Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015XR6756

    Resolutie over de jaarlijkse groeianalyse 2016 van de Europese Commissie

    PB C 120 van 5.4.2016, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.4.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 120/1


    Resolutie over de jaarlijkse groeianalyse 2016 van de Europese Commissie

    (2016/C 120/01)

    HET COMITÉ VAN DE REGIO’S,

    gelet op de mededeling van de Europese Commissie over de jaarlijkse groeianalyse 2016 en de start van het Europees Semester 2016 (1);

    gelet op het (ontwerp)verslag van het Europees Parlement over het Europees Semester voor de coördinatie van het economisch beleid: jaarlijkse groeianalyse 2016 (2015/2285(INI));

    Investeringen weer op gang brengen

    1.

    benadrukt dat de groei en de werkgelegenheid in de EU door de investeringskloof van na de crisis worden afgezwakt, wat negatief uitwerkt op het concurrentievermogen en de economische, sociale en territoriale cohesie; is bezorgd dat een aanhoudende periode van lage investeringen de langetermijnmogelijkheden om meer en betere arbeidsplaatsen te creëren aantast;

    2.

    merkt op dat het beleid van besnoeiingen in de begroting afbreuk heeft gedaan aan openbare investeringen in infrastructuur (zoals bevestigd door een recent gezamenlijk onderzoek van het CvdR en de OESO (2)), en in onderwijs, beroepsopleiding, gezondheidszorg, sociale dienstverlening, kinderopvang en huisvesting, juist nu particuliere investeerders de kat uit de boom kijken vanwege het tempo van de economische bedrijvigheid;

    3.

    beklemtoont dat het zaak is om belemmeringen voor publiek-private investeringen weg te werken door de interne markt — met name voor diensten — te voltooien, structurele hervormingen door te voeren die gericht zijn op het creëren van kwaliteitsbanen en de strijd tegen ongelijkheid, het regelgevings- en bedrijfsklimaat te verbeteren, fraude en zwartwerk te bestrijden en ondernemerschap te stimuleren. In dit verband beklemtoont het CvdR het belang van een efficiënt gebruik van de EU-middelen in partnerschap met de particuliere sector, zodat publieke en particuliere middelen samen ook echt een positief effect sorteren. Gezien het voornemen van de Europese Commissie om een dialoog met de lidstaten aan te gaan over het in kaart brengen van de belemmeringen, beklemtoont het CvdR dat deze op alle overheidsniveaus nauwkeurig geanalyseerd moeten worden en dat het CvdR hierbij moet worden betrokken;

    4.

    pleit ervoor dat de EU-lidstaten hun lokale en regionale overheden betrekken bij het optimaal gebruikmaken van de structuurfondsen, die gemiddeld goed zijn voor ongeveer 14 % van de totale publieke investeringen en in negen lidstaten voor maar liefst meer dan 50 %; dit geldt ook voor het investeringsplan voor Europa (Europees Fonds voor strategische investeringen), bij de uitvoering waarvan rekening moet worden gehouden met de criteria van flexibiliteit en complementariteit met de structuurfondsen, zodat de volledige investeringscapaciteit, zowel van publieke als van particuliere zijde, wordt benut;

    5.

    is voorstander van opwaartse economische en sociale convergentie, maar wijst erop dat sociale, economische en territoriale ongelijkheden alleen kunnen worden teruggedrongen via een territoriale benadering die tot een bottom-upaanpak zou leiden door een op de plaatselijke situatie afgestemd beleid te doen samengaan met een territoriale dimensie in de herziene Europa 2020-strategie en een resultaatgericht cohesiebeleid van de EU;

    Doorgaan met structurele hervormingen

    6.

    merkt op dat het voorgestelde steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP), na behandeling volgens de gewone wetgevingsprocedure, beschikbaar moet zijn voor nationale, regionale en lokale autoriteiten, conform de bestaande bevoegdheidsverdeling binnen de lidstaten; tenuitvoerlegging van dit programma mag er niet toe leiden dat de financiële middelen van de Europese structuur- en investeringsfondsen worden verlaagd;

    7.

    beklemtoont dat opbouw van efficiënte bestuurlijke capaciteit op alle niveaus van bestuur, ook lokaal en regionaal, van cruciaal belang is om langetermijninvesteringen daadwerkelijk weer op gang te brengen, structurele hervormingen te doen slagen en middelen verantwoord en efficiënt te besteden;

    Een verantwoord begrotingsbeleid voeren

    8.

    wijst erop dat elke lidstaat een gezond economisch beleid en stabiele overheidsfinanciën nodig heeft om de noodzakelijke publieke investeringen op korte en lange termijn mogelijk te maken;

    9.

    meent dat in de jaarlijkse groeianalyse 2016 sterke argumenten worden aangedragen voor een voorstel van de Commissie inzake een gemeenschappelijke begrotingscapaciteit voor de hele EU, zodat een anticyclisch beleid kan worden gevoerd en vaart kan worden gezet achter herstel. Daarbij dient wel het subsidiariteitsbeginsel te worden nageleefd en moet voldoende flexibiliteit worden ingebouwd, zodat de lokale en regionale overheden kunnen worden betrokken bij de uitstippeling van beleidsmaatregelen op maat van de lokale behoeften.

