This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013SC0264
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT EXECUTIVE SUMMARY OF THE IMPACT ASSESSMENT PROPOSAL FOR A DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on package travel and assisted travel arrangements, amending Regulation (EC) No 2006/2004 of the European Parliament and the Council and Directive 2011/83/EU and repealing Council Directive 90/314/EEC
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING VOORSTEL VOOR EEN RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad en van Richtlijn 2011/83/EU, en intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING VOORSTEL VOOR EEN RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad en van Richtlijn 2011/83/EU, en intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad
/* SWD/2013/0264 final */
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING VOORSTEL VOOR EEN RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende pakketreizen en geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad en van Richtlijn 2011/83/EU, en intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad /* SWD/2013/0264 final */
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE
COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING VOORSTEL VOOR EEN RICHTLIJN VAN HET
EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende pakketreizen en
geassisteerde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004
van het Europees Parlement en de Raad en van Richtlijn 2011/83/EU, en
intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad 1. INLEIDING 1.1. Beleidscontext De reismarkt speelt tegenwoordig een centrale
rol in de Europese economie. Het is een belangrijke taak van de Europese
Unie om een regelgevingskader tot stand te brengen dat consumenten voldoende
beschermt, zodat zij overal in de Unie in goed vertrouwen een vakantie kunnen boeken.
Daarbij moet er ter bevordering van de mededinging worden gezorgd voor een
gelijk speelveld voor de hele reisbranche. De vaststelling van de richtlijn pakketreizen
in 1990 droeg in hoge mate bij tot de ontwikkeling van een substantieel deel
van de interne reismarkt. Bovendien verschafte de richtlijn Europese reizigers
belangrijke rechten. Door de opkomst van internet en populaire alternatieven
voor het boeken van vakanties is de toepasselijkheid van deze richtlijn op
allerlei nieuwe reisproducten echter onduidelijk geworden. Zowel de reisbranche als consumentenorganisaties
hebben er meermaals op aangedrongen de richtlijn pakketreizen te moderniseren. De herziening van de richtlijn pakketreizen is ook
uitdrukkelijk opgenomen in de Europese Consumentenagenda en wordt genoemd in
bijlage II bij de Akte voor de interne markt II. 1.2. Definities ·
Zelf geregelde reis:
een reisdienst, zoals een vlucht, accommodatie of autohuur, die als los product
wordt gekocht, nl. afzonderlijk en niet aangeboden in combinatie met andere
toeristische diensten, ook al maakt de reiziger voor dezelfde reis of vakantie
gebruik van meerdere reisdiensten. ·
Kant-en-klare pakketreis: een combinatie van vooraf door een organisator gebundelde
reisdiensten, die twee of meer van de volgende diensten omvat: 1) personenvervoer, 2) accommodatie en 3) andere
toeristische diensten, die niet ondergeschikt zijn aan personenvervoer of
accommodatie en een substantieel deel van het pakket uitmaken (zoals autohuur). ·
Gecombineerd reisarrangement[1]:
combinatie van reisdiensten waarbij twee of meer van de voornoemde diensten
(zoals vlucht, hotelverblijf of autohuur) voor één enkele reis of vakantie
worden afgenomen van dezelfde aanbieder of van aanbieders die gebruikmaken van ondersteunde
boekingsprocedures en waarbij de koper de reisdiensten naar eigen wens kan
bundelen (op maat). Gecombineerde
reisarrangementen zijn, anders dan kant-en-klare pakketreizen, altijd dynamisch
van aard. Zij vallen uiteen in twee subcategorieën: –
pakketreis van één handelaar: consumenten kunnen de inhoud van de reis of vakantie naar eigen
behoefte samenstellen via één website of bij één klassiek reisbureau en het
staat hen gedurende de hele boekingsprocedure vrij om afzonderlijke
reiscomponenten te kiezen. Deze reisarrangementen worden samengesteld door één
handelaar (ook op verzoek van de reiziger) en zij worden aangeboden of verkocht
op de wijze die typisch is voor pakketten, wat inhoudt dat: –
zij worden aangeboden, verkocht of gefactureerd
