EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016AE1268

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1102/2008 (COM(2016) 39 final — 2016/023 (COD))

PB C 303 van 19.8.2016, p. 122–126 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 303/122


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1102/2008

(COM(2016) 39 final — 2016/023 (COD))

(2016/C 303/17)

Rapporteur:

Vladimír NOVOTNÝ

Het Europees Parlement en de Raad hebben op respectievelijk 4 en 18 februari 2016 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 192, lid 1, en de artikelen 207 en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

„Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1102/2008”

COM(2016) 39 final — 2016/023 (COD).

De afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 11 mei 2016 goedgekeurd.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 25 en 26 mei 2016 gehouden 517e zitting (vergadering van 25 mei) onderstaand advies uitgebracht, dat met 153 stemmen vóór en 2 stemmen tegen, bij 3 onthoudingen, is goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Comité dringt volmondig aan op de goedkeuring van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1102/2008, als uitgangspunt voor de ratificatie van het Verdrag van Minamata door de Europese Unie in haar geheel en door de afzonderlijke lidstaten.

1.2

Het probleem van de kwikemissies is een wereldwijd probleem dat om een wereldwijde oplossing vraagt. Hierin voorziet het Verdrag van Minamata. De EU is samen met Japan de belangrijkste initiatiefnemer voor het terugdringen van de druk die door kwik wordt uitgeoefend op het milieu (en de bevolking), maar we moeten ons ervan bewust zijn dat kwik en kwikverbindingen voorgoed aanwezig zullen blijven in het milieu.

1.3

Het Comité stelt vast dat de voortdurende actie van de EU op het gebied van kwik wereldwijd maar met name in de Europese Unie zelf heeft geleid tot een afname van de antropogene emissies van kwik met 75 % ten opzichte van 1990, en dat de vigerende wetgeving garanties biedt voor een verdere geleidelijke terugdringing van de kwikemissies.

1.4

Het Comité beveelt aan dat de toekomstige maatregelen van de EU in overeenstemming zijn met het Verdrag van Minamata zodra dit geratificeerd is en in werking getreden. Het Comité is ervan overtuigd dat een wetgevingskader dat in de eerste plaats de emissies maar ook de productieprocessen en de producten reglementeert, volstaat om de verplichtingen na te komen die voortvloeien uit het verdrag, zonder het concurrentievermogen van de EU als geheel in gevaar te brengen.

1.5

Het Comité acht het van essentieel belang dat een voldoende groot deel van de wetenschappelijke en onderzoekscapaciteiten in de EU wordt ingezet voor de problematiek van kwik en alternatieven voor kwik.

1.6

Het Comité beveelt bovendien aan dat de bevoegde autoriteiten van de EU en de EU-lidstaten die het Verdrag van Minamata hebben ondertekend, na de ratificatie van dat verdrag deelnemen aan de eerste conferentie van de partijen bij het verdrag inzake kwik (COP 1) — die momenteel wordt voorbereid — en nieuwe kennis aandragen om een verdere verlaging van antropogene kwikemissies en het gebruik van kwik in producten en productieprocessen mogelijk te maken.

2.   Inleiding

2.1

Kwik is een natuurlijk element op aarde en heeft in de aardkorst een gemiddelde abondantie van zo'n 0,05 mg/kg, met grote lokale verschillen. Ook zijn er zeer kleine hoeveelheden kwik te vinden in de biosfeer. De opname ervan door planten verklaart de aanwezigheid van kwik in fossiele brandstoffen als steenkool, olie en aardgas maar ook in biobrandstoffen. Wat de emissies van kwik betreft is de verbranding van biomassa vrijwel identiek aan de verbranding van kolen. De problematiek van kwik en kwikemissies wordt gedetailleerd beschreven in de documenten van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) (1).

2.2

Als kwik eenmaal is vrijgekomen in de natuur, dan blijft het daar hardnekkig in verschillende gedaanten circuleren in lucht, water, slib, bodem en biota. Kwik kan, hoofdzakelijk als gevolg van de omzetting door micro-organismen, veranderen in methylkwik, dat zich kan ophopen in organismen, vooral in de aquatische voedselketen (vissen en zeezoogdieren). Bioaccumulatie en de mogelijkheid van verspreiding door de lucht over langere afstanden zijn de redenen waarom kwik en andere zware metalen worden beschouwd als een mondiale bedreiging voor het milieu.

