This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014DC0368
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS Regulatory Fitness and Performance Programme (REFIT): State of Play and Outlook
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT): stand van zaken en vooruitzichten
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT): stand van zaken en vooruitzichten
/* COM/2014/0368 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT): stand van zaken en vooruitzichten /* COM/2014/0368 final */
Mededeling van de Commissie aan het Europees
Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité
en het Comité van de Regio’s Programma voor gezonde en resultaatgerichte
regelgeving (REFIT):
stand van zaken
en vooruitzichten I.
Inleiding De
regelgeving van de Europese Unie speelt een cruciale rol bij de ondersteuning
van groei en werkgelegenheid. Ondernemingen hebben de EU nodig om voor een
gelijk speelveld te zorgen en het concurrentievermogen te bevorderen. Het
publiek verlangt dat zijn belangen op Europees niveau worden beschermd, of het nu gaat om gezondheid en veiligheid, de kwaliteit
van het milieu, het recht op privacy, etc. Het kan veel eenvoudiger en
efficiënter zijn wanneer in alle lidstaten één gemeenschappelijke regel wordt
toegepast in plaats van op nationaal en regionaal niveau een complex geheel van
verschillende regels inzake hetzelfde onderwerp toe te passen. Het gaat erom
deze wetgeving eenvoudig te houden en niet verder te gaan dan strikt
noodzakelijk is om beleidsdoelstellingen te realiseren en overlapping van
regelgevingsniveaus te voorkomen. De
Europese Commissie pakt dit aan door middel van haar programma voor gezonde en
resultaatgerichte regelgeving (Regulatory Fitness and Performance Programme -
REFIT), waarmee wordt gestreefd naar een eenvoudig, duidelijk en voorspelbaar
regelgevingskader voor ondernemers, werknemers en burgers[1]. Dit programma
is gericht op het verminderen van administratieve lasten, het opheffen van de
regelgevingsdruk en het vereenvoudigen en verbeteren van de opzet en kwaliteit
van wetgeving zodat de beleidsdoelstellingen en de
voordelen van EU-wetgeving tegen de laagste kosten
en met een minimum aan administratieve lasten
verwezenlijkt respectievelijk genoten worden, met volledige inachtneming van de
Verdragen en met name van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.
In het kader van REFIT onderzoekt de Commissie bij voortduring en systematisch
het volledige arsenaal aan regelgeving van de EU op lasten, inconsistenties en
ineffectieve maatregelen en heeft zij corrigerende maatregelen vastgesteld. In de REFIT-mededeling van
oktober 2013[2] heeft de Commissie een ambitieuze agenda uiteengezet.
Zij heeft gebieden vastgesteld waarop de geplande initiatieven niet zouden
worden uitgevoerd. Zij trok een aantal voorstellen in die al lang bij de
wetgever stagneren en schrapte bestaande regelgeving. Er werden in totaal 100
maatregelen vastgesteld, waarvan de helft nieuwe voorstellen betrof, gericht op
de vereenvoudiging en vermindering van de regelgevingsdruk van bestaande
wetgeving. De andere maatregelen betroffen gezondheidstests en -evaluaties ter
beoordeling van de efficiency en effectiviteit van EU-regelgeving en ter
voorbereiding van toekomstige initiatieven voor lastenvermindering. De Commissie is de verplichtingen
die zij in dat opzicht is aangegaan, nagekomen. In deze mededeling wordt
verslag uitgebracht over de stand van de uitvoering van het REFIT-programma en
worden nieuwe maatregelen vastgesteld. Er wordt aangegeven hoe de Commissie
haar horizontale regelgevingsinstrumenten – effectbeoordeling, evaluatie en
raadpleging van belanghebbenden – verder versterkt. Er wordt ook gekeken naar
de wijze waarop EU-instellingen, lidstaten en belanghebbenden binnen het
bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld hun rol vervullen bij de
uitoefening van deze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor gezonde
regelgeving. REFIT-maatregelen – intrekkingen, wijzigingen en schrappingen –
versterken de ruimere voordelen van regelgeving op EU-niveau als gevolg van het
vervangen van 28 verschillende nationale maatregelen door één EU-maatregel, wat
in heel Europa tot een eenvoudiger regelgevingskader voor ondernemingen en
burgers leidt. De mededeling gaat vergezeld
van een gedetailleerd scorebord waarin de stand van de uitvoering van elk
afzonderlijke REFIT-initiatief wordt uiteengezet en een indicatie wordt gegeven
voor verdere actie. De timing van dit verslag beïnvloedt de reikwijdte van
nieuwe maatregelen. Nieuwe verbintenissen zullen onder het nieuwe mandaat vallen
en werden in dit kader zorgvuldig overwogen. II.
Uitvoering
van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT) De snelle
en grondige uitvoering van REFIT heeft voor de Commissie prioriteit en er is
aanzienlijke vooruitgang geboekt met de voorbereiding van voorstellen, de
vaststelling daarvan door het Europees Parlement en de Raad en de uitvoering
ervan door de lidstaten. Hieronder volgt de stand van zaken met betrekking tot
deze maatregelen. ·
Door de
Commissie getroffen maatregelen De meeste van de
wetgevingsvoorstellen voor vereenvoudiging en lastenvermindering die in de
REFIT-mededeling van afgelopen oktober zijn geformuleerd, zullen volgens
planning dit jaar worden aangenomen[3]. Belangrijke vereenvoudigingsvoorstellen voor
ondernemingen, zoals de invoering van een standaard EU-btw-aangifte[4] en de verbetering van de Europese procedure voor
geringe vorderingen[5], zijn door de Commissie al op de agenda gezet en wachten
op een beslissing van de wetgever. De
Commissie keurde formeel de intrekking goed van 53 hangende voorstellen, na
raadpleging van het Parlement en de Raad, waaronder alle negen
REFIT-initiatieven, met inbegrip van die inzake de
vereenvoudiging van BTW-verplichtingen,
het statuut van een Europese besloten vennootschap[6] en de bescherming van de bodem[7]. De Commissie besloot een aantal voorstellen waaraan
zij had gewerkt, tijdens deze ambtsperiode toch niet in te dienen[8] en bereidt volgens planning schrappingen voor[9]. Er is een
begin gemaakt met gezondheidstests op het gebied van de wetgeving inzake afval,
de bescherming van vogels en habitats (Natura 2000)
en de veiligheid van passagiersschepen en de algemene levensmiddelenwetgeving. Deze zullen de basis
vormen voor verdere initiatieven ter vereenvoudiging en vermindering van de regelgevingsdruk
op de onderscheiden terreinen, zoals het verminderen en stroomlijnen van
rapportageverplichtingen. Gezondheidstest inzake de algemene levensmiddelenwetgeving: via de gezondheidstest zullen de voornaamste
beginselen van de kaderverordening en de uitvoering daarvan via verdere
verordeningen en bestuursmaatregelen worden onderzocht. Daarbij zal de nadruk
liggen op de relevantie, de meerwaarde voor de EU, de effectiviteit, de efficiëntie
en de samenhang. Ook komen voedselveiligheidsaspecten aan bod. De
gezondheidstest is een voorbeeld van gezamenlijke evaluatiewerkzaamheden
van de Commissie en de lidstaten[10]. De
Commissie gaat uit van het “denk eerst klein”-beginsel[11] en heeft ook maatregelen genomen om, waar passend, op
kmo’s lichtere regelingen toe te passen en voor micro-ondernemingen in
uitzonderingen te voorzien. Zeventien REFIT-maatregelen op het scorebord
bevatten uitzonderingen voor micro-ondernemingen en lichtere regelingen voor
kmo’s. Bovendien werden voor micro-ondernemingen tarieven voor registratie en
vergunningen verlaagd op het gebied van chemicaliën, gezondheid en
consumentenbescherming. In de
REFIT-mededeling van oktober 2013 werd erkend dat, gelet op de lengte van het
wetgevingsproces, er alles aan moest worden gedaan om de druk binnen het
bestaande regelgevingskader al direct te
verminderen en daarbij in het bijzonder
de nadruk te leggen op de ondersteuning van kmo’s. Dit gebeurt op het gebied
van voedselinformatie aan consumenten[12], bijvoorbeeld wanneer exploitanten van levensmiddelenbedrijven en met name
kmo’s, moeilijk kunnen vaststellen welke regels (EU en/of
nationale regels; algemene regels of regels inzake een specifieke
voedselcategorie) op hun specifieke situatie van toepassing zijn. De Commissie
heeft richtsnoeren gepubliceerd en
werkt aan een databank inzake nationale en EU-etiketteringsvoorschriften[13]. Dit moet exploitanten
van levensmiddelenbedrijven helpen om snel te kunnen vaststellen welke eisen op
hen van toepassing zijn. Er worden
extra initiatieven genomen voor een beter gebruik van het internet met het oog
op de vereenvoudiging en verbetering van de uitvoering van de
regelgevingsvoorschriften ten voordele van zowel overheidsinstanties als
ondernemingen en consumenten. Op basis van de ervaring die is opgedaan met energie-etikettering,
die nu bij de verkoop via internet op één manier wordt weergegeven, wordt een
soortgelijke benadering onderzocht op bijvoorbeeld het gebied van
voedselinformatie aan consumenten. Tot slot
omvat de wetgeving inzake voedselinformatie aan consumenten ook ontheffingen,
lichtere regelingen voor geringe hoeveelheden en kleine detailhandelaren[14] en flexibiliteitsbepalingen op grond waarvan het
lidstaten is toegestaan om de etikketeringsbepalingen aan te passen aan de
specifieke behoeften van kmo’s[15]. De wetgeving voorziet ook in een vaste ingangsdatum
in elk kalenderjaar voor nieuwe maatregelen en coulante overgangsmaatregelen.