tegen een gezamenlijke prijs, –
zij worden verkocht binnen dezelfde
boekingsprocedure, –
er één overeenkomst van toepassing is, of –
in advertenties en bij de verkoop de term
"pakketreis" of een soortgelijke term wordt gebruikt. –
reisarrangement van meerdere handelaars: ·
pakketreizen van meerdere handelaars: anders dan
een pakketreis van één handelaar worden deze reizen samengesteld door meerdere
handelaars. Het pakket vertoont ten minste één van de bovenstaande kenmerken
van pakketreizen van één handelaar. Dit geldt ook wanneer de naam van de
reiziger of andere voor de boeking benodigde gegevens, ten laatste wanneer de
boeking van de eerste dienst wordt bevestigd, tussen de handelaars worden
doorgegeven; ·
geassisteerde reisarrangementen van meerdere
handelaars zijn combinaties van reisdiensten waarbij één handelaar op gerichte
wijze, gedurende een en hetzelfde bezoek aan een verkooppunt of door middel van
onderling verbonden online boekingsprocedures, de aankoop van reisdiensten bij
een andere handelaar faciliteert; in dergelijke gevallen sluiten consumenten
afzonderlijke overeenkomsten met de betrokken dienstverleners en ontbreken
voornoemde elementen die typisch zijn voor pakketten. 1.3. Raadpleging en deskundigheid De Commissie heeft twee openbare raadplegingen
gehouden (in 2008 en 2009) en een aantal workshops met belanghebbenden
georganiseerd (in 2009, 2010 en 2012). DG Justitie heeft ook contact
onderhouden met de relevante diensten via de stuurgroep effectbeoordeling, die
voor het eerst in juni 2009 bijeenkwam en drie keer heeft vergaderd. 1.4. Specifieke kenmerken van
pakketreizen en het vigerende rechtskader Hoewel bepaalde horizontale regels op het
gebied van consumentenbescherming ook van toepassing zijn op overeenkomsten
inzake pakketreizen, hebben zij geen betrekking op een aantal specifieke
kenmerken van dit soort reizen. Daarbij gaat het onder meer om de informatieplicht
betreffende de reisroute, de definitie van aansprakelijkheid bij problemen in
verband met de pakketreis en dwingende voorschriften inzake bescherming bij
insolventie. De verordeningen inzake passagiersrechten bevatten alleen
specifieke rechten voor reizigers in verband met vervoersdiensten, maar niet
met betrekking tot de combinatie van verschillende toeristische diensten. 2. OMSCHRIJVING VAN HET
PROBLEEM De richtlijn pakketreizen heeft jarenlang goed
gewerkt en is bepalend geweest voor de ontwikkeling van de betrokken markt. Nu
er steeds meer online wordt gekocht, blijkt het toepassingsgebied van de
richtlijn echter onduidelijk en verouderd te zijn. Hierdoor concurreren
bedrijven op de interne markt niet meer op voet van gelijkheid en ondervinden
zij belemmeringen wanneer zij grensoverschrijdend willen opereren. Dat het
toepassingsgebied is verouderd is sterk in het nadeel van de consument, die bij
het kopen van reizen dikwijls ten onrechte veronderstelt dat deze beschermd
zijn. Andere verouderde en onduidelijke bepalingen van de huidige richtlijn
stellen bedrijven en consumenten voor onnodige kosten. 2.1. Context van het beschreven
probleem: veranderingen op de reismarkt In 2011 had 73% van de huishoudens in de EU
internetaansluiting. Bijna twee derde van de EU-bevolking maakt ten minste
eenmaal per week gebruik van internet. Meer dan de helft van de
internetgebruikers gebruikt internet dagelijks of bijna dagelijks. Reisdiensten
zijn de meest populaire online producten. Door internet zijn consumenten hun vakanties
anders gaan organiseren. Zo wordt er steeds vaker gekozen voor gecombineerde
reisarrangementen. Gegevens wijzen uit dat gemiddeld 23% van de EU-burgers
hiervan gebruikmaakt, maar de cijfers liggen aanmerkelijk hoger in Ierland
(46%), Zweden (44%), Italië (36%) en Slovenië (42%). 2.2. Belangrijkste problemen voor
de reisbranche 2.2.1. Ontbreken van een gelijk
speelveld Door de veranderingen op de markt is een
situatie ontstaan waardoor bedrijven die onder de richtlijn pakketreizen vallen,
te maken hebben met andere regels en prijzen dan bedrijven die niet onder die
richtlijn vallen of menen te vallen, hoewel zij naar de gunsten van dezelfde
consumenten dingen. De gemiddelde nalevingskosten worden voor de reisbranche
geraamd op 10,50-12,50 EUR per pakketreis. 2.2.2. Onnodige/onterechte
nalevingskosten Sommige bepalingen van de richtlijn zijn
verouderd of vormen om andere redenen een onnodige belasting voor de bedrijven.
