Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014TA1210(31)

    Verslag over de jaarrekening van het Voorzieningsagentschap van Euratom betreffende het begrotingsjaar 2013, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

    PB C 442 van 10.12.2014, p. 267–274 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.12.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 442/267


    VERSLAG

    over de jaarrekening van het Voorzieningsagentschap van Euratom betreffende het begrotingsjaar 2013, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

    (2014/C 442/31)

    INLEIDING

    1.

    Het Voorzieningsagentschap van Euratom (hierna: „het Agentschap”), gevestigd te Luxemburg, werd opgericht in 1958 (1). Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad (2) verving de eerdere statuten van het Agentschap. Het Agentschap heeft als voornaamste taak, gebruikers in de EU een regelmatige voorziening te verzekeren van nucleair materiaal en met name kernbrandstof door middel van een gemeenschappelijk voorzieningsbeleid volgens het beginsel van gelijke toegang tot hulpbronnen.

    2.

    Van 2008 tot en met 2011 ontving het Agentschap geen eigen begroting ter dekking van zijn werkzaamheden. De Commissie nam alle kosten van het Agentschap voor de uitvoering van zijn werkzaamheden voor haar rekening. Voor 2012 en 2013 kreeg het Agentschap van de Commissie een eigen begroting, die echter slechts een klein deel van zijn uitgaven dekt.

    BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    3.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

    a)

    de jaarrekening van het Agentschap, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar, en

    b)

    de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekening.

    De verantwoordelijkheid van de leiding

    4.

    De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Agentschap, almede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (5):

    a)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Agentschap omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van het Agentschap goed nadat de rekenplichtige van het Agentschap deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Agentschap.

    b)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

    De verantwoordelijkheid van de controleur

    5.

    De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

    6.

    De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

    7.

    De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

    Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

    8.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2013 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

    Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

    9.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

    10.

    De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

    OPMERKINGEN OVER DE BETROUWBAARHEID VAN DE REKENINGEN

    11.

    Uit de toelichting bij de jaarrekening 2013 van het Agentschap blijkt dat alle salarissen en sommige bijkomende kosten voor administratieve diensten rechtstreeks uit de begroting van de Commissie zijn betaald. De salariskosten worden meegedeeld maar de kosten voor administratieve diensten worden niet gespecificeerd. Bijgevolg is niet volledig zichtbaar in welke mate het Agentschap afhankelijk is van de Commissie.

    OPMERKINGEN OVER DE INTERNEBEHEERSINGSMAATREGELEN

    12.

    De belangrijkste onderdelen van de interne controles van het Agentschap zijn onvoldoende gedocumenteerd, zoals een risicobeheersings- en controlestrategie, prestatietoezichtprocedures, een beoordeling van de werking van het internebeheersingssysteem en een beroepscode.

    FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

    13.

    Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

    Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Milan Martin CVIKL, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 1 juli 2014.

    Voor de Rekenkamer

    Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

    President


    (1)  PB 27 van 6.12.1958, blz. 534/58.

    (2)  PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15.

    (3)  Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

    (4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

    (5)  Artikelen 39 en 50 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).

    (6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants, of, indien relevant, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

    (7)  Artikel 107 van Verordening (EG) nr. 1271/2013


    BIJLAGE I

    Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

    Jaar

    Opmerking van de Rekenkamer

    Stand van de corrigerende maatregel

    (Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

    2011

    Zonder iets af te doen aan het in paragraaf 10 gegeven oordeel, wil de Rekenkamer andermaal de aandacht vestigen op de volgende kwestie. Artikel 54 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie bepaalt dat het Agentschap financiële zelfstandigheid bezit. Artikel 7 van de statuten van het Agentschap bepaalt dat „de uitgaven van het Agentschap bestaan uit de administratieve uitgaven voor het personeelsbestand en het Comité, alsmede uit de uitgaven ten gevolge van contracten met derde partijen”. In werkelijkheid heeft het Agentschap sinds 2008 geen budget meer gekregen. Gezien deze situatie heeft de Europese Commissie de in artikel 7 genoemde uitgaven rechtstreeks voldaan. Naar het oordeel van de Rekenkamer is deze situatie in strijd met de statuten van het Agentschap en de Rekenkamer is van mening dat het Agentschap en de Commissie samen met alle betrokken partijen maatregelen moeten overwegen om een einde te maken aan deze situatie.

    Afgerond

    2012

    Zonder iets af te doen aan het in paragraaf 9 gegeven oordeel, wil de Rekenkamer de aandacht vestigen op de volgende kwestie. Tussen 2008 en 2011 ontving het Agentschap geen eigen begroting en werden alle uitgaven rechtstreeks door de Europese Commissie gefinancierd en voldaan. Naar het oordeel van de Rekenkamer is deze situatie in strijd met de statuten van het Agentschap.

