EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013PC0744

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

/* COM/2013/0744 final - 2013/0358 (NLE) */

52013PC0744

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven /* COM/2013/0744 final - 2013/0358 (NLE) */


TOELICHTING

I.            Politieke en juridische achtergrond

De EU en Azerbeidzjan hebben besloten hun betrekkingen verder te verdiepen en te verbreden binnen het kader van het Oostelijk Partnerschap (EaP). In dit verband heeft de EU het belang erkend van intensievere contacten tussen mensen. Tijdens de Praagse top van het Oostelijk Partnerschap in mei 2009 betuigde de EU opnieuw haar politieke steun aan de volledige liberalisering van de visumregeling in een veilige omgeving en aan de bevordering van de mobiliteit door visumversoepelings- en overnameovereenkomsten te sluiten met de landen van het Oostelijk Partnerschap. Overeenkomstig de gemeenschappelijke aanpak voor de ontwikkeling van het EU-beleid inzake de versoepeling van de visumplicht, die door de lidstaten, op het niveau van het Coreper, in december 2005 is vastgesteld, wordt geen visumversoepelingsovereenkomst gesloten als er geen overnameovereenkomst is.

Op 19 december 2011 machtigde de Raad de Commissie formeel te onderhandelen over een overnameovereenkomst tussen de Europese Unie en Azerbeidzjan.

In februari 2012 stuurde de Commissie een ontwerptekst aan de autoriteiten van Azerbeidzjan en op 1 en 2 maart 2012 vond in Bakoe de eerste formele onderhandelingsronde plaats. Daarna vonden nog drie formele onderhandelingsronden plaats, de laatste in Brussel op 12 en 13 maart 2013. De tekst werd vervolgens op 29 juli 2013 in Brussel geparafeerd.

De lidstaten zijn gedurende alle (informele en formele) fasen van de onderhandelingen regelmatig op de hoogte gehouden en geraadpleegd over de overnameovereenkomst.

Voor de Unie is artikel 79, lid 3, juncto artikel 218 VWEU de rechtsgrondslag voor de overeenkomst.

Het bijgevoegde voorstel is het juridische instrument voor de sluiting van de overnameovereenkomst. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a), VWEU moet het Europees Parlement de sluiting van de overeenkomst goedkeuren.

Het voorgestelde besluit betreffende de sluiting bevat de noodzakelijke interne regelingen voor de praktische toepassing van de overeenkomst. Met name wordt er in bepaald dat de Commissie, die wordt bijgestaan door deskundigen van de lidstaten, de Unie vertegenwoordigt in het Gemengd Comité overname dat bij artikel 19 van de overeenkomst wordt ingesteld. Overeenkomstig artikel 19, lid 5, stelt het Comité Overname zijn reglement van orde vast. Evenals bij de andere tot dusver door de Unie gesloten overnameovereenkomsten wordt het standpunt van de Unie over deze kwestie vertolkt door de Commissie, na raadpleging van een door de Raad aangewezen bijzonder comité. Ten aanzien van de andere door het Gemengd Comité te nemen besluiten wordt het standpunt van de Unie vertolkt overeenkomstig de toepasselijke Verdragsbepalingen.

II.          ONDERHANDELINGSRESULTATEN

De Commissie is van oordeel dat de door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn bereikt en dat de ontwerp-overnameovereenkomst aanvaardbaar is voor de Unie.

De overnameovereenkomst houdt uiteindelijk het volgende in:

– de overeenkomst omvat 8 afdelingen met in totaal 25 artikelen. Zij telt tevens acht bijlagen, die een integrerend onderdeel ervan uitmaken, alsmede zes gemeenschappelijke verklaringen;

– de overeenkomst bevat een inleidende bepaling waarin wordt bevestigd dat de overeenkomst moet worden toegepast met inachtneming van de mensenrechten en van de verplichtingen en verantwoordelijkheden van de aangezochte staat en de verzoekende staat conform de toepasselijke internationale instrumenten, en waarin wordt herhaald dat de aangezochte staat er met name voor moet zorgen dat de rechten van de op zijn grondgebied overgenomen personen worden beschermd, conform deze internationale instrumenten. Krachtens dezelfde bepaling moet de verzoekende staat de voorkeur geven aan vrijwillige terugkeer boven gedwongen terugkeer;

– de in de overeenkomst vervatte overnameverplichtingen (artikelen 3 tot en met 6) zijn op basis van volledige wederkerigheid opgesteld en hebben betrekking op eigen onderdanen (artikelen 3 en 5) alsook op onderdanen van derde landen en staatloze personen (artikelen 4 en 6);

– de verplichting tot overname van eigen onderdanen geldt ook ten aanzien van gewezen eigen onderdanen die afstand hebben gedaan van hun nationaliteit, zonder dat zij de nationaliteit van een andere staat hebben verworven;

– de verplichting tot overname van eigen onderdanen geldt ook ten aanzien van gezinsleden (d.w.z. de echtgeno(o)t(e) en minderjarige ongehuwde kinderen), ongeacht hun nationaliteit, die geen zelfstandig verblijfsrecht in de verzoekende staat hebben;

– aan de verplichting tot overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen (artikelen 4 en 6) zijn de volgende voorwaarden verbonden: a) de betrokken persoon moet op het moment van het overnameverzoek in het bezit zijn van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning, afgegeven door de aangezochte staat, of b) de betrokken persoon moet het grondgebied van de verzoekende staat illegaal en rechtstreeks zijn binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grondgebied van de aangezochte staat. Vrijgesteld van deze verplichting zijn personen in luchthaventransit en personen die visumvrije toegang hebben gekregen tot het grondgebied van de lidstaat;

– voor eigen onderdanen, ingeval een vastgestelde termijn is verstreken, en voor onderdanen van derde landen of staatloze personen aanvaardt Azerbeidzjan het gebruik van het standaardreisdocument van de EU voor verwijderingsdoeleinden (artikel 3, lid 5, en artikel 4, lid 3). Het gelijkwaardige standaarddocument van de Republiek Azerbeidzjan is opgenomen in bijlage 8;

– afdeling III van de overeenkomst (artikelen 7 tot en met 13, junctis de bijlagen 1 tot en met 5) bevat de nodige technische bepalingen met betrekking tot de overnameprocedure (overnameverzoek, bewijsmiddelen, termijnen, wijze van overdracht en wijze van vervoer) en 'onterechte overname' (artikel 13). De procedure vertoont enige soepelheid omdat er geen overnameverzoek vereist is wanneer de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument (artikel 7, lid 2);

