EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014IR3235

Advies van het Comité van de Regio's — De langetermijnfinanciering van de Europese economie

PB C 415 van 20.11.2014, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 415/1


Advies van het Comité van de Regio's — De langetermijnfinanciering van de Europese economie

2014/C 415/01

Rapporteur

Rapporteur: Witold Krochmal (PL/EA), lid van de gemeenteraad van Wołów

Referentiedocument

Mededeling over de langetermijnfinanciering van de Europese economie

COM(2014) 168 final

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

1.

neemt met instemming kennis van de mededeling van het Europese Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de langetermijnfinanciering van de Europese economie, waarin wordt erkend dat de langetermijnfinanciering van de Europese economie een noodzakelijke voorwaarde is om de economische crisis te boven te komen en het Europese bedrijfsleven weer uitzicht te bieden op een stabiele en concurrerende groei.

2.

De in de mededeling voorgestelde acties zullen ertoe bijdragen dat er basisprincipes voor de financiering van de Europese economie worden opgesteld, waardoor de werkgelegenheid kan worden gestimuleerd.

3.

Langetermijnfinanciering van de Europese economie zal ertoe bijdragen dat er meer mogelijkheden worden geschapen voor omvangrijke infrastructuurinvesteringen, waardoor het gemakkelijker zal worden voor de lokale en regionale overheden om deze projecten te realiseren.

4.

Daartoe dienen de middelen voor langetermijnfinanciering geconcentreerd te worden op economische projecten die in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het EU-beleid en de Europa 2020-strategie, terwijl ook het klimaat- en energiepakket voor 2030 in aanmerking moet worden genomen.

5.

Het Comité heeft er vertrouwen in dat een adequaat wettelijk kader voor het systeem van langetermijnfinanciering potentiële investeerders kan helpen om hun risicoaversie te overwinnen.

6.

Er is behoefte aan een EU-beleidskader ter verbetering van de kwaliteit van overheidsinvesteringen op gebieden waar de EU bevoegd is te handelen, zoals aangegeven in de conclusies van de Europese Raad van december 2012, waarin de lidstaten en de Europese instellingen worden opgeroepen om „in het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact […] (gebruik te maken) van de mogelijkheden die het bestaande begrotingskader van de EU biedt om een evenwicht te scheppen tussen de behoeften inzake productieve overheidsinvesteringen en de doelstellingen op het gebied van de begrotingsdiscipline  (1).”

7.

benadrukt dat de voorwaarden voor financiering van de reële economie fundamenteel zijn veranderd door de huidige financiële, economische en sociale crisis. Tegen deze achtergrond zijn de langetermijninvesteringen van de publieke en de particuliere sector in toenemende mate complementair aan het worden. Overheidsinvesteringen betekenen in feite niet alleen een stimulans voor particuliere investeringen, maar zijn meestal ook noodzakelijk voor de ontwikkeling van passende structurele voorwaarden waaronder regionale economieën kunnen gedijen, en spelen een rol als automatische stabilisator, d.w.z. als anticyclische buffer in tijden van negatieve economische condities. Bij overheidsinvesteringen gaat het ook om het verwezenlijken van doelstellingen van algemeen belang op gebieden als onderwijs, beroepsopleiding, onderzoek, infrastructuur, volksgezondheid, milieu enz., waar overheidsinvesteringen onmisbaar zijn, omdat particuliere investeringspatronen niet afgestemd zijn op het ruimere maatschappelijke belang en tekortkomingen van de markt daarom waarschijnlijk onderbesteding in de hand zullen werken.

8.

Financieringsmechanismen moeten worden bekeken als onderdeel van het hele proces van hervorming van het beroepsleven. Door middel van efficiënt opgezette regels kunnen de voorwaarden worden geschapen voor een dankzij de digitalisering mogelijk geworden ingrijpende hervorming van het beroepsleven en generering van arbeidsplaatsen. Daarnaast wordt een transparante, betrouwbare en concurrerende financiële sector hierdoor beter in staat gesteld om spaartegoeden te kanaliseren. Alles bij elkaar kan dit het concurrentievermogen van de Europese economie en industrie versterken.

De bankensector

9.

Bij het opstellen van regels inzake de kapitaaleisen op het gebied van liquiditeitsbeheer dient altijd rekening te worden gehouden met de impact van deze regels op het vermogen van banken om langlopende leningen te verstrekken.

10.

Een speciale rol in het kader van de langetermijnfinanciering kan in sommige landen worden gespeeld door regionale en gemeentelijke banken, die het beste zicht hebben op de regionale economie en veelal in staat zijn, een effectief en financieel verantwoord beleid te voeren als het gaat om de langetermijnfinanciering van de economie op regionaal niveau.

