Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013TA0110(06)

Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming

PB C 6 van 10.1.2013, p. 46–55 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 6/46


VERSLAG

over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming

2013/C 6/06

INLEIDING

1.

De Gemeenschappelijke Onderneming Sesar, gevestigd te Brussel, werd in februari 2007 (1) opgericht voor het beheer van de activiteiten van het Sesar-programma (Single European Sky Air Traffic Management Research).

2.

Het Sesar-programma beoogt de modernisering van de luchtverkeersbeveiliging (ATM) in Europa en is in drie fasen verdeeld:

a)

de in 2005 begonnen „definitiefase”, geleid door de Europese Organisatie voor de Veiligheid van de Luchtvaart (Eurocontrol) en gecofinancierd uit de begroting van de Europese Unie (EU) via het programma voor het trans-Europese vervoersnetwerk. Het resultaat is het Europese „ATM-masterplan”, dat de inhoud en ontwikkeling van, en ontplooiingsplannen voor de nieuwe generatie ATM-systemen bepaalt;

b)

de „ontwikkelingsfase” (2008-2013), die wordt beheerd door de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar (zie de bijlage), en leidt tot de totstandbrenging van nieuwe technologische systemen, bestanddelen en operationele procedures zoals bepaald in het Europese ATM-masterplan;

c)

de „stationeringsfase” (2014-2020), die zal worden geleid door het bedrijfsleven en belanghebbenden, voor de grootschalige productie en invoering van de nieuwe luchtverkeersbeveiligingsinfrastructuur.

3.

De gemeenschappelijke onderneming is opgezet als publiek-privaat partnerschap. De stichtende leden zijn de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie, en Eurocontrol, vertegenwoordigd door haar agentschap. Na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling werden 15 publieke en private ondernemingen uit de luchtvaartindustrie lid van de gemeenschappelijke onderneming. Hieronder bevinden zich verleners van luchtvaartnavigatiediensten, grond- en luchtmaterieelproducerende industrie, vliegtuigfabrikanten, luchthavenautoriteiten en fabrikanten van boordapparatuur.

4.

Het budget voor de ontwikkelingsfase van het Sesar-programma is 2,1 miljard euro, dat in gelijke delen door de EU, Eurocontrol en de deelnemende publieke en private partners moet worden gedragen. De bijdrage van de EU wordt betaald uit het zevende onderzoekskaderprogramma en het programma voor de trans-Europese vervoersnetwerken. Ongeveer 90 % van de bijdrage van Eurocontrol en de andere belanghebbenden wordt in natura geleverd.

5.

De Gemeenschappelijke Onderneming Sesar begon autonoom te werken op 10 augustus 2007.

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

6.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat analytische controleprocedures, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële controles van de toezicht- en controlesystemen van de gemeenschappelijke onderneming. Hierbij komt nog controle-informatie die voortkomt uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

7.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie controleerde de Rekenkamer de jaarrekening (2) van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar, die bestaat uit de „financiële staten” (3) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting” (4) betreffende het per 31 december 2011 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

8.

Als ordonnateur voert de directeur de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling (5) van de gemeenschappelijke onderneming, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten (6). De directeur is verantwoordelijk voor het opzetten van de organisatorische structuur en van de interne beheers- en controlesystemen en -procedures die van belang zijn om definitieve rekeningen (7) te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en om te verzekeren dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn.

De verantwoordelijkheid van de controleur

9.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle een verklaring af te geven over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

10.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

11.

Een controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat een beoordeling omvat van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risicobeoordelingen kijkt de controleur naar de interne controles met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en van de redelijkheid van de gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

12.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

13.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar op alle materiële punten een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2011 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (8).

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

14.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar betreffende het per 31 december 2011 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

15.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BEHEER

16.

De door de raad van bestuur vastgestelde definitieve begroting 2011 omvatte vastleggingskredieten ten belope van 148 miljoen euro en betalingskredieten ten belope van 91,7 miljoen euro. De bestedingsgraad bedroeg 99,4 % voor de vastleggingskredieten en 82,4 % voor de betalingskredieten.