– artikel 7, lid 3, van de overeenkomst regelt de zogeheten versnelde procedure, die wordt toegepast op personen die worden aangehouden binnen een gebied van 15 kilometer vanaf en met inbegrip van het grondgebied van zeehavens en internationale luchthavens (met inbegrip van douanezones) van de lidstaten of van Azerbeidzjan. In het kader van de versnelde procedure moet een overnameverzoek binnen twee dagen worden ingediend en binnen twee werkdagen worden beantwoord; bij de normale procedure bedraagt de termijn om een overnameverzoek te beantwoorden vijftien kalenderdagen (artikel 11, lid 2);

– de overeenkomst bevat een afdeling over doorgeleiding (artikelen 14 en 15, juncto bijlage 6);

– de artikelen 16, 17 en 18 bevatten de nodige regels inzake kosten, gegevensbescherming en de verhouding tot andere internationale verplichtingen;

– artikel 19 bepaalt op welke wijze het Gemengd Comité overname wordt samengesteld en welke zijn taken en bevoegdheden zijn;

– om de toepassing van deze overeenkomst te vergemakkelijken, biedt artikel 20 Azerbeidzjan en de afzonderlijke lidstaten de mogelijkheid om bilaterale uitvoeringsprotocollen te sluiten. De verhouding tussen de bilaterale uitvoeringsprotocollen en deze overeenkomst wordt in artikel 21 nader omschreven;

– de slotbepalingen (artikelen 22 tot en met 25) bevatten regels inzake de inwerkingtreding, de looptijd, eventuele wijzigingen, de opschorting en de beëindiging van de overeenkomst alsook inzake de juridische status van de bijlagen daarbij;

– de specifieke situatie van Denemarken komt tot uiting in de preambule, in artikel 1, onder c), in artikel 22, lid 2, en in een gemeenschappelijke verklaring. Ook de nauwe betrokkenheid van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis is in aanmerking genomen en komt tot uiting in gemeenschappelijke verklaringen bij de overeenkomst.

III.         Conclusies

Rekening houdend met de hierboven beschreven resultaten, stelt de Commissie voor dat de Raad:

– na de goedkeuring van het Europees Parlement te hebben verkregen, de bijgevoegde Overeenkomst tussen de Europese Unie en Azerbeidzjan inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, goedkeurt.

2013/0358 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 79, lid 3, juncto artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement[1],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig Besluit XXXX/XXX van de Raad van […][2] is de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven door de Commissie ondertekend op […], onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(2) De overeenkomst dient te worden gesloten.

(3) Bij de overeenkomst wordt een Gemengd Comité overname ingesteld, dat zijn reglement van orde kan vaststellen. In dit geval dient een vereenvoudigde procedure te worden gevolgd voor de vaststelling van het standpunt van de Unie.

(4) Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, [neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de aanneming van dit besluit en is de overeenkomst derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in het Verenigd Koninkrijk, tenzij het land overeenkomstig dat protocol te kennen geeft dat wel te wensen/heeft het Verenigd Koninkrijk kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van dit besluit].

(5) Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van genoemd protocol [neemt Ierland niet deel aan de aanneming van dit besluit en is de overeenkomst derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in Ierland, tenzij het land overeenkomstig dat protocol te kennen geeft dat wel te wensen/heeft Ierland kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van dit besluit].

(6) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, wordt hierbij gesloten.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd is om namens de Europese Unie de in artikel 23, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te doen, waarmee de instemming van de Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht.

Artikel 3

De Commissie, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten, vertegenwoordigt de Unie in het bij artikel 19 van de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité overname.

Artikel 4

Het standpunt dat de Unie in het Gemengd Comité overname inneemt met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het comité, zoals bepaald in artikel 19, lid 5, van de overeenkomst, wordt vertolkt door de Commissie, na raadpleging van een door de Raad aangewezen bijzonder comité.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

BIJLAGE

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

DE HOGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,

DE EUROPESE UNIE, hierna "de Unie" genoemd,

en

DE REPUBLIEK AZERBEIDZJAN, hierna "Azerbeidzjan" genoemd,

VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde illegale immigratie doeltreffender te bestrijden,

VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Azerbeidzjan of een van de lidstaten van de Europese Unie, en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Unie, haar lidstaten en Azerbeidzjan die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen en het protocol daarbij van 31 januari 1967,

OVERWEGENDE dat het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en Ierland krachtens Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, niet deelnemen aan deze overeenkomst, tenzij zij overeenkomstig dat protocol te kennen geven dat wel te wensen,

OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder het toepassingsgebied van titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van het Koninkrijk Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

(a) "overname": de overdracht door de verzoekende staat en de toelating door de aangezochte staat van personen (onderdanen van de aangezochte staat, onderdanen van derde landen of staatloze personen) die zich schuldig hebben gemaakt aan illegale binnenkomst, illegale aanwezigheid of illegaal verblijf in de verzoekende staat, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst;

(b) "overeenkomstsluitende partijen": Azerbeidzjan en de Unie;

(c) "lidstaat": alle lidstaten van de Europese Unie die door deze overeenkomst zijn gebonden;

(d) "onderdaan van Azerbeidzjan": elke persoon die het burgerschap van Azerbeidzjan bezit overeenkomstig de wetgeving van Azerbeidzjan;

(e) "onderdaan van een lidstaat": elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, in de zin van de definitie van de Unie;

(f) "onderdaan van een derde land": elke persoon die een andere nationaliteit bezit dan die van Azerbeidzjan of een van de lidstaten;

(g) "staatloze persoon": een persoon die van geen enkel land de nationaliteit bezit;

(h) "verblijfsvergunning": een door Azerbeidzjan of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op het grondgebied van Azerbeidzjan respectievelijk een van de lidstaten te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om op het grondgebied van een van die staten te verblijven in verband met de behandeling van een asielverzoek of een aanvraag van een verblijfsvergunning;

(i) "visum": een door Azerbeidzjan of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen beslissing die vereist is voor een inreis in, een verblijf op of een doorreis over het grondgebied van Azerbeidzjan respectievelijk een van de lidstaten. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder;

(j) "verzoekende staat": de staat (Azerbeidzjan of een van de lidstaten) die een overnameverzoek in de zin van artikel 8 of een doorgeleidingsverzoek in de zin van artikel 15 indient;

(k) "aangezochte staat": de staat (Azerbeidzjan of een van de lidstaten) waaraan een overnameverzoek in de zin van artikel 8 of een doorgeleidingsverzoek in de zin van artikel 15 is gericht;

(l) "bevoegde autoriteit": elke nationale autoriteit van Azerbeidzjan of van een van de lidstaten die is belast met de uitvoering van deze overeenkomst op basis van artikel 20, lid 1, onder a);

(m) "doorgeleiding": de doorreis van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon over het grondgebied van de aangezochte staat op weg van de verzoekende staat naar het land van bestemming.