11.

Het systeem van financiële rapportage, vooral voor het mkb, zal dusdanig transparant en geloofwaardig moeten zijn dat ook financiële instellingen die gevestigd zijn buiten de regio waarin een onderneming actief is, verantwoorde besluiten over steun kunnen nemen.

12.

Het Comité bekrachtigt andermaal (2) zijn steun voor het voorstel inzake een structurele hervorming van de Europese bankensector (3) op basis van een scheiding tussen financiële activiteiten, gericht op kredietverstrekking aan het bedrijfsleven, en speculatieve activiteiten. Hierop gerichte regelgeving dient de financiering van speculatieve activiteiten met deposito's aan banden te leggen en ervoor te zorgen dat de middelen worden besteed aan activiteiten in de reële economie.

De verzekeringssector

13.

Er moeten voorwaarden worden geschapen voor langetermijnfinanciering van de economie door verzekeringsmaatschappijen, waarbij kan worden gedacht aan investeringen in infrastructuur, het mkb en sociale ondernemingen.

14.

Met name pensioenfondsen komen in aanmerking voor langetermijninvesteringen vanwege hun langlopende verbintenissen. De Europese, nationale en regionale overheden worden opgeroepen om garantieregelingen uit te werken, waardoor investeerders dankzij vermindering van het risico worden aangemoedigd om middelen uit pensioen- en verzekeringsfondsen te bestemmen voor langetermijnfinanciering.

15.

Gezien het geringe jaarlijkse rendement van pensioenfondsen en langlopende verzekeringen, wat met name te wijten is aan een versnippering van de markten op nationaal niveau, wordt de Commissie opgeroepen zich te beraden op de ontwikkeling van een nieuw meeneembaar Europees spaarproduct, gecertificeerd in de vorm van een Europees paspoort voor pensioenspaarproducten, gebaseerd op het bestaande model voor investeringsbanken met een variabel kapitaal. Een dergelijke regeling zou het mogelijk moeten maken om met persoonlijke pensioenproducten betrekkelijk risicoloos en effectief langetermijninvesteringen te financieren.

16.

Er wordt nog altijd te weinig gebruik gemaakt van de beschikbare overheidsmiddelen, wat tot uiting komt in een te laag rendement van overheidsinvesteringen en de geringe hefboomwerking van particuliere investeringen, waardoor deze minder bijdragen aan de economische groei.

De kapitaalmarkten

17.

Met het oog op de diversifiëring van de bronnen ter financiering van de Europese economie dienen er optimale voorwaarden te worden gecreëerd voor een ontwikkeling van de Europese kapitaalmarkten waarbij de financiële instrumenten zodanig worden opgezet dat ze investeringen in beursgenoteerde mkb-bedrijven mogelijk maken.

18.

Zowel ondernemingen als eventuele investeerders zullen meer bekend moeten worden gemaakt met de wijze waarop de kapitaalmarkten functioneren. Er is hier behoefte aan samenwerking tussen de Europese instellingen en organen en de nationale en regionale autoriteiten, ter verbetering van de huidige inspanningen om de economie, m.i.v. de mkb-sector, via kapitaalverstrekking te stimuleren.

19.

Het Comité wijst op de ontwikkeling van de markten voor onderhandse plaatsing in enkele lidstaten van de EU en het toenemende aantal Europese emittenten dat actief is op de Amerikaanse markt voor onderhandse plaatsing. De Europese instellingen worden opgeroepen om voorschriften uit te vaardigen die een einde maken aan de belemmeringen die de ontwikkeling van deze markten in de weg staan, vooral in het geval er sprake is van informatie m.b.t. de emittenten.

20.

De Commissie wordt opgeroepen om haast te maken met het vaststellen van de criteria die de EU hanteert bij het aanpakken van de kredietscoresector en het evalueren of een harmonisatie/verbetering van de vergelijkbaarheid van mkb-gegevens in de hele EU haalbaar is.

Financiering van de infrastructuur

21.

Gelet op het feit dat de reguliere middelen voor infrastructuurinvesteringen op raken, is er behoefte aan een nieuwe aanpak van de financiering waarbij alle beleidsterreinen waarop de EU actief is, in aanmerking worden genomen. Bij een dergelijke aanpak zal aandacht moeten zijn voor de verschillende financieringsbronnen die er zijn, waaronder particuliere, en voor de maten van ontwikkeling van de infrastructuur in de verschillende lidstaten van de EU.