17.

In 2011 beliepen de bijdragen van de leden (34 miljoen euro) samen met het resultaat van het voorgaande jaar (57 miljoen euro) en andere inkomstenbronnen (0,2 miljoen euro) 91,2 miljoen euro, terwijl de betalingen 75,6 miljoen euro beliepen. Dit leidde tot een positief begrotingsresultaat van 15,6 miljoen euro en deposito's op bankrekeningen aan het eind van het jaar van in totaal 15,3 miljoen euro. Dit is in strijd met het begrotingsbeginsel van evenwicht.

ESSENTIËLE CONTROLES VAN DE TOEZICHT- EN CONTROLESYSTEMEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING

Internecontrolesystemen

18.

De Rekenkamer merkt op dat een door een onafhankelijk extern controleur verricht onderzoek van de bedrijfsprocessen van de gemeenschappelijke onderneming in 2011 uitwees dat de internecontrolesystemen doeltreffend functioneerden. In april 2012 valideerde de rekenplichtige de onderliggende bedrijfsprocessen, overeenkomstig het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming.

De interne-auditfunctie en de dienst Interne Audit van de Commissie

19.

De Commissie constateerde eerder dat de Commissie en de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar maatregelen hebben getroffen om de respectieve operationele rollen van de dienst Interne Audit van de Commissie (DIA) en van de interne-auditfunctie van de gemeenschappelijke onderneming te verduidelijken (9).

20.

De Rekenkamer merkt op dat de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming in november 2011 een „gecoördineerd strategisch DIA-controleplan” heeft vastgesteld voor de gemeenschappelijke onderneming in de periode 2012-2014.

ANDERE AANGELEGENHEDEN

Te late betaling van de lidmaatschapsbijdragen

21.

De termijn van 1 juli 2011 voor betaling aan de gemeenschappelijke onderneming van de contante bijdragen van haar leden voor dat jaar werd niet in acht genomen. Eind augustus 2011 waren er nog 17 openstaande invorderingsopdrachten voor een totaalbedrag van 3,7 miljoen euro. Twee leden hadden eind 2011 in het geheel geen jaarlijkse bijdrage betaald.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 15 november 2012.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1361/2008 (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12).

(2)  Bij deze rekening is een verslag gevoegd over het budgettair en financieel beheer tijdens het jaar, dat nadere informatie verschaft over de uitvoering en het beheer van de begroting.

(3)  De financiële staten omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(4)  De verslagen over de begrotingsuitvoering omvatten ook de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(5)  Financiële regeling van Sesar, vastgesteld door de raad van bestuur op 28 juli 2009.

(6)  Artikel 33 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72).

(7)  De regels inzake de rekening en verantwoording en de boekhouding van EU-organen zijn vastgelegd in de hoofdstukken 1 en 2 van titel VII van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 652/2008 (PB L 181 van 10.7.2008, blz. 23), en zijn opgenomen in de financiële regeling van de gemeenschappelijke onderneming Sesar.

(8)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (Ipsas) of, bij gebreke daarvan, van de International Financial Reporting Standards (IFRS).

(9)  Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de gemeenschappelijke onderneming (PB C 368 van 16.12.2011, blz. 32).


BIJLAGE

Gemeenschappelijke Onderneming Sesar (Brussel)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Artikel 187)

Onderzoek en technologische ontwikkeling en ruimte.

Goede uitvoering van programma’s voor onderzoek en technologische ontwikkeling en demonstratie in de Europese Unie.

