Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013PC0943

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar

    /* COM/2013/0943 final - 2013/0451 (NLE) */

    52013PC0943

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar /* COM/2013/0943 final - 2013/0451 (NLE) */


    TOELICHTING

    1.           Op 1 april 1987 heeft de Commissie besloten[1] haar diensten op te dragen alle wetshandelingen te codificeren na maximaal tien wijzigingen, waarbij werd beklemtoond dat dit een minimumeis is en dat de diensten ernaar moeten streven zelfs na een korter interval de teksten waarvoor zij verantwoordelijk zijn, te codificeren, zodat gewaarborgd is dat het bepaalde daarin duidelijk en gemakkelijk verstaanbaar is.

    2.           De Commissie heeft een begin gemaakt met de codificatie[2] van Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar, van Verordening (Euratom) nr. 944/89 van de Commissie van 12 april 1989 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting in minder belangrijke levensmiddelen na een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar en van Verordening (Euratom) nr. 770/90 van de Commissie van 29 maart 1990 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar, en zij heeft daartoe een voorstel ingediend bij de wetgevingsautoriteit[3]. Het was de bedoeling dat de nieuwe verordening de verschillende daarin vervatte wetgevingshandelingen zou vervangen[4].

    3.           In zijn advies van 27 september 2007 heeft de Raadgevende werkgroep van de juridische diensten, opgericht overeenkomstig het bepaalde in het Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten[5], gesteld dat het voorstel waarnaar in punt 2 wordt verwezen, is beperkt tot een loutere codificatie, zonder wezenlijke wijzigingen van de erin vervatte wetshandelingen.

    4.           In de loop van de wetgevingsprocedure met betrekking tot dat oorspronkelijke codificatievoorstel werd erkend dat overeenkomstig een in het ontwerp voor gecodificeerde tekst opgenomen bepaling de relevante uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad werden voorbehouden, wat niet werd gerechtvaardigd door de overwegingen van Verordening (Euratom) nr. 3954/87. Gezien het arrest van het Hof van Justitie van 6 mei 2008 in Zaak C-133/06 werd het noodzakelijk geacht een nieuwe overweging in de nieuwe wetgevingshandeling in te voegen, ter vervanging en intrekking van die verordening teneinde dat uitvoeringsvoorbehoud voor de Raad te rechtvaardigen. Aangezien de invoeging van een dergelijke overweging een inhoudelijke wijziging is, en dus verder gaat dan een loutere codificatie, werd het noodzakelijk geacht punt 8[6] van het interinstitutioneel akkoord van 20 december 1994 - Versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten – toe te passen, in het licht van de gemeenschappelijke verklaring op dit gebied[7].

    5.           Gezien het bovenstaande werd de codificatie van Verordening (Euratom) nr. 3954/87, Verordening (Euratom) nr. 944/89 en Verordening (Euratom) nr. 770/90 omgevormd tot een herschikking teneinde bedoeld amendement erin op te nemen, en werd het relevante voorstel ingediend bij de wetgevingsautoriteit[8].

    6.           In zijn advies van 4 juni 2010 heeft de adviesgroep van de juridische diensten, handelend overeenkomstig punt 9 van het interinstitutioneel akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten[9], gesteld dat het in punt 5 bedoelde voorstel geen andere materiële wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven en dat het voorstel, wat de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de vorige wetgevingshandelingen met die materiële wijzigingen betreft, een loutere codificatie van de bestaande teksten inhoudt, zonder enige wijziging van hun inhoud.

    7.           In de loop van de wetgevingsprocedure met betrekking tot dat herschikkingsvoorstel werd het duidelijk dat sommige bestaande in Verordening (Euratom) Nr. 3954/87 vervatte bepalingen nu onverenigbaar waren geworden met de nieuwe comitologieregels als neergelegd in Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren. Daarom is besloten het herschikkingsvoorstel in te trekken en een herzien voorstel voor Verordening (Euratom) nr. 3954/87 op te stellen dat de consolidatie ervan, alsook de tenuitvoerlegging van de nieuwe comitologieregeling, omvat.

    8.           Op basis van de ervaring die is opgedaan bij de ongevallen in de kerncentrales van Tsjernobyl en met name Fukushima wordt de Commissie overeenkomstig het herziene voorstel bijgestaan door een afdeling van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid - Toxicologische veiligheid van de voedselketen wat de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders betreft - als bedoeld in artikel 58, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden[10].