Artikel 2 Grondbeginselen

In het kader van de versterking van de samenwerking inzake preventie en bestrijding van onregelmatige migratie zorgen de aangezochte en verzoekende staat ervoor dat bij de toepassing van deze overeenkomst op personen die onder het toepassingsgebied ervan vallen, de mensenrechten en de verplichtingen en verantwoordelijkheden uit hoofde van de voor de partijen geldende internationale instrumenten worden geëerbiedigd, en met name:

– de Universele Verklaring van de rechten van de mens (1948),

– het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (1950) en de protocollen daarbij,

– het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966),

– het VN-Verdrag tegen foltering (1984),

– het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen (1951) en het protocol daarbij (1967).

De aangezochte staat zorgt er met name voor dat, met inachtneming van zijn verplichtingen uit hoofde van de bovenvermelde internationale instrumenten, de rechten van de op zijn grondgebied overgenomen personen worden beschermd.

De verzoekende staat geeft de voorkeur aan vrijwillige terugkeer boven gedwongen terugkeer wanneer er geen redenen zijn om aan te nemen dat dit de terugkeer van een persoon naar de aangezochte staat ondermijnt.

Afdeling I Overnameverplichtingen voor Azerbeidzjan

Artikel 3 Overname van eigen onderdanen

1.         Azerbeidzjan neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst worden genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Azerbeidzjan.

2.         Azerbeidzjan neemt ook de volgende personen over:

– minderjarige ongehuwde kinderen van de in lid 1 vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationaliteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in de verzoekende lidstaat hebben of over een door een andere lidstaat afgegeven geldige verblijfsvergunning beschikken;

– echtgenoten van de in lid 1 vermelde personen die een andere nationaliteit bezitten of staatloos zijn, mits zij het recht hebben of krijgen om op het grondgebied van Azerbeidzjan binnen te komen en te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in de verzoekende lidstaat hebben of over een door een andere lidstaat afgegeven geldige verblijfsvergunning beschikken.

3.         Azerbeidzjan neemt ook personen over die illegaal aanwezig zijn of illegaal verblijven in de verzoekende lidstaat en die overeenkomstig de nationale wetgeving van Azerbeidzjan afstand van de nationaliteit van Azerbeidzjan hebben gedaan sinds zij het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van een lidstaat hebben gekregen.

4.         Nadat Azerbeidzjan het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van Azerbeidzjan de over te nemen persoon, ongeacht diens wil, kosteloos en uiterlijk binnen vijf werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van 150 dagen. Indien Azerbeidzjan niet binnen vijf werkdagen het reisdocument heeft afgegeven, wordt het geacht in te stemmen met het gebruik van het standaardreisdocument van de EU voor verwijderingsdoeleinden (bijlage 7)[3].

5.         Indien de betrokken persoon om juridische of praktische redenen niet binnen de geldigheidsduur van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van Azerbeidzjan binnen vijf werkdagen en kosteloos een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur. Indien Azerbeidzjan niet binnen vijf werkdagen het nieuwe reisdocument heeft afgegeven, wordt het geacht in te stemmen met het gebruik van het standaardreisdocument van de EU voor verwijderingsdoeleinden (bijlage 7)[4].

Artikel 4 Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen

1.         Azerbeidzjan neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst worden genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat de betrokkene:

(a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit is van een door Azerbeidzjan afgegeven geldig visum of geldige verblijfsvergunning, of

(b) het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks is binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grondgebied van Azerbeidzjan.

2.         De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer:

(a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Azerbeidzjan,

(b) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang heeft gekregen tot het grondgebied van de verzoekende lidstaat.

3.         Onverminderd artikel 7, lid 2, verstrekt de verzoekende lidstaat, nadat Azerbeidzjan het overnameverzoek heeft ingewilligd, de persoon van wie de overname is aanvaard het standaard-reisdocument van de EU voor verwijderingsdoeleinden (bijlage 7)[5].

Afdeling II Overnameverplichtingen voor de Unie

Artikel 5 Overname van eigen onderdanen

1.         Een lidstaat neemt, op verzoek van Azerbeidzjan en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst worden genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Azerbeidzjan, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.

2.         Een lidstaat neemt ook de volgende personen over:

– minderjarige ongehuwde kinderen van de in lid 1 vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationaliteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in Azerbeidzjan hebben;

– echtgenoten van de in lid 1 vermelde personen die een andere nationaliteit bezitten of staatloos zijn, mits zij het recht hebben of krijgen om op het grondgebied van de aangezochte lidstaat binnen te komen en te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in Azerbeidzjan hebben.

3.         Een lidstaat neemt ook personen over die illegaal aanwezig zijn of illegaal verblijven in Azerbeidzjan en van wie, sinds zij het grondgebied van Azerbeidzjan zijn binnengekomen, de nationaliteit van een lidstaat is ontnomen of die daarvan afstand hebben gedaan overeenkomstig de nationale wetgeving van die lidstaat, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van Azerbeidzjan hebben gekregen

4.         Nadat de aangezochte lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van die lidstaat de over te nemen persoon, ongeacht diens wil, kosteloos en uiterlijk binnen vijf werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van 150 dagen. Indien de aangezochte lidstaat niet binnen vijf werkdagen het reisdocument heeft afgegeven, wordt hij geacht in te stemmen met het gebruik van het standaardreisdocument van Azerbeidzjan voor verwijderingsdoeleinden (bijlage 8).

5.         Indien de betrokken persoon om juridische of praktische redenen niet binnen de geldigheidsduur van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van die lidstaat binnen vijf werkdagen en kosteloos een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur. Indien die lidstaat niet binnen vijf werkdagen het reisdocument heeft afgegeven, wordt hij geacht in te stemmen met het gebruik van het standaardreisdocument van Azerbeidzjan voor verwijderingsdoeleinden (bijlage 8).