Al deze inspanningen moeten een betere uitvoering bevorderen binnen het
bestaande wetgevingskader. •
Door de wetgever
getroffen maatregelen Sinds
oktober 2013 heeft de wetgever (Parlement en Raad) een aantal belangrijke
voorstellen voor vereenvoudiging en lastenvermindering vastgesteld: de
gewijzigde richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties zal de
erkenningsprocedures vereenvoudigen en de toegang tot informatie bevorderen[16]; het nieuwe wetgevingskader voor openbare
aanbestedingen bevat maatregelen die aanbestedingen eenvoudiger en
administratief minder omslachtig maken en bevordert de elektronische
aanbesteding. De nieuwe verordening inzake tachografen vermindert de administratieve lasten en verbetert de
handhaving door de invoering van "digitale tachografen" die gekoppeld zijn aan
satellietnavigatiesystemen en controleautoriteiten. Om tegemoet te komen aan de
specifieke situatie van ambachtslieden, werden de
sociale regels en die inzake de tachograaf niet meer van toepassing verklaard
op voertuigen van minder dan 7,5 ton die binnen een straal van 100 km vanaf de
werkplek van de ambachtsman worden gebruikt. Deze voorstellen
zouden kmo's aanzienlijke kostenbesparingen moeten opleveren. Zo zou
bijvoorbeeld de verordening inzake de vereenvoudiging van vereisten inzake
prospectussen en openbaarmaking met betrekking tot de interne effectenmarkt[17] tot besparingen leiden van 20% ofwel tussen de 20 000
en 60 000 euro per prospectus. De wetgeving inzake de
digitale tachograaf[18] zou een kostenbesparing met zich brengen van 20% ofwel in
totaal 415 miljoen euro. Openbare aanbestedingen: in februari van dit jaar werden nieuwe aanbestedingsrichtlijnen
goedgekeurd, die met ingang van april 2016 van kracht zullen zijn. Daarin wordt
aangemoedigd om meer gebruik te maken van e-aanbestedingen en meer maatregelen
te nemen om de regelgevingsdruk te verminderen en de toegang van kmo's te
vereenvoudigen door de eisen inzake het overleggen van authentieke documenten
af te zwakken en het gebruik van kleinere aanbestedingspakketten te bevorderen.
Zo schat de Commissie dat
een groter gebruik van zelfcertificering de administratieve lasten voor
ondernemingen met 169 miljoen euro zou kunnen verminderen[19] en dat de totale besparingen als gevolg van het gebruik van
e-aanbestedingen zouden kunnen oplopen tot 5 à 20 % van de
aanbestedingskosten[20]. Tegelijkertijd
zijn er ook gevallen waarin de kostenbesparingen die ten tijde van de
effectbeoordeling werden voorzien, niet konden worden gerealiseerd als gevolg
van wijzigingen in het wetgevingsproces, zoals met betrekking tot de
registratie van producenten in het kader van afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur[21]. Vereenvoudigingen van milieuvoorstellen op het
gebied van de overbrenging van afvalstoffen en milieueffectbeoordelingen kregen
geen steun van de wetgever[22]. De bestrijding van betalingsachterstand bij
handelstransacties, vereisten inzake bedrijfsboekhouding, vergaring van statistische gegevens[23], coördinatie inzake btw en de
vereenvoudiging van btw-verplichtingen
zijn eveneens gebieden waarop de lidstaten terughoudend zijn geweest met het
terugdringen van de lasten, waarbij zij zich beriepen op het
subsidiariteitsbeginsel of aanvullende, met het nationale beleid verband
houdende rechtvaardigingen aanvoerden. Voorts wacht een
aantal belangrijke voorstellen voor vereenvoudiging die aanzienlijke
besparingen zullen opleveren, nog op goedkeuring van de wetgever, zoals het
commissievoorstel voor een gemeenschappelijke reeks regels voor de berekening
van de heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting, dat de kosten in
verband met de naleving van de belastingwetgeving voor ondernemingen die binnen
de interne markt opereren, aanzienlijk zou kunnen verminderen[24]. Er zijn ook andere gevallen waarbij de huidige
besprekingen in het kader van het wetgevingsproces ertoe zouden kunnen leiden
dat er minder wordt bespaard dan geraamd. Zo bestaat het gevaar dat de in het
voorstel van de Commissie voor een standaard btw-aangifte in de EU opgenomen
besparingen voor ondernemingen van naar schatting 15 miljard euro per jaar, aanzienlijk
lager zullen uitvallen wanneer bepaalde wijzigingen die in de Raad zijn besproken,
worden goedgekeurd. •
Door de lidstaten genomen maatregelen De lidstaten hebben de belangrijke
verantwoordelijkheid te zorgen voor de tijdige uitvoering en volledige
toepassing van EU-wetgeving. In dat opzicht is het aan de autoriteiten van de
lidstaten om gebruik te maken van de door de EU-wetgeving geboden mogelijkheden
voor vereenvoudiging en ervoor te zorgen dat EU-wetgeving op nationaal,
regionaal en lokaal niveau zo effectief en efficiënt
mogelijk wordt toegepast. Naar schatting is tot een derde van de
administratieve lasten in verband met EU-wetgeving het gevolg van nationale
uitvoeringsmaatregelen[25]. Een voorbeeld van de
aanzienlijke verschillen in de praktijk van de lidstaten is te vinden op het
gebied van openbare aanbestedingen waar volgens een recente evaluatie de
doorsnee duur van een procedure varieert van 11 tot 34 weken, terwijl de
gemiddelde arbeidskosten per man per dag tussen de verschillende lidstaten met
een factor vier variëren[26]. Een ander voorbeeld betreft het proces inzake milieueffectbeoordeling,
waarvan de gemiddelde duur tussen de lidstaten varieert van minder dan 5 tot en
met 27 maanden en de gemiddelde directe kosten voor de ontwikkelaars variëren van minder dan 4 000 tot 200 000 euro per project. Begin
2014 zijn verschillende voorstellen goedgekeurd voor vereenvoudiging op het
gebied van de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (IER) door de
douane en de terugname van elektronisch afval (AEEA). De IER-verordening[27]
zal de administratieve lasten en kosten verminderen, een beter risicobeheer
mogelijk maken en de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten verbeteren.
