This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014DC0363
REPORT FROM THE COMMISSION Synthesis Report on the Quality of Drinking Water in the EU examining the Member States' reports for the period 2008-2010 under Directive 98/83/EC
VERSLAG VAN DE COMMISSIE Samenvattend verslag over de kwaliteit van drinkwater in de EU op basis van de verslagen van de lidstaten voor de periode 2008-2010 uit hoofde van Richtlijn 98/83/EG
VERSLAG VAN DE COMMISSIE Samenvattend verslag over de kwaliteit van drinkwater in de EU op basis van de verslagen van de lidstaten voor de periode 2008-2010 uit hoofde van Richtlijn 98/83/EG
/* COM/2014/0363 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE Samenvattend verslag over de kwaliteit van drinkwater in de EU op basis van de verslagen van de lidstaten voor de periode 2008-2010 uit hoofde van Richtlijn 98/83/EG /* COM/2014/0363 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE Samenvattend verslag over de kwaliteit van
drinkwater in de EU op basis van de verslagen van de lidstaten voor de periode
2008-2010 uit hoofde van Richtlijn 98/83/EG
1.
Inleiding
Veilig drinkwater is van levensbelang. Het is noodzakelijk
voor de volksgezondheid en vormt een belangrijke drijvende kracht achter een
gezonde economie. De WHO[1]
komt tot de conclusie dat middels verbetering van de toegang tot veilig
drinkwater en adequate sanitaire voorzieningen, naast de voordelen voor de
gezondheid die de preventie van via water overgebrachte ziekten met zich
meebrengt, aanzienlijke economische voordelen kunnen worden behaald.
Deze omvatten kostenbesparingen in de gezondheidszorg, een toename van het
aantal productieve dagen per jaar, een toename van het schoolbezoek en de
waarde van de gespaarde mensenlevens. De watersector levert tevens een
aanzienlijke bijdrage aan het bbp. De totale bruto toegevoegde waarde van de
sector watervoorziening en sanitaire voorzieningen bedroeg in 2010 naar schatting
43,84 miljard euro en was dat jaar goed voor ca. 500 000
voltijdequivalente banen[2]. De
drinkwaterrichtlijn[3],
die in 1980 werd ingevoerd en in 1998 werd herzien, heeft ertoe geleid dat
drinkwater van hoge kwaliteit in de hele EU beschikbaar is. Gezamenlijke
inspanningen van de EU-instellingen, de lidstaten en dienstverleners in de
watersector hebben geleid tot een uitstekende naleving van de drinkwaternormen.
Derhalve is de richtlijn een van de, zij het minder bekende, successen van de
EU-wetgeving op het gebied van milieu en volksgezondheid. De
kwaliteit van het drinkwater en het vereiste behandelingsniveau hangen nauw
samen met de kwaliteit van de drinkwaterbronnen. De bescherming van de
watervoorraad, in het bijzonder van het grondwater en het oppervlaktewater,
speelt derhalve een cruciale rol in de drinkwaterrichtlijn, aangezien deze van
invloed is op de behandelingskosten. Drinkwater
is ook belangrijk voor de EU-burgers. Dit wordt weerspiegeld in een
Eurobarometer[4]-onderzoek
en in het Europees burgerinitiatief Right2Water dat onlangs is gestart[5].
De Commissie reageerde op dit initiatief door een EU-brede openbare raadpleging
over de drinkwaterrichtlijn[6]
aan te kondigen, met ter verbetering van de toegang tot water van goede
kwaliteit in de EU.
2.
De
drinkwatersituatie
Dit
document geeft een overzicht van de toestand inzake de uitvoering van de
drinkwaterrichtlijn, die is gebaseerd op de meest recente gegevens die door de
lidstaten zijn verstrekt[7].
Technische verslagen met gedetailleerde informatiebladen per lidstaat worden
binnenkort beschikbaar gesteld op de website van het DG Milieu[8].