    9.           Rekening houdend met de ontwikkeling van het primaire en afgeleide recht gedurende de afgelopen decennia, met name wat betreft de voedselveiligheid in het kader van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en ten einde de rechtszekerheid en de samenhang van alle wetgevingsmaatregelen van de EU te waarborgen met betrekking tot de voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders uit derde landen waar zich een nucleair ongeval of stralingsgevaar heeft voorgedaan, moeten de in de context van het ongeval van Tsjernobyl vastgestelde maatregelen[11] op één lijn worden gebracht met het stelsel van uitvoeringsbevoegdheden en -procedures als vastgelegd in de onderhavige verordening. Dit kan in voorkomend geval ook een wijziging van de rechtsgrondslag inhouden.

    10.         Er moet worden opgemerkt dat de in artikel 31 van het Euratom-Verdrag bedoelde groep van deskundigen in zijn advies van 21 november 2012 zijn in 1998 vastgestelde conclusie (Publicatie Stralingsbescherming nr. 105) heeft bevestigd, namelijk dat de voor toekomstige ongevallen geldende maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting, als vastgesteld bij Verordening (Euratom) nr. 3954/87, nog steeds geldig zijn. Zodra echter nieuwe wetenschappelijke kennis inzake dosissen en risico's wordt gepubliceerd door de ICRP (Internationale Commissie voor stralingsbescherming) moet volgens de groep van deskundigen echter worden nagegaan of deze niveaus niet aan herziening toe zijn. In haar herziene voorstel heeft de Commissie deze maximaal toelaatbare niveaus derhalve niet gewijzigd[12].

    2013/0451 (NLE)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op de artikelen 31 en 32,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie, opgesteld na advies van een groep personen, aangewezen door het Wetenschappelijk en Technisch Comité uit wetenschappelijke deskundigen van de lidstaten[13],

    Gezien het advies van het Europees Parlement[14],

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[15],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)       Bij Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad[16] zijn basisnormen vastgesteld voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren.

    (2)       Bij het ongeval van de kerncentrale van Tsjernobyl op 26 april 1986 zijn aanzienlijke hoeveelheden radioactief materiaal vrijgekomen in de lucht, waardoor levensmiddelen en diervoeders in verscheidene Europese landen werden besmet tot niveaus die uit gezondheidsoogpunt significant waren. Er werden toen maatregelen vastgesteld om ervoor te zorgen dat bepaalde landbouwproducten slechts in de Unie mochten worden binnengebracht met inachtneming van gemeenschappelijke regels ter bescherming van de volksgezondheid, waarbij de eenheid van de markt niet in het gedrang wordt gebracht en verlegging van het handelsverkeer wordt voorkomen.

    (3)       Bij Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad[17] zijn maximaal toelaatbare niveaus vastgesteld van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar dat waarschijnlijk zal leiden of heeft geleid tot de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders. Deze maximaal toegelaten niveaus zijn nog steeds in overeenstemming met het laatste wetenschappelijke advies als momenteel internationaal beschikbaar.

    (4)       Na het ongeval van de kerncentrale van Fukushima op 11 maart 2011 werd de Commissie ervan op de hoogte gesteld dat de radionuclideniveaus in bepaalde voedingsproducten met Japanse oorsprong de in Japan geldende activiteitsniveaus voor levensmiddelen overschreden. Een dergelijke besmetting kan een bedreiging vormen voor de volksgezondheid en de gezondheid van dieren in de Unie en er werden dus maatregelen vastgesteld waarbij speciale voorwaarden werden opgelegd in verband met de invoer van diervoeders en levensmiddelen van oorsprong uit of verzonden uit Japan, overeenkomstig het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

    (5)       Er is behoefte aan een systeem dat de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie in staat stelt na een nucleair ongeval of een ander geval van stralingsgevaar dat waarschijnlijk zal leiden of heeft geleid tot een significante radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders, maximaal toegelaten niveaus van radioactieve besmetting vast te stellen met het oog op de bescherming van de bevolking.

    (6)       Er moeten maximaal toegelaten niveaus van radioactieve besmetting gelden voor levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit de Unie of ingevoerd uit derde landen, naargelang van de locatie en de omstandigheden van het nucleair ongeval of het stralingsgevaar.

    (7)       De Commissie moet over een nucleair ongeval of over ongewoon hoge niveaus van radioactiviteit worden geïnformeerd op grond van Besluit 87/600/Euratom[18] of van het IAEA-Verdrag inzake vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval van 26 september 1986.

