Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015BP0930(40)

    Resolutie van het Europees Parlement van 29 april 2015 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar 2013

    PB L 255 van 30.9.2015, p. 344–346 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2015/930(40)/oj

    30.9.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 255/344


    RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 29 april 2015

    met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar 2013

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar 2013,

    gezien artikel 94 van en bijlage V bij zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A8-0080/2015),

    A.

    overwegende dat volgens de jaarrekening de begroting van de Europese Politiedienst (hierna de „Dienst”) voor het begrotingsjaar 2013 82 520 500 EUR bedroeg, hetgeen een afname van 1,94 % ten opzichte van 2012 betekent;

    B.

    overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van de Europese Politiedienst voor het begrotingsjaar 2013 (hierna het „verslag van de Rekenkamer”) verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van de Dienst betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

    Follow-up van de kwijting voor 2012

    1.

    leest in het verslag van de Rekenkamer dat er naar aanleiding van zeven opmerkingen in het verslag van de Rekenkamer over 2011, waaraan de Rekenkamer in haar verslag over 2012 de status „in uitvoering” of „uitstaand” heeft toegekend, corrigerende maatregelen zijn genomen, zodat er nu in het verslag van de Rekenkamer vier te boek staan als „voltooid”, één als „gedeeltelijk voltooid” en „gedeeltelijk in uitvoering” en twee als „niet van toepassing”; stelt voorts vast dat er naar aanleiding van de zes opmerkingen in het verslag van de Rekenkamer over 2012 corrigerende maatregelen zijn genomen met betrekking tot vijf opmerkingen, die nu als „voltooid” worden aangemerkt, terwijl er één als „niet van toepassing” te boek staat;

    2.

    neemt kennis van de verklaring van de Dienst dat:

    a)

    de validering van zijn boekhoudsysteem in het verslag van de Rekenkamer als afgesloten wordt beschouwd; stelt met bezorgdheid vast dat de Rekenkamer de corrigerende maatregelen met betrekking tot toegestane uitzonderingen nog steeds beschouwt als zijnde „in uitvoering” en verzoekt de Dienst de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van het resultaat van de uitgevoerde corrigerende maatregelen;

    b)

    de uitvoering van de aanbeveling van de kwijtingsautoriteit inzake publicatie van het aantal verwerkte gerubriceerde documenten nog gaande is, omdat de Dienst zijn Veiligheidscomité om advies heeft verzocht en de opstellers van de onderliggende gerubriceerde informatie raadpleegt over de te volgen aanpak bij de publicatie van de informatie; verzoekt de Dienst de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de ter zake gemaakte vorderingen en van de termijn waarop de werkzaamheden voltooid moeten zijn;

    c)

    hij informatie verstrekt aan het brede publiek, voornamelijk via zijn website waar burgers zich kunnen abonneren op een geautomatiseerde dienst voor de elektronische toezending van nieuws over operationele activiteiten;

    Opmerkingen over de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen

    3.

    stelt na lezing van het verslag van de Rekenkamer met bezorgdheid vast dat de effectiviteit van de aanbestedingsprocedures in 2013 te lijden had onder het feit dat sommige beslissingen niet gebaseerd waren op voldoende specifieke selectiecriteria of realistische prijsoffertes en dat niet de hand is gehouden aan vaste professionele vereisten, hoewel de Dienst in de loop van de jaren de voorbereiding, uitvoering en documentatie van de aanbestedingsprocedures heeft verbeterd; neemt kennis van de verklaring van de Dienst dat hij naar aanleiding van de bevindingen van de Rekenkamer een organisatiebrede evaluatie van het globale aanbestedingsproces in 2014 heeft ingesteld om de huidige interne organisatiestructuur en de onderliggende processen te verfijnen; verzoekt de Dienst de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de uitkomst van de evaluatie en de beoogde verbeteringen in het aanbestedingsproces;

    Financieel en begrotingsbeheer

    4.

    merkt op dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2013 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van de begroting van 98,60 % en dat het uitvoeringspercentage van de kredieten voor betalingen 87,20 % bedroeg;

    Vastleggingen en overdrachten

    5.