2.1. Watervoorziening
Met het oog op
de drinkwatervoorziening is de EU onderverdeeld in leveringsgebieden. Een
leveringsgebied is een geografisch afgebakend gebied waarbinnen het voor
menselijke consumptie bestemde water afkomstig is uit een of enkele bronnen en
waarbinnen het water kan worden geacht van vrijwel uniforme kwaliteit te zijn.
Er zijn bijna 100 000 waterleveringsgebieden in de EU. De richtlijn maakt
onderscheid tussen grote en kleine voorzieningen[9]. De
minimumvereisten voor de waterkwaliteit zijn voor grote en kleine voorzieningen
gelijk. De controlevoorschriften verschillen echter en de lidstaten hoeven geen
verslag uit te brengen over kleine voorzieningen. Ca. 65 miljoen mensen worden
bediend door kleine waterleveranciers. Met
"voorziening" in de zin van de richtlijn wordt niet
"toegang" tot het openbaar waterleidingnet[10]
bedoeld. Eurostat heeft gegevens verzameld over de op het openbaar
waterleidingnet aangesloten bevolking[11]. Zie
hiervoor tabel 1 onder aan het verslag. Vanwege het vrijwillige karakter
van de rapportage zijn de verzamelde gegevens niet volledig en is het niet
mogelijk om totalen/gemiddelden voor de EU te berekenen.
Bronnen
van onbehandeld water
Voor de
watervoorziening wordt in de EU hoofdzakelijk gebruikgemaakt van grondwater en
oppervlaktewater, met inbegrip van spaarbekkens. De waterbronnen verschillen
aanzienlijk tussen de lidstaten. Overzichten hiervan zijn te vinden in eerdere
verslagen[12]
en worden verzameld door Eurostat[13].
Het aandeel grondwaterbronnen verschilt aanzienlijk tussen grote en kleine
voorzieningen, waarbij deze laatste overwegend zijn aangewezen op
grondwaterbronnen (84 %). Verontreiniging
van het grondwater, met name door stoffen die moeilijk zijn op te sporen, zoals
bestrijdingsmiddelen, en het oppervlaktewater, in toenemende mate onder invloed
van de klimaatverandering (overstromingen, extreme regenval, overloop van
regenwater), kan tot problemen met de drinkwatervoorziening leiden. Door een
gecoördineerde controle van het grondwater en het drinkwater alsmede de
invoering van maatregelen ter aanpassing aan en matiging van de
klimaatverandering kan de veiligheid van het drinkwater worden bevorderd.
2.2. Drinkwaterkwaliteit
Om ervoor te
zorgen dat het drinkwater veilig is voor menselijke consumptie zijn in de
drinkwaterrichtlijn minimumvereisten voor de waterkwaliteit vastgesteld. Er
worden microbiologische en chemische parameters beschreven die bij
overschrijding van bepaalde concentraties risico voor de volksgezondheid
opleveren. De richtlijn bevat voor elk van de parameters waarden voor de
maximumconcentratie die moeten worden nageleefd. Naast de microbiologische en
chemische parameters worden in de richtlijn indicatorparameters beschreven die
een mogelijk risico voor de volksgezondheid aanduiden en die alleen tot
herstelmaatregelen nopen indien nader onderzoek bevestigt dat de
volksgezondheid gevaar loopt. Uit de over deze
parameters verstrekte gegevens blijkt dat de kwaliteit van het drinkwater in de
EU in het algemeen zeer goed is. De algemene trend is eveneens positief. Voor
de grote voorzieningen schommelen de nalevingspercentages met betrekking tot de
microbiologische en chemische parameters in de overgrote meerderheid van de
lidstaten tussen de 99 % en de 100 %. In een handvol lidstaten waar
