This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0556
Proposal for a COUNCIL DECISION on the signature, on behalf of the European Union, of the agreement between the European Union and the French Republic concerning the application to the collectivity of Saint-Barthélemy of Union legislation on the taxation of savings and administrative cooperation in the field of taxation
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse Republiek met het oog op de toepassing van de Uniewetgeving betreffende de belasting van spaartegoeden en de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse Republiek met het oog op de toepassing van de Uniewetgeving betreffende de belasting van spaartegoeden en de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy
/* COM/2013/0556 final - 2013/0270 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse Republiek met het oog op de toepassing van de Uniewetgeving betreffende de belasting van spaartegoeden en de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy /* COM/2013/0556 final - 2013/0270 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Krachtens Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad
van 29 oktober 2010 is de Gemeenschap Saint-Barthélemy ("collectivité
territoriale") niet langer een ultraperifeer gebied van de Unie, maar
heeft zij met ingang van 1 januari 2012 de LGO-status (land of gebied overzee)
verworven. In Besluit 2010/718/EU is bepaald dat Frankrijk
zich ertoe verplicht de noodzakelijke overeenkomsten te sluiten opdat deze
omschakeling de belangen van de Unie onverlet zou laten. Te dien einde heeft de Raad op 20 oktober 2011 een
besluit aangenomen waarbij de Europese Commissie, die dit besluit op 24 oktober
2011 heeft ontvangen, werd gemachtigd om over de voorwaarden te onderhandelen.
Zij moest met name een overeenkomst bewerkstelligen tussen de Franse Republiek,
namens Saint-Barthélemy, en de Europese Unie, die erin voorziet dat de
Uniewetgeving betreffende de belasting van spaartegoeden en de administratieve
samenwerking op het gebied van de belastingen toepassing vindt ten aanzien van
Saint-Barthélemy. In de onderhandelingsrichtsnoeren bij het besluit
van de Raad was in het bijzonder het volgende bepaald: - er wordt beoogd een overeenkomst te sluiten die
erin voorziet dat de mechanismen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 77/799/EEG[1] van de Raad en Richtlijn
2011/16/EU[2]
van de Raad betreffende de administratieve samenwerking in belastingzaken
alsook bij Richtlijn 2003/48/EG[3]
van de Raad betreffende de belasting van spaartegoeden, toepassing vinden ten
aanzien van Saint-Barthélemy. In dat verband moet rekening worden gehouden met
nieuwe ontwikkelingen van de wetgeving op die gebieden opdat de regelingen die
in Saint-Barthélemy worden toegepast, gelijkwaardig zijn aan de regelingen die
gelden in continentaal Frankrijk; - de werkingssfeer van de overeenkomst moet zich
uitstrekken tot de bij voornoemde richtlijnen vastgestelde regelingen. Wat de
belasting van spaartegoeden betreft, moet zij betrekking hebben op
rentebetalingen zoals omschreven in artikel 6 van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad
en de toekomstige wijzigingen daarvan, verricht door uitbetalende instanties
gevestigd in Saint-Barthélemy ten gunste van uiteindelijk gerechtigden die hun
woonplaats hebben in de EU; - de overeenkomst moet voor onbepaalde duur worden
gesloten. 2. RESULTATEN VAN DE
RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN Op basis van de haar verleende machtiging heeft de
Europese Commissie een ontwerpovereenkomst opgesteld als uitgangspunt voor de
onderhandelingen met Frankrijk, die hebben plaatsgevonden in de loop van 2012
en de eerste maanden van 2013. Deze ontwerpovereenkomst is ook besproken in de
Groep belastingvraagstukken van de Raad van de Europese Unie en geen enkele
lidstaat heeft een voorbehoud gemaakt. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL De rechtsgrondslag van onderhavig voorstel wordt
gevormd door de artikelen 113 en 115 van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8,
tweede alinea. De materiële rechtsgrondslag wordt gevormd door de artikelen 113
en 115 VWEU. Het is namelijk de bedoeling – en de inhoud van de maatregel is
daarop afgestemd - om de mechanismen van de Richtlijnen 2011/16/EU en
2003/48/EG, die op deze beide artikelen gebaseerd zijn, ook van toepassing te
verklaren op de betrekkingen tussen de lidstaten en Saint-Barthélemy. Met het bepaalde in artikel 1 beoogt
de overeenkomst, ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy, uitvoering te
geven aan de fiscale aangelegenheden die geregeld zijn bij: - Richtlijn 2011/16/EU van de Raad, waarbij
Richtlijn 77/799/EEG van de Raad werd ingetrokken met ingang van 1 januari
2013, - Richtlijn 2003/48/EG van de Raad, - en de daarmee samenhangende besluiten. Door middel van artikel 1, lid 3, en
artikel 2 is de overeenkomst dynamisch opgezet, zodat zij niet
alleen alle toekomstige wijzigingen van de twee richtlijnen omvat, maar ook
alle huidige en – in voorkomend geval – toekomstige gedelegeerde en
uitvoeringsbesluiten[4].