    (8)       Om rekening te houden met de aanzienlijk variërende voedingspatronen van zuigelingen gedurende de eerste zes maanden van hun leven, alsmede met onzekerheden bij het metabolisme van zuigelingen gedurende die eerste zes levensmaanden, is het nuttig de toepassing van lagere maximaal toegelaten radioactiviteitsniveaus voor levensmiddelen voor zuigelingen te verlengen tot de hele duur van de eerste twaalf levensmaanden.

    (9)       Om de vaststelling van maximaal toegelaten niveaus te vergemakkelijken, met name rekening houdend met de wetenschappelijke kennis, moeten de procedures voor de vaststelling van maximaal toegelaten niveaus de raadpleging omvatten van de in artikel 31 van het Verdrag bedoelde groep van deskundigen.

    (10)     Om ervoor te zorgen dat levensmiddelen en diervoeders die hogere dan de maximaal toegelaten niveaus bevatten, niet in de EU in de handel worden gebracht, moet de naleving van deze niveaus passend worden gecontroleerd.

    (11)     Teneinde uniforme voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te waarborgen, wat betreft het toepasselijk maken van deze van tevoren vastgestelde maximaal toegelaten niveaus, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[19].

    (12)     De onderzoeksprocedure moet worden gebruikt voor de vaststelling van wetshandelingen die vooraf vastgestelde maximaal toegelaten niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders toepasselijk maken.

    (13)     De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen wanneer, in naar behoren gerechtvaardigde gevallen in verband met bepaalde gevallen van stralingsgevaar die waarschijnlijk zullen leiden tot of hebben geleid tot significante radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders, dwingende redenen van urgentie dergelijke handelingen noodzakelijk maken.

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bij deze verordening worden de maximaal toegelaten niveaus vastgesteld voor de radioactieve besmetting van levensmiddelen, als neergelegd in bijlage I, voor de radioactieve besmetting van minder belangrijke levensmiddelen, als neergelegd in bijlage II, en voor de radioactieve besmetting van diervoeders, als neergelegd in bijlage III, die in de handel mogen worden gebracht na een nucleair ongeval of een ander geval van stralingsgevaar dat waarschijnlijk kan leiden of heeft geleid tot significante radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders, gepaard aan de procedures om deze maximaal toegelaten niveaus toepasselijk te maken.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    1)           "levensmiddel": alle stoffen en producten, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om door de mens te worden geconsumeerd of waarvan kan worden verwacht dat zij door de mens worden geconsumeerd, inclusief drank, kauwgom alsmede iedere stof, daaronder begrepen water, die opzettelijk tijdens de vervaardiging, de bereiding of de behandeling aan het levensmiddel is toegevoegd. Onder "levensmiddel" wordt niet verstaan:

    (a) diervoeders;

    (b) levende dieren, tenzij bereid om in de handel te worden gebracht voor menselijke consumptie;

    (c) planten vóór de oogst;

    (d) geneesmiddelen in de zin van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad[20];

    (e) cosmetische producten in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad[21];

    (f) tabak en tabaksproducten in de zin van Richtlijn 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad[22];

    (g) verdovende middelen en psychotrope stoffen in de zin van het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties inzake verdovende middelen van 1961 en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971;

    (h) residuen en contaminanten.

    2)           "minder belangrijk levensmiddel": een levensmiddel met beperkt voedingsbelang, dat slechts een marginale bijdrage levert aan de consumptie van levensmiddelen door de bevolking;

    3)           "diervoeders": alle stoffen en producten, inclusief additieven, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om te worden gebruikt voor orale vervoedering aan dieren;

    4)           "in de handel brengen": het voorhanden hebben van levensmiddelen of diervoeders met het oog op de verkoop, met inbegrip van het ten verkoop aanbieden, of enige andere vorm van al dan niet gratis overdracht, alsmede de eigenlijke verkoop, distributie en andere vormen van overdracht zelf.

    Artikel 3

    1.           Wanneer de Commissie, met name in het kader van het systeem van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor snelle uitwisseling van informatie in het geval van stralingsgevaar dan wel krachtens het IAEA-Verdrag van 26 september 1986 inzake vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval, officiële informatie heeft ontvangen over ongevallen of ander stralingsgevaar waaruit blijkt dat de maximaal toelaatbare niveaus voor levensmiddelen, minder belangrijke levensmiddelen of diervoeders zullen worden bereikt of zijn bereikt, stelt zij, wanneer de omstandigheden dit nodig maken, een uitvoeringsverordening vast waarbij deze maximaal toelaatbare niveaus worden toegepast. Deze uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

    2.           Om goed gerechtvaardigde dwingende redenen van urgentie in verband met de omstandigheden van het nucleair ongeval of het stralingsgevaar, stelt de Commissie een onmiddellijk toepasselijke uitvoeringsverordening vast overeenkomstig de in artikel 5, lid 3, bedoelde procedure.