de nalevingspercentages lager dan 99 % zijn, zijn verscherpte maatregelen
vereist om ervoor te zorgen dat alle burgers die door de betrokken grote
leveranciers worden bediend over veilig drinkwater kunnen beschikken. Figuur 1:
Overzicht — nalevingspercentages voor microbiologische en chemische parameters
in de lidstaten Raadpleeg voor
gedetailleerde cijfers tabel 1 onder aan het verslag. Wat de
kleine watervoorzieningen betreft, is het beeld gevarieerder. Voor de
microbiologische parameters wordt een lagere nalevingsgraad genoteerd, waarbij
slechts drie lidstaten nalevingspercentages tussen de 99 % en de 100 %
bereiken. Bij uitsplitsing van de nalevingspercentages voor de microbiologische
parameters blijkt dat de naleving voor de kleine voorzieningen aanzienlijk
lager is dan voor de grote voorzieningen. Figuur 2:
Nalevingspercentages voor microbiologie per aantal lidstaten Wat de
chemische parameters voor de kleine voorzieningen betreft, wordt een
vergelijkbaar hoge nalevingsgraad genoteerd als voor de grote voorzieningen. In
sommige leveringsgebieden zijn problemen gemeld in verband met nitraat, nitriet,
arseen en, in mindere mate, boor en fluoride. Zo werden er in 2010 bij meer dan
duizend kleine voorzieningen overschrijdingen van de voorgeschreven
nitraatconcentraties vastgesteld (zie tabel 1 onder aan het verslag). Uit
de nalevingspercentages voor de indicatorparameters blijkt dat de kleine
voorzieningen in het algemeen minder goed presteren dan de grote voorzieningen.
De
beoordeling van de over de kleine voorzieningen verstrekte gegevens wees uit
dat sommige lidstaten moeite hebben om de kleine voorzieningen op een veilige
manier te beheren. Dit kan gevolgen hebben voor 11,5 tot 15,5 miljoen mensen.
Meer informatie over en een gedetailleerde beoordeling van de manier waarop
deze kleine voorzieningen worden beheerd, zijn vereist om een schatting te
kunnen maken van het concrete risico voor de gezondheid van de betrokken
burgers. Dat er
problemen zijn in verband met de kleine watervoorzieningen wordt erkend in het
zevende milieuactieprogramma (7e MAP)[14].
Daarin wordt gepleit voor grotere inspanningen om de richtlijn uit te voeren,
met name waar het gaat om kleine drinkwatervoorzieningen. Als
eerste stap heeft de Commissie in nauw overleg met de lidstaten een document
met een kader voor actie uitgewerkt, waarin de beste praktijken zijn
vastgesteld voor de uitvoering van risicobeoordelingen voor kleine
watervoorzieningen. Dit wordt binnenkort beschikbaar gesteld op de website van
het DG Milieu[15].
Aangezien het om miljoenen EU-burgers gaat, moet meer worden gedaan om de
kwaliteit van de watervoorziening, met name in afgelegen en landelijke
gebieden, te verbeteren. Uit de
gegevens van de lidstaten blijkt dat zij in geval van incidenten en
niet-naleving van de kwaliteitsnormen in het algemeen binnen een passende
termijn herstelmaatregelen treffen. Wat de microbiologische parameters betreft,
werden er maatregelen getroffen om de behandeling en de reiniging van de
verontreinigde onderdelen van het openbare leidingnet te verbeteren. Wat de
chemische parameters betreft, werden gevallen van niet-naleving aangepakt door
verbetering van de landbouwpraktijken, conditionering of behandeling van het
water, gebruik van andere waterbronnen en publieksvoorlichting.
