EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014PC0107
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT pursuant to Article 294(6) of the Treaty on the Functioning of the European Union concerning the position of the Council on the adoption of a Regulation of the European Parliament and of the Council on the sound level of motor vehicles
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad met het oog op de vaststelling van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad met het oog op de vaststelling van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen
/* COM/2014/0107 final - 2011/0409 (COD) */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad met het oog op de vaststelling van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen /* COM/2014/0107 final - 2011/0409 (COD) */
2011/0409 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT
overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie
over het standpunt van de Raad met het oog op de
vaststelling van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen Indiening voorstel bij het Europees Parlement en de Raad (document COM(2011) 856 definitief – 2011/0409 COD): || 9 december 2011 Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: || 25 april 2012 Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: || 6 februari 2013 Vaststelling van het standpunt van de Raad: || 20 februari 2014 2. DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE
COMMISSIE Het voorstel van de Commissie beoogt de
verlaging van geluidsgrenswaarden in twee stappen van ieder 2 dB(A) voor
personenauto’s, bestelwagens, bussen en toerbussen. Voor vrachtwagens zou de
verlaging in een eerste stap 1 dB(A) bedragen en in een tweede stap
2 dB(A). De eerste stap zou twee jaar na de bekendmaking van de tekst in
het Publicatieblad van toepassing moeten worden en de tweede stap 5-7 jaar na
de bekendmaking. Daarnaast wordt een nieuwe testmethode
ingevoerd, die representatiever is voor het stadsverkeer en internationaal
erkend in het kader van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde
Naties (VN/ECE). Tot slot wordt voorgesteld dat elektrische en
hybride elektrische voertuigen naar keuze met geluidsproducerende voorzieningen
("AVAS") worden uitgerust, waardoor zij beter worden opgemerkt door
voetgangers en fietsers. Ondanks de toename van het verkeer zijn de
geluidsemissiegrenswaarden sinds 1996 niet gewijzigd. Het voorstel van de
Commissie zal tot een aanzienlijke vermindering van het omgevingslawaai leiden
en het aantal personen dat er grote hinder van ondervindt naar verwachting met
25 % doen dalen. 3. OPMERKINGEN OVER HET
STANDPUNT VAN DE RAAD 3.1. Algemene
opmerkingen De Commissie is verheugd over het politieke
akkoord over een compromistekst dat op 9 december 2013 door de Raad en de ENVI-commissie
van het Parlement is bereikt. De goedkeuring van het standpunt van de Raad in
eerste lezing zou het nu mogelijk moeten maken de tekst nog tijdens de huidige
zittingsperiode definitief vast te stellen. Het is belangrijk dat de nieuwe
testmethode, die representatiever is en internationaal erkend, zo spoedig
mogelijk wordt ingevoerd. Bovendien is met betrekking tot de
geluidsgrenswaarden een stabiele langetermijndoelstelling voor de sector van
belang, zodat hij voertuigen aan de nieuwe wetgeving kan aanpassen. 3.2. Opmerkingen
over de amendementen van het Europees Parlement 3.2.1. Amendementen van het Europees
Parlement die in eerste lezing geheel, gedeeltelijk of in beginsel in het
standpunt van de Raad zijn opgenomen In het standpunt van de Raad in eerste lezing
is het overgrote deel van de door het Europees Parlement aangebrachte
amendementen opgenomen, met name de meeste van de door het Europees Parlement
voorgestelde aanvullende overwegingen, de aanpassing van de testprocedure aan
de onder auspiciën van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde
Naties (VN/ECE) ontwikkelde testprocedure, de opname van een nieuwe testbaan en
een nieuwe voertuigclassificatie. Wat de grenswaarden betreft ligt het standpunt
van de Raad zeer dicht bij het oorspronkelijke voorstel van de Commissie met
betrekking tot de definitieve grenswaarden, maar het voorziet een uitgestelde
toepassing. Voor de meeste voertuigcategorieën kan dit standpunt ook worden
gezien als een volgende stap in aansluiting op de laatste stap die in het door
het Europees Parlement in eerste lezing aangenomen standpunt wordt voorgesteld.