    10.

    dringt nogmaals aan op een gouden regel voor overheidsboekhouding: langetermijninvesteringen moeten gescheiden worden gehouden van lopende uitgaven; roept de Commissie in dit verband nogmaals op om een witboek te publiceren dat voortbouwt op de OESO-beginselen inzake doeltreffende overheidsinvesteringen op alle overheidsniveaus, en om een bij de controle van publieke uitgaven toe te passen EU-typologie voor de kwaliteit van publieke investeringen — al naargelang hun langetermijneffecten — op te zetten; spoort aan tot vermindering van de lopende uitgaven om de belastingdruk te verlagen en particuliere investeringen aan te moedigen;

    11.

    herhaalt zijn voorstel om een indicator voor het investeringspercentage in het macro-economische scorebord op te nemen;

    12.

    onderstreept dat bij de toepassing van het stabiliteits- en groeipact en het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie, de nodige flexibiliteit aan de dag moet worden gelegd, zodat de investeringscapaciteit van de lokale en regionale overheden niet wordt beperkt maar juist wordt gestimuleerd. Het Comité hoopt dat de Commissie gevolg zal geven aan haar mededeling van januari 2015 en verdere concrete voorstellen zal doen om ervoor te zorgen dat hiermee rekening wordt gehouden bij de uitvoering en mogelijke herzieningen van deze overeenkomsten.

    De Europa 2020-strategie herzien en het duurzameontwikkelingsbeleid voor de periode na 2020 op nieuwe leest schoeien

    13.

    is ermee ingenomen dat erkend wordt dat de Europa 2020-strategie een beleidskader voor de lange termijn vormt waarin meerdere bestuurslagen een rol spelen, en beklemtoont dat de strategie een territoriale dimensie dient te krijgen. Het CvdR zal lokale en regionale overheden vragen om de indicatoren en doelstellingen van de herziene Europa 2020-strategie te helpen vaststellen en zal hen raadplegen in verband met de langeretermijnstrategie die de Europese Commissie in 2016 zal presenteren voor de periode na 2020; voorgesteld wordt om als horizontaal instrument een nieuw vlaggenschipinitiatief voor demografische uitdagingen op te nemen, zodat alle regio’s die kampen met diverse demografische problemen, de kans krijgen tot slimme, duurzame en inclusieve groei te komen;

    Het Europees Semester

    14.

    beklemtoont dat, met het oog op een maximale groei en het verminderen van territoriale ongelijkheden, nationale hervormingsprogramma’s en landenspecifieke aanbevelingen een territoriale dimensie moeten bevatten;

    15.

    verzoekt Commissie en Parlement nogmaals een gedragscode vast te stellen om ervoor te zorgen dat lokale en regionale overheden structureel bij het Europees Semester worden betrokken; herhaalt dat het voornemens is om ter zake in 2016 met een concreet voorstel te komen en hecht aan een regelmatige dialoog met de Europese Commissie, met name waar het gaat om het Europese deel van het Semesterproces;

    16.

    is ingenomen met het voornemen om de eurozonedimensie en de nationale dimensie van het economisch bestuur van de EU beter te integreren door de jaarlijkse groeianalyse 2016 samen met de aanbevelingen voor de eurozone te presenteren bij het begin van het Europees Semester 2016;

    17.

    schaart zich achter de oproep van het Europees Parlement om de internemarktpijler op te nemen in het Europees Semester, met een systeem voor regelmatig toezicht en evaluatie van de integratie van de interne markt, inclusief een aantal kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren, benchmarking, peerreview en het uitwisselen van beste praktijken;

    18.

    is ingenomen met het feit dat de Commissie met haar jaarlijkse groeianalyse drie sociale indicatoren (arbeidsparticipatie, jeugdwerkloosheid en langdurige werkloosheid) toevoegt aan het waarschuwingsmechanismeverslag 2016 en daarmee tegemoetkomt aan de doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

    19.

    draagt zijn voorzitter op om deze resolutie aan de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Raad en de voorzitter van de Europese Raad toe te sturen.

    Brussel, 10 februari 2016.

    De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

    Markku MARKKULA


    (1)  COM(2015) 700 final

    (2)  OESO-CvdR-raadpleging van subnationale overheden over „Infrastructuurplanning en investeringen op alle overheidsniveaus: huidige uitdagingen en mogelijke oplossingen” (november 2015).


    Top