Bevoegdheden van de GO / het UA

(Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1361/2008)

Hoofddoelstellingen

De gemeenschappelijke onderneming heeft tot doel door coördinatie en concentratie van alle relevante onderzoek- en ontwikkelingsinspanningen in de EU te zorgen voor de modernisering van het Europese luchtverkeersbeveiligingssysteem. Zij is belast met de uitvoering van het ATM-masterplan, met name met de volgende taken:

in overeenstemming met het ATM-masterplan zorgen voor de organisatie en de coördinatie van de activiteiten van de ontwikkelingsfase van het SESAR project, zoals deze resulteren uit de door Eurocontrol beheerde definitiefase van het project, door de publieke en de particuliere financiële middelen in één enkele structuur te bundelen en te beheren,

de nodige financiering voor de activiteiten van de ontwikkelingsfase van het Sesar-project aantrekken, in overeenstemming met het ATM-masterplan,

de betrokkenheid van de belanghebbenden van de luchtverkeersbeveiligingssector in Europa garanderen; het gaat met name om: verleners van luchtvaartnavigatiediensten, luchtruimgebruikers, belangenorganisaties van beroepspersoneel, luchthavens, en de industrie, alsmede de relevante wetenschappelijke instellingen of de relevante wetenschappelijke gemeenschap,

de technische onderzoeks-, ontwikkelings-, validerings- en studiewerkzaamheden organiseren die onder haar gezag moeten worden uitgevoerd en aldus versnippering van deze activiteiten voorkomen,

toezicht uitoefenen op de activiteiten met betrekking tot de ontwikkeling van naar behoren in het ATM-masterplan aangegeven gemeenschappelijke producten en, zo nodig, speciale openbare aanbestedingen organiseren.

Bestuur

Raad van bestuur

De raad van bestuur heeft tot taak:

a)

het door de Raad goedgekeurde ATM-masterplan, als bedoeld in artikel 1, lid 2, van de verordening vast te stellen en alle wijzigingsvoorstellen goed te keuren;

b)

de nodige richtsnoeren te geven en besluiten te nemen die nodig zijn voor de uitvoering van de ontwikkelingsfase van het Sesar-project en algemeen toezicht uit te oefenen op de uitvoering daarvan;

c)

het in artikel 16, lid 1, bedoelde werkprogramma en de jaarlijkse werkprogramma's van de gemeenschappelijke onderneming, alsmede de jaarlijkse begroting, met inbegrip van de personeelsformatie goed te keuren;

d)

een onderhandelingsmandaat te verlenen en te beslissen over de toetreding van nieuwe leden en over de bijbehorende, in artikel 1, lid 3, bedoelde lidmaatschapsovereenkomsten;

e)

toe te zien op de uitvoering van de overeenkomsten tussen de leden en de gemeenschappelijke onderneming;

f)

de uitvoerend directeur te benoemen en ontslaan en het organogram goed te keuren en toe te zien op het functioneren van de uitvoerend directeur;

g)

te beslissen over de hoogte van de financiële bijdragen en de procedures voor de betaling daarvan en over de raming van de bijdragen in natura van de leden;

h)

de financiële regeling van de gemeenschappelijke onderneming vast te stellen;

i)

de jaarrekening en de balans goed te keuren;

j)

het jaarverslag over de vorderingen in de ontwikkelingsfase van het Sesar-project en de financiële situatie bedoeld in artikel 16, lid 2, goed te keuren;

k)

besluiten te nemen over de voorstellen aan de Commissie betreffende verlenging en ontbinding van de gemeenschappelijke onderneming;

l)

de voorwaarden vast te stellen voor verlening van toegangsrechten tot materiële en immateriële activa die het eigendom zijn van de gemeenschappelijke onderneming en voor de overdracht van deze activa;

m)

de regels en procedures vast te stellen voor het sluiten van de overeenkomsten die nodig zijn voor uitvoering van het ATM-masterplan, met inbegrip van specifieke procedures voor belangenverstrengeling;

n)

overeenkomstig artikel 24 besluiten te nemen over voorstellen aan de Commissie tot wijziging van de statuten;

o)

andere bevoegdheden uit te oefenen en andere functies op zich te nemen, met inbegrip van de eventuele oprichting van ondersteunende instellingen die nodig zijn voor de doeleinden van de ontwikkelingsfase van het Sesar-project;

p)

de regelingen ter uitvoering van artikel 8 aan te nemen.

Uitvoerend directeur

De uitvoerend directeur verricht zijn taken in alle onafhankelijkheid binnen de grenzen van de hem of haar verleende bevoegdheden.