Daarbij gaat het met name om de verouderde informatieverplichtingen (zoals
speciale verplichtingen bij brochures of lastminuteboekingen), het ontbreken
van een beperking van de aansprakelijkheid van de organisator ingeval de
terugreis door overmacht niet volgens plan kan verlopen, en de verdubbeling van
kosten voor zakenreizen die door zakenreisbureaus worden georganiseerd (voor
zover deze bedrijven dezelfde mate van bescherming bieden als de richtlijn
pakketreizen). 2.2.3. Juridische verschillen tussen
de lidstaten belemmeren grensoverschrijdende handel De huidige richtlijn is gebaseerd op een
minimale harmonisatie, wat tot juridische verschillen tussen de lidstaten heeft
geleid. Deze versnippering brengt extra nalevingskosten mee voor bedrijven die
grensoverschrijdend zaken willen doen (2 EUR per pakketreis, waardoor dergelijke
bedrijven 12,5-14,5 EUR per pakketreis moeten betalen). Daarbij gaat het om
verschillen tussen de informatieverplichtingen, de reikwijdte van de
beschermingsregels, regelingen inzake bescherming bij insolventie (in samenhang
met het ontbreken van wederzijdse erkenning) en verschillende nationale regels
inzake de aansprakelijkheid van de verschillende partijen. 2.3. Belangrijkste problemen voor
consumenten 2.3.1. Consumentenschade voor kopers
van gecombineerde reisarrangementen Volgens voornoemd onderzoek inzake
consumentenschade (“Consumer Detriment Survey of the Package Travel Sector”)
lijden de kopers van gecombineerde reisarrangementen in de EU-27 jaarlijks meer
dan 1 miljard EUR netto schade (d.w.z. na schadeloosstelling). Dit komt doordat
zich bij dit soort reizen vaker problemen voordoen, die over het algemeen ook meer
schade veroorzaken dan problemen bij kant-en-klare pakketreizen. Consumenten
kunnen sterk benadeeld worden door de insolventie van een organisator of een
dienstverlener. Het is dikwijls lastig voor consumenten om te begrijpen of de gecombineerde
reisarrangementen die zij via een handelaar hebben gekocht, al dan niet
beschermd zijn. Van de consumenten die een gecombineerd reisarrangement via een
tussenpersoon kochten en die door meerdere ondernemingen werden gefactureerd,
meende 67% ten onrechte dat zij bij faillissement van een van deze
ondernemingen zouden worden terugbetaald. Deze verwarring zou tot forse schade
kunnen leiden, met name wanneer consumenten pas beseffen dat zij niet beschermd
zijn, wanneer hun reisonderneming failliet is gegaan en zij ergens in het
buitenland komen vast te zitten of hun geld niet kunnen terugkrijgen. 2.3.2. Consumentenschade door
onduidelijke en verouderde regels Tot op zekere hoogte lijden ook consumenten
die “beschermde” kant-en-klare pakketreizen kopen schade. Dit komt doordat
bepaalde voorschriften van de richtlijn aan duidelijkheid te wensen overlaten,
verouderd zijn of niet voldoen aan de redelijke verwachtingen van de
consumenten van nu. Dit geldt met name voor onduidelijke regels inzake
aansprakelijkheid, onzekerheid over prijzen, het ontbreken van opzeggingsrecht
en omslachtige toegang tot de rechter. 2.4. Status quo: basisscenario Zonder nader overheidsoptreden blijven de