De AEEA-richtlijn[28]
ontheft kleine detailhandelaren van de verplichting om afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur terug te nemen. Het is belangrijk dat alle
lidstaten de in deze voorstellen vervatte bepalingen ter vereenvoudiging en
vermindering van de lasten volledig uitvoeren en daarvan zo veel mogelijk
profijt trekken. Er zijn echter in het oog springende voorbeelden waarbij landen geen
gebruik maken van door de EU-wetgeving geboden mogelijkheden tot
vereenvoudiging of extra lasten worden veroorzaakt door nationale regelgeving
op gebieden die niet onmiddellijk door EU-regels worden bestreken. Dit is
bijvoorbeeld het geval op het gebied van voedselveiligheid, waar niet altijd gebruik wordt gemaakt van de
facultatieve, lichtere regelingen voor kleine ondernemingen[29], op het gebied van vrachtvervoer
over de weg, waar bepaalde
nationale voorschriften inzake het vastleggen van rijtijden voor lichte bedrijfsvoertuigen
op gebieden waarop de EU-wetgeving niet van toepassing is, voor kleine
ondernemingen extra regelgevingsdruk veroorzaken[30], en op het gebied van de voorschriften inzake
bedrijfsboekhouding[31]. Voor kmo's kunnen ook aanzienlijke voordelen worden
verwezenlijkt wanneer de lidstaten volledig gebruik maken van de flexibiliteit
die de regelgeving over de wijze waarop consumenten voedselinformatie wordt
verstrekt, hun biedt. De Commissie zal toezicht houden op de uitvoering door de
lidstaten van deze en alle andere REFIT-maatregelen en in de volgende, voor
2015 geplande editie van haar scorebord de actuele stand van zaken opnemen[32]. Terwijl de Commissie nauw
met de lidstaten samenwerkt bij de uitvoering van het acquis in alle sectoren,
heeft zich parallel aan de toenemende focus op gezonde regelgeving het toezicht
ontwikkeld op de horizontale gevolgen van regelgeving. Dit heeft bijvoorbeeld
een aanvang genomen op grond van het plusprogramma ter vermindering van de
administratieve lasten, ABR+, in het kader waarvan de Commissie de door de
lidstaten gekozen uitvoering volgt van de 12 meest voortgeschreden prioritaire
maatregelen[33] die tussen 2007 en 2012 in het kader van het
actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten zijn genomen[34]. Deze exercitie heeft ten doel de beste
uitvoeringspraktijken te delen en na te gaan of de geraamde vermindering van de
administratieve lasten in de praktijk is gerealiseerd. De eerste bevindingen
wijzen erop dat in een aantal lidstaten de geraamde besparingen op het gebied
van Intrastat, de enquête inzake de industriële
productie en de digitale tachograaf ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Het
verkrijgen van voldoende en consistente kwantitatieve (statistische) gegevens
was echter niet steeds eenvoudig en er zijn betrekkelijk weinig voorbeelden
ontvangen van beste uitvoeringspraktijken en mogelijkheden voor verdere
vereenvoudiging op nationaal niveau. De groep op hoog niveau van nationale
regelgevingsdeskundigen heeft te kennen gegeven deze gezamenlijke follow-up door
de Commissie en de lidstaten van de praktische uitwerking van EU-regelgeving
krachtig te steunen. De Commissie blijft samenwerken met de lidstaten en
belanghebbenden om met betrouwbaardere informatie te komen over de gevolgen van
EU-regelgeving. De resultaten van deze werkzaamheden zullen verwerkt worden in
het volgende REFIT-scorebord. III.
Toekomstige
REFIT-initiatieven Het gezond
houden van EU-wetgeving met het oog op de beoogde doeleinden vereist constante
inspanningen. Daarom voert de Commissie REFIT uit als een evolutief programma
en heeft zij onlangs het in kaart brengen en de doorlichting van het
bestaande arsenaal aan EU-wetgeving, waarmee voor het eerst in het kader van
REFIT in 2013 werd begonnen, geactualiseerd. Er werd ook rekening gehouden met
de sinds oktober 2013 van verschillende belanghebbenden ontvangen commentaren
en suggesties inzake de REFIT-agenda[35]. De
Commissie is op basis van deze analyse van mening dat op verschillende gebieden
nieuwe initiatieven tot vereenvoudiging en vermindering van lasten
gerechtvaardigd zijn. Deze initiatieven omvatten de vereenvoudiging van
EU-wetgeving inzake identiteits- en reisdocumenten, de ontwikkeling van een
nieuwe, brede opzet voor bedrijfsstatistieken (zie hieronder), de uitbreiding
van het centrale punt op het gebied van btw tot alle business to
consumer-prestaties[36]
tezamen met de ontwikkeling van een EU-btw-webportaal om ondernemingen te
informeren over nationale en EU-regels inzake btw en de codificatie van wetgeving inzake lijsten van
derde landen met betrekking tot visumvoorschriften[37]. Een nieuwe architectuur voor EU-bedrijfsstatistieken: de Commissie wijdt zich thans aan het stroomlijnen
van het referentiekader en de vereenvoudiging van de verzameling van gegevens voor
bedrijfsstatistieken. Naar aanleiding van klachten uit het bedrijfsleven is er
begonnen met een project inzake statistieken over de handel binnen de EU (SIMSTAT). Hiermee zullen nieuwe
technieken voor het verzamelen van gegevens worden getest die een beter gebruik
van verzamelde statistische gegevens zouden moeten bevorderen en zo de
rapportageverplichtingen voor ondernemingen zouden moeten vereenvoudigen en
beperken. Deze kosteneffectieve benadering kan ook op andere statistische
gebieden worden toegepast (bijvoorbeeld statistieken over multinationals,
internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen) en zal
in het kader van de
bredere kaderverordening voor de integratie van bedrijfsstatistieken (FRIBS)
worden ontwikkeld als de resulaten van de tests positief zijn. De
Commissie zal ook op andere gebieden de schrapping van wetgeving voorbereiden:
energie-etikettering[38],
vervoerstarieven en -voorwaarden[39], het gemeenschappelijk landbouwbeleid en gestandaardiseerde
rapportage op het gebied van milieu. Daarnaast onderzoekt de Commissie het acquis ook op
het gebied van politiële en gerechtelijke samenwerking in strafzaken om te
bezien welke handelingen kunnen worden geschrapt in het kader van het
verstrijken van de in de Verdragen neergelegde overgangstermijn[40]. De Commissie
acht het vanuit een oogpunt van verantwoorde wetgeving goed om voorstellen die
in het wetgevingsproces stagneren, in te trekken, zodat een nieuwe aanvang mogelijk wordt of
alternatieve wegen bewandeld kunnen worden om het met de wetgeving beoogde doel
te bereiken. Nadat alle bij de wetgever aanhangige voorstellen nauwkeurig zijn
bekeken, zijn er nog meer voorstellen gevonden die ofwel achterhaald zijn ofwel
de steun van de wetgever ontberen en waarvan daarom de intrekking moet worden
voorgesteld. Het gaat daarbij onder meer om voorstellen voor
compensatieregelingen voor investeerders, heffingen voor de beveiliging van de
luchtvaart, zwangere werkneemsters[41], een fonds voor de vergoeding van schade als gevolg
van olieverontreiniging en de ontheffing van micro-ondernemingen van bepaalde
bepalingen inzake voedselhygiëne, alhoewel dit laatste voorstel voor kleinere
ondernemingen aanzienlijke voordelen zou hebben ingehouden[42]. Vanwege de
timing in verband met de nieuwe zittingsperiode zal de
huidige Commissie zich
in 2014 op de belangrijkste aangelegenheden concentreren. De Commissie heeft
haar planning kritisch bekeken en besloten alleen de meest cruciale zaken te
behartigen. Tot slot is
de Commissie van plan om op de middellange
termijn diverse nieuwe
evaluaties en gezondheidstests te beginnen inzake de resultaten van bestaande
EU-verordeningen en de toepassing van de Verdragen, onder andere op het gebied
van de bescherming inzake deeltijdeigendom, betalingsachterstanden, het
wetgevingskader voor voorverpakkingen, het modellenstelsel in de EU, de
richtlijnen inzake het prospectus, de toepassing van het beginsel van
wederzijdse erkenning met het oog op de verbetering van het functioneren
daarvan binnen de interne markt[43], de afvang en opslag van kooldioxide en
CO2-emissies van lichte
bedrijfsvoertuigen en personenauto's, telecommunicatie, en wetgeving inzake
illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf[44]. Op andere belangrijke
gebieden, waar meer omvangrijke beleidsherzieningen worden voorbereid, zoals de
digitale eengemaakte markt, zal het belangrijk zijn om de overblijvende
belemmeringen vast te stellen en te beoordelen waar het regelgevingskader
kostenbesparingen kan opleveren of kan worden vereenvoudigd[45]. Dit soort exercities kent allemaal een duidelijk REFIT-aspect. Alle nieuwe
initiatieven zijn bij wijze van indicatie uiteengezet in het werkdocument van
de diensten van de Commissie en moeten eerst nog in het werkprogramma van de
Commissie voor 2015 worden opgenomen. Wetgeving inzake chemische stoffen: de Commissie is van mening dat de EU, de lidstaten en
de belanghebbenden zich moeten blijven inspannen om de uitvoering van de
wetgeving inzake chemische stoffen, met name REACH, verder te bevorderen en om
zich te bezinnen op de specifieke gebieden waar regels vereenvoudigd en lasten
verminderd kunnen worden.
De wijze waarop
dit gebeurt, moet tot een hoog niveau van bescherming van gezondheid en milieu
leiden, met behoud van het concurrentievermogen en de
innovatie van de Europese industrie op dit gebied, alsook van het vrije verkeer van goederen binnen de
interne markt. De evaluatie in 2013 door de Commissie van REACH[46] bracht de noodzaak van een aantal aanpassingen aan
het licht, maar resulteerde in een positief oordeel over de
werking van deze wetgeving en de conclusie dat deze op dit punt niet hoeft te
worden aangepast. De Commissie erkent echter dat het nodig is de financiële
en administratieve last van REACH voor kmo's te verminderen en de uitvoering ervan
op alle niveaus
te verbeteren. Met dit oogmerk zijn al een aantal corrigerende maatregelen
uitgevoerd, waaronder een aanzienlijke verlaging van vergoedingen.