De uitvoerend directeur heeft de leiding over de uitvoering van het Sesar-project in het kader van de richtsnoeren die zijn vastgelegd door de raad van bestuur, waaraan hij verantwoording verschuldigd is. Hij verstrekt aan de raad van bestuur alle inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de vervulling van zijn functies.

De uitvoerend directeur heeft de volgende taken:

a)

het tewerkstellen, leiden en controleren van het personeel van de gemeenschappelijke onderneming met inbegrip van al het in artikel 8 bedoelde personeel;

b)

het organiseren, leiden en controleren van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming;

c)

zijn voorstellen betreffende het organogram aan de raad van bestuur voorleggen;

d)

het algehele en het jaarlijks werkprogramma van de gemeenschappelijke onderneming, met inbegrip van een programmabestek opstellen en geregeld bijwerken, en het aan de raad van bestuur voorleggen;

e)

een ontwerp van jaarlijkse begroting, met inbegrip van de personeelsformatie opstellen, overeenkomstig de financiële regeling, en dit voorleggen aan de raad van bestuur;

f)

erop toezien dat de verplichtingen van de gemeenschappelijke onderneming die voortvloeien uit door haar gesloten contracten en overeenkomsten, worden nagekomen;

g)

zich ervan vergewissen dat de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming volledig onafhankelijk en zonder enige belangenverstrengeling worden uitgevoerd;

h)

het jaarverslag over de vorderingen van het Sesar-project en de financiële positie opstellen, alsmede elk ander rapport waarom de raad van bestuur kan verzoeken, en deze rapporten voorleggen aan de raad van bestuur;

i)

aan de raad van bestuur de jaarrekeningen en de balans voorleggen;

j)

de raad van bestuur elk voorstel voorleggen betreffende wijzigingen in het concept van het Sesar-project.

Interne audit

Dienst Interne Audit van de Europese Commissie.

Externe controle

Europese Rekenkamer.

Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement, Europese Raad en de raad van bestuur van de GO.

In 2011 (2010) ter beschikking van de gemeenschappelijke onderneming gestelde middelen

Begroting

147,7 miljoen euro

(129,5 miljoen euro)

Personeelsbestand per 31 december 2011

De operationele begroting 2011 voorziet in een lijst van het aantal ambten met 39 tijdelijke functionarissen (TF) en 3 gedetacheerde nationale deskundigen (GND), dus in totaal 42 personeelsleden, waarvan er eind 2011 35 in dienst waren, tegen 37 in 2010:

23 tijdelijke personeelsleden, extern aangeworven,

8 door leden van de GO gedetacheerde personeelsleden overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 219/2007,

3 arbeidscontractanten,

1 GND’er,

waarvan er:

19 uitvoerende;

15 administratieve en ondersteunende, en

1 gemengde taken verrichten.

In 2011 geleverde producten en diensten

2011 vormt een sleuteljaar in de vorderingen in de richting van de tussentijdse doelstellingen en „Visie 2012”, in het bijzonder:

Doelstelling nr. 1 —   Eerste 4D-traject wordt gevalideerd in een operationele omgeving, ondersteund door satelliettechnologie

De eerste op het 4D-traject gebaseerde verrichtingen worden volgens plan gevalideerd tijdens een eerste valideringssessie die plaatsvindt als onderdeel van Release 1 in februari 2012, in de verkeersomgeving van MUAC, NUAC en „Stockholm Approach”. In 2011 werd een aantal voorbereidende activiteiten verricht waaronder de ontwikkeling en integratie van twee FMS-prototypen, evenals een aantal simulatieactiviteiten die grond- en luchtsimulatieplatforms verbinden. De tweede fase, onderdeel van Release 2, staat gepland voor eind 2012, en de derde voor 2013. Het doel is, de operationele procedure voor het vliegen volgens een CTA in het „en-route” en TMA-luchtruim te valideren.

Naar verwachting wordt de doelstelling grotendeels volgens plan behaald in 2012, hoewel het gebruik van satelliettechnologieën wordt geïntroduceerd na het tijdsgewricht van 2013.