    3.           Bij de opstelling van de in de leden 1 en 2 bedoelde ontwerpuitvoeringshandeling en de bespreking daarvan met het in artikel 5 bedoelde comité houdt de Commissie rekening met de basisnormen als vastgesteld krachtens de artikelen 30 en 31 van het Verdrag, met inbegrip van het beginsel dat elke blootstelling zo beperkt moet worden gehouden als redelijkerwijs mogelijk is, met inachtneming van de bescherming van de volksgezondheid en van sociale en economische factoren.

    Artikel 4

    1.           Zodra de Commissie een uitvoeringsverordening vaststelt die maximaal toegelaten niveaus toepasselijk maakt, worden levensmiddelen of diervoeders die niet in overeenstemming zijn met die maximaal toegelaten niveaus, niet langer in de handel gebracht.

    Voor de toepassing van deze verordening worden uit derde landen ingevoerde levensmiddelen of diervoeders beschouwd als in de handel gebracht indien zij op het douanegebied van de Unie onderworpen worden aan een andere douaneprocedure dan een doorvoerprocedure.

    2.           Elke lidstaat verstrekt de Commissie alle gegevens over de toepassing van deze verordening, in het bijzonder over gevallen van overschrijding van de maximaal toelaatbare niveaus. De Commissie doet deze gegevens toekomen aan de andere lidstaten.

    Artikel 5

    1.           De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, opgericht bij artikel 58, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad[23]. Dat comité wordt beschouwd als een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

    2.           Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    3.           Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, juncto artikel 5 daarvan, van toepassing.

    Artikel 6

    Om te waarborgen dat bij de in de bijlagen I, II en III neergelegde maximaal toegelaten niveaus rekening is gehouden met alle nieuwe of aanvullende gegevens die beschikbaar komen, met name op basis van de wetenschappelijke kennis, worden aanpassingen van die bijlagen voorgesteld door de Commissie na raadpleging van de in artikel 31 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie bedoelde groep van deskundigen.

    Artikel 7

    Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad en Verordeningen (Euratom) nr. 944/89 en nr. 770/90 van de Commissie worden hierbij ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage V.

    Artikel 8

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

                                                                           Voor de Raad

                                                                           De voorzitter

                                                                           […]

    [1]               COM(87) 868 PV.

    [2]               Uitgevoerd overeenkomstig de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad – Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 definitief.

    [3]               COM(2007) 302 definitief.

    [4]               Zie bijlage IV bij dit voorstel.

    [5]               PB C 102 van 4.4.1996, blz. 2.

    [6]               "Ingeval het in de loop van de wetgevingsprocedure nodig zou blijken, verder te gaan dan een loutere codificatie en inhoudelijke wijzigingen aan te brengen, staat het aan de Commissie, in voorkomend geval het (de) daartoe nodige voorstel(len) te doen".

    [7]               "Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie nemen er kennis van dat, ingeval het nodig mocht blijken verder te gaan dan een loutere codificatie en inhoudelijke wijzigingen aan te brengen, de Commissie in haar voorstellen per geval tussen de procedure van algehele herziening en het doen van een apart wijzigingsvoorstel kan kiezen. Het codificatievoorstel blijft dan hangende en de inhoudelijke wijziging wordt daarin later, na vaststelling, verwerkt".

    [8]               COM(2010) 184 definitief.

    [9]               PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1.

    [10]             PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

    [11]             De meest recente waren: Verordening (EG) nr. 733/2008 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (Gecodificeerde versie) (PB L 201 van 30.7.2008, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 1048/2009 van 23 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 733/2008 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (PB L 290 van 6.11.2009, blz. 4).

    [12]             http://ec.europa.eu/energy/nuclear/radiation_protection/article_31_en.htm

    [13]             PB C … , blz. .

    [14]             PB C … , blz. .

    [15]             PB C … , blz. .

    [16]             Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren (PB L 159 van 29.6.1996, blz. 1).

    [17]             Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 11).

    [18]             Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76).

    [19]             PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

    [20]             Richtlijn 2001/83/EG van de het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

    [21]             Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 59).

    [22]             Richtlijn 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten (PB L 194 van 18.7.2001, blz. 26).