Artikel 6 Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen

1.         Een lidstaat neemt, op verzoek van Azerbeidzjan en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst worden genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Azerbeidzjan, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat de betrokkene:

(a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven geldig visum of geldige verblijfsvergunning, of

(b) het grondgebied van Azerbeidzjan illegaal en rechtstreeks is binnengekomen na verblijf op of doorreis over het grondgebied van de aangezochte lidstaat.

2.         De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer:

(a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven van de aangezochte lidstaat, of

(b) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon visumvrije toegang heeft gekregen tot het grondgebied van Azerbeidzjan.

3.         De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lidstaat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. Indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de langste geldigheidsduur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen worden overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten.

4.         Onverminderd artikel 7, lid 2, verstrekt Azerbeidzjan, nadat de lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, de persoon van wie de overname is aanvaard het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument (bijlage 8).

Afdeling III Overnameprocedure

Artikel 7 Beginselen

1.         Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 2, wordt voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 6 over te nemen persoon een overnameverzoek ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

2.         Indien de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, in het geval van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon, tevens in het bezit is van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat, kan de overdracht van deze persoon plaatsvinden zonder dat de verzoekende staat bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat een overnameverzoek en, in het geval van een onderdaan van de aangezochte staat, een schriftelijke kennisgeving in de zin van artikel 12, lid 1, hoeft in te dienen.

3.         Onverminderd lid 2, kan de verzoekende staat, indien een persoon binnen een gebied van 15 kilometer vanaf en met inbegrip van het grondgebied van zeehavens en internationale luchthavens (met inbegrip van douanezones) van de verzoekende staat is aangehouden, nadat hij op illegale wijze de grens heeft overschreden rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte staat, binnen twee werkdagen na de aanhouding van deze persoon een overnameverzoek indienen (versnelde procedure).

Artikel 8 Overnameverzoek

1.         Het overnameverzoek bevat, voor zover mogelijk, de volgende gegevens:

(a) de persoonsgegevens van de over te nemen persoon (bv. naam, voornamen, geboortedatum en zo mogelijk geboorteplaats en laatste verblijfplaats) en, in voorkomend geval, de persoonsgegevens van minderjarige ongehuwde kinderen en/of echtgenoot/echtgenote;

(b) voor eigen onderdanen: beschrijving van de middelen waarmee het bewijs van of het prima facie bewijs inzake de nationaliteit zal worden geleverd, conform het bepaalde in respectievelijk bijlage 1 en bijlage 2;

(c) voor onderdanen van derde landen en staatloze personen: beschrijving van de middelen waarmee het bewijs van of het prima facie bewijs inzake het voldoen aan de voorwaarden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen zal worden geleverd, conform het bepaalde in respectievelijk bijlage 3 en bijlage 4;

(d) een foto van de over te nemen persoon.

2.         Het overnameverzoek bevat, voor zover mogelijk, ook de volgende gegevens:

(a) een verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, mits de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;

(b) andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen dan wel gegevens over de gezondheid van de persoon die voor de overdracht van die persoon nodig kunnen zijn.

3.         Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.

4.         Een overnameverzoek kan met behulp van elk communicatiemiddel worden ingediend, ook elektronisch, bijvoorbeeld per fax, e-mail enz.

Artikel 9 Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit

1.         Het bewijs van de nationaliteit in de zin van artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 vermelde documenten, ook indien de geldigheidsduur ervan is verstreken, mits dit niet langer dan zes maanden is. Wanneer dergelijke documenten worden overgelegd, erkennen de lidstaten en Azerbeidzjan de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek wordt verlangd. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

2.         Prima facie bewijs van de nationaliteit in de zin van artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 vermelde documenten, ook indien de geldigheidsduur ervan is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden overgelegd, beschouwen de lidstaten en Azerbeidzjan de nationaliteit als vastgesteld, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. Prima facie bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

3.         Indien geen van de in bijlage 1 of 2 vermelde documenten kan worden overgelegd of indien deze om gegronde redenen ontoereikend worden geacht, ondervraagt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van de betrokken aangezochte staat op basis van een in het overnameverzoek opgenomen verzoek daartoe van de verzoekende staat, de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen vijf werkdagen na de datum van het verzoek, teneinde diens nationaliteit vast te stellen.

4.         De procedure voor dergelijke ondervragingen kan worden vastgesteld in de op basis van artikel 20 vastgestelde uitvoeringsprotocollen.

Artikel 10 Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatloze personen

1.         Het bewijs dat is voldaan aan de in artikel 4, lid 1, en artikel 6, lid 1, vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 vermelde bewijsmiddelen; dit bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt door de lidstaten en Azerbeidzjan zonder verder onderzoek erkend.

2.         Prima facie bewijs dat is voldaan aan de in artikel 4, lid 1, en artikel 6, lid 1, vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 vermelde bewijsmiddelen; dit bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer prima facie bewijsmateriaal wordt overgelegd, nemen de lidstaten en Azerbeidzjan aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen.

3.         Het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarin het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning voor het grondgebied van de verzoekende staat ontbreekt. Een verklaring van de verzoekende staat dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de vereiste reisdocumenten, het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning kan evenzo als prima facie bewijs dienen voor het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf.

Artikel 11 Termijnen

1.         Het overnameverzoek moet bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend uiterlijk zes maanden nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon niet of niet meer aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf voldoet. Indien er juridische of praktische belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn op verzoek van de verzoekende staat verlengd, doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.

2.         Het overnameverzoek moet schriftelijk worden beantwoord

– binnen twee werkdagen wanneer het overnameverzoek in het kader van de versnelde procedure is ingediend (artikel 7, lid 3);

– binnen vijftien kalenderdagen in alle overige gevallen.

Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van de bevestiging van de ontvangst van het overnameverzoek. Indien binnen deze termijn niet wordt geantwoord, dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.

Een overnameverzoek kan met behulp van elk communicatiemiddel worden beantwoord, ook elektronisch, bijvoorbeeld per fax, e-mail enz.

3.         De afwijzing van een overnameverzoek wordt schriftelijk gemotiveerd.

4.         Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in lid 2 bedoelde termijnen wordt de betrokken persoon binnen drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek van de verzoekende staat worden verlengd met de periode die nodig is om juridische of praktische belemmeringen op te heffen.

