EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013TA1213(01)

Verslag over de jaarrekening van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

PB C 365 van 13.12.2013, p. 1–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 365/1


VERSLAG

over de jaarrekening van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

2013/C 365/01

INLEIDING

1.

Het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (hierna: „Agentschap” ofwel „ACER”), gevestigd te Ljubljana, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad (1). Het Agentschap heeft voornamelijk tot taak om de nationale regulerende instanties bij te staan bij het op EU-niveau uitoefenen van de door hen in de lidstaten vervulde reguleringstaken, en zo nodig hun optreden te coördineren. In het kader van de REMIT-verordening (2) heeft het Agentschap — samen met de nationale regulerende instanties — bijkomende nieuwe verantwoordelijkheden gekregen ten aanzien van het toezicht op de Europese groothandelsmarkt voor energie (3).

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

2.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a)

de jaarrekening van het Agentschap, die bestaat uit de financiële staten (4) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (5) betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

4.

Overeenkomstig de artikelen 33 en 43 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (6) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Agentschap, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:

a)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Agentschap omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (7) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van het Agentschap goed nadat de rekenplichtige deze heft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Agentschap.

b)

De verantwoordelijkheid van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

5.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle het Europees Parlement en de Raad (8) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

6.

De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de gemaakte boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

7.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

8.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2012 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

9.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

10.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER DE WETTIGHEID EN REGELMATIGHEID VAN DE VERRICHTINGEN

11.

Ter dekking van het hogere schoolgeld verleent het Agentschap aan personeelsleden met kinderen op de lagere of middelbare school een extra toelage bovenop de in het Statuut vastgelegde onderwijstoelage (9). De extra toelagen over 2012 bedroegen in totaal ongeveer 23 000 euro. Deze bedragen vallen niet onder het Statuut en zijn dus onregelmatig.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

12.

Het Agentschap heeft 1,7 miljoen euro aan vastgelegde kredieten van titel II van zijn begroting (gebouwen van het Agentschap en bijbehorende kosten) overgedragen, ofwel 81 % van de totale vastgelegde kredieten van titel II. Deze overdrachten betreffen voornamelijk de nog lopende uitvoering van de REMIT-verordening. Aangezien deze uitvoering verband houdt met de beleidsactiviteiten van het Agentschap, hadden de middelen moeten zijn begroot onder titel III.

13.

In 2012 deed het Agentschap 20 begrotingsoverschrijvingen van ongeveer 1 miljoen euro betreffende 43 begrotingsonderdelen. Dit wijst op gebreken in de begrotingsplanning.

OVERIGE OPMERKINGEN

14.

Aan het eind van het jaar bezat het Agentschap 4,2 miljoen euro aan kasmiddelen, inclusief het begrotingsoverschot van 2011 ad 1,6 miljoen euro dat voortvloeide uit een overmatige afroeping van middelen in 2011 en in januari 2013 werd teruggevorderd door de Commissie. Dit is in strijd met een strikt kasmiddelenbeheer.

15.

De gecontroleerde wervingsprocedures vertoonden tekortkomingen wat betreft de doorzichtigheid en gelijke behandeling van de kandidaten: de vragen voor de sollicitatiegesprekken en tests waren niet vastgesteld voordat de sollicitaties werden onderzocht. De voorwaarden voor toelating tot de schriftelijke tests en sollicitatiegesprekken en voor opname in de lijst van geschikte kandidaten waren niet gedetailleerd genoeg beschreven en de getroffen maatregelen om de anonimiteit van kandidaten tijdens schriftelijke tests te verzekeren, waren ontoereikend.

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN HET VOORGAANDE JAAR

16.

Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van het voorgaande jaar.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 10 september 2013.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1.

(2)  Verordening nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1), die het Agentschap een belangrijke rol toebedeelt in het toezicht op de groothandelsmarkt voor energie in heel Europa.

(3)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap.

(4)  Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(5)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(6)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(7)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, indien relevant, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

(8)  Artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

(9)  Volgens artikel 3 van bijlage VII tweemaal de basistoelage van 252,81 euro = 505,62 euro.