vastgestelde problemen bestaan. Op de langere termijn zullen zij waarschijnlijk
nog toenemen, gelet op de stijgende populariteit van internet en gecombineerde
reisarrangementen. 2.5. Heeft de Unie het recht om
handelend op te treden? De rechtsgrondslag voor optreden door de EU is
artikel 114 van het Verdrag: “Het Europees Parlement en de Raad stellen […]
de maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking
van de interne markt betreffen.” Bovendien wordt in artikel 114, lid 3,
bepaald: “De Commissie zal bij haar in lid 1
bedoelde voorstellen op het gebied van de volksgezondheid, de veiligheid, de
milieubescherming en de consumentenbescherming uitgaan van een hoog
beschermingsniveau, daarbij in het bijzonder rekening houdend met alle nieuwe
ontwikkelingen die op wetenschappelijke gegevens zijn gebaseerd.” De doelstelling om de consumentenbescherming
te versterken en daarbij een einde te maken aan de versnippering van de
regelgeving en de concurrentieverstoringen op de interne markt, kan niet
voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. 3. BELEIDSDOELSTELLINGEN De algemene doelstellingen bestaan erin de
werking van de interne markt op het gebied van pakketreizen te verbeteren en te
komen tot een hoog niveau van consumentenbescherming in deze sector. 4. BELEIDSOPTIES 4.1. Vastgestelde beleidsopties ·
Optie 1 – handhaven van de status
quo/basisscenario (beleidsoptie 1) ·
Optie 2 – richtsnoeren (beleidsoptie 2) ·
Optie 3 – pakketreis-label (suboptie A) en/of
vereiste dat handelaars die geassisteerde reisarrangementen verkopen, vermelden
dat de betrokken diensten géén pakket vormen, de zogenoemde "dit is geen
pakket"-waarschuwing (suboptie B) (beleidsoptie 3) ·
Optie 4 – intrekking van de richtlijn en
zelfregulering (beleidsoptie 4) ·
Optie 5 – modernisering van de richtlijn en
dekking van pakketreizen van één handelaar (beleidsoptie 5) Beleidsoptie 5 houdt een herziening van de
huidige richtlijn pakketreizen in waarbij het toepassingsgebied wordt
verduidelijkt door pakketreizen van één handelaar uitdrukkelijk op te nemen en
verscheidene bepalingen bij te werken en te verbeteren. ·
Optie 6 – geleidelijke aanpak: modernisering van de
richtlijn en dekking van zowel pakketreizen van één handelaar als pakketreizen
van meerdere handelaars, en een lichtere regeling voor geassisteerde
reisarrangementen van meerdere handelaars (beleidsoptie 6). Deze optie omvat beleidsoptie 5 (alle
voorgestelde beleidsmaatregelen) plus een geleidelijke uitbreiding van het
toepassingsgebied van de richtlijn pakketreizen: – pakketreizen van meerdere handelaars, ofwel
alle ‘nieuwe’ pakketreizen, vallen onder dezelfde regeling als kant-en-klare
pakketreizen (met inbegrip van volledige aansprakelijkheid voor de uitvoering
van het pakket en de verplichting om voor bescherming bij insolventie te
zorgen), – geassisteerde reisarrangementen van meerdere
handelaars zouden onder een lichtere regeling vallen, bestaande uit bescherming
bij insolventie en een verplichting om op duidelijke en opvallende wijze te
vermelden dat elke dienstverlener uitsluitend contractueel aansprakelijk is
