EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014IR0023

Advies van het Comité van de Regio’s — De EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio (EUSAIR)

PB C 271 van 19.8.2014, p. 40–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 271/40


Advies van het Comité van de Regio’s — De EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio (EUSAIR)

2014/C 271/08

Rapporteur

Gian Mario Spacca (IT/ALDE), voorzitter van de regioraad van Marche

Referentiedocument

COM(2014) 357 final

SWD(2014) 190 final

SWD(2014) 191 final

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

1.

schaart zich achter de conclusies van de Europese Raad van december 2012 waarin de Commissie wordt verzocht om vóór eind 2014 een EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio (hierna: EUSAIR) te presenteren. Een aanbeveling in die zin is ook al terug te vinden in het CvdR-advies over „Territoriale samenwerking in het Middellandse zeegebied via de Adriatisch-Ionische macroregio”, dat op 11 oktober 2011 werd goedgekeurd (1).

2.

Het sluit zich aan bij de ook door de Europese Raad onderschreven definitie van macroregionale strategieën als een geïntegreerd kader voor lidstaten en derde landen in hetzelfde geografische gebied, waarmee gemeenschappelijke problemen kunnen worden aangepakt en oplossingen kunnen worden aangereikt dankzij versterkte samenwerking met het oog op economische, sociale en territoriale cohesie (2).

EU-integratie en de externe dimensie

3.

Het CvdR is ingenomen met dit EUSAIR-voorstel voor vier EU-lidstaten (Griekenland, Italië, Kroatië en Slovenië) en vier derde landen (Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië), dat een enorme impuls zal geven aan de Europese integratie van de (potentiële) kandidaat-lidstaten uit deze regio. Het onderdeel EU-integratie betekent voor de macroregionale strategie een belangrijke meerwaarde (3).

4.

In de toekomst zouden ook nog andere derde landen deel kunnen gaan uitmaken van de strategie: samenwerking is immers bevorderlijk voor verzoening en de veiligheid en stabiliteit in de Adriatisch-Ionische regio. De lokale en regionale overheden spelen in dit verband overigens een cruciale rol omdat zij voorvechters zijn van democratie, decentralisatie, meer lokaal zelfbestuur en capaciteitsopbouw.

5.

De EUSAIR kan de weg bereiden voor een meer geïntegreerde benadering en strategie voor het hele Middellandse Zeegebied, zoals ook werd onderstreept door het EP (4).

6.

Ook ARLEM (de Euro-mediterrane Vergadering van Lokale en Regionale Overheden) is pleitbezorger van een macroregionale aanpak voor het hele Middellandse Zeegebied, wat inhoudt dat de drie geïntegreerde macroregionale regio’s, te weten het westelijke Middellandse Zeegebied, de Adriatisch-Ionische regio en het oostelijke Middellandse Zeegebied (5), verder worden ontwikkeld.

Multilevel governance

7.

Het CvdR onderschrijft de conclusies van de Raad Algemene Zaken van oktober 2013 over de noodzaak om de governancestructuur van de macroregio’s te herzien, en is ingenomen met het verslag van de Commissie van 20 mei 2014, alsook met de mededeling van de Europese Commissie van 17 juni 2014 over de strategie van de EU voor de Adriatisch-Ionische regio. Daarnaast sluit het zich aan bij het standpunt van de Raad inzake het belang van verantwoordelijkheid en betrokkenheid van de landen in kwestie, wat inhoudt dat de lokale en regionale overheden meer bevoegdheden moeten krijgen en de betrokkenen duidelijk moeten aangeven zich op de lange termijn te willen inzetten (6). Het CvdR bepleit verder een grotere inbreng van de regio’s en van het Comité van de Regio’s in de fase van coördinatie, ter ondersteuning van de Europese Commissie, naast de inbreng in de tenuitvoerlegging. In dit kader is het verheugd dat het actieplan voorziet in een governancestructuur, gebaseerd op coördinatoren voor elk onderdeel, die afkomstig zijn van bevoegde ministeries; het benadrukt dat deze ook afkomstig kunnen zijn van regionale regeringen.

8.

Er is ontegenzeggelijk behoefte aan een slimme en gecoördineerde governancebenadering, waarbij vier punten niet los van elkaar kunnen worden gezien: sterk politiek leiderschap en duidelijke besluitvorming in de deelnemende landen — ondersteund door de Commissie en het Comité van de Regio’s; degelijke coördinatie, afspraken over territoriale uitvoering en een breed draagvlak.

9.