22.

Het valt te betreuren dat de Europese Commissie weinig belangstelling toont voor de invoering van een Europese spaarrekening, omdat ze volstaat met de volgende opmerking: „De Commissiediensten zullen voor eind 2014 een studie verrichten naar mogelijk marktfalen en andere tekortkomingen op het gebied van grensoverschrijdende stromen van spaargeld, die tevens een overzicht van de nationale modellen voor spaarrekeningen en een beoordeling van de opportuniteit van de invoering van een Europese spaarrekening zal omvatten (4).

23.

De regionale en lokale overheden worden aangespoord om zich toe te leggen op structurele investeringen met zo'n hoog rendement dat het interessant is voor fondsen op het gebied van infrastructuurinvesteringen om samen te werken bij het realiseren van infrastructuurprojecten.

24.

Het is nodig om zowel overheidsinstanties als potentiële investeerders informatie te verschaffen over goede praktijken op het gebied van investeringen van particulier kapitaal in infrastructuurprojecten. Goede praktijken kunnen gebruikt worden om actiemodellen te ontwikkelen waarmee het proces van infrastructuurinvestering kan worden verbeterd.

25.

Er zal steun moeten verleend aan alle lokale en regionale investeringsinitiatieven die gericht zijn op de financiering van infrastructuur met particulier kapitaal dat verbonden is met het gebied waar die infrastructuur functioneert, wat een aanzienlijke invloed zal hebben op de vereenzelviging van zowel investeerders als bewoners met de projecten en op de mate waarin ze zich daarvoor verantwoordelijk voelen.

26.

Het Comité is het er volledig mee eens dat het aantrekken van particulier kapitaal voor de langetermijnfinanciering van de Europese economie voor een groot deel afhankelijk is van het regelgevings- en ondernemingsklimaat en van de economieën van de afzonderlijke lidstaten van de EU.

Slotopmerkingen

27.

Van cruciale betekenis zijn de in de mededeling beschreven acties van de EU op de volgende gebieden:

een corporate governance, gebaseerd op het financiële engagement van werknemers, wat zeker een positieve invloed zal hebben op de doeltreffendheid en kwaliteit van het werk. Dit draagt weer bij tot een oriëntatie op de lange termijn, wat een belangrijk argument is voor potentiële investeerders. Een dergelijke benadering van corporate governance zorgt voor stabielere arbeidsplaatsen, wat van belang is voor de lokale en regionale gemeenschappen.

een heldere en volledige verslaglegging over corporate governance en betrouwbare informatiekanalen die investeerders de mogelijkheid bieden om verantwoorde beslissingen te nemen, waarbij aandacht is voor mkb-bedrijven, die moeite hebben om beslissingen over investeringen te nemen vanwege hun beperkte mogelijkheden om advies in te winnen.

het opstellen van standaarden voor jaarrekeningen die bijdragen tot langetermijninvesteringen en tot de mogelijkheid om een vereenvoudigde versie van de boekhoudkundige regels toe te passen op beursgenoteerde mkb-bedrijven, waarbij tegelijkertijd wordt getracht om voldoende vertrouwen bij de beleggers te behouden.

het creëren van een op zichzelf staand jaarrekeningenkader voor niet-beursgenoteerde mkb-bedrijven, wat kan bijdragen tot de activiteiten van grensoverschrijdende groepen, die nu tot inactiviteit gedoemd zijn omdat mkb-bedrijven zijn onderworpen aan nationale standaarden voor jaarrekeningen.

het niet langer de voorkeur gegeven aan financiering met schuld, in plaats van met kapitaal, door de mogelijkheid om de kosten die worden gemaakt bij het bijeenbrengen van kapitaal af te trekken of door een eind te maken aan de mogelijkheid om rentebetalingen aftrekbaar te maken.

het uit de weg ruimen van de verschillen op regelgevend gebied tussen de lidstaten die een hinderpaal vormen voor grensoverschrijdende langetermijninvesteringen, waardoor bedrijven beperkt worden in hun mogelijkheden om hun positie te versterken en met name mkb-bedrijven waarvan de financiële situatie niet al te florissant is.

Brussel, 7 oktober 2014.

De voorzitter van het Comité van de Regio’s

Michel LEBRUN


(1)  Conclusies van de Europese Raad van 14 december 2012 over de voltooiing van de EMU, punt 2.

(2)  Zie CvdR-advies van 26 juni 2014 (ECOS-V-055).

(3)  COM(2014) 043.

(4)  Mededeling van de Commissie, blz. 8.


Top