2.3. Controle
en informatie
Overeenkomstig
de richtlijn zijn de lidstaten verplicht om ervoor te zorgen dat de kwaliteit
van water dat bestemd is voor menselijke consumptie regelmatig wordt
gecontroleerd. De controlemethoden verschillen echter tussen de lidstaten en
zelfs tussen de waterleveringsgebieden in de afzonderlijke lidstaten. Dit leidt
tot kwantitatieve en kwalitatieve verschillen in de beschikbare
controlegegevens. Dit wil niet automatisch zeggen dat de wetgeving niet wordt
nageleefd, aangezien de richtlijn voorziet in het gebruik van aangepaste
controleprogramma's als de specifieke kenmerken van het waterleveringsgebied
daarom vragen. Uit de analyse komt echter naar voren dat het noodzakelijk is om
de huidige controlemethoden te evalueren en beter op elkaar af te stemmen, met
name gezien de door de WHO bepleite invoering van waterveiligheidsplannen op basis
van risicobeoordelingen en -beheer[16]. Met het
oog op de controlemethoden en prestaties van de lidstaten werkt de Commissie
momenteel aan een zogenaamd "gestructureerde tenuitvoerleggings- en
informatiekader" (SIIF) voor de vaststelling van systemen op nationaal
niveau die actief informatie verspreiden over hoe de milieuwetgeving van de EU
wordt uitgevoerd. Deze informatie wordt vervolgens verzameld om een EU-breed
overzicht te verschaffen. De vereiste van de richtlijn dat aan de verbruikers
passende en actuele informatie over de kwaliteit van voor menselijke consumptie
bestemd water moet worden verstrekt, kan ook worden gekoppeld aan een dergelijk
informatiekader en in dit verband worden verbeterd. Bovendien kunnen
drinkwatergegevens duidelijker worden gekoppeld aan het waterinformatiesysteem
voor Europa (WISE), dat uiteenlopende door de EU-instellingen verzamelde
gegevens en informatie omvat.
2.4. Afwijkingen
Overeenkomstig
de richtlijn kan onder zeer strikte voorwaarden en voor een zo kort mogelijke
termijn van de kwaliteitsnormen voor drinkwater worden afgeweken, indien de
afwijking geen gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid en de levering van
voor menselijke consumptie bestemd water in het betrokken gebied op geen enkele
andere redelijke manier kan worden verzekerd. Afwijkingen zijn gebonden aan een
termijn die niet langer mag zijn dan drie jaar. Lidstaten die een tweede maal
een afwijking willen toestaan, zenden de evaluatie en de redenen waarop hun
besluit omtrent die afwijking is gebaseerd, toe aan de Commissie. Deze tweede
afwijking geldt voor ten hoogste drie jaar. In uitzonderlijke gevallen kunnen
de lidstaten de Commissie verzoeken om een derde afwijking. De Commissie zal
het verzoek in dit geval zorgvuldig beoordelen en kan het verzoek weigeren of
de afwijking toestaan voor een termijn van ten hoogste drie jaar. Tot dusverre
heeft de Commissie een derde afwijking voor de duur van drie jaar toegestaan
aan Duitsland, Hongarije, Italië en Tsjechië met betrekking tot hoofdzakelijk
de parameters voor nitraat en nitriet, fluoride, boor, arseen en nikkel. Eén
verzoek om afwijking van Estland heeft zij geweigerd. Nadere informatie is
beschikbaar op de webpagina van het DG Milieu[17]. De
Commissie doet momenteel onderzoek naar passende middelen om de correcte
uitvoering van de daarmee verband houdende besluiten te waarborgen. Afwijkingen en
andere mogelijke uitzonderingen in uitzonderlijke omstandigheden kunnen een
coherente tenuitvoerlegging van de richtlijn op EU-niveau in gevaar brengen als
deze niet zorgvuldig worden toegepast. De Commissie is van oordeel dat de
huidige afwijkingsregeling de lidstaten voldoende tijd heeft geboden om ervoor
te zorgen dat aan de kwaliteitsnormen voor drinkwater is voldaan. Verder is de
Commissie van mening dat er geen nieuwe afwijkingen van de kwaliteitsnormen
voor drinkwater dienen te worden toegestaan voor bestaande watervoorzieningen,
behalve in geval van nieuwe, onvoorziene bronnen van verontreiniging of na de
invoering van normen voor nieuwe parameters of de aanscherping van de drinkwaterkwaliteitsnormen
voor bestaande parameters. Voor nieuwe voorzieningen kunnen afwijkingen onder
strikte voorwaarden in overweging worden genomen indien de bronnen van
verontreiniging binnen een aanvaardbare termijn kunnen worden gesaneerd en op
voorwaarde dat er geen alternatief voor de nieuwe voorziening mogelijk is.