De EUSAIR vereist sterk politiek leiderschap; het Adriatisch-Ionische initiatief — dat wil zeggen de acht ministers van Buitenlandse zaken van de betrokken landen — moet in dit verband de kans krijgen de rol van coördinator te vervullen. Daarnaast is een platform voor multilevel governance nodig. De lokale en regionale overheden kunnen zorgen voor voldoende hoogopgeleide mensen om de projecten in het kader van een geïntegreerde macroregionale benadering behoorlijk uit te voeren.

10.

De lokale en regionale overheden moeten nauwer worden betrokken bij het beheer en de uitvoering van de strategie.

11.

Het CvdR heeft op 30 januari 2013 de interregionale groep voor de Adriatisch-Ionische regio opgericht om de Commissie bij te staan bij de uitwerking van een Adriatisch-Ionische strategie tegen eind 2014 en om een gemeenschappelijke identiteit voor de Adriatische en Ionische regio te promoten, zodat het potentieel van die regio ten volle in de schijnwerpers komt te staan.

12.

Het „mandaat” dat de Europese Raad aan de Commissie heeft gegeven, is het resultaat van gezamenlijke inspanningen van de landen van de regio. In dit verband is voortgebouwd op meerdere initiatieven, zoals het Adriatisch-Ionisch initiatief (AII), dat is gelanceerd op grond van de verklaring van Ancona van 2000, en andere Adriatisch-Ionische fora en netwerken, waaronder het Forum van de Vereniging van steden en gemeenten in het Adriatisch en Ionisch gebied, het Forum van de Adriatische en Ionische kamers van koophandel, het universitaire netwerk „UniAdrion” en de Adriatische en Ionische Euroregio.

13.

Als sleutel tot succes geldt dat territoriale noden door de EUSAIR moeten worden gelenigd middels een benadering die van onderaf komt en op meerlagig bestuur is gebaseerd. Op die manier kunnen de gemeenschappelijke problemen van de Adriatische en Ionische regio worden aangepakt en kunnen oplossingen worden uitgewerkt die een breed draagvlak hebben.

Uitdagingen en taken van de Adriatisch-Ionische regio

14.

Hoofddoel van de voorgestelde strategie is om groei, werkgelegenheid en duurzame economische en sociale welvaart te bevorderen in de Adriatisch-Ionische regio, conform de Europa 2020-doelstellingen. Daartoe moeten de aantrekkelijkheid, het concurrentievermogen en de bereikbaarheid van de regio worden verbeterd, en moeten het milieu alsook de ecosystemen op zee en in kustgebieden worden beschermd.

15.

Het CvdR is ingenomen met de goedkeuring door de Commissie van de „Maritieme strategie voor de Adriatische en de Ionische Zee” (7), die een onderdeel is van de EUSAIR.

16.

Het CvdR kan zich vinden in de reikwijdte en strekking van de vier pijlers waarop de EUSAIR gebaseerd is, en die het resultaat zijn van een uitvoerige raadpleging van alle betrokkenen uit de regio. Het gaat om „blauwe groei”, „connectiviteit van de regio”, „kwaliteit van het milieu” en „duurzaam toerisme”. Positief is voorts dat nu ook wordt verwezen naar communicatie in de horizontale thema’s „capaciteitsopbouw, inclusief communicatie”, en „O&O, innovatie en het midden- en kleinbedrijf”.

17.

Het CvdR zou graag zien dat de Commissie de balans opmaakt van de macro-economische situatie en de impact van EUSAIR, als eerste stap op weg naar capaciteitsopbouw; een en ander zou de uitvoering van de strategie ten goede komen en zou het gemakkelijker maken de vier pijlers/prioritaire acties in praktijk te brengen. Op deze manier kunnen immers de doelstellingen beter worden afgebakend en kan worden nagegaan in hoeverre zij al bereikt zijn.

18.

Er zou meer de klemtoon moeten worden gelegd op territoriale en sociale samenhang en de grote problemen die niet efficiënt kunnen worden aangepakt op nationaal niveau, zoals gezondheid, actief ouder worden, de demografische en economische verschillen tussen en binnen de landen van de regio, en de problemen in verband met veiligheid, georganiseerde misdaad, illegale migratie, bedrijfsverplaatsing en jeugdwerkloosheid. In elk van de vier pijlers dient aandacht te worden besteed aan deze problemen, zodat de Europa 2020-doelstelling van slimme, duurzame en inclusieve groei dichterbij wordt gebracht en de EUSAIR-regio concurrerender en aantrekkelijker wordt.

19.