    Na de opmerkingen van de Rekenkamer kende de Commissie het Agentschap voor 2012 een eigen begroting toe ten bedrage van 98  000 euro (1 04  000 euro inclusief de financiële ontvangsten uit eigen investeringen). Hoewel in artikel 54 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en in artikel 6 van de statuten van het Agentschap wordt bepaald dat het Agentschap financiële zelfstandigheid heeft, worden de meeste uitgaven van het Agentschap (personeel, kantoorruimte en IT-systemen) nog steeds rechtstreeks door de Commissie gefinancierd. Wat de personeelskosten betreft, is dit bepaald in artikel 4 van de statuten van het Agentschap. De bepalingen zijn tegenstrijdig en dit druist in tegen de vereiste financiële zelfstandigheid van het Agentschap.

    Nog af te handelen


    BIJLAGE II

    Voorzieningsagentschap van Euratom (Luxemburg)

    Bevoegdheden en activiteiten

    Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

    Gemeenschappelijk voorzieningsbeleid voor nucleair materiaal overeenkomstig de beginselen en doelstellingen (voorzieningszekerheid) die zijn opgenomen in het Euratom-Verdrag.

    Het Voorzieningsagentschap van Euratom werd rechtstreeks opgericht bij artikel 52 van het Euratom-Verdrag, dat werd ondertekend in 1957. Het Voorzieningsagentschap van Euratom is voorts onderworpen aan zijn statuten, die zijn vastgesteld bij besluit van de Raad over de rechtsgrondslag van artikel 54 van het Euratom-Verdrag.

    Bevoegdheden van het Agentschap

    (zoals bepaald bij het Euratom-Verdrag, en hoofdzakelijk hoofdstuk 6 daarvan, en bij Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van statuten voor het Voorzieningsagentschap van Euratom)

    Doelstellingen

    De voorziening verzekeren van nucleair materiaal door middel van een gemeenschappelijk voorzieningsbeleid volgens het beginsel van gelijke toegang tot hulpbronnen;

    ervoor zorgen dat alle gebruikers in de Gemeenschap op regelmatige en billijke wijze worden voorzien van ertsen en kernbrandstof;

    markttendensen die van invloed kunnen zijn op de continuïteit van de voorziening van nucleair materiaal en nucleaire diensten aan de Europese Unie observeren en volgen;

    bijdragen aan het beleid van de Gemeenschap door haar te voorzien van deskundigheid, informatie en advies over onderwerpen die verband houden net de werking van de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten.

    Taken

    Krachtens het Euratom-Verdrag heeft het Voorzieningsagentschap van Euratom een optierecht op de op het grondgebied van de lidstaten geproduceerde ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen alsook een exclusief recht tot sluiting van contracten voor de levering van ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen van binnen of buiten de Gemeenschap.

    Gezien het bovenstaande behoort het tot de taken van het Voorzieningsagentschap van Euratom:

    de tussen de betrokken partijen overeengekomen verbintenissen te beoordelen en dan ook elk contract of elke contractwijziging betreffende de levering van de in artikel 52 van het Euratom-Verdrag bedoelde materialen al dan niet uitsluitend onder bepaalde voorwaarden te sluiten;

    in kennis te worden gesteld van alle contracten betreffende de verwerking, omzetting of vorming van ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen bedoeld in artikel 75 van het Euratom-Verdrag en deze te behandelen;

    in kennis te worden gesteld van alle overdrachten en alle in- en uitvoerverrichtingen met kleine hoeveelheden ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen bedoeld in artikel 74 van het Euratom-Verdrag en deze te behandelen;

    dossiers aan te leggen en alle voorbereidingen te treffen voor een besluit van de Commissie in de gevallen waarin de Euratom-regels collegiale overeenstemming voorschrijven;

    naargelang van het geval de contracten te beheren die het Agentschap heeft gesloten of waarvan het in kennis is gesteld;

    informatie te verzamelen en te verwerken met het oog op een continu toezicht op de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten in de EU. In 2013 is het Agentschap gegroeid in zijn rol van waarnemer en nu dekt het de aspecten van de voorziening van radio-isotopen voor geneeskundige toepassingen in de EU;

    voor intern gebruik en/of voor het publiek regelmatig verslag uit te brengen over de werking van de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten;

    de Gemeenschap op verzoek te voorzien van deskundigheid en advies over enig onderwerp in verband met de werking van de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten;

    het raadgevend comité van Euratom te contacteren en te raadplegen en naargelang van het geval — eveneens door het bieden van secretariaatsdiensten — deel te nemen aan de vergaderingen van genoemd raadgevend comité.

    Organisatie

    Het Agentschap heeft rechtspersoonlijkheid en is financieel zelfstandig.

    Het opereert onder toezicht van de Commissie zonder winstoogmerk.