In 2014 worden
nieuwe maatregelen genomen: specifieke bijstand voor kmo's om aan de uiterste
termijn voor registratie (2018) voor kleine productievolumes te voldoen;
vaststelling van efficiëntere manieren om stoffen die aanleiding tot ernstige
bezorgdheid geven, te beheren en om alternatieven voor gevaarlijke chemische
stoffen vast te stellen; verbetering van communicatie met kmo's; en analyse van de gevolgen van REACH voor kmo's en
voor concurrentievermogen en innovatie. Er worden andere maatregelen op de
middellange termijn overwogen ter verbetering van het proces voor de
goedkeuring van chemische stoffen waardoor dit voor ondernemingen voorspelbaarder
wordt. Bij deze maatregelen gaat het bijvoorbeeld om een vermindering van de
frequentie van wijzigingen in de lijst van stoffen
waarvoor goedkeuring moet
worden verkregen, een vereenvoudiging van het goedkeuringsproces voor een
aantal gevallen waarin er sprake van een laag risico is en het sterker in
aanmerking nemen van sociaal-economische gevolgen bij het opnemen van nieuwe
stoffen op de lijst van goedgekeurde stoffen[47]. Het is van belang dat de industrie en de lidstaten actief
bijdragen aan de uitvoering van REACH. Daarbij zou het bijvoorbeeld kunnen gaan
om een uitbreiding van de capaciteit van nationale helpdesks en/of kamers van
koophandel die over de uitvoering van REACH adviseren alsook het zorgen voor
een beter niveau van coördinatie tussen en binnen de lidstaten. In 2014 zal een pakket initiatieven worden gelanceerd dat aan de
gezondheid van de regelgeving in de chemische sector is gewijd en onder meer
een cumulatieve kostenbeoordeling en een gezondheidstest bevat van de meest
relevante wetgeving op het gebied van chemicaliën
anders dan REACH. De conclusies van de diverse elementen van deze werkzaamheden,
waaronder de lopende evaluatie van wetgeving op het gebied van gezondheid en
veiligheid op het werk en de resultaten van de eerdere REACH-evaluatie, zullen
een volledig beeld opleveren en een vooruitzicht bieden op eventuele verdere
mogelijkheden voor de verbetering van de gezondheid van de regelgeving op dit
gebied. De Commissie nodigt belanghebbenden en lidstaten uit om samen te gaan nadenken
over deze aangelegenheden en om een bijdrage te leveren aan het
voortgangsverslag dat voor 2016 staat gepland. IV.
Horizontale
acties REFIT maakt onderdeel uit
van het bredere beleid van de Commissie inzake slimme regelgeving, dat ook de
regelgevingsinstrumenten effectbeoordeling, raadpleging van belanghebbenden en
evaluatie omvat. De Commissie zet zich in voor een verdere versterking van deze
instrumenten en andere horizontale acties, waaronder een sterkere nadruk op de
beoordeling van de kosten en baten van regelgeving en het terugdringen van administratieve
verplichtingen, zoals rapportageverplichtingen[48]. •
Effectbeoordeling Het systeem van
effectbeoordelingen (impact assessment, hierna "IA" genoemd) van de
Commissie treedt in een vroeg stadium van de beleidscyclus, wanneer nieuwe
voorstellen worden ontwikkeld, in werking om een empirische basis vast te
stellen voor een goed onderbouwde beleidsvorming en om ervoor te zorgen dat de
voorstellen van de Commissie aan het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel
voldoen. Dit systeem is sinds de invoering ervan in 2002 voortdurend
versterkt en verbeterd
bijvoorbeeld door de
publicatie van herziene richtsnoeren in 2009 en van aanvullende richtsnoeren op
allerlei gebieden (concurrentievermogen en micro-ondernemingen,
grondrechten, sociale en territoriale gevolgen). De empirische onderbouwing –
betere gegevens en wetenschappelijk advies –
wordt in de loop van het IA-proces voortdurend versterkt. Om snel te kunnen vaststellen wat de conclusies, ook wat
betreft de baten en kosten, van een effectbeoordeling zijn, heeft de Commissie
in haar effectbeoordelingsverslagen in 2013 een gestandaardiseerde samenvatting
van 2 pagina's opgenomen. Op basis van de opgedane ervaring (meer dan 350
effectbeoordelingen sinds 2010) heeft de Commissie zich ertoe verbonden haar
IA-richtsnoeren te actualiseren en zal zij belanghebbenden om hun standpunt
vragen door middel van een openbare raadpleging die in juni 2014 zal worden
gestart. •
Ex-postevaluatie Bij een systematische
ex-postevaluatie van EU-regelgeving wordt nagegaan of de verwachte resultaten
en gevolgen van EU-regelgeving zijn verwezenlijkt. De planning van evaluaties
is verbeterd doordat de planning nu bekend wordt gemaakt op de Europa-website[49]. Teneinde het beleid en de praktijk op het gebied van
evaluatie verder te versterken, heeft de Commissie tussen november 2013 en
februari 2014 een openbare raadpleging gehouden over haar nieuwe
evaluatierichtsnoeren. De resultaten daarvan zullen in aanmerking worden
genomen bij de aanstaande herziening van de evaluatierichtsnoeren[50]. In deze richtsnoeren zal worden verwezen naar de
gezondheidstests, die in 2010 werden geïntroduceerd als
brede beleidsevaluaties waarbij de coherentie en consistentie tussen en binnen
regelgevingsgebieden worden beoordeeld en wordt beoordeeld of een ruimer
regelgevingskader voor een volledige beleidssector geschikt voor het beoogde
doel is. Sindsdien zijn er gezondheidstests uitgevoerd op diverse
beleidsterreinen, zoals milieu (EU-drinkwaterbeleid), werkgelegenheid en
sociaal beleid (informatie aan en raadpleging van werknemers), industriebeleid
(typegoedkeuring van motorvoertuigen) en vervoer (interne luchtvaartmarkt)[51] en deze kunnen tot de voorbereiding van diverse
wetgevingsvoorstellen voor vereenvoudiging en vermindering van lasten tot
gevolg hebben[52]. •
Raadpleging van
belanghebbenden De dialoog met burgers, sociale partners en andere
belanghebbenden binnen het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld
helpt ervoor te zorgen dat de wetgeving in de EU transparant, doelgericht en
coherent tot stand komt. In de Verdragen is bepaald dat sociale partners en
andere belanghebbenden geraadpleegd moeten worden en deze raadpleging is met
name van belang om problemen op het gebied van evenredigheid en subsidiariteit
aan het licht te brengen[53]. De Commissie voert in ieder stadium van de
beleidscyclus raadplegingen uit. Om de kwaliteit, reikwijdte en doelgerichtheid
van raadplegingen verder te versterken, zal de Commissie de planning van haar
raadplegingen blijven verbeteren door het opzetten van raadplegingsstrategieën
in het stadium van beleidsvoorbereiding en door haar planning van evaluaties
steeds bekend te maken. Zij zal interne richtsnoeren uitbrengen om de diensten
van de Commissie te adviseren en te steunen bij het uitvoeren van raadplegingen
van belanghebbenden buiten de EU-instellingen teneinde de kwaliteit van de
raadplegingen te verhogen. Voor deze richtsnoeren door de Commissie worden
goedgekeurd, zullen zij het voorwerp van een openbare raadpleging zijn. De
Commissie zal zich ook blijven inspannen om de reikwijdte van haar raadplegingen te
vergroten door, voor zover haar budget dat toelaat, haar raadplegingen in meer
talen te houden. De Commissie zal het gebruik van raadplegingen bij evaluaties
en gezondheidstests verbeteren door de toepassing van minimumnormen voor
raadpleging, zoals thans het geval is bij effectbeoordelingen[54]. De Commissie zal de agentschappen aanbevelen de
minimumnormen bij de uitvoering van raadplegingen toe te passen.
De Commissie denkt ook na over de wijze
waarop openbare raadplegingen over uitvoeringsbesluiten en gedelegeerde
handelingen kunnen worden verbeterd. De Commissie zal maatregelen nemen om de feedback te
verbeteren. Belanghebbenden
kunnen nu al reageren op zowel de planning van raadpleging op Uw stem in Europa[55] als op de routekaarten die de Commissie publiceert om
in een vroeg stadium haar voornemens op het gebied van wetgeving aan te geven.