Het Comité stelt voor te putten uit de ervaringen die zijn opgedaan met de Oostzee- en de Donaustrategie en jaarlijks een EUSAIR-forum te houden om de sociaaleconomische dialoog aan te zwengelen en een breed draagvlak voor de Adriatisch-Ionische strategie tot stand te brengen door de sociale en economische actoren daadwerkelijk een stem in het kapittel te geven (vakbonden, werkgeversorganisaties, ngo’s, jeugdverenigingen, maatschappelijke organisaties, enz.).

Financiering

20.

Het is een goede zaak dat EUSAIR nog kan worden opgenomen in de nieuwe generatie plannings en programmeringsdocumenten voor de periode 2014-2020 in het kader van de EU-structuur- en investeringsfondsen (ESIF) en de IPA-fondsen — de partnerschapsovereenkomst, de IPA-strategiedocumenten, de operationele programma’s — alsook in alle relevante EU-beleidsmaatregelen en programma’s zoals Horizon 2020, COSME, enz.

21.

Zowel de Verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen als de verordening betreffende Europese Territoriale Samenwerking en de IPA-verordeningen betekenen voor de EUSAIR een echte doorbraak: alle ESIF- en IPA-fondsen moeten nu worden gericht op macroregionale prioriteiten.

22.

Regionale en lokale overheden moeten absoluut meer bij de vaststelling van prioritaire projecten voor de Adriatische en Ionische regio worden betrokken. Het CvdR is ingenomen met de opname van het beheer van eventuele natuurrampen in de horizontale principes van de vier onderdelen in de mededeling EUSAIR van de Commissie. Het wil dat er in het actieplan meer aandacht wordt besteed aan horizontale thema’s als migratie, het recht op gezondheid en bestuurlijke opleidingen aan een Adriatisch-Ionische hogeschool.

23.

Het CvdR dringt aan op steun van Europese en internationale financiële instellingen zoals de EIB, de EBWO, de Wereldbank en andere, zoals ook het geval is voor het investeringskader voor de westelijke Balkan.

24.

Het CvdR stelt voor om in samenwerking met de EIB en andere financiële instellingen een uitvoeringsinstrument op te richten met het oog op de indiening van „voor banken aanvaardbare projecten” (8).

25.

Ook zou het graag zien dat de beschikbare middelen kunnen worden aangevuld via particuliere cofinanciering.

26.

Het CvdR erkent de „driemaal nee”-regel — geen nieuwe regelgeving, geen nieuwe instellingen en geen extra middelen — maar vestigt ook de aandacht op de „driemaal ja”-regel waarnaar in tal van fora wordt verwezen: meer aanvullende financiering, meer institutionele samenwerking en meer nieuwe projecten.

27.

EU-subsidies voor aan een macroregionale strategie gerelateerde technische assistentie zijn een belangrijke troef gebleken voor de Oostzeestrategie, en zouden ook moeten worden ingevoerd in het geval van de EUSAIR. Het CvdR dringt aan op de invoering van een specifieke begrotingslijn voor de technische ondersteuning van de Adriatische en Ionische macroregio, naar het voorbeeld van de begrotingslijn die in het leven is geroepen voor het Oostzee- en het Donaugebied, waarbij in 2014 aan elke macroregio vastleggings- en betalingskredieten werden toegekend ter waarde van 2,5 miljoen euro.

Communicatie

28.

In alle onderdelen van de macroregionale strategie moet meer aandacht worden besteed aan communicatie, zodat het draagvlak onder burgers wordt verbreed en de governance wordt versterkt, zoals overigens ook werd opgemerkt in de aan de Commissie gerichte bijdrage van de interregionale groep van het CvdR voor de Adriatisch-Ionische regio aan de raadpleging van de betrokken partijen van december 2013.

29.

Communicatie is belangrijk om mensen te doen inzien wat de strategie voor hen kan betekenen en hoe zij de identiteit van de Adriatisch-Ionische regio kan versterken.

Capaciteitsopbouw

30.

Ook de horizontale problematiek van capaciteitsopbouw is belangrijk voor het welslagen van de EUSAIR. De Adriatisch-Ionische regio bestaat immers uit zowel EU-landen als (potentiële) kandidaat-lidstaten met uiteenlopende bestuursstructuren.

31.

EU-lidstaten én derde landen moeten inzetten op de versterking van vaardigheden en capaciteiten, zodat slimme, duurzame en inclusieve oplossingen kunnen worden bereikt voor gemeenschappelijke problemen op het gebied van personeelsbeheer, internationale betrekkingen e.d. Zo kan worden gedacht aan de oprichting van een Hogeschool voor bestuurskunde, naar het voorbeeld van de ENA (Ecole Nationale d’Administration), waar ambtenaren uit de Adriatisch-Ionische regio de vaardigheden zouden kunnen ontwikkelen die nodig zijn voor de toepassing van multilevel governance en de vernieuwing van het openbaar bestuur.