BIJLAGE I

Follow-up van de opmerkingen van het voorgaande jaar

Jaar

Opmerking van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond / Loopt nog / Nog af te handelen / N.v.t.)

2011

Het hoge bedrag aan ongebruikte kredieten en overdrachten alsmede het lage bedrag aan betalingen wijzen op tekortkomingen in de begrotingsplanning en —uitvoering en is in strijd met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit.

Loopt nog

2011

De transparantie van de wervingsprocedures is voor verbetering vatbaar. Zo werd in kennisgevingen van vacature het maximumaantal kandidaten dat op de reservelijst kon worden geplaatst, niet aangegeven en werd niet gewezen op de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen. Bovendien waren de vragen voor de schriftelijke toetsingen en de sollicitatiegesprekken alsmede de weging ervan niet vastgesteld voordat de sollicitaties werden onderzocht.

Loopt nog

2011

In 2011 betaalde het Agentschap verblijfsvergoedingen ten bedrage van 10 839 euro aan gedetacheerde deskundigen die ingezetenen waren van de staat waar het Agentschap gevestigd is. Deze betaling is in strijd met de voorschriften betreffende de detachering van nationale deskundigen zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het Agentschap, die bepalen dat dergelijke vergoedingen uitsluitend worden toegekend aan tijdelijke functionarissen die geen ingezetene zijn van de lidstaat waar zij werkzaam zijn; dergelijke betalingen zijn onregelmatig.

Afgerond


BIJLAGE II

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (Ljubljana)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Artikel 114 (oud-artikel 95 VEG) en artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité de maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen.

In het kader van de totstandbrenging en de werking van de interne markt en rekening houdend met de noodzaak om het milieu in stand te houden en te verbeteren, is het beleid van de Unie op het gebied van energie, in een geest van solidariteit tussen de lidstaten, erop gericht:

a)

de werking van de energiemarkt te waarborgen;

b)

de continuïteit van de energievoorziening in de Unie te waarborgen;

c)

energie-efficiëntie, energiebesparing en de ontwikkeling van nieuwe en duurzame energie te stimuleren, en

d)

de interconnectie van energienetwerken te bevorderen.

Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure de maatregelen vast die noodzakelijk zijn om deze doelstellingen te verwezenlijken. Deze maatregelen worden vastgesteld na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio’s.

Bevoegdheden van het Agentschap

(Zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad; Verordening (EU) nr. 838/2010 van de Commissie; Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad)

Doelstellingen

Het doel van het Agentschap is de nationale regulerende instanties bij te staan bij het op EU-niveau uitoefenen van de in de lidstaten vervulde reguleringstaken, en zo nodig hun optreden te coördineren.

Taken

Aanvullen en coördineren van het werk van de nationale regulerende instanties;

deelnemen aan het instellen van Europese netvoorschriften;

onder bepaalde omstandigheden individuele besluiten nemen inzake de voorwaarden voor toegang tot en de operationele veiligheid van grensoverschrijdende infrastructuur;

Europese instellingen van advies dienen inzake diverse vraagstukken op het gebied van energie;

toezicht houden op ontwikkelingen op de energiemarkten en daarover rapporteren;

een voorstel aan de Commissie van de EU formuleren betreffende het jaarlijkse bedrag van de vergoeding voor de grensoverschrijdende infrastructuur voor de ITC-mechanismen;

samenwerken met de nationale regulerende instanties, ESMA, bevoegde financiële autoriteiten van de lidstaten en in voorkomend geval met nationale mededingingsautoriteiten om toezicht te houden op de groothandelsmarkten voor energie;

de werking en transparantie van verschillende categorieën van markten en vormen van handel evalueren, en

de Commissie aanbevelingen doen ten aanzien van marktvoorschriften, transactiedocumenten, handelsorders, normen en procedures die de marktintegriteit en de werking van de interne markt zouden kunnen verbeteren.

Organisatie

Raad van bestuur

Samenstelling

Twee leden benoemd door het Europees Parlement, twee leden benoemd door de Commissie en vijf leden benoemd door de Raad. Voor elk lid is er een plaatsvervanger.