2.3

In sommige delen van de wereld, met name buiten de EU, staan tal van mensen bloot aan kwikniveaus die vele malen hoger liggen dan de veilig geachte norm. Volgens de meest betrouwbare schattingen bedragen de antropogene kwikemissies in de lucht wereldwijd 1 960 ton/jaar, waarvan 87,5 ton/jaar voor rekening komt van de EU (4,5 %). De rechtstreekse lozingen van kwik in het water bedragen wereldwijd ongeveer 900 ton/jaar, en de bijdrage van natuurlijke emissies (erosie van gesteente en vulkanische activiteit) is ook zo'n 900 ton per jaar. Een lijst met antropogene emissies van kwik is opgenomen in bijlage 1 bij dit document.

2.4

Ondanks een daling in het wereldwijde kwikverbruik (minder dan de helft ten opzichte van 1980) en de lage prijzen, zijn er nog steeds landen in de wereld waar kwik wordt gedolven. De grootste producenten zijn China en Kazachstan. In Europa vindt er sinds 2003 geen primaire kwikproductie meer plaats, maar als bijproduct van de winning van andere stoffen en bij de verwerking van minerale grondstoffen komt er ook hier nog steeds kwik vrij. Dit kwik wordt als afval beschouwd en wordt behandeld in overeenstemming met de afvalstoffenwetgeving.

2.5

Ook komen er grote hoeveelheden kwik op de wereldmarkt als gevolg van de conversie of sluiting van chloor-alkali-installaties waar het kwikprocédé werd toegepast, in landen waar de handel in kwik — anders dan in de EU — nog niet verboden is.

2.6

Emissies van de verbranding van kolen en verbrandingsprocessen bij de productie van staal en non-ferrometalen zijn de belangrijkste bron van antropogene emissies en vooral van immissies van kwikverbindingen in de nabijheid van de specifieke bronnen van uitstoot in de EU. De bestudering van de verschillende opties heeft enerzijds betrekking op het opvangen van kwik samen met andere elementen bij de reiniging van rookgassen, en anderzijds op specifieke procedés voor het opvangen van kwik — daar waar dergelijke selectieve procedés zinvol zijn.

2.7

Een andere belangrijke bron van antropogene emissies, met name van elementair kwik, zijn de tandheelkundige amalgaamvullingen. Het lijkt erop dat deze emissies (met name in het water) aanzienlijk beter beheersbaar zijn en dat de hiervoor beschikbare technologieën wijdverbreid zijn in de ontwikkelde wereld.

2.8

Het Comité heeft in eerdere adviezen al het standpunt van het maatschappelijk middenveld over de kwestie van schadelijke emissies van kwik en kwikverbindingen verwoord, en het onderhavige advies sluit hier uiteraard op aan (2).

3.   Document van de Commissie

3.1

De Unie en 26 van haar lidstaten hebben een nieuw internationaal verdrag inzake kwik ondertekend. Het zgn. Verdrag van Minamata betreft de volledige levenscyclus van kwik op mondiaal niveau, van de primaire kwikmijnbouw tot het beheer van kwikafval, en heeft tot doel de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen tegen antropogene emissies van kwik en kwikverbindingen in lucht, water en bodem. De Unie en de meeste lidstaten hebben dit nieuwe internationale verdrag over kwik ondertekend, dat al 128 handtekeningen draagt en door 25 partijen is geratificeerd (3).

3.2

Uit de gedetailleerde beoordeling van het acquis van de Unie is gebleken dat de regelgeving een klein aantal lacunes bevat die moeten worden opgevuld om de wetgeving van de Unie volledig in overeenstemming te brengen met het Verdrag (4). Het onderhavige voorstel is bedoeld om deze lacunes op te vullen. Concreet gaat het om de volgende onderwerpen:

de invoer van kwik;

de uitvoer van bepaalde kwikhoudende producten;

het gebruik van kwik in bepaalde productieprocessen;

nieuwe toepassingen van kwik in producten en productieprocessen;

het gebruik van kwik in ASGM (ambachtelijke en kleinschalige goudwinning);

het gebruik van kwik in tandheelkundig amalgaam.

3.3

Omwille van de juridische duidelijkheid moeten de verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag en die nog niet zijn omgezet in EU-recht, worden opgenomen in één rechtshandeling.