Doelstelling nr. 2 —   10 000 vluchten, waaronder 500 militaire, voorzien van een Sesar-kenmerk

In 2011 bleken reeds bij 9 366 commerciële vluchten (inclusief AIRE- en OPTIMI-vluchtdemonstraties) vroegtijdige voordelen van Sesar op te treden. Opgemerkt zij echter dat het aantal militaire vluchten op dit moment beperkt blijft. Naast de lopende programma-activiteiten besloot de raad van bestuur van de GOS een oproep tot het indienen van voorstellen uit te schrijven voor „demonstratieactiviteiten”, waarbij geïntegreerde proefnemingen in 2012 de GOS in staat zullen stellen het streefdoel te halen en de militaire dimensie met name in 2013 ook te integreren.

Doelstelling nr. 3 —   80 % van de Sesar-projecten heeft de output getest in levensechte omstandigheden

Met het oog op de verwezenlijking van hun doelstelling om 80 % van de valideringstesten in levensechte omstandigheden te verrichten, werd een valideringsstrategie vastgesteld. In het bijzonder zullen de producten van Release 1 en die welke zijn gepland voor Release 2 in 2012 de primaire projecten koppelen aan de verschillende sessies die worden uitgevoerd binnen de operationele aandachtsgebieden en aan echte systemen of omgevingen.

Doelstelling nr. 4 —   De eerste SWIM-pilots zijn gereed om gegevens uit te wisselen tussen ten minste vijf domeinen

Zoals reeds is gerapporteerd aan de raad van bestuur, werd in 2011 een SWIM-actieplan geïntroduceerd om te reageren op de in de betrokken projecten geïdentificeerde risico’s, waaronder het ontbreken van een wettelijk kader voor SWIM. Er werden enkele vorderingen gemaakt en aangetoond bij het demonstratie-evenement van SWIM, dat plaatsvond in november 2011 en een goede deelname kende vanuit het overkoepelende programma. Een aantal nog onopgeloste kwesties en openstaande prioriteiten heeft de verwezenlijking van de tussentijdse doelstelling echter vertraagd. Ondanks de eind 2011 geboekte vooruitgang en de uitvoering van het actieplan met de bijdrage van de lopende valideringssessie is het onwaarschijnlijk dat de doelstelling wordt gehaald binnen het vastgestelde tijdsbestek.

Doelstelling nr. 5 —   De eerste „remote tower” (op afstand bediende toren) is gebruiksklaar

De eerste valideringssessies voor de „remote tower”, onderdeel van Release 1, zijn volgens plan uitgevoerd en worden in 2012 afgerond teneinde deze tussentijdse doelstelling te halen. De „Release 1”-sessie bevestigde het volgende:

de haalbaarheid van het verlenen van een luchtverkeersleidingsdienst aan het vliegveld Ängelholm vanuit het „ATCC R&D remote tower”-centrum in Malmö,

de haalbaarheid van het op afstand verrichten van nominale en niet-nominale activiteiten,

de technische haalbaarheid van het waarnemen van een „out of window”-verkeerssituatie en operationele omgeving vanuit één enkel vliegveld, en van het weergeven van dit beeld op de locatie op afstand.

De regelgevende instanties namen deel aan deze proefnemingen.

Doelstelling nr. 6 —   De voordelen van Sesar worden aangetoond in stedenparen die acht Europese luchthavens met elkaar verbinden

Na het succes van de eerste AIRE-cyclus in 2009 breidde de gemeenschappelijke onderneming Sesar deze groene tak van het Sesar-programma verder uit. Dankzij de verbinding van belangrijke Europese luchthavens (Parijs, Wenen, Madrid, Keulen, Düsseldorf, Praag, Brussel, Toulouse …) en de betrokkenheid van 40 partners in Europa en daarbuiten heeft AIRE belangrijke voordelen aangetoond op het gebied van emissiereductie. De kwaliteit van deze resultaten is hoog, niet alleen wat betreft de afname van brandstofverbruik en derhalve de CO2-emissies, maar ook vanwege het hoge percentage in dagelijkse ATM-praktijk omgezette projecten.