    De directeur-generaal en het personeel van het Voorzieningsagentschap van Euratom moeten ambtenaren van de Europese Gemeenschappen zijn of worden. Zij moeten een veiligheidsgoedkeuring hebben. Hun salaris wordt betaald door de Commissie.

    In het Euratom-Verdrag en de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom worden het kapitaal van het Agentschap en de voorwaarden voor de storting ervan bepaald.

    Directeur-generaal

    Benoemd door de Commissie voor onbepaalde tijd. De taken en bevoegdheden van de directeur-generaal worden met name vastgesteld in de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom.

    Toezicht op het Voorzieningsagentschap van Euratom door de Commissie

    De Commissie kan Euratom richtlijnen geven en heeft vetorecht over de beslissingen van het Agentschap; bij sommige van die beslissingen is voorafgaande toestemming van de Commissie vereist.

    Raadgevend comité

    Dit bestaat het uit leden uit de lidstaten die intuitu personae worden aangesteld voor een (verlengbare) termijn van drie jaar. Het Comité helpt het Agentschap bij de uitvoering van zijn taken en vormt een verbindingsorgaan tussen het Voorzieningsagentschap van Euratom en de producenten en gebruikers van de nucleaire industrie. Het Comité kan worden geraadpleegd over alle vraagstukken binnen de bevoegdheid van het Agentschap. Het moet advies uitbrengen over alle in artikel 13 van de statuten genoemde aangelegenheden. Het vergadert gewoonlijk twee maal per jaar.

    Externe controle

    Europese Rekenkamer.

    Kwijtingverlenende autoriteit

    Europees Parlement.

    In 2013 (2012) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

    Begroting

    1 04  000(1 04  000) euro, waarvan bijdrage van de Commissie: 98  000(98  000) euro.

    Personeelsbestand per 31 december 2013

    Totaal aantal personeelsleden: 18 (17) (waaronder de directeur-generaal).

    Producten en diensten in 2013 (2012)

    Voorziening verzekerd

    Behandelde transacties

    Het Agentschap behandelde in 2013 ongeveer 279 (270) transacties, waaronder contracten, wijzigingen en kennisgevingen betreffende de startactiviteiten.

    Verslagen

    In 2013 produceerde het Agentschap:

    zijn jaarverslag over 2012;

    4 (3) kwartaalverslagen over de uraniummarkt;

    6 (6) tweemaandelijkse overzichten van nucleair nieuws;

    40 (45) weekberichten met nucleair nieuws voor lezers binnen de Europese Commissie.

    Deelname aan activiteiten van het raadgevend comité van het Voorzieningsagentschap van Euratom

    Het raadgevend comité van het Agentschap organiseerde twee bijeenkomsten (in april en november) met de steun en de deelname van het Agentschap.

    Het Agentschap faciliteerde de activiteiten van twee werkgroepen van zijn Raadgevend Comité.

    Betrekkingen met andere Europese instellingen en internationale samenwerking

    De betrekkingen met de Europese Commissie werden hiervoor beschreven.

    Het Agentschap moet het Europees Parlement, de Raad en de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen over de activiteiten van het voorgaande jaar, met inbegrip van het werkprogramma van het komende jaar.

    Het Voorzieningsagentschap van Euratom werkt ook samen met internationale organisaties, meer bepaald het IAEA (Internationaal Agentschap voor Atoomenergie) en met het NEA (Agentschap voor kernenergie) van de OESO. In dat verband neemt het Agentschap deel aan de gezamenlijke NEA/IAEA-uraniumgroep en aan de NEA-groep op hoog niveau voor de voorzieningszekerheid van medische radio-isotopen (HLG-MR).

    Voorzieningszekerheid van medische radio-isotopen

    In september 2013 werd het Agentschap voorzitter van het Europees Waarnemingscentrum voor de voorziening van medische radio-isotopen om mee te werken aan de tenuitvoerlegging van een beleid van de Europese Raad dat moet zorgen voor de continuïteit van de voorziening van medische radio-isotopen.

    Bron: Door het Agentschap verstrekte informatie.


    ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP

    12.

    De toelichting bij de jaarrekening 2013 bevat een raming van de salariskosten. De exacte gegevens betreffende de door de Commissie gedekte administratieve kosten van het Agentschap zijn in het bezit van de Commissie. Wij zijn van mening dat het feit dat de Commissie de salarissen van het personeel van het Agentschap (en bepaalde andere administratieve kosten) betaalt, de onafhankelijkheid van het ESA niet per se in het gedrang brengt, terwijl deze procedure wel schaalvoordelen biedt.

    13.

    Naar het oordeel van het Agentschap is een adequate risicobeheersings- en -controlestrategie wel degelijk aanwezig. Met ingang van dit jaar zal het Agentschap echter meer en gestructureerde documentatie over risicobeoordelings- en risicobeperkingsacties verstrekken.


    Top