3.4

Om de consistentie en juridische duidelijkheid te verbeteren moet verordening (EG) nr. 1102/2008 bij dit voorstel worden ingetrokken en erdoor worden vervangen, terwijl de materiële verplichtingen uit die verordening, voor zover noodzakelijk, moeten worden overgenomen.

3.5

De doelstellingen van dit initiatief zijn ook verenigbaar met de doelstellingen van Europa 2020 betreffende slimme, duurzame en inclusieve groei. Het voorstel zal bijdragen tot eerlijkere wereldwijde voorwaarden voor industriële processen die kwik en kwikverbindingen gebruiken of onopzettelijk uitstoten en voor de productie van en de handel in kwikhoudende producten, waardoor het concurrentievermogen van de bedrijfstak van de Unie zal worden verbeterd.

3.6

Om een betere en doeltreffendere implementatie mogelijk te maken, wordt er bovendien waar mogelijk gestreefd naar vereenvoudiging en verduidelijking van het acquis.

3.7

Uit de effectbeoordeling is gebleken dat de bekrachtiging en implementatie van het Verdrag van Minamata voor de EU aanzienlijke voordelen voor het milieu en de menselijke gezondheid zullen meebrengen, voornamelijk wegens de verwachte vermindering van kwikemissies in andere delen van de wereld.

4.   Algemene opmerkingen

4.1

Het Comité stemt in met de goedkeuring van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, omdat dit document de bekroning vormt van de jarenlange inspanningen om een verantwoorde regelgeving tot stand te brengen, waardoor een wereldwijde, duurzame en blijvende terugdringing van de ongewenste effecten van kwik en kwikverbindingen mogelijk wordt gemaakt. Het Comité stelt vast dat het voorstel voor een verordening volledig beantwoordt aan de fundamentele doelstelling, namelijk de bescherming van de gezondheid en van het milieu tegen de schadelijke effecten van kwik.

4.2

Het Comité is zeer te spreken over de bijdrage van de EU-instellingen, maar ook van individuele lidstaten, aan de totstandkoming van en onderhandelingen over het Verdrag van Minamata en de ratificatie daarvan.

4.3

Ook stelt het Comité het ten zeerste op prijs dat gedurende het hele proces — zowel vroeger als nu — de onderliggende beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn toegepast, zonder afbreuk te doen aan de doeltreffendheid van de reeds goedgekeurde Europese en internationale regelgeving.

4.4

Het Comité is ervan overtuigd dat de Europese inspanningen ertoe zullen bijdragen dat het Verdrag van Minamata snel — voor het einde van 2016 — zal worden geratificeerd, en dat de risico's van de wereldwijde antropogene kwikemissies en het gebruik van kwik voor de gezondheid en het milieu op adequate wijze worden teruggedrongen. Ook is het Comité ervan overtuigd dat de verordening van het EP en de Raad niet verder mag en zal gaan dan hetgeen krachtens het Verdrag van Minamata is vereist.

5.   Specifieke opmerkingen

5.1

Het EESC is er tevens mee ingenomen dat de resultaten van het overleg met de belanghebbenden in de EU en de resultaten van de besprekingen over het Verdrag van Minamata in deskundigenfora onder auspiciën van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), zijn opgenomen in de verordening. Het feliciteert de Commissie met de succesvolle voltooiing van deze zeer ambitieuze en grootschalige analytische werkzaamheden, die hebben geresulteerd in het onderhavige voorstel voor een verordening.

5.2

Het Comité onderschrijft het standpunt van de Europese Commissie dat handelsbeperkingen die verder zouden gaan dan de verplichtingen van het Verdrag — zoals een onvoorwaardelijk verbod op de invoer van kwik — niet kunnen worden gerechtvaardigd, omdat zij hogere kosten voor de bedrijfstak van de Unie zouden meebrengen en geen belangrijke voordelen voor het milieu zouden hebben.

5.3

Het Comité is het ook eens met het standpunt van de Commissie in het verordeningsvoorstel, namelijk dat beperkingen op de uitvoer van bepaalde kwikhoudende producten niet gerechtvaardigd zouden zijn, aangezien de input en lozingen van kwik in het milieu grotendeels ongewijzigd zouden blijven en kwikemissies als gevolg van een dergelijk verbod zouden kunnen toenemen in derde landen.

