Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015PC0390

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht krachtens de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds

    COM/2015/0390 final - 2015/0170 (NLE)

    Brussel, 5.8.2015

    COM(2015) 390 final

    2015/0170(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht krachtens de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Bijgaand voorstel is het rechtsinstrument voor het vaststellen van het standpunt van de Unie dat in een krachtens een associatieovereenkomst tussen de Unie en een derde land opgericht lichaam namens haar moet worden ingenomen. Meer specifiek heeft het betrekking op de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd). 

    De overeenkomst is op 27 juni 2014 ondertekend en wordt, in afwachting van ratificatie door de lidstaten, sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast. De ondertekening van de overeenkomst namens de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten evenals de voorlopige toepassing van een aantal bepalingen hiervan is bij Besluit 2014/492/EU van de Raad van 16 juni 2014 1 goedgekeurd.

    Krachtens de overeenkomst is het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken opgericht, dat toezicht houdt op de uitvoering van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst en daarmee samenhangende kwesties beslecht. Om de goede werking van het in artikel 404 van de overeenkomst bedoelde geschillenbeslechtingsmechanisme te waarborgen, moet dit comité een lijst van arbiters vaststellen.

    Samenhang met bestaande beleidsbepalingen op het beleidsterrein

    Met dit voorstel wordt op basis van de bovengenoemde overeenkomst uitvoering gegeven aan de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie jegens een oostelijk partnerland. Het voorstel beoogt de oprichting van de nodige institutionele instrumenten, zodat de Unie en de Republiek Moldavië bilaterale geschillen met betrekking tot de toepassing en interpretatie van de overeenkomst efficiënt kunnen behandelen. Dit is in overeenstemming met de aanpak van de Unie inzake geschillenbeslechtingsmechanismen die worden onderhandeld of toegepast in het kader van vrijhandelsovereenkomsten met andere handelspartners.

    Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

    Dit voorstel hangt samen met de andere externe beleidslijnen van de Unie en vult deze aan, met name het Europees nabuurschapsbeleid en het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot de Republiek Moldavië.

    2.Rechtsgrondslag, subsidiariteit en evenredigheid

    Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag voor de vaststelling van het door de Unie in te nemen standpunt in de krachtens de associatieovereenkomst tussen de EU en de Republiek Moldavië ingestelde comités wordt gevormd door het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 207, lid 4, in samenhang met artikel 218, lid 9. 

    Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheid)

    De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3 van het VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is dus niet van toepassing.

    Evenredigheid

    Dit voorstel is nodig om de in de overeenkomst met de Republiek Moldavië neergelegde internationale verplichtingen van de Unie na te komen.

    Keuze van het instrument

    Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 9, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten vaststelt. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel uitgedrukte doelstellingen te bereiken.

    3.RESULTATEN VAN EVALUATIES ACHTERAF, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

    Evaluaties achteraf/"geschiktheidscontroles" van bestaande wetgeving

    Niet van toepassing.

    Raadpleging van belanghebbenden

    Niet van toepassing op dit voorstel.

    Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

    De Commissie heeft rekening gehouden met de input die de lidstaten de voorbije jaren hebben gegeven met betrekking tot onderdanen van de Unie die geschikt en gekwalificeerd zijn om op te treden als arbiter bij uit handelsovereenkomsten van de Unie voortvloeiende geschillen.

    Effectbeoordeling

    Het voorstel heeft betrekking op de uitvoering van de institutionele aspecten van de overeenkomst tussen de Unie en de Republiek Moldavië, en met name titel V over Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden. Het voorstel heeft geen invloed op het economisch, sociaal of milieubeleid van de Unie. De overeenkomst wordt sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast en de uitvoering ervan bevindt zich nog in een zeer vroeg stadium.

    Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

    De overeenkomst tussen de Unie en de Republiek Moldavië valt niet onder Refit-procedures; het brengt geen kosten met zich mee voor kleine en middelgrote ondernemingen en het stelt geen problemen vanuit het oogpunt van de digitale omgeving.

    Grondrechten

    Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    Niet van toepassing.

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplannen en toezicht-, evaluatie- en rapportageregelingen

    De uitvoering van de overeenkomst wordt regelmatig getoetst door de Associatieraad EU-Republiek Moldavië. De Europese Commissie heeft er zich ook toe verbonden jaarlijks verslag uit te brengen aan het Europees Parlement over de uitvoering van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst, inclusief de in dit voorstel opgenomen elementen.

    Verklarende documenten (voor richtlijnen)

    Niet van toepassing.