Dit kan bij wijze van compromisoplossing door de Commissie worden gesteund. De Raad heeft ingestemd met het door het
Europees Parlement voorgestelde amendement inzake de etikettering van de
geluidsniveaus van voertuigen door dealers. De Raad heeft evenwel besloten
hiervan geen bindend vereiste te maken voordat de Commissie een
effectbeoordeling van een dergelijke verplichting heeft afgerond. Dit punt maakte
geen deel uit van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, maar kan als
onderdeel van het pakket worden gesteund. De Raad heeft het amendement van het Europees
Parlement inzake de verplichte montage van een akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem (Acoustic Vehicle Alerting System of
"AVAS") in elektrische en hybride voertuigen, gesteund. Er zij aan
herinnerd dat het oorspronkelijke voorstel van de Commissie slechts voorzag in
montage naar keuze. De Commissie kan dit amendement van de Raad steunen
aangezien de Raad eveneens een aanlooptijd van 3/5 jaar voorziet, waardoor meer
gedetailleerde technische voorschriften betreffende de goedkeuring van
dergelijke systemen kunnen worden opgesteld en de industrie de tijd krijgt om
de producten aan die nieuwe voorschriften aan te passen. Het amendement van het Europees Parlement
waarbij een verwijzing wordt ingevoerd naar Verordening (EG) nr. 765/2008 van
het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen
inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten[1], is in het standpunt
van de Raad als overweging overgenomen. Hiermee kan de Commissie eveneens
instemmen. De verduidelijkingen die door de Raad en het
Parlement aan de tekst van de Commissie zijn toegevoegd, kunnen ook worden
gesteund. 3.2.2. Amendementen
van het Europees Parlement die niet zijn opgenomen in het standpunt van de Raad
in eerste lezing Volgens de Raad was het amendement van het
Europees Parlement dat de Commissie ertoe zou verplichten de mogelijkheid om
een wegindelingssysteem in te voeren dat het typische rolgeluid op alle wegen
in de Europese Unie kenmerkt, niet geschikt voor om als artikel in een
verordening over motorvoertuigen te worden opgenomen. De Raad heeft echter
erkend dat een geïntegreerde benadering van lawaai moet worden gevolgd en dat
de geluidsbelastingkaarten overeenkomstig Richtlijn 2002/49/EG inzake de
evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai[2],
de basis kunnen vormen voor toekomstig onderzoek naar de indeling van het
wegdek. De Commissie kan hiermee instemmen. Wat gedelegeerde handelingen betreft kon de Raad noch een onbeperkte
machtiging van de Commissie voor de bijwerking van de niet-essentiële
onderdelen van de bijlagen (voorstel van de Commissie), noch een stilzwijgende
verlenging van de machtiging (voorstel van het Europees Parlement) steunen. Ook
heeft de Raad ten opzichte van het voorstel van het Europees Parlement het
aantal bijlagen dat door de Commissie kan worden gewijzigd, beperkt. De
Commissie betreurt dit besluit vanuit praktisch oogpunt (gewone
wetgevingsprocedure nodig na vijf jaar, ook voor kleine wijzigingen in de
bijlagen), maar kan het als onderdeel van het uiteindelijke compromis tussen de
medewetgevers aanvaarden. 3.3. Nieuwe
door de Raad ingevoerde bepalingen en het standpunt van de Commissie De Raad heeft een aantal technische
amendementen ingevoerd, met name om het verband te verduidelijken tussen deze
nieuwe verordening en Richtlijn 2007/46/EG tot vaststelling van een kader voor
de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen,
onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd
(kaderrichtlijn)[3].
Dit kan eveneens worden gesteund. De Raad heeft ook aanvullende vereisten
ingevoerd om technische controles en controles langs de weg van hybride
voertuigen makkelijker te maken. Ook dit kan worden gesteund. 4. CONCLUSIE Hoewel de Commissie om praktische redenen
betreurt dat het besluit van de Raad de delegatie van bevoegdheden aan de
Commissie tot een beperkt aantal bijlagen en een vaste periode van vijf jaar
beperkt, erkent zij dat vooruitgang bij de procedure alleen mogelijk is als zij
van verzet afziet. De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid
van stemmen besloten. De Commissie steunt in een geest van compromis
het standpunt van de Raad. [1] PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30. [2] PB L 189 van 18.7.2002, blz. 12. [3] PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1.