voor de uitvoering van zijn eigen diensten (beleidsoptie 3B), ·
Optie 7: modernisering van de richtlijn en
dekking van zowel pakketreizen van één handelaar als alle reisarrangementen van
meerdere handelaars (beleidsoptie 7) Deze optie omvat de beleidsopties 5 en 6 en
houdt ook in dat alle vereisten van de richtlijn pakketreizen op alle geassisteerde
reisarrangementen van meerdere handelaars van toepassing worden. Dit betekent
dat alle verplichtingen en aansprakelijkheden ook voor geassisteerde
reisarrangementen van meerdere handelaars gelden. ·
Optie 8 – reisrichtlijn (beleidsoptie 8) Deze optie omvat beleidsoptie 7 plus een
uitbreiding van het toepassingsgebied met alle zelf geregelde reizen. Bij deze
optie gelden in beginsel dezelfde regels voor alle reisdiensten, ongeacht of
het product los of als onderdeel van een pakket wordt aangeboden/gekocht. 4.2. Terzijde geschoven
beleidsopties Voorgesteld wordt om beleidsoptie 8 terzijde
te schuiven, omdat het leeuwendeel van de problemen waarmee consumenten die hun
reis zelf regelen het meest te maken krijgen, kan worden opgelost op grond van
de bestaande horizontale wetgeving, gesteld dat deze op nationaal niveau voldoende
wordt gehandhaafd. 5. EFFECTBEOORDELING 5.1. Beoordeling van beleidsoptie
2 - richtsnoeren Deze beleidsoptie houdt in dat de richtlijn
pakketreizen zijn huidige vorm houdt en er richtsnoeren worden opgesteld. De
regelgeving zou enigszins kunnen worden verduidelijkt ten behoeve van de
ondernemingen en de consumenten. Ten opzichte van het basisscenario zou bij
deze optie de consumentenschade wellicht heel licht afnemen doordat bedrijven
de richtlijn pakketreizen beter toepassen en de lidstaten de handhaving
versterken. Aangezien richtsnoeren per definitie niet wettelijk bindend zijn,
zijn deze baten echter onzeker. 5.2. Beoordeling van beleidsoptie
3 – pakketreis-label (beleidsoptie 3A) en/of “dit is geen pakket”-waarschuwing
(beleidsoptie 3B) als aanvullende optie Aangezien consumenten zich er steeds bewuster
van worden dat in de hele EU hetzelfde label geldt, leidt beleidsoptie 3A
waarschijnlijk tot eerlijker concurrentie tussen verschillende marktspelers.
Dit kan de werking van de interne markt ten goede komen. Het label kan
consumentenschade beperken doordat het de consument in staat stelt met kennis
van zaken te beslissen. De waarschuwing (beleidsoptie 3B) is naar verwachting
doeltreffender dan het pakketreis-label, aangezien negatieve informatie
consumenten opmerkzaam maakt die anders misschien onbeschermde
reisarrangementen zouden kopen in de veronderstelling dat deze beschermd zijn.
De nalevingskosten voor het bedrijfsleven blijven bij deze optie beperkt tot
eenmalige uitgaven van gemiddeld 500 EUR per onderneming. 5.3. Beoordeling van beleidsoptie
4 – intrekking van de richtlijn De intrekking van de richtlijn zou de
nalevings- en administratieve kosten voor het bedrijfsleven met 10,5-12,5 EUR
per pakketreis kunnen verminderen, wat in theorie ook tot lagere prijzen voor
de consument zou kunnen leiden. Deze voordelen hangen echter af van de
bereidheid van de lidstaten om hun nationale wetgeving in te trekken.