Artikel 12 Wijze van overdracht en van vervoer

1.         Onverminderd artikel 7, lid 2, stellen de bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat de bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat ten minste drie werkdagen voordat een persoon wordt overgedragen schriftelijk in kennis van de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

2.         Vervoer kan op elk wijze plaatsvinden, ook door de lucht of over zee. Bij overdracht door de lucht hoeft niet uitsluitend gebruik te worden gemaakt van de nationale luchtvaartmaatschappijen van Azerbeidzjan of de lidstaten; er kan ook gebruik worden gemaakt van lijnvluchten of chartervluchten. In het geval van begeleide terugkeer mogen naast de gemachtigde personen van de verzoekende staat ook gemachtigde personen uit Azerbeidzjan of een van de lidstaten de over te dragen persoon begeleiden.

3.         Indien de overdracht door de lucht gebeurt, worden eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een visum aan te vragen.

Artikel 13 Onterechte overname

De verzoekende staat neemt een persoon die door de aangezochte staat is overgenomen terug, indien binnen zes maanden of, in het geval van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon, binnen twaalf maanden na de overdracht van de betrokken persoon wordt vastgesteld dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de artikelen 3 tot en met 6.

In dergelijke gevallen zijn mutatis mutandis de procedurevoorschriften van deze overeenkomst van toepassing en worden tevens alle beschikbare gegevens met betrekking tot de werkelijke identiteit en nationaliteit van de terug te nemen persoon meegedeeld.

Afdeling IV Doorgeleiding

Artikel 14 Beginselen

1.         De lidstaten en Azerbeidzjan moeten doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.

2.         Azerbeidzjan staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt, en een lidstaat staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen over zijn grondgebied toe indien Azerbeidzjan daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doorreis en de overname door de staat van bestemming gewaarborgd zijn.

3.         Doorgeleiding kan door Azerbeidzjan of een lidstaat worden geweigerd:

(a) indien de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een reëel gevaar loopt in de staat van bestemming of een andere staat van doorgeleiding te worden onderworpen aan marteling, aan onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, aan de doodstraf of aan vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep, of politieke overtuiging, of

(b) indien de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon in de aangezochte staat of een andere staat van doorgeleiding blootstaat aan strafrechtelijke sancties, of

(c) om redenen van volksgezondheid, nationale veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

4.         Azerbeidzjan of een lidstaat kan elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden zoals bedoeld in lid 3 voordoen of aan het licht komen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doorreis of de overname door de staat van bestemming niet meer gewaarborgd is. In dat geval neemt de verzoekende staat de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon zo nodig onverwijld terug.

Artikel 15 Doorgeleidingsprocedure

1.         Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat en bevat de volgende gegevens:

(a) type van doorgeleiding (door de lucht, over zee of over land); eventuele andere staten van doorgeleiding en beoogde eindbestemming,

(b) de persoonsgegevens van de betrokken persoon (bv. naam, voornaam, meisjesnaam, andere namen die de betrokken persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat, geboortedatum, geslacht en zo mogelijk geboorteplaats, nationaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);

(c) voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van overdracht en eventueel gebruik van begeleiders;

(d) een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 14, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 14, lid 3.

Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is in bijlage 6 opgenomen.

Een doorgeleidingsverzoek kan met behulp van elk communicatiemiddel worden ingediend, ook elektronisch, bijvoorbeeld per fax, e-mail enz.

2.         Binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek brengt de aangezochte staat de verzoekende staat schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor. Indien er niet wordt geantwoord binnen vijf werkdagen, dan wordt aangenomen dat met de doorgeleiding wordt ingestemd.

Een doorgeleidingsverzoek kan met behulp van elk communicatiemiddel worden beantwoord, ook elektronisch, bijvoorbeeld per fax, e-mail enz.

3.         Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting om een luchthaventransitvisum aan te vragen.

4.         De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat verlenen na onderling overleg steun bij de doorgeleiding, met name door toezicht te houden op de betrokken personen en door geschikte faciliteiten ter beschikking te stellen.

5.         De doorgeleiding vindt plaats binnen dertig dagen na ontvangst van de instemming met het verzoek, tenzij anders is overeengekomen.

Afdeling V Kosten

Artikel 16 Kosten van vervoer en van doorgeleiding

Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerskosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.

Afdeling VI Gegevensbescherming en verhouding tot andere internationale verplichtingen

Artikel 17 Gegevensbescherming

Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de uitvoering van deze overeenkomst door, naar gelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Azerbeidzjan of een lidstaat. De verwerking en de behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval zijn onderworpen aan de wetgeving van Azerbeidzjan en, wanneer de voor de verwerking van de gegevens verantwoordelijke instantie een bevoegde autoriteit van een lidstaat is, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG en de nationale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toepassing:

(a) de persoonsgegevens moeten eerlijk en rechtmatig worden verwerkt;

(b) de persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de uitvoering van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de meedelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

(c) de persoonsgegevens moeten toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn in verhouding tot het doel waarvoor zij worden verkregen en/of verder verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

– de identiteit van de betrokken persoon (bijvoorbeeld voornamen, familienaam, vroegere namen, andere namen die de betrokken persoon gebruikt of onder welke hij bekend staat, geslacht, burgerlijke staat, plaats en datum van geboorte, huidige en eventuele vroegere nationaliteit);

– paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);

– stopplaatsen en reisroutes;

– andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;

(d) de persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten in voorkomend geval worden bijgewerkt;

(e) de persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij werden verkregen of vervolgens werden verwerkt;

(f) de meedelende en de ontvangende autoriteit treffen alle redelijke maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende correctie, uitwissing of afscherming van persoonsgegevens wanneer de verwerking ervan niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat deze persoonsgegevens niet toereikend, ter zake dienend of nauwkeurig zijn, of omdat zij bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de kennisgeving van elke correctie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;

(g) op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de meedelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

(h) de persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan andere instanties is de voorafgaande toestemming van de meedelende autoriteit vereist;

(i) de meedelende en de ontvangende autoriteit zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.

Artikel 18 Verhouding tot andere internationale verplichtingen

1.         Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Unie, de lidstaten en Azerbeidzjan die voortvloeien uit het internationaal recht, met inbegrip van internationale overeenkomsten waarbij zij partij zijn, en met name uit de in artikel 2 vermelde internationale instrumenten en:

– internationale overeenkomsten waarbij wordt bepaald welk land bevoegd is voor de behandeling van ingediende asielverzoeken;

– internationale verdragen inzake uitwijzing en doorgeleiding;

– multilaterale internationale verdragen en overeenkomsten over de overname van vreemdelingen, zoals het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart.

2.         Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon op basis van andere formele of informele regelingen.