32.

De opbouw van een duurzame Adriatische en Ionische regio voor vreedzame dialoog en doeltreffende samenwerking is onmogelijk zonder de jongeren uit de desbetreffende regio’s consequent bij een en ander te betrekken. Het CvdR verzoekt de lidstaten en de Commissie dan ook om de uitvoering van de programma’s voor mobiliteit van jongeren in het kader van de EUSAIR te stimuleren en verbeteren.

33.

Dringende politieke problemen waarmee de regio te maken krijgt, zoals migratie, zouden moeten worden gezien als een hefboom voor integratie en werkgelegenheid. Op die manier zullen de Adriatisch-Ionische regio en het hele Middellandse Zeegebied bepaalde grote uitdagingen gemakkelijker kunnen aangaan.

34.

Ook veiligheid is een groot probleem dat niet door afzonderlijke landen kan worden opgelost. Het CvdR verzoekt de Commissie daarom in de vier pijlers van de strategie specifieke acties ter zake op te nemen.

35.

Het CvdR is ingenomen met de gezamenlijke mededeling van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, „Voor een open en veilig mondiaal maritiem domein: onderdelen voor een maritieme veiligheidsstrategie van de Europese Unie” (9), waarin wordt beklemtoond dat de maritieme belangen van Europa onlosmakelijk verbonden zijn met het welzijn, de welvaart en de veiligheid van zijn burgers en gemeenschappen.

36.

Het welzijn van de burgers is fundamenteel voor een harmonieuze ontwikkeling van de regio; met het oog op een efficiënte medische sector moeten gezondheidszorg en onderzoek op elkaar worden afgestemd.

Blauwe groei

37.

Het CvdR beklemtoont het belang van de thema’s „visserij en aquacultuur”, „blauwe technologie” en „maritieme en mariene diensten”.

38.

Het CvdR verwelkomt de richtlijn van het EP en de Raad tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer (10) en dringt er bij de Commissie op aan om bij de uitwerking van specifieke acties voor de Adriatisch-Ionische regio niet na te laten om te kijken hoe het staat met de uitvoering van deze richtlijn.

39.

Cruciaal voor efficiënt bestuur van de Adriatisch-Ionische regio is dat ook de verantwoordelijken voor maritieme en mariene groei worden betrokken bij het bestuur. Dat houdt in dat naast gemeenschappelijke voorschriften en protocollen voor de visserij en het behoud van de bestanden ook geharmoniseerde beheerssystemen en -procedures worden ingevoerd.

40.

Een rationeel beheer van de mariene hulpbronnen en de maritieme systemen is ondenkbaar zonder eco-innovatie en de modernisering van visserij en aquacultuur en (in nauwe samenhang met de tweede pijler) van het vervoer over zee en de havens, inclusief de infrastructuur van het achterland en de maritieme clusters. Om de regio te promoten zou een gemeenschappelijke merknaam voor traceerbare visserijproducten van hoge kwaliteit zeker nuttig zijn.

Connectiviteit van de regio

41.

Het CvdR beklemtoont het belang van thema’s als „maritiem vervoer”, „intermodaliteit voor het achterland” en „energienetwerken” en vraagt meer aandacht voor immateriële ICT-infrastructuur. De Adriatisch-Ionische cloud is een manier om bestaande platformen met elkaar te verbinden; bedoeling daarvan is gedeelde processen en protocollen te harmoniseren, een efficiënt intermodaal goederen- en personenvervoer mogelijk te maken en de dienstverlening, milieubescherming en maritieme veiligheid te verbeteren.

42.

De Adriatisch-Ionische regio moet er via de uitbreiding van de corridor Oostzee — Adriatische Zee aan Adriatische zijde voor zorgen dat Zuidoost-Europa vlotter toegang krijgt tot de rest van de wereld, inclusief het Middellandse Zeegebied. Wil deze regio zijn rol van vervoersknooppunt in een internationaal kader beter gaan vervullen dan moet het intermodale vervoer er worden versterkt.

Kwaliteit van het milieu

43.

Prioritaire aandachtspunten zijn „mariene biodiversiteit”, „verontreiniging van de zeeën” en „transnationale habitats op het land en biodiversiteit”.

44.

De Adriatisch-Ionische regio moet zich inzetten voor de bescherming van habitats en ecosystemen en zich voorbereiden op de klimaatverandering; dat houdt in dat moet worden gekozen voor geïntegreerde multilevel governance met alle partijen waarbij wordt uitgegaan van een gedeeld en geïntegreerd proces.

45.