Waarschijnlijk handhaven de meeste lidstaten echter de consumentenbescherming
op het gebied van pakketreizen. Deze beleidsoptie kan dan ook tot verdere
versnippering van de interne markt leiden. 5.4. Beoordeling van optie 5:
modernisering van de richtlijn en dekking van pakketreizen van één handelaar Beleidsoptie 5 leidt ertoe dat de interne
markt in de sector pakketreizen beter werkt doordat er een einde komt aan de
versnippering van de regelgeving en aan alle touroperators een gelijk speelveld
wordt geboden. Een aantal onterechte nalevingskosten (bv. in verband met regels
voor brochures) vervalt. De nalevingskosten nemen echter toe voor nieuwe
pakketreizen van één handelaar, die onder de richtlijn pakketreizen komen te
vallen. Gesteld dat 50% van de pakketreizen van één handelaar al onder de
huidige richtlijn pakketreizen valt, zouden de aanvullende nalevingskosten
335-424 miljoen EUR bedragen (afhankelijk van de geraamde nalevingskosten, nl.
minstens 7,5 EUR en hoogstens 9,5 EUR per pakketreis). Deze aanvullende
nalevingskosten voor de reisbranche vallen (ten minste gedeeltelijk) weg tegen: –
de vermindering van de administratieve kosten (395
miljoen EUR) –
kostenbesparingen van 60 à 76 miljoen EUR die uit
voortvloeien uit het feit dat door zakenreisbureaus georganiseerde zakenreizen
buiten het toepassingsgebied van de richtlijn blijven (bij geraamde
nalevingskosten minstens 7,5 EUR en hoogstens 9,5 EUR per pakketreis); –
wederzijdse erkenning van bescherming bij
insolventie; –
de invoering van een beperking (in dagen) om bij
aanhoudende overmachtsituaties alternatieve regelingen te treffen. Aangezien er meer pakketreizen van één
handelaar onder de richtlijn pakketreizen komen te vallen (deze optie bestrijkt
circa 40% van alle vakantiereizen) en bepaalde regels worden verduidelijkt,
neemt de consumentenschade af. Wordt de richtlijn pakketreizen van toepassing
op 50% van de pakketreizen van één handelaar, dan gaat het om een afname van
348 miljoen EUR. 5.5. Beoordeling van beleidsoptie
6 – geleidelijke aanpak: modernisering van de richtlijn en dekking van zowel
pakketreizen van één handelaar als pakketreizen van meerdere handelaars, en een
lichtere regeling voor geassisteerde reisarrangementen van meerdere handelaars Beleidsoptie 5 leidt ertoe dat de interne
markt in de sector pakketreizen beter werkt doordat er een einde komt aan de
versnippering van de regelgeving en aan alle actoren een gelijk speelveld wordt
geboden. De totale aanvullende nalevingskosten worden geraamd op 528-564
miljoen EUR per jaar (bij geraamde nalevingskosten van minstens 7,5 EUR en
hoogstens 9,5 EUR per pakketreis). Aanbieders van geassisteerde reisarrangementen
van meerdere handelaars hoeven alleen bescherming bij insolventie te regelen en
te verklaren dat deze reizen geen pakket vormen. Dit bevordert de transparantie
voor de consument en zorgt voor eerlijke concurrentie, terwijl de onnodige
kosten die samenhangen met verplichtingen in verband met pakketreizen worden
vermeden. Deze lichtere regeling komt met name ten goede
aan kmo's die momenteel pakketreizen van één handelaar en van meerdere
handelaars verkopen, aangezien het voor deze ondernemingen wellicht lastig zou
zijn om de aansprakelijkheid voor de uitvoering van de door verschillende
handelaars aangeboden diensten te dekken. Deze ondernemingen kunnen hun
werkzaamheden aanpassen zodat zij nog maar aan enkele vereisten van de
richtlijn pakketreizen hoeven te voldoen (bescherming bij insolventie en
"dit is geen pakket"-waarschuwing). Het is onmogelijk om te
becijferen hoeveel ondernemingen hiertoe overgaan. Gesteld dat 25% van de
pakketreizen van één handelaar en 50% van de pakketreizen van meerdere
handelaars in de toekomst wordt verkocht als geassisteerd reisarrangement,
belopen de totale aanvullende jaarlijkse nalevingskosten van beleidsoptie 6
naar schatting 386-444 miljoen EUR per jaar (bij geraamde nalevingskosten van minstens
7,5 EUR en hoogstens 9,5 EUR per pakketreis). Aangezien er meer pakketreizen onder de
richtlijn pakketreizen komen te vallen, kan redelijkerwijs worden aangenomen
dat de jaarlijkse consumentenschade met 508 miljoen EUR zal afnemen. Uitgaande
van dezelfde aanname als hierboven, namelijk dat bepaalde handelaars hun
bedrijfsmodel aanpassen en geen pakketreizen meer verkopen, kan de totale
jaarlijkse consumentenschade naar schatting echter met 430 miljoen EUR afnemen.