Afdeling VII Uitvoering en toepassing

Artikel 19 Gemengd Comité overname

1.         De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar wederzijds bijstand bij de toepassing en interpretatie van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een Gemengd Comité overname (hierna "het comité" genoemd) in, dat met name:

(a) toeziet op de toepassing van deze overeenkomst;

(b) kwesties in verband met de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst aanpakt;

(c) uitvoeringsregelingen vaststelt die nodig zijn voor de eenvormige toepassing van deze overeenkomst;

(d) geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Azerbeidzjan op grond van artikel 20 zijn opgesteld;

(e) aanbevelingen doet voor wijziging van deze overeenkomst en de bijlagen daarbij.

2.         De beslissingen van het comité zijn bindend voor de overeenkomstsluitende partijen.

3.         Het comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en Azerbeidzjan.

4.         Het comité komt zo vaak als nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.

5.         Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 20 Uitvoeringsprotocollen

1.         Onverminderd de rechtstreekse toepasselijkheid van deze overeenkomst stellen Azerbeidzjan en een lidstaat, op verzoek van een lidstaat of Azerbeidzjan, een uitvoeringsprotocol op dat onder andere betrekking heeft op de regels inzake:

(a) de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

(b) de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen onder begeleiding;

(c) andere middelen en documenten dan die vermeld in de bijlagen 1 tot en met 4;

(d) de wijze van overname in het kader van de versnelde procedure;

(e) de procedure voor ondervragingen.

2.         De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden pas in werking nadat het Gemengd Comité overname, bedoeld in artikel 19, daarvan in kennis is gesteld.

3.         Azerbeidzjan stemt ermee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook toe te passen in zijn betrekkingen met een andere lidstaat, op verzoek van die laatstbedoelde lidstaat. De lidstaten stemmen ermee in elke bepaling van een uitvoeringsprotocol dat door Azerbeidzjan met een lidstaat is gesloten, ook toe te passen in hun betrekkingen met Azerbeidzjan, op verzoek van Azerbeidzjan en voor zover de toepassing ervan op de andere lidstaten praktisch haalbaar is.

Artikel 21 Verhouding tot bilaterale overnameovereenkomsten of overnameregelingen van de lidstaten

De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van andere bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van zonder vergunning op het grondgebied verblijvende personen die op basis van artikel 20 tussen afzonderlijke lidstaten en Azerbeidzjan zijn of kunnen worden gesloten, voor zover de bepalingen van deze bilaterale overnameovereenkomsten of overnameregelingen onverenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

Afdeling VIII Slotbepalingen

Artikel 22 Territoriaal toepassingsgebied

1.         Onverminderd het bepaalde in lid 2, is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn, alsook op het grondgebied van Azerbeidzjan.

2.         Deze overeenkomst is op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk van Groot‑Brittannië en Noord-Ierland en op dat van Ierland enkel van toepassing na een desbetreffende kennisgeving van de Europese Unie aan Azerbeidzjan. Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

Artikel 23 Inwerkingtreding, looptijd en beëindiging

1.         Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedures.

2.         Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste overeenkomstsluitende partij de andere partij ervan in kennis heeft gesteld dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn voltooid.

3.         Deze overeenkomst is van toepassing op het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en op Ierland vanaf de eerste dag van de tweede maand na de in artikel 22, lid 2, bedoelde kennisgeving.

4.         De overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

5.         Elke overeenkomstsluitende partij kan de uitvoering van deze overeenkomst door middel van een officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij en na voorafgaand overleg met het in artikel 19 bedoelde comité, tijdelijk geheel of gedeeltelijk opschorten. De opschorting gaat in op de tweede dag volgend op de dag van deze kennisgeving.

6.         Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. Deze overeenkomst verstrijkt zes maanden na de datum van een dergelijke kennisgeving.

Artikel 24 Wijzigingen van de overeenkomst

Deze overeenkomst kan in onderlinge overeenstemming tussen de overeenkomstsluitende partijen worden gewijzigd en aangevuld. Wijzigingen en aanvullingen worden opgesteld in de vorm van afzonderlijke protocollen, die een integrerend onderdeel van deze overeenkomst vormen, en treden in werking volgens de in artikel 23 vastgestelde procedure.

Artikel 25 Bijlagen

De bijlagen 1 tot en met 8 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Opgesteld te [….] op […..], in twee exemplaren in de Azerbeidjaanse, de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Voor de Europese Unie (…) || Voor de Republiek Azerbeidzjan (…)

BIJLAGE 1

Gemeenschappelijke lijst van documenten waarvan de overlegging wordt beschouwd als bewijs van de nationaliteit (artikel 3, lid 1, artikel 5, lid 1, en artikel 9, lid 1)

– alle soorten paspoorten (nationale paspoorten, gewone paspoorten, diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten, officiële paspoorten, collectieve paspoorten en paspoortvervangende documenten, met inbegrip van paspoorten voor kinderen),

– door de aangezochte staat afgegeven laissez-passer,

– alle soorten identiteitskaarten (ook tijdelijke en voorlopige identiteitskaarten), met uitzondering van identiteitskaarten voor zeelieden.

BIJLAGE 2

Gemeenschappelijke lijst van documenten waarvan de overlegging wordt beschouwd als prima facie bewijs van de nationaliteit

(artikel 3, lid 1, artikel 5, lid 1, en artikel 9, lid 2)

– de in bijlage 1 vermelde documenten waarvan de geldigheid niet langer dan zes maanden is verstreken,

– fotokopieën van de in bijlage 1 vermelde documenten,

– burgerschapscertificaten en andere officiële documenten waaruit duidelijk het staatsburgerschap blijkt,

– rijbewijzen of fotokopieën daarvan,

– geboorteakten of fotokopieën daarvan,

– bedrijfspassen of fotokopieën daarvan,

– militaire zakboekjes en militaire identiteitskaarten,

– monsterboekjes, schippersbewijzen en identiteitskaarten voor zeelieden,

– getuigenverklaringen,

– verklaringen van de betrokken persoon en verklaring betreffende de taal die hij spreekt, onder meer door middel van een officieel onderzoeksresultaat,

– andere documenten die kunnen bijdragen tot het vaststellen van de nationaliteit van de betrokken persoon,

– vingerafdrukken,

– bevestiging van de identiteit na raadpleging van het visuminformatiesysteem,

– in het geval van lidstaten die het visuminformatiesysteem niet gebruiken: positieve identificatie op basis van visumaanvraagdossiers van die lidstaten,

– bevestiging van de identiteit na raadpleging van IAMAS (geautomatiseerd systeem van de Republiek Azerbeidzjan voor het opzoeken van inreis/uitreis- en registratiegegevens).