Taken

De raad van bestuur stelt het jaarprogramma en de begroting van het Agentschap vast en houdt toezicht op de uitvoering ervan.

Directeur

Benoemd door de raad van bestuur na gunstig advies van de raad van regulators en op basis van een lijst van door de Commissie voorgedragen kandidaten.

Raad van regulators

Samenstelling

Eén hooggeplaatste vertegenwoordiger van de regulerende instanties van elke lidstaat en een vertegenwoordiger van de Commissie zonder stemrecht. Elk lid heeft een plaatsvervanger, benoemd door de nationale regulerende instantie van elke lidstaat.

Taken

aan de directeur advies uitbrengen over de adviezen, aanbevelingen en besluiten waarvan de aanneming wordt overwogen;

de directeur richtsnoeren geven bij de uitoefening van zijn taken;

bij de raad van bestuur advies uitbrengen over de kandidaat die voorgedragen wordt als directeur, en

het werkprogramma van het Agentschap goedkeuren.

Externe controle

Europese Rekenkamer.

Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad.

In 2012 (2011) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

Begroting 2012 (2011)

7,2 (4,8) miljoen euro

Personeelsbestand per 31 december 2012(2011)

In de lijst van het aantal ambten opgenomen posten: 43 (40)

waarvan bezet per 31 december: 42 (39)

Overige posten: 14 (12)

Totaalaantal personeelsleden: 57 (39), waarvan er

34 (28) operationele, en

23 (11) administratieve taken verrichten.

Producten en diensten in 2012

Twee kaderrichtsnoeren (Elektriciteit: KR inzake balancering; Gas: KR inzake Interoperabiliteit). Openbare raadplegingen georganiseerd zoals voorgeschreven in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 713/2009, met inbegrip van workshops.

Netwerkcodes

a)

drie met redenen omklede adviezen over netwerkcodes (Elektriciteit: Netwerkcode Netaansluitingseisen geldend voor alle generatoren en Netwerkcode Capaciteitstoewijzing en congestiebeheer; Gas: Netwerkcode Mechanisme voor capaciteitstoewijzing).

b)

Twee aanbevelingen met beperking voor netwerkcodes (beide Gasnetwerkcode Mechanisme voor capaciteitstoewijzing).

Advies over het ENTSOG-werkprogramma 2012.

Advies over „Winter Supply Outlook” voor 2011-2012 van ENTSOG.

Advies over „Summer Supply Outlook” voor 2012 van ENTSOG.

Advies over jaarlijks werkprogramma 2013 van ENTSOG.

Advies over ENTSO-E TYNDP 2012.

Advies over „Summer Outlook Report 2012” en „Winter Review 2011/2012” van ENTSO-E.

Advies over het jaarverslag 2011 van ENTSO-E.

Een gezamenlijk ACER-CEER Markttoezichtverslag (artikel 11 van Verordening (EG) nr. 713/2009) werd uitgebracht op 29 november en gepresenteerd in Brussel.

Aanbeveling over artikel 2, lid 1, onder n), van het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (COM(2011) 656 final).

Aanbeveling over de transactiegegevens van Verordening (EU) nr. 1227/2011 (REMIT) vastgesteld.

Besluit betreffende de registratievorm overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1227/2011 goedgekeurd.

De tweede editie van het richtsnoer inzake de toepassing van de in artikel 2 van REMIT opgesomde definities werd uitgebracht op 28 september 2012.

Succesvolle sluiting van de drie kaderovereenkomsten voor de uitvoering van REMIT.

Situatieoverzicht Regionale Initiatieven 2011 gepubliceerd in maart.

Gepubliceerde kwartaalverslagen: drie over de online regionale initiatieven Gas (GRI’s) en vier over de online regionale initiatieven Elektriciteit (ERIs).

Twee nieuwe werkgroepen van het Agentschap opgericht: één voor uitvoering, toezicht en procedures (AIMPWG) en één voor marktintegriteit en transparantie (AMITWG); regels voor het functioneren van de werkgroepen bijgewerkt.