2.5. Uitdagingen
Het
drinkwaterbeleid van de EU heeft de afgelopen decennia geleid tot een hoge
kwaliteit van het drinkwater in de EU. Het is echter mogelijk dat deze hoge
kwaliteitsnormen alleen kunnen worden gehandhaafd en dat specifieke resterende
uitdagingen alleen kunnen worden aangepakt, als het EU-rechtskader verder wordt
aangepast. Naar hun aard
verschillen kleine watervoorzieningen aanzienlijk van grote watervoorzieningen.
Het gaat om kleinschalige voorzieningen die vaak zijn gevestigd in landelijke
en afgelegen gebieden. Het beheer hiervan vraagt om een aanpak waarbij rekening
wordt gehouden met de specifieke omstandigheden in deze gebieden. De huidige
drinkwaterrichtlijn richt zich hoofdzakelijk op de grote voorzieningen.
Toevoeging van specifieke bepalingen voor kleine voorzieningen, met inbegrip
van een rapportageplicht, kan bijdragen tot een efficiënt, op risico gebaseerd
beheer van kleine voorzieningen en ervoor zorgen de kwaliteit van het
drinkwater in kleine leveringsgebieden beter in kaart kan worden gebracht. Dit
kan bijdragen tot verbetering van de toegang tot veilig drinkwater, met name in
afgelegen gebieden, en de beschikbaarheid van informatie over de drinkwaterkwaliteit
voor het publiek en de belanghebbenden verbeteren. De huidige lijst
met parameters en de overeenkomstige parameterwaarden, alsmede de voorschriften
voor controle en analyse moeten mogelijk worden aangepast in het licht van de
risico's van opkomende verontreinigende stoffen en de wetenschappelijke en
technologische vooruitgang. Deze lijst moet mogelijk worden uitgebreid met
nieuwe opkomende verontreinigende stoffen, zoals bepaalde producten die worden
toegepast in de landbouw of de industrie, met inbegrip van farmaceutische
producten. Bij de vaststelling van de controlemethoden en de specificaties voor
de analyse van de parameters moet rekening worden gehouden met de meest recente
methoden en technieken, met inbegrip van op risico gebaseerde benaderingen,
zodat de kwaliteitscontrole zo doelmatig en kosteneffectief mogelijk kan worden
uitgevoerd, zowel wat betreft de behandelingsprocessen in de
zuiveringsinstallatie als wat betreft het distributienet tot en met de kraan.
Het EU-kader moet worden beoordeeld aan de hand van de geactualiseerde
WHO-richtsnoeren op dit gebied. Ook zijn wellicht specifieke maatregelen
vereist om lekken in de distributienetten tegen te gaan. In ongeveer de helft
van de lidstaten gaat meer dan 20 % van het schone drinkwater verloren in
het distributienet voordat het de kranen van de consument bereikt. In sommige
lidstaten loopt dit aandeel op tot 60 %. Het is
belangrijk dat het publiek toegang heeft tot informatie over de kwaliteit van
het drinkwater. Hoewel dergelijke informatie vaak op nationale websites te
vinden is, is deze vaak niet up-to-date en moeilijk te begrijpen. De meeste lidstaten
maken geen gebruik van gedetailleerde kaarten of ander openbaar materiaal. De
huidige rapportagestructuur verschaft de Commissie geen adequate en tijdige
informatie op grond waarvan zij een grondige samenvatting kan maken van de
ontwikkeling van de drinkwaterkwaliteit in de Europese Unie. Daardoor is het
moeilijk om de Raad, het Europees Parlement en het publiek regelmatig van geactualiseerde
EU-brede informatie over het drinkwaterbeleid en de drinkwaterkwaliteit te
voorzien. Bovendien verschilt de manier waarop gegevens in de EU worden
verzameld, verwerkt en verstrekt, waardoor het moeilijk is om de prestaties van
de lidstaten en de naleving van de richtlijn in de verschillende lidstaten met
elkaar te vergelijken. Een herzien of nieuw rapportageconcept kan de
verspreiding van transparante gegevens en het beheer ervan op nationaal en
EU-niveau vergemakkelijken. Daarnaast kan benchmarking van de
drinkwaterkwaliteit ervoor zorgen dat gegevens over de waterkwaliteit in de EU
eenvoudiger kunnen worden geïnterpreteerd en gevisualiseerd en dat de
waterkwaliteit en de trends beter kunnen worden vergeleken tussen de lidstaten
onderling.