Dit is nodig om te allen tijde te garanderen dat interne aangelegenheden binnen
de Europese Unie en aangelegenheden die tussen de lidstaten en Saint-Barthélemy
rijzen, op dezelfde wijze worden behandeld. In artikel 3 is bepaald wat moet
worden verstaan onder bevoegde autoriteiten, centrale verbindingsbureaus,
verbindingsdiensten en bevoegde ambtenaren, om de samenhang te garanderen met
de nationale maatregelen die de lidstaten al hebben genomen of nog zullen nemen
voor de omzetting van de Richtlijnen 2011/16/EU en 2003/48/EG van de Raad. De statistieken en inlichtingen over de toepassing
van de overeenkomst ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy zullen
worden verstrekt door de Franse Republiek (artikel 4). Wat geschillenbeslechting betreft, zijn de
volgende maatregelen getroffen: - een regeling voor onderling overleg tussen de
bevoegde autoriteiten uitsluitend van de betrokken lidstaten voor de gevallen
waarin de toepassing of de uitlegging van de overeenkomst bij die bevoegde
autoriteiten moeilijkheden of twijfelpunten doet rijzen (artikel 5).
De Europese Commissie wordt in kennis gesteld van de uitkomst van het overleg
en moet op haar beurt de overige lidstaten op de hoogte brengen. Als het
geschil betrekking heeft op een uitleggingsvraag, kan de Commissie aan het
overleg deelnemen op verzoek van een van de bevoegde autoriteiten. - als de overeenkomstsluitende partijen het oneens
zijn over de uitlegging of de toepassing van de overeenkomst, moeten zij eerst
bijeenkomen met de Europese Commissie voordat de aangelegenheid aan het Hof van
Justitie wordt voorgelegd (artikel 6). Alleen het Hof is bevoegd
om dergelijke geschillen te beslechten. De formaliteiten met betrekking tot de
inwerkingtreding zijn vastgesteld in artikel 7. Tot slot is in artikel 8 bepaald,
overeenkomstig de onderhandelingsrichtsnoeren, dat de overeenkomst is gesloten
voor onbepaalde duur, waarbij de partijen de mogelijkheid hebben deze langs
diplomatieke weg te beëindigen. 2013/0270 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de
Europese Unie van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse
Republiek met het oog op de toepassing van de Uniewetgeving betreffende de
belasting van spaartegoeden en de administratieve samenwerking op het gebied
van de belastingen ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name de artikelen 113 en 115 in samenhang met artikel
218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Krachtens Besluit 2010/718/EU
van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van
het eiland Saint-Barthélemy ten aanzien van de Europese Unie[5] is het eiland Saint-Barthélemy
met ingang van 1 januari 2012 niet langer een ultraperifeer gebied van de Unie,
maar heeft het de LGO-status (landen en gebieden overzee) verworven als bedoeld
in het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Opdat deze omschakeling de belangen van de Unie onverlet zou laten, heeft de
Franse Republiek zich ertoe verplicht de noodzakelijke overeenkomsten te
sluiten, teneinde onder meer te garanderen dat de mechanismen van Richtlijn
2011/16/EU[6]
en Richtlijn 2003/48/EG[7]
ook na de statuswijziging toepassing zullen vinden ten aanzien van
Saint-Barthélemy. (2) Nadat zij daartoe machtiging
had gekregen van de Raad op 20 oktober 2011, heeft de Commissie met de Franse
Republiek onderhandeld over een overeenkomst tussen de Franse Republiek, namens
het grondgebied Saint-Barthélemy, en de Europese Unie, die erin voorziet dat de
Uniewetgeving betreffende de belasting van spaartegoeden en de administratieve
samenwerking op het gebied van de belastingen toepassing vindt ten aanzien van
Saint-Barthélemy. (3) Deze overeenkomst moet garanderen
dat de mechanismen van beide richtlijnen, die met name tot doel hebben
grensoverschrijdende belastingfraude en –ontduiking te bestrijden, ook ondanks
de statuswijziging toepassing zullen vinden ten aanzien van Saint-Barthélemy. (4) De overeenkomst dient namens
de Unie te worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een
later tijdstip, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De ondertekening van de overeenkomst tussen de
Europese Unie en de Franse Republiek met het oog op de toepassing van de