    neemt er kennis van dat de omvang van de overdracht van vastgelegde kredieten is gedaald van 19,64 % in 2012 tot 11,60 % in 2013; stelt met bezorgdheid vast dat de overdracht van vastgelegde kredieten voor titel II (administratieve uitgaven) met 41 % nog steeds op een hoog niveau lag; neemt er nota van dat deze overdrachten hoofdzakelijk verband houden met geplande aanpassingen van het gebouw later in het jaar en andere administratieve kosten waarvoor aan het einde van het jaar nog geen facturen waren ontvangen; verzoekt de Dienst grotere inspanningen te plegen om toekomstige overdrachten te verminderen;

    6.

    neemt er nota van dat in 2013 een bedrag aan overgedragen geannuleerde vastleggingen is geregistreerd dat 8,9 % van het totale overgedragen bedrag uitmaakte en daarmee 8,4 % lager uitviel dan in 2012; neemt kennis van de corrigerende maatregelen die de Dienst heeft genomen om dit te verhelpen en stelt vast dat de Rekenkamer de zaak als afgedaan beschouwt;

    7.

    neemt kennis van de verklaring van de Dienst dat deze maatregelen heeft genomen met betrekking tot de voorbereiding en beoordeling van de technische vereisten die gelden voor automatische overdrachten en dat er daarna door de Rekenkamer in haar jaarlijkse auditonderzoek over 2013 geen problemen zijn vastgesteld;

    Aanbestedings- en aanwervingsprocedures

    8.

    neemt er kennis van dat de Dienst zijn richtsnoeren en procedurebeschrijving voor aanwervingen en de desbetreffende standaarddocumentatie heeft aangepast aan het gewijzigde Statuut (1) dat in 2014 in werking is getreden; neemt nota van het feit dat de Dienst een nieuwe gedragscode heeft ingevoerd ter versterking van de transparantie en onafhankelijkheid van zijn taakuitvoering;

    Preventie van en omgang met belangenconflicten en transparantie

    9.

    stelt vast dat de cv's en belangenverklaringen van de leden van de raad van bestuur en het hoger management, alsook de belangenverklaring van de directeur, niet openbaar zijn; roept de Dienst op dit op zo kort mogelijke termijn te corrigeren;

    Interne audit

    10.

    stelt vast dat de dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie in 2013 in samenwerking met de afdeling Interne Controle van de Dienst een volledige risicobeoordeling heeft uitgevoerd van het procesbeheer binnen de organisatie en daarbij heeft gekeken naar de administratieve, financiële, operationele en IT-aspecten van de werkzaamheden van de Dienst; constateert dat na de controle een rapport met de resultaten van de risicobeoordeling, met inbegrip van een „Strategisch intern controleplan 2014-2016” is aangeboden aan de raad van bestuur van de Dienst; als onderwerpen van een volgende controle staan in het rapport vermeld: aanwerving, omgang met belanghebbenden, aanbestedingen en gegevensbeheer, inclusief informatiebeveiliging;

    11.

    neemt kennis van de verklaring van de Dienst dat de IAS aan de hand van stukken de uitvoering van zijn eerdere aanbevelingen heeft onderzocht en dat er geen kritieke of zeer belangrijke aanbevelingen waren waaraan per 31 december 2013 geen invulling was gegeven;

    Overige opmerkingen

    12.

    merkt op dat het, uitgaande van de adviezen van de Rekenkamer en de raad van bestuur van de Dienst, de bedoeling is dat het pensioenfonds van Europol per 1 januari 2016 wordt opgenomen in de jaarrekeningen van de Dienst; neemt kennis van de verklaring van de Dienst dat een desbetreffend wetgevingsinstrument in uitvoering is, zodat de beoogde wijzigingen tijdig kunnen worden uitgevoerd;

    13.

    herinnert aan de opmerking van de Rekenkamer in haar verslag over 2011 dat in het Financieel Reglement van de Dienst wordt verwezen naar gedetailleerde regels en procedures in de uitvoeringsvoorschriften van de Dienst, die nog niet zijn vastgesteld; dringt er bij de Dienst op aan ter zake corrigerende maatregelen te treffen;

    14.

    verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij het kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 29 april 2015 (2) over de prestaties en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

    (1)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 15).

    (2)  Aangenomen teksten van die datum, P8_TA(2015)0130 (zie bladzijde 431 van dit Publicatieblad).


    Top