3.
Conclusies
De analyse bevestigt dat de drinkwaterrichtlijn heeft
bijgedragen tot drinkwater van hoge kwaliteit in de EU, zoals blijkt uit de
hoge nalevingsgraad van de kwaliteitsnormen voor drinkwater. Hoewel het handhavingsniveau bevredigend is en op veel
gebieden vooruitgang is geboekt, zijn de volgende problemen en uitdagingen
vastgesteld:
de
levering van water van hoge kwaliteit,
met name in afgelegen en landelijke gebieden, dient te worden
verbeterd. Het beheer van kleine watervoorzieningen in deze gebieden
vraagt om een specifieke op risico gebaseerde aanpak en in dit verband
dient de rol van de drinkwaterrichtlijn te worden onderzocht;
een op risico gebaseerde aanpak
voor het beheer van grote watervoorzieningen maakt een meer
kosteneffectieve controle en analyse van de parameters met betrekking tot
vastgestelde risico's mogelijk en biedt betere garanties voor de
bescherming van de volksgezondheid. De methoden voor controle en analyse
moeten aansluiten bij de meest recente wetenschappelijke en
technologische ontwikkelingen;
met
betrekking tot de lijst met parameters voor
drinkwater dient nieuwe wetenschappelijke
informatie over chemische en andere parameters te worden beschouwd in het licht van de
lopende herziening van de WHO-richtsnoeren voor drinkwater, met inbegrip
van opkomende verontreinigende stoffen;
middels
moderne informatietechnologie en eenvoudiger toegang tot
milieu-informatie dient actuelere informatie aan de consument te
worden verstrekt en dient te worden onderzocht hoe controlegegevens van verschillende
aard kunnen worden gekoppeld aan rapportage en consumentenvoorlichting;
de
uitvoeringstermijnen en afwijkingsregelingen zijn niet meer van deze tijd
en zijn toe aan een algemene actualisering en
herziening.
Een EU-brede openbare raadpleging vormt een eerste
stap op weg naar een meer diepgaande beoordeling van de bovengenoemde
uitdagingen en de manier waarop deze het best kunnen worden aangepakt.
Daarnaast kunnen tijdens deze openbare raadpleging verdere problemen worden
opgespoord die moeten worden aangepakt om de hoge kwaliteitsnormen voor
drinkwater in de hele EU te garanderen en verder te verbeteren. Informatieblad
- uitvoering van de drinkwaterrichtlijn (98/83/EG) in 2010 Aantal waterleveringsgebieden · 96 388 waterleveringsgebieden in de EU, die ca. 474 miljoen inwoners bedienen · 11 233 grote watervoorzieningen, die 317 miljoen mensen bedienen · 85 559 kleine watervoorzieningen, die 65 miljoen mensen bedienen (gebaseerd op vrijwillige enquête) Drinkwaterkwaliteit — grote voorzieningen Voor dit verslag werd het als volledige naleving van de parameterwaarden beschouwd wanneer meer dan 99 %[18] van de analyses conform waren. Microbiologische parameters De grote voorzieningen van alle lidstaten hebben nalevingspercentages van meer dan 95 % en 23 lidstaten hebben volledige naleving (99-100 %) bereikt. Alleen BG, CY, HU en LV haalden deze hoge niveaus niet. Chemische parameters De nalevingspercentages waren hoog, maar iets lager dan voor de microbiologische parameters. Alle lidstaten meldden nalevingspercentages van meer dan 90 %, met uitzondering van drie lidstaten: HU (parameter arseen), IE (parameter trihalomethanen[19]) en LT (parameter fluoride). Indicatorparameters Zeven lidstaten bereikten