De Middellandse Zee is een halfopen zee met de laagste waterverversingsgraad ter wereld; dit delicate ecosysteem vereist een verregaande mate van bescherming en geavanceerde experimentele projecten.

46.

Het CvdR is ingenomen met de „EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering” van april 2013 (11), waarin wordt gepleit voor meer uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden en de ontwikkeling van macroregionale actieplannen, die immers laten zien hoe de beoordeling van risico’s en kwetsbaarheid op internationaal niveau beter kan worden aangepakt.

Duurzaam toerisme

47.

Het CvdR wijst in dit verband op het belang van thema’s als „gediversifieerde toeristische producten en diensten” en „duurzaam beheer van toerisme”. Het baseert zich daarbij op de resultaten van de raadpleging die is gehouden tijdens de conferentie van Athene.

48.

De aantrekkelijkheid van de regio wordt voornamelijk bepaald door het toerisme, dat een van de belangrijkste groeisectoren is en de ontwikkeling van de (maritieme) economie een enorme impuls geeft. De ontwikkeling van deze sector vereist een vorm van multilevel governance waarbij zowel de nationale, regionale en lokale overheden als alle territoriale partners — gaande van kamers van koophandel tot universiteiten — worden betrokken.

49.

„De helft van de banen in het toerisme in Europese kustgebieden en de helft van de toegevoegde waarde is afkomstig uit het Middellandse Zeegebied” (12); toerisme kan met andere woorden fungeren als een belangrijke hefboom voor duurzame groei, werkgelegenheid voor jongeren en sociale inclusie; daarbij moet gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van het gemeenschappelijk natuurlijke, culturele en historische erfgoed, levensmiddelen van hoge kwaliteit, professionele gastvrijheid en aantrekkelijke landschappen, die zouden moeten worden aangeprezen via een Adriatisch-Ionische merknaam.

Conclusies

50.

Het CvdR beklemtoont het belang van deze derde macroregionale strategie van de EU waarbij wordt voortgebouwd op de ervaring met de bestaande macroregionale strategieën, en die erop gericht is nieuwe manieren van innovatieve en slimme samenwerking te ontwikkelen. Daarnaast wordt ingezet op een innovatieve en experimentele vorm van multilevel governance die uitgaat van „al doende leren”, en wordt gestreefd naar synergie-effecten en de uitwisseling van goede praktijkervaringen met andere EU-strategieën.

51.

EUSAIR kan een nieuwe impuls geven aan de uitwerking van oplossingen voor de gemeenschappelijke problemen van de regio en het streven naar duurzame economische en sociale welvaart, waarbij de klemtoon conform de Europa 2020-doelstellingen ligt op het creëren van groei en banen, door de Adriatische-Ionische regio aantrekkelijker, concurrerender en beter bereikbaar te maken en zo te doen uitgroeien tot een belangrijk knooppunt.

52.

De Commissie zou een sleutelrol moeten spelen in een innovatief platform voor de coördinatie en toepassing van multilevel governance, waarbij alle partners op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau krachtens het subsidiariteitsbeginsel deelnemen aan de besluitvorming, zodat hun (politieke) betrokkenheid sterker wordt. De particuliere sector en het maatschappelijke middenveld moeten meewerken aan het creëren van een stevig en breed draagvlak voor de strategie via top-down- en bottom-upcommunicatie, verantwoordelijkheid en transparantie. Concreet denken we dan onder meer aan een portaal voor open gegevens en een jaarlijks forum voor een economische en sociale dialoog over de EUSAIR.

53.

EU-integratie is een cruciale schakel in de EUSAIR, waarvan vier lidstaten en vier derde landen deel uitmaken. Belangrijke aspecten zijn voorts ook verzoening, veiligheid, stabiliteit en welvaart, die moeten voortvloeien uit de nauwere samenwerking. Ten slotte vestigt het CvdR de aandacht op de voortrekkersrol van de regio’s op het gebied van de bevordering van regionaal zelfbestuur, capaciteitsopbouw, decentralisatie en democratie.

Gedaan te Brussel, 26 juni 2014.

De voorzitter van het Comité van de Regio’s

Michel LEBRUN


(1)  CdR 168/2011 fin.

(2)  COM(2013) 468 final.

(3)  COM(2013) 468 final.

(4)  EP-resolutie P7_TA (2012) 0269.

(5)  Arlemrapport van het CvdR 2013/02318.

(6)  COM(2013) 468 final.

(7)  COM(2012) 713 final.

(8)  COM(2011) 381 final.

(9)  JOIN (2014) 9 final

(10)  COM(2013) 133 final.

(11)  COM(2013) 216 final.

(12)  COM(2014) 86 final.


Top