Dankzij de “dit is geen pakket”-waarschuwing zouden de consumenten bovendien
met kennis van zaken kunnen kiezen. 5.6. Beleidsoptie 7: modernisering
van de richtlijn en dekking van zowel pakketreizen van één handelaar als alle
reisarrangementen van meerdere handelaars Net als beleidsoptie 6 verbetert deze optie de
werking van de interne markt voor de sector pakketreizen. Doordat alle
reisarrangementen van meerdere handelaars onder het toepassingsgebied komen te
vallen en aan alle verplichtingen van de richtlijn pakketreizen worden
onderworpen, brengt deze optie voor ondernemingen die slechts als tussenpersoon
optreden, onevenredige en oneerlijke kosten mee. Zij zijn namelijk wellicht
niet in staat om de uitvoering van alle in de reiscombinatie opgenomen diensten
te garanderen. De aanvullende nalevingskosten kunnen worden geraamd op 610-773
miljoen EUR per jaar (bij geraamde nalevingskosten van minstens 7,5 EUR en
hoogstens 9,5 EUR per pakketreis). Deze beleidsoptie zorgt ervoor dat er meer
consumenten bescherming genieten uit hoofde van de richtlijn pakketreizen en
dat de jaarlijkse consumentenschade met 593 miljoen EUR afneemt. 6. VERGELIJKING VAN DE OPTIES Optie 6 (geleidelijke aanpak), die ook
suboptie 3B omvat, heeft een aantal voordelen ten opzichte van de andere
beleidsopties. Zo worden de beleidsdoelstellingen verwezenlijkt, aangezien er
een gelijk speelveld komt en de nieuwe partijen die onder het gewijzigde
toepassingsgebied vallen, met redelijke nalevingskosten te maken krijgen. Deze
optie voorziet ook in een lichtere regeling, die met name gunstig is voor kmo's
en micro-ondernemingen, waarvoor het wellicht lastig is om de aansprakelijkheid
op zich te nemen voor de uitvoering van de diverse in de reiscombinatie
opgenomen diensten. Beleidsoptie 6 houdt een forse vermindering in van de consumentenschade,
doordat het toepassingsgebied wordt verbreed, voor alle soorten gecombineerde
reisarrangementen wordt voorzien in bescherming bij insolventie, een aantal
verouderde en vage regels in de huidige richtlijn wordt verduidelijkt en de
informatie aan de consumenten transparanter wordt gemaakt. Deze optie biedt een
juiste balans tussen de belangen van de bedrijfstak en die van de consument: de
regeling geldt alleen wanneer er concrete aanwijzingen zijn voor de consument
dat hij een pakketreis afneemt. Wanneer het verband tussen de aangeboden
diensten minder uitgesproken is, geldt een lichtere regeling, waarbij slechts
enkele vereisten van de richtlijn pakketreizen van toepassing zijn (bescherming
bij insolventie en informatieplicht). 7. TOEZICHT EN EVALUATIE Toezicht en evaluatie moeten gericht zijn op
de doelstellingen zoals die zijn geformuleerd in de omschrijving van het
probleem. Uiterlijk vijf jaar na de uiterste omzettingstermijn dient aan het
Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing van de richtlijn
te worden voorgelegd. [1] Gecombineerde reisarrangementen worden door de
reisbranche vaak aangeduid als “dynamic packages”. De synonieme termen worden
in dit verband door elkaar gebruikt, met name wanneer wordt verwezen naar de
resultaten van de “Study on Consumer Detriment in the area of Dynamic
Packages”.