maximale nalevingspercentages (99-100 %), terwijl deze in tien lidstaten boven de 95 % uitkwamen. De overige tien lidstaten behaalden nalevingspercentages van tussen de 90 % en 95 %. De nalevingspercentages voor DK (colibacteriën), HU (ammonium), LV (sulfaat) en MT (chloride en natrium) bedroegen minder dan 90 % voor deze parameters. Drinkwaterkwaliteit — kleine voorzieningen Microbiologische parameters De nalevingsgraad was lager dan voor de grote watervoorzieningen, waarbij slechts drie lidstaten (EE, MT, SE) nalevingspercentages van meer dan 99 % meldden. Voor 14 lidstaten bedroegen de nalevingspercentages van de monsters 95-99 %, voor vier lidstaten (BG, CY, IT, UK) 90-95 % en voor zes lidstaten (DK, EL, LT, PL, RO, SI) minder dan 90 %. Chemische parameters De nalevingsgraad van de kleine voorzieningen was vergelijkbaar met die van de grote voorzieningen. Indicatorparameters Deze mogelijk tegenvallende prestaties waren te wijten aan colibacteriën, Clostridium perfringens, ijzer, mangaan, ammoniak en de pH. Veel lidstaten presteerden beter dan 95 %, maar sommige lidstaten worstelden met grote problemen. Tabel 1:
Overzichtsgegevens per lidstaat (WLG = waterleveringsgebied) LS || Aant. grote WLG’s || Aant. kleine WLG’s || Op het openbaar waterleidingnet aangesloten inwoners (jaar) Bron: Eurostat || Nalevingspercentage microbiologische monsters || Chemicaliën Groot (figuur 1) || Klein || Groot: nalevingspercentage monsters (figuur 1, (x) in figuur 1 = 90 %) || Klein: voorbeeld: nitraat, aantal niet-conforme WLG’s AT || 260 || 4 570 || 95,05 (2008) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || 20 BE || 225 || 522 || 99,9 (2009) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || 3 BG || 196 || 2 226 || 99,2 (2011) || 95-99 % || 90-95 % || 95-99 % || 349 CY || 20 || 268 || 100 (2011) || 95-99 % || 90-95 % || 95-99 % || 1 CZ || 283 || 3 870 || 93,5 (2010) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || ? DE || 2 283 || 5 873 || 99,3 (2010) || 99-100 % || 95-99 % || 95-99 % || 12 DK || 252 || 2 071 || 97 (2002) || 99-100 % || < 90 % || 90-95 % || 4 EE || 25 || 1 115 || 80 (2009) || 99-100 % || 99-100 % || 90-95 % || - EL || 177 || 713 || 94 (2007) || 99-100 % || < 90 % || 95-99 % || 20 ES || 928 || 7 907 || 100 (2010) || 99-100 % || 95-99 % || 95-99 % || - FI || 158 || 697 || 91 (2011) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || FR || 2 487 || 18 363 || 99,4 (2001) || 99-100 % || 95-99 % || 95-99 % || 381 HU || 275 || 2 731 || 100 (2011) || 95-99 % || 95-99 % || < 90 % (x) || 10 IE || 241 || 1 920 || 85 (2007) || 99-100 % || 95-99 % || < 90 % (x) || 9 IT || 1 046 || 3 977 || - || 99-100 % || 90-95 % || 95-99 % || 6 LT || 65 || 1 734 || 75 (2011) || 99-100 % || < 90 % || < 90 % (x) || 1 LU || 43 || 154 || 99,9 (2011) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || 1 LV || 29 || 1 145 || - || 95-99 % || 95-99 % || 99-100 % || MT || 12 || 7 || 100 (2011) || 99-100 % || 99-100 % || 99-100 % || NL || 209 || 250 || 100 (2010) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || - PL || 970 || 8 839 || 87,6 (2011) || 99-100 % || < 90 % || 95-99 % || - PT || 362 || 3 176 || 96,9 (2009) || 99-100 % || 95-99 % || 95-99 % || 28 RO || 310 || 5 398 || 56,5 (2011) || 99-100 % || < 90 % || 95-99 % || 133 SE || 182 || 1 486 || 87 (2010) || 99-100 % || 99-100 % || 99-100 % || - SI || 78 || 899 || - || 99-100 % || < 90 % || 95-99 % || 4 SK || 95 || 957 || 86,9 (2011) || 99-100 % || 95-99 % || 99-100 % || 11 UK || 22 || 4 691 || - || 99-100 % || 90-95 % || 99-100 % || 109 [1] http://www.who.int/water_sanitation_health/wsh0404summary/en/ [2] Eurostat