BIJLAGE 3

Gemeenschappelijke lijst van documenten die worden beschouwd als bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen

(artikel 4, lid 1, artikel 6, lid 1, en artikel 10, lid 1)

– visum en/of verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte staat,

– inreis-/uitreisstempels of soortgelijke aantekeningen in het reisdocument van de betrokkene of andere bewijzen van inreis/uitreis (bv. fotografische),

– identiteitskaarten afgegeven aan staatloze personen die permanent in de aangezochte staat verblijven,

– laissez-passer afgegeven aan staatloze personen die permanent in de aangezochte staat verblijven.

BIJLAGE 4

Gemeenschappelijke lijst van documenten die worden beschouwd als prima facie bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen

(artikel 4, lid 1, artikel 6, lid 1, en artikel 10, lid 2)

– door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat verstrekte omschrijving van de plaats waar en de omstandigheden waaronder de betrokken persoon na binnenkomst op het grondgebied van die staat is aangetroffen,

– gegevens met betrekking tot de identiteit en/of het verblijf van een persoon die door een internationale organisatie zijn verstrekt (bv. UNHCR),

– rapportage/bevestiging van de inlichtingen door familieleden, reisgenoten enz.,

– alle soorten documenten, certificaten en rekeningen (bv. hotelrekeningen, afspraakkaarten voor bezoek aan arts/tandarts, toegangsbewijzen voor openbare/particuliere instellingen, autoverhuurcontracten, kredietkaartreçu's enz.) waaruit duidelijk blijkt dat de betrokken persoon op het grondgebied van de aangezochte staat heeft verbleven,

– reisbiljetten op naam en/of passagierslijsten voor vlieg-, trein-, bus- of bootreizen waaruit de aanwezigheid van de betrokken persoon en zijn reisroute op het grondgebied van de aangezochte staat kunnen worden afgeleid,

– inlichtingen waaruit blijkt dat de betrokken persoon gebruik heeft gemaakt van de diensten van een reisbegeleider of reisbureau,

– officiële verklaringen van met name grensbeambten en andere personen die kunnen getuigen dat de betrokkene de grens heeft overschreden,

– officiële verklaring van de betrokken persoon in gerechtelijke of administratieve procedures,

– verklaring van de betrokken persoon,

– vingerafdrukken.

BIJLAGE 5

|| ||                                  [Embleem van de Republiek Azerbeidzjan] ||

..............................................................………… .....................................................……….… || .................................................................…….. (Plaats en datum)

(Benaming van de verzoekende autoriteit) ||

Referentie: .............................................……………

Aan

...................................................................... ||

............................................................….… ......................................................………… (Benaming van de aangezochte autoriteit) ||

q      VERSNELDE PROCEDURE (artikel 7, lid 3)

q      VERZOEK OM ONDERVRAGING (artikel 9, lid 3)

OVERNAMEVERZOEK overeenkomstig artikel 8 van de overeenkomst van […] tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

A. Persoonsgegevens 1. Volledige naam (onderstreep familienaam): ...........................................................……………………………… 2.      Meisjesnaam: ...........................................................……………………………… 3.      Geboorteplaats en –datum: ...........................................................……………………………… || Foto

4.      Geslacht en persoonsbeschrijving (lengte, kleur van ogen, bijzondere kenmerken enz.):

………………………………………………………………………………………...................………………….

5.      Ook bekend als (vroegere namen, andere namen die de persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat):

...........................................................................................................................……….............…………….

6.      Nationaliteit en taal:

...........................................................................................................................………...................………………

7.      Burgerlijke staat:     q gehuwd           q ongehuwd          q gescheiden      q weduwnaar/weduwe

Indien gehuwd:        naam van echtgenoot/echtgenote ...................................................................................................... ......

                Namen en leeftijd van eventuele kinderen..................................................……………....………………....…....

....................................................................................................................................................................................

...........................................................................................................................……………………………………..

............................................................................…...................…...................……………………………...............

8.      Laatste adres in de aangezochte staat:

............................................................................................................................................………....................……

B.           Persoonsgegevens van de echtgenoot/echtgenote (in voorkomend geval)

1.      Volledige naam (onderstreep familienaam): ..................................................................................................................

2.      Meisjesnaam: …………………………………...........................................................………………………………

3.      Geboorteplaats en –datum: ………………………….........................................................……………………………

4.      Geslacht en persoonsbeschrijving (lengte, kleur van ogen, bijzondere kenmerken enz.):

………………………………………………………………………..………………………...................………………….

5.      Ook bekend als (vroegere namen, andere namen die de persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat):

..........................................................................................................................……….....................……………….

6.      Nationaliteit en taal:

.............................................................................................................................................………...................………………

C.           Persoonsgegevens van de kinderen (in voorkomend geval)

1.      Volledige naam (onderstreep familienaam): ...................................................................................................................

2.      Geboorteplaats en –datum: …………………………............................................................…………………………

3.      Geslacht en persoonsbeschrijving (lengte, kleur van ogen, bijzondere kenmerken enz.):

…………………………………………………………………………………………...................…………..........……….

4.      Nationaliteit en taal:

...........................................................................................................................………...................………………

D.          Bijzondere omstandigheden met betrekking tot de over te dragen persoon

1.      Gezondheidstoestand (bijvoorbeeld eventueel vermelding van bijzondere medische verzorging; Latijnse naam van besmettelijke ziekte):

............................................................................................................................................……………………………………

2.      Reden waarom de persoon bijzonder gevaarlijk is (bv. verdacht van een ernstig misdrijf; agressief gedrag):

............................................................................................................................................……………………………………

E.           Bijgevoegd bewijsmateriaal

1.             ..............................................................………… (Paspoortnummer) || ......................................................................………… (Datum en plaats van afgifte)

..................................................................…….........… (Afgevende autoriteit) || ........................................................................……….. (Vervaldatum)

2.             ..............................................................………… (Nummer identiteitskaart) || ......................................................................………… (Datum en plaats van afgifte)

..............................................................................………… (Afgevende autoriteit) || ......................................................................………… (Vervaldatum)

3.             ..............................................................………… (Nummer rijbewijs) || ......................................................................………... (Datum en plaats van afgifte)

………..................................................................………… (Afgevende autoriteit) || ......................................................................………… (Vervaldatum)

4.             ..............................................................………… (Nummer ander officieel document) || ......................................................................………… (Datum en plaats van afgifte)

………..................................................................………… (Afgevende autoriteit) || ......................................................................………… (Vervaldatum)

F.           Opmerkingen

............................................................................................................................................................……………

............................................................................................................................................................……………

…………………………………………………………………………………………………...…………………………...