Onlangs is een elektronisch waarschuwingssysteem ingevoerd[56]. Er zal naar een verbetering van de websites worden
gestreefd zodat het gemakkelijker wordt om opmerkingen te maken en feedback te
geven. Individuele antwoorden van belanghebbenden zullen als regel binnen 15 werkdagen na de beëindiging van de raadpleging
worden gepubliceerd en ten laatste bij de vaststelling van het voorstel door de
Commissie wordt een samenvattend rapport gepubliceerd. Sommige lidstaten
verzamelen ook systematisch opmerkingen en suggesties van belanghebbenden, die
een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de inspanningen van de Commissie
voor een gezonde regelgeving op Europees niveau. De
Commissie is ook van plan om met suggesties te komen voor meer toenadering tot
sociale partners en belanghebbenden, met name kleine en middelgrote
ondernemingen (kmo's) door middel van directe contacten tijdens conferenties in
de lidstaten en door raadpleging via Europese en nationale kmo-organisaties en
het Enterprise Europe Network. •
Het bepalen van
de omvang van de kosten en baten van regelgeving Het bepalen van de omvang
van kosten en baten is een belangrijk element van slimme regelgeving.
De Commissie heeft onlangs de resultaten gepubliceerd
van een externe studie inzake de methoden voor de beoordeling
van de kosten
en baten van regelgeving
die in aanmerking zullen worden genomen bij de actualisering van de richtsnoeren voor
effectbeoordelingen[57]. Op het bepalen van de omvang van de kosten en
baten van regelgeving ligt ook de
nadruk bij gezondheidstests en ex-postevaluaties. Om de verscheidenheid aan regelgevingskosten voor specifieke
industriesectoren te beoordelen, onderneemt de Commissie cumulatieve
kostenbeoordelingen (Cumulative Cost Assessments, hierna "CCA's"
genoemd). Twee CCA's inzake de staal- en de aluminiumindustrie zijn reeds voltooid[58], met een CCA inzake de chemische industrie is
begonnen en er staan verdere werkzaamheden gepland met betrekking tot de houtsector,
de keramiek- en glassector en
de bouwsector. CCA's bieden
sectorbrede beoordelingen van een reeks belangrijke kostenfactoren. Gezien hun beperkte reikwijdte en het feit dat zij eerder de
nadruk leggen op de kosten dan op de baten van regelgeving, kunnen CCA's niet
als enige basis voor beleidsaanbevelingen dienen. De
resultaten ervan zullen worden betrokken bij gezondheidstests en effectbeoordelingen. Het bepalen van de omvang
van regelgevingskosten op EU-niveau levert bijzondere problemen op aangezien de
geraamde kosten van wetgevingsvoorstellen vaak veranderen als gevolg van
wijzigingen tijdens het wetgevingsproces en afhangen van de keuzen die
lidstaten bij de uitvoering maken. Dit impliceert dat de beoordeling van kosten
en baten door het Parlement en de Raad moet worden geactualiseerd wanneer
voorstellen tijdens de wetgevingscyclus worden gewijzigd[59]. Bovendien hangt de nauwkeurigheid van de
vaststelling van de omvang van kosten en baten bij effectbeoordelingen en ex-postevaluaties af van de
kwaliteit van de door de lidstaten, sociale partners en belanghebbenden
verstrekte data. De ex-postevaluatie van de
werkelijke kosten kan aanzienlijk afwijken van de raming vooraf. Net als
kostenbesparingen kunnen kosten worden overschat[60]. Bij haar werkzaamheden op het gebied van ex-postevaluatie kijkt de
Commissie steeds meer naar de mate waarin de reële kosten en baten overeenkomen
met in het kader van eerdere effectbeoordelingen gemaakte schattingen. •
Rapportagevereisten Vermindering
van de regelgevingsdruk kan worden bereikt door de efficiëntie,
coherentie en consistentie te verbeteren alsook door
de rapportagevereisten af te zwakken[61]. Bij het doen van nieuwe voorstellen, streeft de
Commissie ernaar de rapportagevereisten zo gering mogelijk te maken en tracht
zij de verschillende vereisten op elkaar af te stemmen. Bij maatregelen om de
rapportagevereisten te stroomlijnen en consolideren, zou voor samenwerking met
het Parlement en de Raad moeten worden gezorgd, aangezien rapportagevereisten
vaak tijdens het wetgevingsproces worden toegevoegd[62]. Ook moeten er op nationaal, regionaal en lokaal
niveau evaluaties plaatsvinden om vast te stellen welke verplichtingen verder
gaan dan de EU-wetgeving voorschrijft. Met
betrekking tot de rapportage aan en door de Commissie heeft de Commissie
evaluaties uitgevoerd op het gebied van milieu[63] en gezondheid en veiligheid op het werk[64]. Gebieden waar de
rapportagevereisten zijn gestroomlijnd, betreffen onder meer het cohesie- en het energiebeleid[65]. Deze
werkzaamheden kunnen in 2015 tot andere gebieden worden uitgebreid. V.
Gezonde regelgeving: een
gemeenschappelijk doel De Commissie is verheugd
over de belangstelling van de lidstaten en belanghebbenden voor REFIT en met
name over de steun van de Europese Raad en het Europees Parlement[66]. Sinds de publicatie van de
REFIT-agenda van de Commissie afgelopen oktober is er een groot aantal
opmerkingen, suggesties en bijdragen ontvangen door de lidstaten[67] en belanghebbenden. Deze zijn bij de in het kader van
REFIT in 2014 uitgevoerde actualisering van de screening aan bod gekomen en
worden gepubliceerd op de website inzake slimme regelgeving van de Commissie
als basis voor verdere gezamenlijke overdenking, discussie en maatregelen[68]. De Commissie is ook verheugd
over het feit dat belanghebbenden binnen het bedrijfsleven en de
maatschappelijke organisaties de noodzaak en het belang van gezonde regelgeving
bevestigen. In reactie op de door sommige belanghebbenden geuite bezorgdheid
bevestigt de Commissie dat REFIT vastgestelde beleidsdoelstellingen onverlet
laat en ook niet ten koste gaat van de gezondheid en veiligheid van burgers,
consumenten, werknemers of het milieu. Het is van belang dat er een groter bewustzijn
wordt gecreëerd, zodat alle belanghebbenden zien dat REFIT
voordelen heeft en met name zien dat de Commissie ervoor probeert te zorgen dat
EU-wetgeving effectief en efficiënt en op het juiste niveau tot stand komt, waarbij dan
de meerwaarde voor de EU duidelijk wordt aangetoond. De ervaring met de
uitvoering van REFIT heeft geleerd dat gezonde regelgeving alleen door de
Europese instellingen, de lidstaten (op nationaal, regionaal en lokaal niveau)
en de belanghebbenden binnen het bedrijfsleven en de maatschappelijke
organisaties, gezamenlijk kan worden bereikt. Gezonde regelgeving moet
prioriteit krijgen en alle EU-instellingen moeten de effecten van hun
beleidskeuzen beoordelen, of dat nu in het voorbereidingsstadium of tijdens het
wetgevingsproces is. Om gegevens te verzamelen en te beoordelen of EU-wetgeving
de verwachte effecten heeft gehad, is samenwerking tussen de lidstaten
onmisbaar. De nationale parlementen hebben ook een rol te vervullen door in een
vroeg stadium van de beleidsvormingscyclus de Commissie te informeren en door
de voorstellen van de Commissie te onderzoeken aan de hand van het
subsidiariteitscontrolemechanisme[69]. Bijdragen van sociale partners, belanghebbenden,
ngo's en het algemene publiek zijn ook cruciaal om bij slimme regelgeving het
momentum te behouden. Deze gezamenlijke inspanning
is de afgelopen jaren ondersteund door bijdragen aan de agenda voor slimme
regelgeving van twee groepen op hoog niveau, te weten die inzake betere
regelgeving en die inzake administratieve lasten. De Commissie is van oordeel
dat deze ondersteuning en deskundigheid uiterst zinvol kan worden gebundeld in
een enkele groep, met een herzien mandaat voor de beoordeling van het effect
van EU-regelgeving in de lidstaten in de praktijk, waardoor een bijdrage wordt
geleverd aan de resultaten die ieder jaar via het REFIT-scorebord bekend worden
gemaakt. Deze werkzaamheden zouden ook kunnen bijdragen tot de vaststelling
welke gebieden van regelgeving rijp voor beoordeling zijn en tot de evaluaties
en gezondheidstests inzake geselecteerde belangrijke onderwerpen. In de komende
maanden zal een voorstel worden geformuleerd inzake de instelling van een
nieuwe groep op hoog niveau die toekomstige werkzaamheden zal gaan begeleiden.