Op 14 maart 2012 organiseerde het Agentschap zijn jaarlijkse conferentie „Making the Internal Energy Market a reality — which role for ACER?”; bijgewoond door 220 deelnemers.

Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

11.

Omdat er geen Europese school in Slovenië is en er behoefte bestaat aan een sociale maatregel om de ongelijke arbeidsomstandigheden (in de lijn van artikel 1 sexies van het Statuut) te compenseren voor de functionarissen van het Agentschap in vergelijking met personeel dat werkzaam is in andere EU-instellingen waar wel Europese scholen beschikbaar zijn, heeft de raad van bestuur besluit AB nr. 01/2011 van 11 februari 2011 over de steun aan ACER-functionarissen met betrekking tot de peuter/kleuterschool- en schooltarieven vastgesteld. Het bedrag dat daarvoor in aanmerking komende functionarissen voor elk schoolgaand kind ontvangen mag niet hoger zijn dan de tarieven die voor de Europese school in Brussel worden betaald.

12.

Het Agentschap kreeg van de Commissie het advies het REMIT-project te boeken onder titel II, aangezien het merendeel van de opstartkosten betrekking heeft op IT-toepassingen. Het Agentschap heeft besloten REMIT-gerelateerde uitgaven met ingang van 2014 te gaan boeken onder titel III, wanneer het naar verwachting zal beginnen met het toezicht op de energiemarkt.

13.

Na een uitvoerige beoordeling besefte het Agentschap dat de beoogde begroting voor REMIT ontoereikend zou zijn voor de ontwikkeling van een doeltreffend IT-systeem ten behoeve van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1227/2011. Daarom probeerde het al in 2012 vast te stellen waar in zijn begroting aanvullende middelen voor REMIT zouden kunnen worden gevonden. Omdat de begroting van het Agentschap al krap was, konden slechts geringe bedragen van andere begrotingslijnen worden overgeschreven. Dit werd systematisch gedaan en heeft geleid tot een groot aantal begrotingsoverschrijvingen van kleine bedragen.

14.

In de 4,2 miljoen EUR aan kasmiddelen op de bankrekening van het Agentschap aan het einde van het jaar waren begrepen het begrotingsoverschot van het jaar 2011 ten bedrage van 1,6 miljoen euro, dat in januari 2013 werd teruggestort omdat het Agentschap pas op 8 januari 2013 het verzoek hiertoe van de Europese Commissie had ontvangen, het begrotingsoverschot van het jaar 2012 ten bedrage van 0,6 miljoen euro, dat moet worden terugbetaald zodra de Commissie hierom verzoekt, en een bedrag van 1,9 miljoen euro om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen die het Agentschap nog voor het eind van het jaar was aangegaan en die naar 2013 werden overgedragen. Het Agentschap streeft in zijn kasmiddelenbeheer naar de beschikbaarheid van voldoende middelen om steeds aan zijn uitstaande verplichtingen te kunnen voldoen.

15.

Het Agentschap volgt nauwgezet de procedures voor sollicitatiegesprekken en schriftelijke tests, zoals deze uitvoerig zijn vastgelegd in besluit 2012-17 van de directeur van 20 maart 2012 inzake de richtsnoeren voor aanwervingsprocedures en voor het werk in de selectiecomités, en ziet erop toe dat de vragen en beoordelingscriteria zijn vastgesteld voordat met de tests en de gesprekken wordt aangevangen. Om rekening te kunnen houden met de opmerkingen van de controleurs, stemt het Agentschap in met een herziening van de huidige procedure. Het Agentschap is van mening dat anonimiteit van tests niet van wezenlijk belang is voor het waarborgen van objectiviteit in de selectieprocedure. Het selectiepanel stelt tevoren de criteria vast voor de bepaling van de testscores teneinde een objectieve beoordeling van de schriftelijke tests te garanderen. Bovendien kunnen sommige tests niet anoniem worden gehouden, aangezien de kandidaten wordt gevraagd in het antwoord hun ervaring toe te lichten of een presentatie voor te bereiden die zij aan het begin van het gesprek moeten geven.


Top