17.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 369/49

1.

De Gemeenschappelijke Onderneming Sesar, gevestigd te Brussel, werd in februari 2007 (1) opgericht voor het beheer van de activiteiten van het Sesar-project (Single European Sky Air Traffic Management Research).

2.

Het Sesar-project beoogt de modernisering van de luchtverkeersbeveiliging (ATM) in Europa en is in drie fasen verdeeld:

3.

De gemeenschappelijke onderneming was opgezet als publiek-privaat partnerschap. De oprichtende leden zijn de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, en Eurocontrol, vertegenwoordigd door haar agentschap. Na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling werden 15 publieke en private ondernemingen uit de luchtvaartindustrie lid van de gemeenschappelijke onderneming. Hieronder bevinden zich verleners van luchtvaartnavigatiediensten, vertegenwoordigers van de grond- en luchtmaterieelproducerende industrie, vliegtuigfabrikanten, luchthavenautoriteiten en fabrikanten van boordapparatuur.

4.

Het budget voor de ontwikkelingsfase van het Sesar-project is 2,1 miljard euro, dat in gelijke delen door de EU, Eurocontrol en de deelnemende publieke en private partners moet worden gedragen. De bijdrage van de EU wordt betaald uit het zevende kaderprogramma voor onderzoek en het programma voor de trans-Europese vervoersnetwerken. Ongeveer 90 % van de financiering door Eurocontrol en de andere belanghebbenden wordt in natura verstrekt.

5.

De Gemeenschappelijke Onderneming Sesar begon autonoom te werken op 10 augustus 2007.

6.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, de toetsing van verrichtingen op het niveau van de gemeenschappelijke onderneming en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

7.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

8.

Overeenkomstig de artikelen 33 en 43 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (4) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:

9.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (6) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

10.

De controle van de Rekenkamer houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures, waaronder de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen of op onwettige of onregelmatige verrichtingen als gevolg van fraude of fouten, is afhankelijk van het controleoordeel van de Rekenkamer. Bij het maken van deze risico-inschattingen wordt rekening gehouden met de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen door de entiteit om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle van de Rekenkamer worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

11.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de hiernavolgende oordelen.

12.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming op alle materiële punten een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2012 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar financiële regeling en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

13.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2012 afgesloten jaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

14.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

15.

De door de raad van bestuur vastgestelde definitieve begroting 2012 omvatte vastleggingskredieten ten belope van 156,6 miljoen euro en betalingskredieten ten belope van 124,2 miljoen euro. De bestedingsgraad bedroeg 95,0 % voor de vastleggingskredieten en 86,3 % voor de betalingskredieten.

16.

De voorlopige resultatenrekening van de begrotingsuitvoering 2012 komt uit op een resultaat van 12,4 miljoen euro, met ontvangsten die bestaan uit bijdragen van leden ad 107,4 miljoen euro en andere inkomstenbronnen van 0,1 miljoen euro plus het begrotingsoverschot van het voorgaande jaar van 15,6 miljoen euro. Dit totaal wordt verrekend met de betalingen van 107,3 miljoen euro. De geldmiddelen en kasequivalenten bedragen aan het einde van het jaar 15,7 miljoen euro.

17.

Op 31 december 2012 werd er in de ontwikkelingsfase van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar door 16 leden aan programma-activiteiten gewerkt waarbij meer dan 100 particuliere en openbare instanties en onderaannemers waren betrokken. Van de 336 geselecteerde projecten waren er 312 (92,8 %) in uitvoering.

18.

Van de cofinancieringsbijdragen van de Europese Unie en Eurocontrol aan leden (595 miljoen euro) was 437,5 miljoen euro op 31 december 2012 vastgelegd en 233,8 miljoen euro betaald. Naar verwachting zal de resterende 158 miljoen euro per 31 december 2013 zijn vastgelegd, en zal 361,2 miljoen euro zijn betaald per 31 december 2016.

19.

In april 2013 bevestigde de rekenplichtige de validering van de onderliggende bedrijfsprocessen, hetgeen aangeeft dat het internebeheersingssysteem in het begrotingsjaar 2012 niet significant werd aangepast.

20.

Op basis van de gunning van programma-activiteiten zoals formeel vastgelegd in de multilaterale kaderovereenkomst en de wijzigingen daarvan, worden de nettobijdragen in natura voor de gehele looptijd van Sesar op 31 december 2012 geschat op 1 300 miljoen euro. De uitvoerend directeur valideerde gedurende 2012 nettobijdragen in natura van 139,2 miljoen euro.

21.

De Rekenkamer constateert dat er op de volgende gebieden betreffende de controle vooraf verbetering geboden is:

22.

In overeenstemming met het gecoördineerde strategische controleplan 2012-2014 voor de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar van de dienst Interne Audit (DIA) en de interne-auditfunctie (IAF) verrichtte de DIA een programma-/projectcontrole en een IT-risicobeoordeling. De IAF van Sesar onderzocht drie uitnodigingen tot inschrijving en controleerde de toepassing van vier internecontrolenormen. Zij zorgde ook voor follow-up van haar verslagen 2010 en 2011 en verleende andere assurance-diensten.

23.

Het beleid en de prakijken van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar op het gebied van de bescherming, verspreiding en overdracht van onderzoeksactiviteiten en intellectuele eigendomsrechten (IE) en de daarmee samenhangende toezicht- en verslagleggingssystemen vallen onder Verordening (EG) nr. 219/2007 (7).

24.

Gedetailleerde regels zijn opgenomen in lidmaatschapsovereenkomsten (LO) en de multilaterale kaderovereenkomst (MKO) tussen de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar en haar leden. Meer bepaald staat in artikel 15 van de MKO dat de raad van bestuur nader moet bepalen hoe de IE-regels moeten worden toegepast.

25.

De IE-bepalingen in deze drie documenten zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de regels zoals neergelegd in het KP7 en TEN-T, waarbij rekening is gehouden met de bijzondere kenmerken van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar, een publiek-privaat partnerschap.

26.

De Gemeenschappelijke Onderneming Sesar houdt in verschillende stadia van de gefinancierde projecten toezicht op de tenuitvoerlegging van deze bepalingen en er worden verslagen opgesteld voor de raad van bestuur. De gemeenschappelijke onderneming bracht in juni 2013 verslag uit over het IE-toezicht door de raad van bestuur een verslag voor te leggen dat uitsluitend is gewijd aan het toezicht op de IE-bepalingen tot op heden door de gemeenschappelijke organisaties.