VI.
Conclusies
en vooruitblik De Commissie heeft sinds december
2012 uitvoering gegeven aan de
verplichtingen die zij op het gebied van gezonde regelgeving is aangegaan. Deze
mededeling laat de resultaten zien die in het kader van REFIT zijn bereikt en
geeft gebieden aan waarop toekomstige inspanningen zich zouden moeten
concentreren. Uit de tot dusver met de uitvoering van REFIT opgedane ervaring
kunnen verschillende lessen worden getrokken. Allereerst vereisen slimme en gezonde regelgeving een krachtige
politieke inzet en de bijbehorende aanpassing van beleid en processen op alle
niveaus – binnen de Commissie, tussen de Europese instellingen en binnen de
lidstaten. Voor gezonde regelgeving bestaat geen eenmalige pasklare oplossing
en gezonde regelgeving is ook niet iets dat even snel kan worden gerealiseerd.
Voor gezonde regelgeving moeten overheidsinstanties de bevoegdheid krijgen en
worden uitgerust om een op feiten gebaseerd beleid tot stand te kunnen brengen,
met actieve betrokkenheid van de sociale partners en belanghebbenden in alle stadia
van de beleidscyclus – van effectbeoordeling tot ex-postevaluatie. Ten tweede moet het regelgevingsproces kritisch onder de loep
genomen worden. De dienst voor effectbeoordelingen vervult een essentiële rol
op het gebied van kwaliteitscontrole. Ter ondersteuning van deze dienst zijn
procedurele regels ingevoerd die ervoor hebben gezorgd dat alleen voorstellen
die van een degelijke effectbeoordeling vergezeld gaan, ter overweging door het
college op de agenda kunnen worden gezet. Het Europees Parlement en in
toenemende mate de Raad, bieden een ander controleniveau, door de soliditeit
van de effectbeoordeling door de Commissie te beoordelen. Dit is een unieke
situatie – maar weinig regelgevende instanties of overheden onderwerpen
zichzelf of worden onderworpen aan dezelfde niveaus van kwaliteitscontrole en
toezicht als de Europese Commissie. Sommigen suggereren dat er een extra
entiteit voor externe kwaliteitscontrole zou moeten worden opgericht. De
Commissie is geen voorstander van dit idee omdat dat zou botsen met haar rol op
het gebied van beleidsvorming en wetgeving; wil de Commissie goede,
evenwichtige voorstellen kunnen maken, dan moet zij haar eigen
effectbeoordelingen uitvoeren. Wanneer de Commissie haar beoordelingen eenmaal
heeft gepubliceerd, dan zijn deze volledig beschikbaar voor controle door en
commentaar van het publiek. Ten derde leert de ervaring dat kwantificering – het in aanmerking
nemen van kosten en baten – een noodzakelijk onderdeel van de beoordeling van
regelgeving vormt. Er moet echter ook worden erkend dat kwantificering zijn
beperkingen kent. In het kader van haar effectbeoordelingen, die zich op
geïntegreerde wijze uitstrekken over de economische, sociale en milieueffecten,
onderzoekt de Commissie de kosten en baten systematisch. Waar mogelijk
kwantificeert zij deze. De berekening van kosten en baten is geen exacte
wetenschap. Vaak zijn de benodigde gegevens niet beschikbaar. De verwachte kosten en baten
van de voorkeursoptie die uit de effectbeoordeling naar voren komt, vallen
hoger of lager uit al naar gelang de keuzen die het Europees Parlement en de
Raad tijdens het wetgevingsproces en de lidstaten bij de uitvoering maken. De
werkelijke kosten kunnen alleen achteraf worden berekend. Bijgevolg moet bij
REFIT de nadruk onder meer liggen op het tijdens de hele regelgevingscyclus
zoveel mogelijk kwantificeren van de kosten en baten met behulp van solide
toezichts- en beoordelingskaders, die bij elke belangrijke wetgevingsherziening
worden beoordeeld en aangepast, hetgeen ervoor zal zorgen dat wanneer de
werkelijke kosten en baten moeten worden beoordeeld, de noodzakelijke gegevens
beschikbaar zijn. Ten vierde pleit de noodzaak van rechtszekerheid en
voorspelbaarheid in combinatie met de tijd die nodig is voor de wijziging van wetgeving
op EU-niveau, tegen snelle oplossingen en aansprekende regelingen voor het
terugdringen van wetgeving. Iedere wijziging brengt kosten met zich en met de
overgangskosten van wijzigingen wordt niet altijd voldoende rekening gehouden.
Overgangskosten moeten zorgvuldig worden afgewogen tegen de kosten die ontstaan
wanneer niets wordt gedaan. In de vijfde plaats kan het opsporen van onnodige lasten en kosten
door degene die rechtstreeks door wetgeving worden geraakt, een belangrijke
aanvulling op kwantitatieve beoordeling zijn. Raadpleging en debat zijn daarom
essentieel. Gelet op deze overwegingen en met het
oog op de toekomst zal de Commissie
voorrang blijven geven aan gezonde regelgeving en het momentum daarvan
handhaven. Zij zal zich blijven concentreren op gebieden waar de EU een
aanzienlijke meerwaarde kan bieden, met inachtneming van het subsidiariteits-
en het evenredigheidsbeginsel. De komende maanden zal zij de voorbereiding van
de herziening van haar richtsnoeren inzake effectbeoordeling, raadpleging van
belanghebbenden en evaluatie voltooien. Zij zal REFIT stevig verankeren in haar procedures en praktijken. De Commissie zal nauw blijven samenwerken met het Parlement en de
Raad om ervoor te zorgen dat de voordelen van vereenvoudiging en lastenvermindering
hun weerslag vinden in het wetgevingsproces en roept de wetgever en alle
lidstaten op om voldoende capaciteit te ontwikkelen voor een bijdrage aan deze
inspanningen op hun respectieve terreinen en om effectbeoordelingen vooraf uit
te voeren inzake belangrijke wijzigingen in de voorstellen van de Commissie
tijdens het wetgevingsproces[70]. De Commissie zal ook blijven
samenwerken met de lidstaten en met belanghebbenden, met name in het kader van
het programma ABR+, om geraamde kostenbesparingen te bevestigen, om beste uitvoeringspraktijken vast te stellen
en om de kwaliteit en de verzameling te verbeteren van gegevens inzake kosten
en baten van regelgeving die nodig zijn om de effecten van EU-regelgeving in de
praktijk te beoordelen[71]. De samenwerking tussen de
Europese Commissie en de lidstaten op het gebied van evaluatie en beoordeling
van de kosten en baten van regelgeving moet worden versterkt. Er moeten
gezamenlijke inspanningen geleverd gaan worden op het gebied van de beoordeling
van de uitvoering van EU-wetgeving op nationaal, regionaal en lokaal niveau. De nieuwe zittingstermijnen van
het parlement en de Commissie die dit jaar aanvangen,
bieden alle EU-instellingen de mogelijkheid om zich nog meer voor slimme en gezonde regelgeving in te zetten. De Commissie roept sociale
partners en belanghebbenden op om een inbreng te leveren en gegevens en
bewijzen te verstrekken inzake de in deze mededeling en het begeleidende
werkdocument van de diensten van de Commissie gepresenteerde stand van zaken en
vooruitzichten met betrekking tot REFIT. [1] SWD(2013) 401 final van 1 augustus 2013. [2] COM(2013) 685 final van 2 oktober 2013. [3] Van de in totaal 23 door de Commissie beloofde voorstellen ter
vereenvoudiging en vermindering van de regelgevingsdruk, werden er in 2013 2
aangenomen en zullen er volgens planning nog eens 15 in 2014 worden aangenomen.
