Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014DP0001(01)

    Besluit van het Europees Parlement van 14 januari 2014 over het verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van Lara Comi (2013/2190(IMM))

    PB C 482 van 23.12.2016, p. 155–156 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.12.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 482/155


    P7_TA(2014)0001

    Verzoek om verdediging van de parlementaire immuniteit van Lara Comi

    Besluit van het Europees Parlement van 14 januari 2014 over het verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van Lara Comi (2013/2190(IMM))

    (2016/C 482/25)

    Het Europees Parlement,

    gezien het verzoek van Lara Comi om verdediging van haar immuniteit in het kader van een bij de rechtbank van Ferrara lopende strafrechtelijke procedure, dat op 30 juli 2013 werd ingediend, en van de ontvangst waarvan op 9 september 2013 ter plenaire vergadering kennis werd gegeven,

    na Lara Comi te hebben gehoord op 5 november 2013, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van zijn Reglement,

    gezien de artikelen 8 en 9 van protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, en artikel 6, lid 2, van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,

    gezien de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 12 mei 1964, 10 juli 1986, 15 en 21 oktober 2008, 19 maart 2010 en 6 september 2011 (1),

    gezien artikel 6, lid 3, en artikel 7 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A7-0469/2013),

    A.

    overwegende dat Lara Comi als lid van het Europees Parlement een verzoek heeft ingediend tot verdediging van haar immuniteit in verband met een gerechtelijke procedure die is ingeleid door het openbaar ministerie bij de rechtbank van Ferrara naar aanleiding van een aangifte van smaad met verzwarende omstandigheden als bedoeld in artikel 595, leden 2 en 3, van het Italiaanse wetboek van strafrecht en artikel 30 van Wet nr. 223 van 6 augustus 1990, wegens door haar gedane uitlatingen in een politiek debat in een televisieprogramma;

    B.

    overwegende dat artikel 8 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, waarop Lara Comi zich in haar verzoek om verdediging van haar immuniteit uitdrukkelijk beroept, bepaalt dat tegen de leden van het Europees Parlement geen opsporing kan plaatsvinden, en dat zij niet kunnen worden aangehouden of vervolgd op grond van de mening of de stem die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht;

    C.

    overwegende dat artikel 6 van zijn Reglement als volgt luidt: Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden met betrekking tot voorrechten en immuniteiten streeft het Parlement in de eerste plaats naar handhaving van zijn integriteit als democratische wetgevende vergadering en naar waarborging van de onafhankelijkheid van zijn leden bij de uitvoering van hun taken;

    D.

    overwegende dat het Parlement beschikt over een ruime discretionaire bevoegdheid met betrekking tot de richting die het wil geven aan een besluit naar aanleiding van een verzoek van een van zijn leden tot verdediging van diens immuniteit (2);

    E.

    overwegende dat het Hof heeft geoordeeld dat een verklaring die een Europees afgevaardigde buiten het gebouw van het Europees Parlement heeft afgelegd een mening kan vormen die is uitgebracht in de uitoefening van zijn ambt als parlementariër in de zin van artikel 8 van het Protocol, waarbij niet de plaats waar een dergelijke verklaring is afgelegd van belang is, maar de aard en de inhoud ervan (3);

    F.

    overwegende dat Lara Comi voor de televisie-uitzending in kwestie was uitgenodigd als lid van het Europees Parlement en niet als nationaal vertegenwoordiger van een partij, die overigens al vertegenwoordigd was door een andere gast, teneinde het in Italië wettelijk vereiste evenwicht tussen de verschillende politieke stromingen te waarborgen bij televisiedebatten die in verkiezingstijd plaatsvinden, zoals ook in deze zaak het geval was;

    G.

    overwegende dat het politieke debat tegenwoordig in de democratische staten niet louter in het parlement plaatsvindt maar ook via de diverse communicatiemedia, variërend van de pers tot internet;

    H.

    overwegende dat Lara Comi in de bewuste televisie-uitzending als lid van het Europese Parlement heeft deelgenomen aan een discussie over politieke aangelegenheden zoals openbare aanbestedingen en georganiseerde misdaad, een thema waarmee zij zich sinds jaar en dag in Europees verband bezighoudt;

    I.

    overwegende dat Lara Comi een dag later excuses heeft aangeboden aan degene die aangifte heeft gedaan en dat zij dat heeft herhaald tijdens een andere Italiaanse televisie-uitzending;

    1.

    besluit de immuniteit en de voorrechten van Lara Comi te verdedigen;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van zijn bevoegde commissie onmiddellijk te doen toekomen aan de Italiaanse Republiek en aan Lara Comi.


    (1)  Arrest van 12 mei 1964 in zaak 101/63, Wagner/Fohrmann en Krier (Jurispr. 1964, blz. 407); arrest van 10 juli 1986 in zaak 149/85, Wybot/Faure e.a. (Jurispr. 1986, blz. 2391); arrest van 15 oktober 2008 in zaak T-345/05, Mote/Parlement (Jurispr. 2008, blz. II-2849); arrest van 21 oktober 2008 in gevoegde zaken C-200/07 en C-201/07, Marra/De Gregorio en Clemente (Jurispr. 2008, blz. I-7929); arrest van 19 maart 2010 in zaak T-42/06, Gollnisch/Parlement (Jurispr. 2010, blz. II-1135); arrest van 6 september 2011 in zaak C-163/10, Patriciello (Jurispr. 2011, blz. I-7565).)

    (2)  Zaak T-42/06, Gollnisch/Parlement, punt 101.

    (3)  Patriciello, reeds geciteerd arrest, punt 30.


    Top