Uniewetgeving betreffende de belasting van spaartegoeden en de administratieve
samenwerking op het gebied van de belastingen ten aanzien van de Gemeenschap
Saint-Barthélemy wordt goedgekeurd namens de Unie, onder voorbehoud van de sluiting
van de overeenkomst. De tekst van de te ondertekenen overeenkomst
is aan dit besluit gehecht. Artikel 2 Het
secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op dat de
persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar van de overeenkomst is
(zijn) aangewezen, machtiging verleent de overeenkomst, onder voorbehoud van de
sluiting ervan, te ondertekenen. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE Overeenkomst tussen de Europese Unie en de
Franse Republiek met het oog op de toepassing van de Uniewetgeving betreffende
de belasting van spaartegoeden en de administratieve samenwerking op het gebied
van de belastingen ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy DE EUROPESE UNIE, vertegenwoordigd door de
Europese Commissie, en DE FRANSE REPUBLIEK, voor wat betreft de
Gemeenschap Saint-Barthélemy, Overwegende hetgeen volgt: 1) De Gemeenschap Saint-Barthélemy maakt een
integrerend deel uit van de Franse Republiek maar behoort sinds 1 januari 2012
niet meer tot de Europese Unie in overeenstemming met Besluit 2010/718/EU van
de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland
Saint-Barthélemy ten aanzien van de Europese Unie[8]. 2) Teneinde de belangen van de Unie verder te
beschermen en met name te blijven strijden tegen grensoverschrijdende
belastingfraude en –ontduiking, dient te worden gegarandeerd dat de bepalingen
in de wetgeving van de Europese Unie betreffende de administratieve
samenwerking op het gebied van de belastingen en betreffende de
belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling
toepassing blijven vinden ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy.
Voorts dient te worden gegarandeerd dat de besluiten tot wijziging van die
bepalingen ook toepassing vinden ten aanzien van de Gemeenschap
Saint-Barthélemy, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel 1 Toepassing van de Richtlijnen 2011/16/EU en 2003/48/EG en de daarmee
samenhangende besluiten 1. De Franse Republiek en de andere lidstaten
passen ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy Richtlijn 2011/16/EU van
de Raad en alle door hen genomen maatregelen voor de omzetting van deze
richtlijn toe. 2. De Franse Republiek en de andere lidstaten
passen ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy Richtlijn 2003/48/EG van
de Raad en alle door hen genomen maatregelen voor de omzetting van deze
richtlijn toe. 3. De Franse Republiek en de andere lidstaten
passen ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy alle Uniebesluiten toe
die in voorkomend geval op basis van de in de leden 1 en 2 genoemde richtlijnen
worden aangenomen. 4. De overeenkomstsluitende partijen verklaren
dat de Europese Commissie ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy
dezelfde taken heeft als die waarmee zij bij de Richtlijnen 2011/16/EU en
2003/48/EG en de andere daarmee samenhangende wetsinstrumenten van de Raad is
belast om de administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van
de lidstaten te vergemakkelijken. Artikel 2 Toepasselijke versie van de in deze overeenkomst bedoelde Uniebesluiten De verwijzingen in deze overeenkomst naar de
Richtlijnen 2011/16/EU en 2003/48/EG en de andere Uniebesluiten als bedoeld in
artikel 1, leden 3 en 4, gelden als verwijzingen naar die richtlijnen en
besluiten in de versie zoals die luidt op het relevante ogenblik, in voorkomend
geval zoals gewijzigd bij de opeenvolgende wijzigingsbesluiten. Artikel 3 Bevoegde autoriteiten, centrale verbindingsbureaus,
verbindingsdiensten en bevoegde ambtenaren De overeenkomstsluitende partijen verklaren
dat de bevoegde autoriteiten die uit hoofde van Richtlijn 2003/48/EG en de
bevoegde autoriteiten, centrale verbindingsbureaus, verbindingsdiensten en
bevoegde ambtenaren die uit hoofde van Richtlijn 2011/16/EU door de lidstaten
zijn aangewezen, dezelfde taken en bevoegdheden hebben voor de toepassing van