[4] COM(2013) 721. [5] COM(2013) 794. [6] In het op 9 april 2014 vastgestelde voorstel voor een
eenpersoonsvennootschap zijn substantiële elementen van dit eerdere voorstel
overgenomen. [7] Andere voorstellen die in het kader van
REFIT zijn ingetrokken, zijn bijvoorbeeld voorstellen betreffende
publieksvoorlichting inzake medicijnen, een verordening over Europese
statistieken inzake veiligheid voor criminaliteit, de rechtsbescherming van
modellen, het Europees octrooi (in plaats van laatstgenoemd voorstel is er
nauwere samenwerking aangegaan) en rijbewijzen die als bestuurderskaart
fungeren. [8] Dit had betrekking op de veiligheid en gezondheid op het werk voor
kappers, spier- en skeletaandoeningen, omgevingstabaksrook en carcinogene en
mutagene agentia. [9] Daarbij gaat het onder meer om wetgeving inzake de indeling, de
verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten, wetenschappelijke
samenwerking op het gebied van vraagstukken in verband met levensmiddelen,
staalstatistieken, de samenwerking tussen financiële inlichtingeneenheden en de
uitrusting met spiegels van vrachtwagens. [10] Deze werkzaamheden worden gevolgd door de groep op hoog niveau inzake
betere regelgeving, waarin nationale deskundigen op het gebied van regelgeving
zitting hebben. Deze groep werkt samen met de Commissie aan de evaluatie en
ontwikkeling van de agenda voor slimme regelgeving op het niveau van de EU en
dat van de lidstaten. [11] http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/small-business-act/think-small-first/ [12] Verordening (EU) nr. 1169/2011, van toepassing met ingang van december
2014, met uitzondering van de bepalingen inzake de verplichte
voedingswaarde-etikettering, die met ingang van december 2016 van toepassing
zullen zijn. [13]
http://ec.europa.eu/food/food/labellingnutrition/foodlabelling/proposed_legislation_en.htm [14] Ontheffingen zijn er bijvoorbeeld met betrekking tot voedingsmiddelen
die direct door de boer of kleine lokale detailhandelaren worden verkocht.
Lichtere regelingen zijn van toepassing in andere voor kmo´s relevante
gevallen; zo kan informatie over voedingswaarde worden gebaseerd op
berekeningen aan de hand van algemeen vastgestelde en aanvaarde gegevens,
waardoor kostbare laboratoriumanalyses worden vermeden. [15] Deze bepalingen stellen lidstaten in staat om bijvoorbeeld voor te
schrijven dat informatie met betrekking tot allergenen of intoleranties inzake
niet verpakte voedingsmiddelen of voeding in restaurants alleen mondeling of op
verzoek wordt verstrekt. [16] Richtlijn 2013/55/EU, bekendgemaakt op 28 december 2013
(PB L 354). [17] Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 862/2012 van de Commissie [18] Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees
Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in
het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de
Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot
harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer [19] Richtlijnen 2014/24/EU en 2014/25/EU: wanneer eigen verklaringen als
voorlopig bewijs worden aanvaard en alleen de winnende bieder bewijsstukken
hoeft te overleggen, zouden de administratieve lasten in verband met openbare
aanbestedingen met 80 % worden verminderd. Zie ook de effectbeoordeling: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52011SC1585&from=EN. [20] Aanbestedende diensten en entiteiten die reeds op e-aanbesteding zijn
overgestapt, maken in het algemeen gewag van besparingen tussen de 5 en 20%; de
ervaring leert ook dat de kosten van investering snel terugverdiend kunnen
worden. Gezien de omvang van de totale aanbestedingsmarkt in de EU zou elke 5%
besparingen de schatkist zo'n 100 miljard EUR kunnen opleveren. (Strategie voor
e-aanbesteding – COM(2012) 179 final) [21] Richtlijn 2012/19/EU: de voorgestelde interoperabiliteit en overdracht
van gegevens tussen nationale producentenregisters zou naar verwachting
producenten zo'n 66 miljoen EUR per jaar aan kosten besparen. Dit onderdeel van
het Commissievoorstel werd door de wetgever niet aanvaard. [22] De wetgever verzette zich tegen een verplicht centraal punt voor de
coördinatie en integratie van beoordelingsprocedures en maatregelen ter
versnelling van het besluitvormingsproces in het kader van de richtlijn
milieueffectbeoordeling (2011/92/EU), waardoor de efficiëntievoordelen voor
ondernemingen werden beperkt. Ook verzette de wetgever zich tegen een
verplichte uitwisseling van elektronische gegevens op het gebied van de
overbrenging van afvalstoffen, waarmee ondernemingen naar schatting 44 miljoen
euro per jaar zouden kunnen besparen. [23] Zie deel III.B hieronder: een nieuwe architectuur voor
EU-bedrijfsstatistieken. [24] Het voorstel van de Commissie voor een gemeenschappelijke
geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting – COM(2011)121
– is sinds maart 2011 voorwerp van de wetgevingsprocedure. [25] COM(2009) 544: "Actieprogramma ter vermindering van de
administratieve lasten in de EU – Sectorale plannen ter vermindering van de
lasten en acties in 2009". [26] http://ec.europa.eu/internal_market/publicprocurement/docs/modernising_rules/executive-summary_en.pdf [27] Verordening nr. 608/2013. [28] Richtlijn 2012/19/EU. [29] EU-wetgeving op het gebied van voedselveiligheid geeft de autoriteiten
van de lidstaten de mogelijkheid om voor kleine ondernemingen in de
vleesverwerkende industrie met betrekking tot bepaalde investeringen minder
strenge regelingen vast te stellen. [30] Op grond van de EU-wetgeving moeten de rijtijden van lichte
bedrijfsvoertuigen van 3,5 ton of meer worden vastgelegd en worden
ambachtslieden die lokale ritten maken in voertuigen van maximaal 7,5 ton, van
die verplichting uitgezonderd, terwijl sommige nationale regels voorschrijven
dat de rijtijden moeten worden vastgelegd bij een gewicht van 2,8 ton of meer. [31] Richtlijn
2006/46/EG. [32] De eerste editie van het REFIT-scorebord die in samenhang met deze
mededeling wordt gepresenteerd, omvat nog geen informatie over de uitvoering
door de lidstaten. [33] (1) Meer kmo's in staat stellen om te profiteren van vereenvoudigde
regelingen inzake boekhouding/audits - Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006;
(2) Lidstaten toestaan om bepaalde bepalingen van de jaarrekeningenrichtlijnen
buiten toepassing te laten voor micro-ondernemingen - Richtlijn 2012/6/EU van
14 maart 2012; (3) Vereenvoudiging en stroomlijning van het systeem voor
aanmelding van de overbrenging van afvalstoffen - Aanbevelingsbrief van de
Commissie aan de lidstaten van juli 2010; (4) Alleen de winnende onderneming
moet documenten indienen waaruit de geschiktheid als inschrijver in een
aanbestedingsprocedure blijkt – COM (2011) 896; (5) Vermindering van het aantal
respondenten bij het vergaren van statistische gegevens over handel binnen de
EU - Verordening (EG) nr. 638/2004 van 31 maart 2004; (6) Vermindering van de
rapportageverplichtingen inzake de industriële productie in de EU – Verordening
(EEG) nr. 3924/91 van de Raad van 19 december 1991 en Verordening (EG) nr.