5.4

Het Comité stemt tevens volledig in (op grond van de conclusies van het overleg en de resultaten van de analyses) met het argument dat de beperkingen op het gebruik van kwik in bepaalde productieprocessen en de beperkingen op het gebruik van kwik in nieuwe productieprocessen in verhouding moeten staan tot de risico's en samenhangen met de technologische ontwikkeling op langere termijn.

5.5

Het Comité onderschrijft echter de bepalingen van het Verdrag van Minamata dat de partijen maatregelen moeten nemen om de ontwikkeling van nieuwe productieprocessen waarbij kwik wordt gebruikt en de productie en het in de handel brengen van nieuwe kwikhoudende producten te ontmoedigen.

5.6

Het Comité stelt vast dat de uitvoering van Richtlijn 2001/80/EG inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties heeft geleid tot een aanzienlijke beperking van de emissie van kwik door de energiesector — de sector die het meeste bijdraagt aan antropogene emissies en immissies van kwik als gevolg van atmosferische depositie in bodem en water — en dat deze tendens zich voortzet. Sinds 1990 is de EU erin geslaagd om de antropogene emissies van kwik met meer dan 75 % terug te dringen (5). De volledige uitvoering van Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies zal een belangrijke bijdrage leveren om de uitstoot van kwik verder terug te dringen. Net als de Commissie is het EESC ervan overtuigd dat er momenteel geen noodzaak is tot wijziging en aanvulling van de voorschriften van de richtlijn inzake industriële emissies, met name voor wat de emissies van kwik betreft.

5.7

Het EESC steunt de voorgestelde maatregelen ter vermindering van de emissies van kwik afkomstig van industriële processen, op basis van de beste beschikbare technieken (BBT) en de desbetreffende referentiedocumenten (BREF).

5.8

Het EESC benadrukt dat er wetgevingsbepalingen moeten komen voor de permanent veilige opslag van kwik dat niet langer wordt gebruikt bij industriële processen in geschikte geologische structuren, bijvoorbeeld in gesloten zoutmijnen. Het EESC roept de Europese Commissie op om dringend werk te maken van criteria voor de opslagfaciliteiten en vereisten voor de opslag van met kwik verontreinigde afvalstoffen.

5.9

Het EESC waardeert het evenwichtige standpunt van de Commissie over het vraagstuk van tandheelkundige amalgaamvullingen op basis van de meest recente wetenschappelijke kennis. Het is van mening dat de vereisten inzake de apparatuur waarover tandartspraktijken moeten beschikken, namelijk de verplichting om over een kwikafscheider te beschikken en de beperking van het gebruik van tandheelkundig amalgaam tot de ingekapselde vorm ervan, voldoende zijn om het vrijkomen van kwik in het milieu te beperken en de menselijke gezondheid te beschermen (6). Tegelijkertijd wijst het EESC erop dat er nog onvoldoende gedetailleerde kennis is over de potentiële risico's van nieuwe materialen ter vervanging van tandheelkundig amalgaam.

5.10

Ook wijst het EESC op de hogere kosten van deze behandelingen voor rekening van de gezondheidszorg en op de potentiële medische en maatschappelijke gevolgen voor bepaalde groepen patiënten indien zij deze kosten zelf zouden moeten dragen.

Brussel, 25 mei 2016.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Georges DASSIS


(1)  UNEP, 2013. Global Mercury Assessment 2013: Sources, Emissions, Releases and Environmental Transport. UNEP Chemicals Branch, Geneva, Switzerland.

(2)  PB C 318 van 23.12.2006, blz. 115.

PB C 168 van 20.7.2007, blz. 44.

PB C 132 van 3.5.2011, blz. 78.

(3)  http://mercuryconvention.org/Convention/tabid/3426/Default.aspx

(4)  Werkdocument van de diensten van de Commissie, Effectbeoordeling bij de documenten „Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1102/2008” en „Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het Verdrag van Minamata inzake kwik”, SWD [2016] 17 final.

(5)  Bron: EEA, Trends in Emissions of Heavy Metals http://www.eea.europa.eu/data-and-maps/daviz/emission-trends-of-heavy-metals-3#tab-chart_3

(6)  Advies over de milieurisico’s en indirecte gezondheidseffecten van kwik uit tandamalgaam (bijgewerkt in 2014) van het Wetenschappelijk Comité voor gezondheids- en milieurisico's.


Top