de bepalingen van die richtlijnen in overeenstemming met artikel 1 van deze
overeenkomst ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy. Artikel 4 Toezicht De Franse Republiek verstrekt de Europese
Commissie statistieken en inlichtingen over de toepassing van deze overeenkomst
ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy in dezelfde mate, in dezelfde
vorm en binnen dezelfde termijnen als die welke gelden voor de statistieken en
inlichtingen die moeten worden verstrekt in verband met het functioneren van de
Richtlijnen 2011/16/EU en 2003/48/EG wat betreft de Franse gebieden waarop deze
richtlijnen van toepassing zijn. Artikel 5 Regeling voor onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten 1. Wanneer de toepassing of de uitlegging van
deze overeenkomst moeilijkheden of twijfelpunten doet rijzen tussen de
autoriteit die bevoegd is ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy en een
of meer bevoegde autoriteiten van de lidstaten, trachten deze autoriteiten de
aangelegenheid in onderlinge overeenstemming te regelen. Zij stellen de
Europese Commissie in kennis van de uitkomst van dit overleg, die vervolgens de
overige lidstaten op de hoogte brengt. 2. Wat uitleggingsvragen betreft, kan de
Europese Commissie op verzoek van een van de in lid 1 bedoelde bevoegde
autoriteiten aan het overleg deelnemen. Artikel 6 Beslechting van geschillen tussen de overeenkomstsluitende partijen 1. Als de
overeenkomstsluitende partijen het oneens zijn over de uitlegging of de
toepassing van de overeenkomst, komen zij bijeen voordat de aangelegenheid in
overeenstemming met lid 2 aan het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt
voorgelegd. 2. Het Hof van Justitie
van de Europese Unie heeft een exclusieve bevoegdheid om geschillen tussen de
overeenkomstsluitende partijen over de toepassing of de uitlegging van de
overeenkomst te beslechten. Geschillen worden het Hof voorgelegd door een van
deze partijen. Artikel 7 Inwerkingtreding Elk van de overeenkomstsluitende partijen
stelt de andere partij in kennis van de voltooiing van de harerzijds vereiste
procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst, die van toepassing
wordt op de dag na die van de ontvangst van de tweede kennisgeving. Artikel 8 Duur en beëindiging Deze overeenkomst wordt gesloten voor
onbepaalde duur, behoudens beëindiging ervan door een van de
overeenkomstsluitende partijen middels schriftelijke opzegging aan de andere
overeenkomstsluitende partij langs diplomatieke weg. De overeenkomst eindigt
twaalf maanden na ontvangst van een dergelijke opzegging. Artikel 9 Talen Deze overeenkomst
is in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de
Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de
Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de
Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische
en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. Gedaan te … op… Voor de Europese Unie Voor de
Franse Republiek [1] Richtlijn 77/799/EEG van de Raad van 19 december
1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de
lidstaten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op
verzekeringspremies (PB L 336 van 27.12.1977, blz. 15). [2] Richtlijn
2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve
samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn
77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1). [3] Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003
betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van
rentebetaling (PB L 157 van 26.6.2003, blz. 38). [4] Deze opzet loopt in generlei wijze vooruit op het standpunt
van de lidstaten in de Raad wanneer moet worden besloten of aan de Commissie al
dan niet gedelegeerde of uitvoeringsbevoegdheden moeten worden verleend. [5] PB L 325 van 9.12.2010, blz. 4. [6] Richtlijn
2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve
samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn
77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1). [7] Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003
betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van
rentebetaling (PB L 157 van 26.6.2003, blz. 38). [8] PB L 325 van 9.12.2010, blz. 4.