...................................................

(Handtekening) (Zegel/stempel)

BIJLAGE 6

|| ||                                  [Embleem van de Republiek Azerbeidzjan] ||

..............................................................………… .....................................................……….… || .................................................................…….. (Plaats en datum)

(Benaming van de verzoekende autoriteit) ||

Referentie: .............................................……………

Aan

...................................................................... ||

............................................................….… ......................................................………… (Benaming van de aangezochte autoriteit) ||

q      VERSNELDE PROCEDURE (artikel 7, lid 3)

q      VERZOEK OM ONDERVRAGING (artikel 9, lid 3)

DOORGELEIDINGSVERZOEK overeenkomstig artikel 15 van de overeenkomst van […] tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

A.        Persoonsgegevens 1.      Volledige naam (onderstreep familienaam): ...........................................................……………………………… 2.      Meisjesnaam: ...........................................................……………………………… 3.      Geboorteplaats en –datum: ...........................................................……………………………… || Foto

4.      Geslacht en persoonsbeschrijving (lengte, kleur van ogen, bijzondere kenmerken enz.):

………………………………………………………………………………………...................………………….

5.      Ook bekend als (vroegere namen, andere namen die de persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat):

...........................................................................................................................……….............…………….

6.      Nationaliteit en taal:

...........................................................................................................................………...................………………

7.      Aard en nummer van het reisdocument:

................................................................................................................................................................................…………

B.        Doorgeleiding

1.             Type van doorgeleiding

q door de lucht || q over land || q over zee

2.             Staat van eindbestemming

…………………………………………………………………………………………………………………………….

3.             Eventuele andere staten van doorgeleiding

……………………………………………………………………………………………………………………………

4.             Voorgestelde plaats van grensoverschrijding, datum, tijdstip van overdracht en eventuele begeleiders

……………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………

5.             Toelating gewaarborgd in alle andere doorreisstaten en in de staat van eindbestemming (artikel 14, lid 2)

q ja || q neen

6.             Kennis van enige reden voor weigering van de doorgeleiding (artikel 14, lid 3)

q ja || q neen

C.        Opmerkingen

............................................................................................................................................................……………

............................................................................................................................................................……………

………………………………………………………………………………………………...…………………………...

...................................................

(Handtekening) (Zegel/stempel)

BIJLAGE 7

STANDAARDREISDOCUMENT VAN DE EU VOOR VERWIJDERINGSDOELEINDEN

(Overeenkomstig het formulier dat is aangenomen bij de EU-aanbeveling van de Raad van 30 november 1994)[6]

BIJLAGE 8

AZƏRBAYCAN RESPUBLIKASINDAN SƏYAHƏT SƏNƏDİ

REISDOCUMENT VAN DE REPUBLIEK AZERBEIDZJAN

№ ___________________

Hansı ölkəyə: ....................................................................................................................................

Voor een reis naar

Adı:      ....................................................................    Soyadı:  ....................................................

Voornaam                                                                                                 Naam

FOTO

Doğum tarixi:    .........................................................................................................

Geboortedatum

Doğulduğu yer:  ..........................................................................................................

Geboorteplaats

Cinsi:    ....................      Boyu:   ......................  Gözlərinin rəngi:       ...................

Geslacht                                     Lengte                                     Kleur van ogen

Xüsusi əlamətləri:          ......................................................................................

Bijzondere kenmerken

Vətəndaşlığı: ..............................................................................................................

Nationaliteit

Ölkəsindəki yaşayış ünvanı (əgər bilinirsə):          .........................................................................................................................................

Adres in het land van herkomst (indien bekend)

MÖHÜR YERİ

Sənədi verən orqanın adı:           .......................................................................................

Afgevende autoriteit

Sənədin verilmə tarixi:    ...................................................................................................

Afgegeven te

Etibarlıdır:         .................................................................................................................

Geldig tot

İmza:    .............................................................................................................................

          Handtekening

Əlavə qeydlər:   ..................................................................................................................................

Commentaar / Opmerkingen

..............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

Bir səfər üçün nəzərdə tutulub.

Slechts geldig voor één reis

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 3, lid 3

De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat uit hoofde van het nationaliteitsrecht van de Republiek Azerbeidzjan een burger van de Republiek Azerbeidzjan zijn nationaliteit niet kan worden ontnomen.

De partijen komen overeen dat zij te zijner tijd overleg zullen plegen wanneer in deze juridische situatie verandering zou komen.

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de artikelen 4 en 6

De partijen streven ernaar alle onderdanen van derde landen die niet of niet meer voldoen aan de juridische voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op hun respectieve grondgebieden, naar hun land van herkomst terug te zenden.

Gemeenschappelijke verklaring betreffende het Koninkrijk Denemarken

De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken, noch op onderdanen van het Koninkrijk Denemarken. Het is daarom wenselijk dat de Republiek Azerbeidzjan en het Koninkrijk Denemarken een overnameovereenkomst sluiten die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen

De overeenkomstsluitende partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, die met name voortvloeit uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is daarom wenselijk dat de Republiek Azerbeidzjan met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen een overnameovereenkomst sluit die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de Zwitserse Bondsstaat

De overeenkomstsluitende partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat, met name uit hoofde van de op 1 maart 2008 in werking getreden Overeenkomst inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is daarom wenselijk dat de Republiek Azerbeidzjan met de Zwitserse Bondsstaat een overnameovereenkomst sluit die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.

Gemeenschappelijke verklaring betreffende het vorstendom Liechtenstein

De overeenkomstsluitende partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein, met name uit hoofde van de op 19 december 2011 in werking getreden Overeenkomst inzake de wijze waarop het Vorstendom Liechtenstein wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is daarom wenselijk dat de Republiek Azerbeidzjan met het Vorstendom Liechtenstein een overnameovereenkomst sluit die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.

[1]               PB C [...] van [...], blz. [...].

[2]               PB C [...] van [...], blz. [...].

[3]               Overeenkomstig het formulier dat is aangenomen bij de EU-aanbeveling van de Raad van 30 november 1994.

[4]               Ibidem.

[5]               Ibidem.

[6]               PB C 247 van 19 september 1996, blz. 18.

Top