidsnormen, maatschappelijk verantwoord ondernemen, de bijdragen van het maatschappelijk middenveld aan het klimaatveranderingsbeleid en het programma voor verdere werkzaamheden van de interne adviesgroepen en het forum voor het maatschappelijk middenveld.

5.Conclusie

Na meer dan vier jaar aan uitvoering kan worden geconcludeerd dat de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea daadwerkelijk vruchten heeft afgeworpen. In het vierde jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst voerde de EU 55 % meer goederen naar Korea uit vergeleken met de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de toepassing ervan. Tegelijk nam ook de Koreaanse uitvoer toe, ofschoon minder dan de EU-uitvoer. De slechtere Koreaanse uitvoerprestaties voor goederen moeten worden gezien in het licht van de afgenomen vraag in de EU naar aanleiding van de financiële crisis. Wanneer evenwel wordt gekeken naar de ontwikkeling van de bilaterale handel in door de vrijhandelsovereenkomst volledig of gedeeltelijk geliberaliseerde goederen, ziet de situatie er ook voor Korea heel wat rooskleuriger uit, met 35 % meer uitvoer van volledig geliberaliseerde goederen en 64 % meer uitvoer van gedeeltelijk geliberaliseerde goederen naar de EU.

Aan EU-zijde steeg de uitvoer van volledig en gedeeltelijk geliberaliseerde goederen ook sterker dan de uitvoer in het algemeen, en wel met 57 % voor volledig geliberaliseerde en 71 % voor gedeeltelijk geliberaliseerde goederen.

De handel in diensten kende in 2014 een stijging van 11 % voor EU-uitvoer naar Korea en 4 % voor EU-invoer uit Korea ten opzichten van 2013. Over dezelfde periode zijn de bilaterale buitenlandse directe investeringen met 35 % gestegen.

De volledige uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst blijft van cruciaal belang om de verwachte voordelen voor beide zijden te verwezenlijken. Er spelen nog steeds bepaalde kwesties in verband met de uitvoering en de bilaterale handel. Zo zorgen in de sanitaire en fytosanitaire sector strenge goedkeuringsprocedures voor barrières die met name gevolgen hebben voor de EU-uitvoer van rund- en varkensvlees. De uitvoering leidde ook tot problemen op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten, met name met betrekking tot de rechten inzake openbare opvoering en geografische aanduidingen, alsmede handel en duurzame ontwikkeling, ten aanzien waarvan een aantal fundamentele IAO-verdragen moet worden geratificeerd.

In het kader hiervan zullen de voor de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst opgerichte gespecialiseerde comités en werkgroepen oplossingen blijven bespreken en zoeken voor de uitvoerings- en markttoegangskwesties, zodat concrete resultaten kunnen worden bereikt. Deze uitvoeringsorganen zijn ook bijzonder nuttige fora gebleken om huidige en toekomstige ontwikkelingen inzake regelgeving en gebieden voor toekomstige samenwerking te bespreken.

Ten slotte zullen de EU en Korea, zoals in september 2015 in het Handelscomité overeengekomen, de besprekingen over een pakket van wijzigingen van de vrijhandelsovereenkomst voortzetten om tot een evenwichtig en wederzijds aanvaardbaar resultaat te komen.

(1) PB L 145 van 31.5.2011, blz. 19.
(2)  Eerste jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst (juli 2011-juni 2012), tweede jaar (juli 2012-juni 2013), derde jaar (juli 2013-juni 2014), vierde jaar (juli 2014-juni 2015).
(3) Dit heeft enkel betrekking op de handel buiten de EU, d.w.z. niet op de handel tussen de EU-lidstaten.
(4) Het EU-aandeel in de totale Koreaanse invoer heeft betrekking op de invoer van Korea uit de EU als een aandeel van de wereldwijde invoer in Korea. Het EU-aandeel in de totale Koreaanse uitvoer beschrijft de uitvoer uit Korea naar de EU als een aandeel van de wereldwijde uitvoer uit Korea.
(5) Geharmoniseerd systeem
(6)  De EU-uitvoer van "minerale producten" naar Korea is voornamelijk in het eerste jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst toegenomen. Zij zijn goed voor 7 % van de totale EU-uitvoer naar Korea.
(7) Deze berekening is gebaseerd op de invoer in Korea uit de EU op GS6-niveau in het vierde jaar van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst (ITC-gegevens).
(8)  Auto-onderdelen omvatten banden (401110, 401211), motoren (840733, 840734, 840790, 840820) en onderdelen (8708).
(9)  In 2014 waren voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten goed voor 44 % van het uitgaande kapitaal van de EU naar Korea en 3 % van het binnenkomende kapitaal in de EU vanuit Korea. Wat de stromen betreft, had 84 % van de uitgaande stromen van de EU naar Korea en 19 % van de binnenkomende stromen in de EU vanuit Korea betrekking op voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten. 
(10)  Het is gelijk aan de volgende ratio:preferentiële invoer van Korea (de waarde van de EU-uitvoer naar Korea die Korea binnengaat tegen preferentiële tarieven)Voor preferentie in aanmerking komende invoer van Korea (de waarde van de EU-uitvoer naar Korea die in aanmerking komt voor preferentiële tarieven)
(11)  Gegevens over het EU- en Koreaanse preferentiegebruik zijn niet direct vergelijkbaar omdat zij betrekking hebben op verschillende perioden (juli 2014 tot en met juni 2015 voor het EU-preferentiegebruik en januari-december 2014 voor het Koreaanse preferentiegebruik).
Top