    Gedetailleerde toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

    Het doel van het voorstel is het vaststellen van het standpunt van de Unie met betrekking tot de uitvoering van het handelsgedeelte van de overeenkomst tussen de Unie en de Republiek Moldavië. Titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van die overeenkomst omvat hoofdstuk 14 (Beslechting van geschillen), waarin een mechanisme wordt opgezet om met handel verband houdende geschillen met betrekking tot de toepassing en interpretatie van het handelsgedeelte van de overeenkomst tussen de partijen bij de overeenkomst te beslechten. Volgens de in hoofdstuk 14 vastgestelde arbitrageprocedure kan de klagende partij verzoeken om de instelling van een arbitragepanel om een bilateraal geschil te beslechten. De regels voor de samenstelling van het panel zijn vastgesteld in artikel 404 van de overeenkomst. De overeenkomst voorziet in de opstelling van een lijst van gekwalificeerde personen die als arbiter kunnen optreden. Daarom is met de regering van de Republiek Moldavië een ontwerplijst met arbiters die bereid en geschikt zijn om in een arbitragepanel zitting te nemen, besproken en deze lijst bevat vijf kandidaat-arbiters van de Unie, vijf kandidaat-arbiters van de Republiek Moldavië en vijf onderdanen van derde landen die als voorzitter van een arbitragepanel kunnen optreden. De lijst zal worden gebruikt wanneer een arbitragepanel moet worden ingesteld.

    2015/0170 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht krachtens de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Artikel 464, leden 3 en 4, van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd), voorziet in de voorlopige toepassing van een deel van de overeenkomst, zoals bepaald door de Unie.

    (2)In artikel 3 van Besluit 2014/492/EU van de Raad 2 zijn de bepalingen van de overeenkomst aangegeven die voorlopig moeten worden toegepast, waaronder de bepalingen betreffende de oprichting en werking van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken en de bepalingen betreffende geschillenbeslechting. Overeenkomstig artikel 464, lid 4, van de overeenkomst is de voorlopige toepassing van deze bepalingen met ingang van 1 september 2014 van kracht.

    (3)In artikel 404, lid 1, van de overeenkomst is bepaald dat het in artikel 438, lid 4, van de overeenkomst bedoelde Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken overeenkomstig artikel 464, lid 5, van de overeenkomst uiterlijk zes maanden na het begin van de voorlopige toepassing van de overeenkomst een lijst van personen die als arbiter in geschillenbeslechtingsprocedures kunnen optreden, moet goedkeuren.

    (4)Overeenkomstig artikel 404, lid 1, van de overeenkomst is met de regering van de Republiek Moldavië een ontwerplijst met arbiters die in een arbitragepanel zitting kunnen nemen, besproken en deze lijst bevat vijf kandidaat-arbiters van de Unie, vijf kandidaat-arbiters van de Republiek Moldavië en vijf onderdanen van derde landen die als voorzitter van een arbitragepanel kunnen optreden.

    (5)Daarom moet worden vastgesteld welk standpunt met betrekking tot de lijst van personen die bij geschillenbeslechting als arbiter kunnen optreden namens de Unie moet worden ingenomen in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het standpunt dat namens de Unie in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken moet worden ingenomen met betrekking tot de vaststelling van de lijst van personen die bij geschillenbeslechting als arbiter kunnen optreden, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van dat comité.

    Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1) PB L 260 van 30.8.2014, blz. 1.
    (2) Besluit 2014/492/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (PB L 260 van 30.8.2014, blz. 1).
    Top

    Brussel, 5.8.2015

    COM(2015) 390 final

    BIJLAGE

    bij het

    voorstel voor een besluit van de Raad

    betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht krachtens de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds


    Ontwerp

    Besluit nr. 1/2015 van het Associatiecomité EU-REPUBLIEK MOLDAVIË in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken

    van ...2015

    betreffende het vaststellen van een lijst van arbiters als bedoeld in artikel 404, lid 1, van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds

    HET Associatiecomité IN ZIJN SAMENSTELLING VOOR HANDELSVRAAGSTUKKEN,

    Gezien de in Brussel op 27 juni 2014 ondertekende Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, en met name artikel 404, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Overeenkomstig artikel 464 van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd), wordt een deel van de overeenkomst, waaronder de bepaling betreffende de vaststelling van de lijst van arbiters, met ingang van 1 september 2014 voorlopig toegepast.

    (2)Overeenkomstig artikel 404, lid 1, van de overeenkomst moet het in artikel 438, lid 4, van de overeenkomst bedoelde Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken een lijst vaststellen van vijftien personen die als arbiter kunnen optreden,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De lijsten van personen die als arbiter kunnen optreden als bedoeld in artikel 404, lid 1, van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, zijn vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te …, …

    Voor het Associatiecomité

    in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken

    De voorzitter

    BIJLAGE

    LIJST VAN ARBITERS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 404, LID 1, VAN DE OVEREENKOMST

    Door de Republiek Moldavië voorgestelde arbiters

    1.Sergiu BĂIEŞU

    2.Eduard SERBENCO

    3.Lilia GRIBINCEA

    4.Octavian CAZAC

    5.Mihail BURUIANĂ

    Door de EU voorgestelde arbiters

    1.Claus-Dieter EHLERMANN

    2.Giorgio SACERDOTI

    3.Jacques BOURGEOIS

    4.Pieter Jan KUIJPER

    5.Ramon TORRENT

    Voorzitters

    1.David UNTERHALTER (Zuid-Afrika)

    2.Merit JANOW (Verenigde Staten)

    3.    William DAVEY (Verenigde Staten)

    4.    Leora BLUMBERG (Zuid-Afrika)

    5.    Helge SELAND (Noorwegen)

    Top