De resultaten van AIRE en de verwachte resultaten voor de gestarte en in 2012 volgende oproep voor „demonstratieactiviteiten” zullen de verwezenlijking van deze doelstelling mogelijk maken.

Doelstelling nr. 7 —   Luchtruimgebruikers hebben zich aangesloten bij de business case van Sesar voor tijdgerelateerde activiteiten

Deze doelstelling kent vele dimensies en het proces voor de ontwikkeling van de business case is nog niet rijp genoeg om de perspectieven van alle verschillende belanghebbenden te omvatten. Niettemin is een grote inspanning geleverd voor het ontwikkelen van methodologieën voor de business case van luchtvaartnavigatiediensten, luchtruimgebruikers en luchthavens. Stap 1 van de op te leveren producten voor „4D Time Based Operations” is in 2011 gevalideerd en wordt in 2012 verder gevalideerd en er zullen tevens vorderingen worden gemaakt ten aanzien van standaardiseringsactiviteiten. In zekere mate en op bepaalde gebieden zal de business case worden goedgekeurd wat betreft de gereedheid voor industriële productie, waarbij aanvullende werkzaamheden met de belanghebbenden met betrekking tot de ingebruikname ervan nodig zullen zijn. De doelstelling wordt niet gehaald binnen het vastgestelde tijdsbestek, hoewel voorlopige informatie uit de business case beschikbaar zal worden gesteld ter voorbereiding op de overgang naar de ingebruikname van de eerste Sesar-producten vanaf 2013.

Voorts biedt het onderstaande een breder zicht op de voortgang en resultaten in 2011:

de eerste inhoudelijke vrijgave van Sesar, Release 1, was samengesteld uit een eerste technische systeembeoordeling en goedgekeurd door de raad van bestuur als onderdeel van het jaarlijkse werkplan (AWP) 2011. Deze bestond uit 29 valideringssessies met betrekking tot de conceptelementen in 16 operationele aandachtsgebieden,

in juni vond de tweede technische systeembeoordeling plaats om de voortgang van Release 1 te beoordelen in de richting van de stap „V3-validering”, en in het bijzonder de valideringsplannen en de gereedheid van de platforms. De beoordeling leidde tot een aantal corrigerende maatregelen ter beperking van risico’s die verband hielden met de uitvoering van de Release. De beoordeling leidde tot de conclusie dat de algemene voortgang toereikend was, hoewel met betrekking tot het verbruik van middelen en de afstemming van de productie enkele gebreken werden geconstateerd. Met name de mate van rijpheid van de projecten in het volgen van de EOCVM-methodologie was ondanks verbetering ten opzichte van 2010 nog altijd niet toereikend,

Release 1 begint tastbare resultaten op te leveren en markeert een omslagpunt in de ontwikkeling van het nieuwe ATM-systeem,

eind 2011 waren 26 valideringsactiviteiten verricht, wat betekent dat 90 % van Release 1 is voltooid en dat 3 sessies zijn uitgesteld tot 2012,

282 projecten bevinden zich in de uitvoeringsfase en vertegenwoordigen meer dan 90 % van het totale programma, maar de voortgang van het programma is niet gelijkelijk verdeeld. Het afleiden van operationele vereisten uit het overkoepelende concept verloopt in feite trager dan verwacht en dit heeft impact op het kritieke pad van verschillende technische projecten. Er moest een aantal verzachtende maatregelen worden getroffen en daarop wordt toegezien door de programmacontrolegroep. SWIM vormt een ander aandachtsgebied waarvoor een specifiek actieplan werd uitgewerkt om de in de loop van 2011 geconstateerde kwesties te verhelpen,