    [23]             Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

    BIJLAGE I

    MAXIMAAL TOEGELATEN NIVEAUS VAN RADIOACTIEVE BESMETTING VAN LEVENSMIDDELEN

    De maximaal toegelaten niveaus die gelden voor levensmiddelen, zijn de volgende:

    || Levensmiddel (Bq/kg)[1]

    Babyvoeding[2] || Zuivelproducten[3] || Andere levensmiddelen behalve minder belangrijke levensmiddelen[4] || Vloeibare levensmiddelen[5]

    Isotopen van strontium, met name Sr-90 || 75 || 125 || 750 || 125

    Isotopen van jodium, met name I-131 || 150 || 500 || 2 000 || 500

    Alfastraling uitzendende isotopen van plutonium en transplutoniumelementen, met name Pu-239 en Am-241 || 1 || 20 || 80 || 20

    Alle andere nucliden met een halveringstijd van meer dan 10 dagen, met name Cs-134 en Cs-137[6] || 400 || 1 000 || 1 250 || 1 000

    BIJLAGE II

    MAXIMAAL TOEGELATEN NIVEAUS VAN RADIOACTIEVE BESMETTING VAN MINDER BELANGRIJKE LEVENSMIDDELEN

    1.       Lijst van minder belangrijke levensmiddelen

    GN-code || Beschrijving

    0703 20 00 || Knoflook (vers of gekoeld)

    0709 59 50 || Truffels (vers of gekoeld)

    0709 99 40 || Kappers (vers of gekoeld)

    0711 90 70 || Kappers (voorlopig verduurzaamd, doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie)

    ex 0712 39 00 || Truffels (gedroogde, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid)

    0714 || Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel of aan inuline, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets; merg van de sagopalm

    0814 00 00 || Schillen van citrusvruchten en van meloenen (watermeloenen daaronder begrepen), vers, bevroren, gedroogd, dan wel in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd

    0903 00 00 || Maté

    0904 || Peper van het geslacht Piper; vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, gedroogd, fijngemaakt of gemalen

    0905 00 00 || Vanille

    0906 || Kaneel en kaneelknoppen

    0907 00 00 || Kruidnagels, moernagels en kruidnagelstelen

    0908 || Muskaatnoten, foelie, amomen en kardemom

    0909 || Anijszaad, steranijszaad, venkelzaad, korianderzaad, komijnzaad en karwijzaad; jeneverbessen

    0910 || Gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren, kerrie en andere specerijen

    1106 20 || Meel, gries en poeder, van sago en van wortels of knollen bedoeld bij post 0714

    1108 14 00 || Maniokzetmeel (cassave)

    1210 || Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline

    1211 || Planten, plantendelen, zaden en vruchten, van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de reukwerkindustrie, in de geneeskunde of voor insecten- of parasietenbestrijding of voor dergelijke doeleinden, vers of gedroogd, ook indien gesneden, gebroken of in poedervorm

    1301 || Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en oleoharsen (bijvoorbeeld balsems), van natuurlijke oorsprong

    1302 || Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agaragar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd

    1504 || Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

    1604 31 00 || Kaviaar

    1604 32 00 || Kaviaarsurrogaten

    1801 00 00 || Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand

    1802 00 00 || Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao

    1803 || Cacaopasta, ook indien ontvet

    2003 90 10 || Truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

    2006 00 || Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)

    2102 || Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder

    2936 || Provitaminen en vitaminen, natuurlijke of door synthese gereproduceerd (natuurlijke concentraten daaronder begrepen), alsmede derivaten daarvan, die hoofdzakelijk als vitaminen worden gebruikt, ook indien deze stoffen onderling zijn vermengd of in oplossing zijn gebracht

    3301 || Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma’s; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën

    2.       De maximaal toegestane niveaus die gelden voor de in afdeling 1 genoemde minder belangrijke levensmiddelen zijn de volgende:

    || (Bq/kg)

    Isotopen van strontium, met name Sr-90 || 7 500

    Isotopen van jodium, met name I-131 || 20 000

    Alfastraling uitzendende isotopen van plutonium en transplutoniumelementen, met name Pu-239 en Am-241 || 800

    Alle andere nucliden met een halveringstijd van meer dan 10 dagen, met name Cs-134 en Cs-137[7] || 12500

    BIJLAGE III

    Maximaal toegestane niveaus van radioactieve besmetting van diervoeders

    De maximaal toegestane niveaus voor cesium–134 en cesium–137 zijn de volgende:

    Dier || Bq/kg[8], [9]

    Varkens || 1 250

    Pluimvee, lammeren, kalveren || 2 500

    Andere || 5 000

    BIJLAGE IV Ingetrokken verordeningen

    Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad || (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 11)

    Verordening (Euratom) nr. 2218/89 van de Raad || (PB L 211 van 22.7.1989, blz. 1)

    Verordening (Euratom) nr. 944/89 van de Commissie || (PB L 101 van 13.4.1989, blz. 17)

    Verordening (Euratom) nr. 770/90 van de Commissie || (PB L 83 van 30.3.1990, blz. 78)

    BIJLAGE V

    CONCORDANTIETABEL

    Verordening (Euratom) nr. 3954/87 || Verordening (Euratom) nr. 944/89 || Verordening (Euratom) nr. 770/90 || Deze verordening

    Artikel 1, lid 1 || || || Artikel 1

    || Artikel 1 || || Artikel 1

    Artikel 1, lid 2 || || || Artikel 2

    Artikel 2, lid 1 || || || Artikel 3, lid 1 en lid 2

    Artikel 2, lid 2 || || || -

    Artikel 3, lid 1 || || || -

    Artikel 3, lid 2 || || || Artikel 3, lid 3

    Artikel 3, lid 3 en lid 4 || || || -

    Artikel 4 || || || -

    Artikel 5, lid 1 || || || Artikel 6

    Artikel 5, lid 2 || || || -

    Artikel 6, lid 1 || || || Artikel 4, lid 1

    Artikel 6, lid 2 || || || Artikel 4, lid 2

    || Artikel 2 || || Bijlage II, afdeling 2

    --- || --- || Artikel 1 --- || Bijlage III Artikel 5

    Artikel 7 || || || -

    --- || --- || --- || Artikel 7

    Artikel 8 || || || Artikel 8

    Bijlage || || || Bijlage I

    || Bijlage || || Bijlage II, afdeling 1

    || || Bijlage || Bijlage III

    --- || --- || --- || Bijlage IV

    --- || --- || --- || Bijlage V

    [1]               Het niveau voor geconcentreerde of gedroogde producten moet worden berekend op basis van het gereconstitueerde gebruiksklare product. De lidstaten kunnen aanbevelingen doen voor de wijze waarop door aanlenging kan worden gewaarborgd dat de bij deze verordening vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus in acht worden genomen.

    [2]               Als babyvoeding worden aangemerkt zuigelingenvoeding, waaronder flesvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en gelijkwaardige levensmiddelen die speciaal zijn bestemd voor zuigelingen jonger dan twaalf maanden, die op zichzelf voldoen aan de voedingsbehoeften van deze categorie personen en in de detailhandel verkrijgbaar zijn in gemakkelijk herkenbare verpakkingen voorzien van het etiket met één van de volgende benamingen: "volledige zuigelingenvoeding", "opvolgzuigelingenvoeding", "volledige zuigelingenvoeding op basis van melk" of "zuigelingenmelk" en "opvolgmelk", overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van Richtlijn 2006/141/EG van de Commissie.

    [3]               Als zuivelproducten worden aangemerkt de producten die vallen onder de volgende GN-codes, en, in voorkomend geval, onder de aanpassingen die later daarin kunnen worden aangebracht: 0401, 0402 (behalve 0402 29 11).

    [4]               Minder belangrijke levensmiddelen en de daarop toe te passen overeenkomstige maximaal toelaatbare niveaus zijn opgenomen in bijlage II.

    [5]               Vloeibare levensmiddelen als gedefinieerd in GN-code 2009 en in hoofdstuk 22 van de gecombineerde nomenclatuur. De waarden worden berekend met inachtneming van het verbruik van kraanwater en dezelfde waarden moeten worden toegepast voor de drinkwatervoorziening.

    [6]               Koolstof-14, tritium en kalium-40 worden niet hiertoe gerekend.

    [7]               Koolstof-14, tritium en kalium-40 worden niet hiertoe gerekend.

    [8]               Met deze maximaal toelaatbare niveaus wordt beoogd bij te dragen tot de inachtneming van de maximaal toegelaten niveaus voor levensmiddelen; op zichzelf garanderen zij niet de inachtneming ervan onder alle omstandigheden, noch betekenen zij dat de noodzaak van controle op besmettingsniveaus in voor menselijke consumptie bestemde dierlijke producten geringer is.

    [9]               Deze niveaus gelden voor diervoeders die voor rechtstreeks verbruik zijn bestemd.

    Top