36/2009 van de Commissie van 11 juli 2008; (7) Afschaffing van aanvullende
voorschriften voor rekeningen en het mogelijk maken van een breder gebruik van
elektronische facturering - Richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 13 juli 2010;
(8) Afschaffing in de BTW-teruggaafprocedure van de verplichting om formulieren
in te vullen in de taal van de lidstaat van teruggave – Richtlijn 2008/9/EG van
de Raad van 12 februari 2008; (9) Digitale tachograaf (met name de invoering
van digitale tachografen en de vereenvoudiging van het gebruik van digitale
tachografen, rekening houdend met de toekomstige verruiming van de ontheffing
voor kleine ambachtsondernemingen van de vereisten inzake tachografen en
verdere vereenvoudigingen) - Verordening (EU) nr- 3821/85 van 19 juli 2011;
(10) Afschaffing van de aanmelding van vervoerstarieven/versoepeling van de
verplichting om schriftelijk bewijs in het voertuig te bewaren – Verordening
(EG) nr. 569/2008 van de Raad (tot wijziging van Verordening (EU) nr. 11/60)
van 12 juli 2008; (11) Vereenvoudiging van de verplichtingen voor
goederenvervoer en personenvervoer over de weg - Verordening (EG) nr. 1071/2009
van 21 oktober 2009 en Verordening (EG) nr. 1072/2009 van 21 oktober 2009 en
(12) vereenvoudiging van de etikettering van eieren – Verordening
(EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013. [34] Zie het eindrapport van het actieprogramma ter vermindering van de
administratieve lasten in SWD(2012) 423 final. [35] De Commissie heeft commentaren en suggesties ontvangen van de
autoriteiten van lidstaten (FI, DE, NL, UK) en van belanghebbenden uit het
bedrijfsleven, vakbonden en andere maatschappelijke organisaties. De ingediende
commentaren en suggesties kunnen worden geraadpleegd op de website van de
Commissie voor slimme regelgeving:
http://ec.europa.eu/smart-regulation/refit/index_en.htm [36] Het initatief heeft als doel de belemmeringen voor
grensoverschrijdende handel te verminderen en de btw-inkomsten van lidstaten te
waarborgen door het btw-systeem van de EU eenvoudiger, neutraal en robuuster te
maken. [37] Andere initiatieven betreffen de herziening van de wetgeving inzake
nucleaire aangelegenheden, een voorstel op het gebied van nood-reisdocumenten
en de herziening van de verordeningen inzake de invoer van textielproducten en
producten voor tweeërlei gebruik. [38] Energie/etikettering van koelkasten (Richtlijn 2003/66),
huishoudelijke afwasmachines (Richtlijn 1999/9) en wasmachines (Richtlijn
1995/12) naar aanleiding van de vaststelling van nieuwe uitvoeringsmaatregelen. [39] Verordening
nr. 11 van 16 augustus 1960 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het
Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, betreffende de
opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoersvoorwaarden. [40] Protocol 36 over de overgangsbepalingen, artikel 10. [41] COM(2008) 600/4. [42] COM(2007) 90 final. [43] In aansluiting op een uitnodiging van de Raad in december 2013 om
halverwege 2015 verslag uit te brengen over het beginsel van wederzijdse
erkenning (zie:
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/intm/139846.pdf). [44] Andere gebieden betreffen handelsnormen voor
kalfsvlees, etiketteringsvoorschriften voor rundvlees, het programma voor
ultraperifere gebieden, de richtlijn brandstofkwaliteit (wanneer deze eenmaal
omgezet en volledig uitgevoerd zal zijn), olievoorraden, de
visserijcontroleverordening, nucleaire veiligheid, normalisatie, vervuiling met
asbest, dierproeven, strategische milieueffectbeoordeling, overstromingsgevaar,
vluchtige organische stoffen, verzekeringen (zodra voldoende ervaring met de
uitvoering is verkregen), opleiding, kwalificatie en vergunningen in het
wegvervoer, zeevervoer en maritieme veiligheid, beveiliging, havenontvangst van
scheepsafval, e-facturering voor btw, het mini-éénloketsysteem en de
industriesectoren bouw, glas en keramiek. [45] Daarbij zal onder meer de wetgeving inzake onlinediensten worden
onderzocht - Richtlijn 98/84/EG betreffende de rechtsbescherming van diensten
gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang en Richtlijn 2000/31/EG betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten
van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne
markt. [46] COM(2013) 49, vergezeld van SWD(2013) 25. [47] Zie het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie
voor verdere bijzonderheden. [48] Zie COM(2012) 746. [49] Zie de website van de Commissie over slimme regelgeving:
http://ec.europa.eu/smart-regulation/evaluation/index_nl.htm [50] In
het kader van deze openbare raadpleging zijn 53 antwoorden ontvangen van
overheidsinstanties, belanghebbenden en burgers. Deze zullen samen met een
samenvattend verslag worden gepubliceerd op de website van de Commissie over
slimme regelgeving: http://ec.europa.eu/smart-regulation/index_nl.htm [51] Eindverslagen zijn te vinden op http://ec.europa.eu/smart-regulation/evaluation/documents_nl.htm [52] Dat wil zeggen dat de gezondheidstest inzake de informatie aan en
raadpleging van werknemers zou kunnen leiden tot de consolidatie van 3
richtlijnen, rekening houdend met de resultaten van de raadpleging van de
sociale partners; de gezondheidstest inzake de typegoedkeuring van
motorvoertuigen zal worden gevolgd door een evaluatie van de kaderrichtlijn
2007/46/EG. Zie voor de volledige indicaties het REFIT-scorebord. [53] Raadpleging is verankerd in artikel 11 VEU en protocol nr. 2 over de
toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. De
raadpleging van sociale partners in het kader van sociaal beleid is vastgelegd
in de artikelen 153, 154 en 155 VWEU, welke ook de mogelijkheid bieden deze
partners bij REFIT te betrekken. [54] Specifieke kaders voor raadpleging waarin de Verdragen, andere
EU-wetgeving of internationale overeenkomsten voorzien (bijvoorbeeld
raadplegingen van sociale partners), zijn uitgesloten. [55] http://ec.europa.eu/yourvoice/index_en.htm [56] Hiervoor kan worden ingeschreven
via://webgate.ec.europa.eu/notifications/homePage.do?locale=en [57] Raadpleeg de studie "Assessing the costs and benefits of
regulation" op http://ec.europa.eu/smart-regulation/impact/commission_guidelines/docs/131210_cba_study_sg_final.pdf
[58] Zie: http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/metals-minerals/files/steel-cum-cost-imp_en.pdf en: http://ec.europa.eu/enterprise/newsroom/cf/itemdetail.cfm?item_id=7124&lang=en&title=Final-report [59] Een voorbeeld van een geval waarin daartoe aanleiding kan zijn, zijn
de regels voor de invoer van planten en plantaardige producten in de EU. Het
voorstel van de Commissie dienaangaande wordt thans in het kader van de
wetgevingsprocedure besproken en het gevaar bestaat dat wijzigingen van dat
voorstel de kosten voor ondernemingen doen toenemen (COM(2013)267 - Voorstel
van de Commissie voor een verordening betreffende
beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, zie ook het
begeleidende scorebord). [60] Als gevolg van
technologische vooruitgang en bedrijfsinnovatie en -efficiëntie kunnen de
ex-post vastgestelde reële kosten verschillen van de ramingen vooraf. Op het
gebied van staal bijvoorbeeld zijn de kosten van milieubescherming per ton
productie de afgelopen 20 jaar of daaromtrent stabiel gebleven of afgenomen,
ondanks het feit dat de sector wat het milieu betreft, beter is gaan presteren.
(Cumulatieve kostenbeoordeling voor de staalindustrie: http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/metals-minerals/files/steel-cum-cost-imp_en.pdf) [61] Rapportagevereisten
zijn vaak aan elkaar gekoppeld. Zo kan bijvoorbeeld een vereiste voor de
Commissie om aan Raad en Parlement te rapporteren, aanvullende
rapportageverplichtingen met zich brengen voor de overheidsinstanties van
lidstaten, voor belanghebbenden en voor ondernemingen. [62] De verordening inzake gemeenschappelijke bepalingen voor het
cohesiebeleid noemt 28 individuele rapportagevereisten op 11 gebieden; zes
daarvan vereisen regelmatige rapportage. De handhavingsrichtlijn inzake
terbeschikkingstelling van werknemers bevat aanvullende rapportagevereisten
voor de lidstaten welke tijdens het wetgevingsproces zijn toegevoegd (zie
REFIT-scorebord). [63] Er is aanzienlijke
vooruitgang geboekt met het stroomlijnen van voorheen niet aan elkaar
gekoppelde rapportagestromen op het gebied van water (tussen de richtlijn
mariene strategie, de kaderrichtlijn water en de habitat- en de
vogelrichtlijn), zodat de gegevens en informatie maar eenmaal hoeven te worden
verstrekt om te voldoen aan de vereisten van de diverse richtlijnen, wat de
administratieve last aanzienlijk vermindert. De resultaten van een afzonderlijk
proefproject ter vermindering van de rapportagevereisten op het gebied van
stedelijk afvalwater zullen tot eenvoudigere en effectievere
rapportagevereisten leiden. [64] Sinds
2007 dienen de lidstaten bij de Commissie één enkel rapport in plaats van
afzonderlijke rapporten in over de praktische uitvoering van 24 richtlijnen op
het gebied van van gezondheid en veiligheid op het werk (Richtlijn 2007/30/EG
tot wijziging van Kaderrichtlijn 89/391/EEG). [65] In 2013
lichtte de Commissie de rapportagevereisten door op het gebied van het energie-
en het cohesiebeleid, teneinde de vereisten te vereenvoudigen en te
stroomlijnen. Alleen al op het gebied van energie maakte deze doorlichting het
mogelijk om 43 rapportageverplichtingen samen te voegen tot 14 verplichtingen. [66] Zie de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 oktober 2013, de
conclusies van de Raad Concurrentievermogen van december 2013 en de resolutie
van het Europees Parlement van 17 april 2014 over de follow-up van de Commissie
van de "top 10"-raadpleging over EU-regels voor kleine en middelgrote
ondernemingen. [67] Er zijn bijdragen ontvangen van met name Finland, Duitsland, Nederland
en het Verenigd Koninkrijk. [68] http://ec.europa.eu/smart-regulation/refit/index_en.htm (nog te
checken) [69] Zoals bepaald in protocol nr. 2 bij de Verdragen. [70] Zie ook de analyse van wijzigingen tijdens het wetgevingsproces van
voorstellen ter vereenvoudiging en lastenvermindering op het REFIT-scorebord
dat deze mededeling vergezelt. [71] Volgens schattingen heeft een derde van de regelgevingsdruk van
EU-wetgeving te maken met nationale uitvoering.