(2013). [3] Richtlijn
98/83/EG, PB L 330 van 5.12.1998. [4] http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_344_en.pdf [5] Mededeling
naar aanleiding van het Europees burgerinitiatief (EBI) "Water en
sanitaire voorzieningen zijn een mensenrecht! Water
is een publiek goed, geen handelswaar!",
COM(2014) 177 van 19.3.2014: http://ec.europa.eu/citizens-initiative/public/initiatives/finalised/answered [6] Richtlijn
98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor
menselijke consumptie bestemd water, PB L 330 van 5.12.1998, blz. 32. [7] Overeenkomstig
artikel 13 van de drinkwaterrichtlijn verstrekte gegevens voor de
referentieperiode 2008-2010 en vrijwillig verstrekte gegevens over de
kleinschalige watervoorziening waarvoor krachtens de richtlijn geen
rapportageplicht bestaat. [8] http://ec.europa.eu/environment/water/water-drink/reporting_en.html https://circabc.europa.eu/faces/jsp/extension/wai/navigation/container.jsp [9] Van
een groot waterleveringsgebied is sprake bij voorzieningen van gemiddeld meer
dan 1 000 m3 per dag of aan meer dan 5 000 personen; van
een klein waterleveringsgebied is sprake bij voorzieningen van gemiddeld minder
dan 1 000 m3 per dag of aan minder dan 5 000 personen. [10] Overeenkomstig
het Verdrag (artikel 345 VWEU) is de EU verplicht om zich neutraal op te
stellen ten opzichte van de regeling van het eigendomsrecht voor water. Derhalve wordt het aspect van het fysieke recht op toegang tot water
hier niet behandeld. [11] http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show.do?dataset=env_wat_pop&lang=en [12] https://circabc.europa.eu/sd/a/b580866d-8eb7-4937-9a97-d3d3485d046e/2005-2007%20SynthesisReport.pdf [13] http://epp.eurostat.ec.europa.eu/statistics_explained/index.php/Water_statistics [14] Besluit
nr. 1386/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad. [15] http://ec.europa.eu/environment/water/water-drink/small_supplies_en.html [16] http://www.euro.who.int/en/health-topics/environment-and-health/water-and-sanitation/country-work/ensuring-drinking-water-safety-through-water-safety-plans [17] Zie
http://ec.europa.eu/environment/water/water-drink/derogations_en.html en CIRCABC. [18] Vanwege
de mate waarin onzekerheden en incidenten (bv. fouten tijdens de monsterneming
of analyse) optreden is een foutmarge van 1 % aanvaardbaar; bovendien
worden de nalevingspercentages als intervallen vermeld omdat in de meeste
gevallen sprake is van overschrijdingen van beperkte duur. De resultaten zijn niet geheel vergelijkbaar door verschillen in de
monsterneming- en controlemethoden en het gebrek aan een gestandaardiseerde
aanpak, maar de gegevens geven een goed overzicht van de situatie in de hele
EU. [19] Op
grond van de richtlijn was het tot in december 2008 toegestaan om voor de chemische
parameter totaal trihalomethanen af te wijken van de drempel van
bijlage I, deel B(tot 150 microgram/l in plaats van
100 microgram/l).