wat betreft het verbruik van middelen (FTE) wijzen de eerste schattingen die eind 2011 door de lidstaten werden overgelegd in het algemeen op onderbesteding met 20 %. Niettemin moet worden opgemerkt dat voor veel projecten de geplande verdeling van middelen gedurende de uitvoeringsfase thans wordt herzien en nog niet tot uitdrukking komt in het uitgangsniveau aan de hand waarvan de voortgang van het programma wordt gemeten. Na de herschikkingen IBAFO I en II die werden vastgesteld door de raad van bestuur op 15 december 2011, kan worden geconcludeerd dat er in de vroege fasen van het programma sprake is van onderbesteding van middelen, hetgeen gecompenseerd lijkt te worden door een hoger niveau van middelen naar het einde van het programma toe,

een vergelijkbare, maar minder duidelijke trend — rijpheid en middelen — lijkt zich af te tekenen ten aanzien van de producten, aangezien de GOS op sommige terreinen een tragere oplevering van producten constateerde, hetgeen strookte met het lagere verbruik van middelen. Om de situatie op korte termijn aan te pakken, werden verschillende maatregelen getroffen; zo werden de leden van het programmacomité verzocht om verdere controles te verrichten op het niveau van de partners en werden de belangrijkste redenen geanalyseerd voor het lagere verbruik, voor de herschikkingen IBAFO I en II, de beëindiging van sommige projecten, enz. Alle maatregelen worden gemonitord op risicobeheersniveau en geconsolideerd op het niveau van de GOS. Daarnaast wordt er met de leden samengewerkt om de belangrijkste onderliggende oorzaken beter in kaart te brengen. Enkele daarvan kunnen reeds worden genoemd, zoals de organisatie van het werk in een aantal projecten, een aantal niet-gesynchroniseerde bijdragen op verschillende plaatsen in het programma, het ontbreken van een duidelijke identificatie van de producten en van meer specifieke kwaliteitscriteria,

met betrekking tot de 310 O&O- en beheersprojecten onder verantwoordelijkheid van de GOS (met uitzondering van Werkpakket E: onderzoeksprojecten voor de lange termijn) geeft de hiernavolgende tabel een samenvatting van de situatie van de projectstatus per eind 2011.

 

Per 31.12.2010

Uitgevoerd in 2011

Per 31.12.2011

 

Totaalaantal projecten in het Sesar-programma

304

6

310

 

waarvan

 

 

 

 

Opgestarte projecten

285

16

301

 

geannuleerde projecten

2

1

3

0,9 %

opgeschorte projecten

11

–1

10

3,2 %

projecten in opstartfase

26

–20

6

2 %

projecten in uitvoeringsfase

246

36

282

91 %

Op te starten projecten

19

–10

9

2,9 %

Bron: Door de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar verstrekte gegevens.


ANTWOORDEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING SESAR

Betrouwbaarheidsverklaring

13 – 14.

De gemeenschappelijke onderneming neemt met genoegen kennis van het heldere oordeel van de Rekenkamer over de betrouwbaarheid van de rekeningen voor het jaar 2011, alsmede over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen.

Het oordeel van de controle is voor de gemeenschappelijke onderneming een belangrijke mijlpaal, waarop voortgebouwd kan worden teneinde ervoor te zorgen dat er geschikte en doeltreffende systemen voor intern beheer en controle beschikbaar zijn voor het behalen van de doelen van het Sesar-programma.

Budgettair en financieel beheer

17.

De gemeenschappelijke onderneming meent dat zij verdere vooruitgang heeft geboekt ten aanzien van het begrotingsbeginsel van evenwicht. Voor 2011 zijn de deposito’s op bankrekeningen aan het eind van het jaar teruggebracht van 57,2 miljoen euro naar 15,3 miljoen euro, hetgeen een afname van 73,2 % inhoudt. De gemeenschappelijke onderneming zal zich blijven inspannen voor een optimaal beheer van de kasmiddelen en voor de eerbiediging van de begrotingsbeginselen.

Andere aangelegenheden — Te late betaling van de lidmaatschapsbijdragen

21.

De aan het eind van het jaar nog openstaande bijdragen zijn in februari 2012 geïnd. De gemeenschappelijke onderneming zal met haar leden bespreken wat de meest geschikte benadering is om ervoor te zorgen dat de overeengekomen termijnen voor de betaling van de lidmaatschapsbijdragen in acht worden genomen.


Top