This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0418
Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL amending certain Directives in the fields of environment, agriculture, social policy and public health by reason of the change of status of Mayotte with regard to the Union
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie
/* COM/2013/0418 final - 2013/0192 (COD) */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie /* COM/2013/0418 final - 2013/0192 (COD) */
TOELICHTING 1. KADER VAN HET VOORSTEL Krachtens Besluit 2012/419/EUi
heeft de Europese Raad de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie
met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Bijgevolg zal Mayotte vanaf deze datum
niet langer een gebied overzee zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin
van artikel 349 en artikel 355, lid 1, VWEU. Met ingang van 1 januari 2014 zal
het recht van de Unie van toepassing zijn op Mayotte. Dit voorstel volgt op het onderzoek van de
verzoeken van de Franse autoriteiten om het acquis van Unie te laten
wijzigen door middel van afwijkingen en/of overgangsperioden die op Mayotte van
toepassing zijn op verschillende gebieden zoals milieu, landbouw, sociaal
beleid en volksgezondheid. Het onderzoek heeft aangetoond dat Frankrijk
extra tijd nodig heeft om op het gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en
volksgezondheid te voldoen aan het acquis van de Unie ten aanzien van
Mayotte. Het is daarom passend om te voorzien in overeenkomstige maatregelen
die beperkt zijn tot de behoeften van de bijzondere situatie van Mayotte en die
het recht van de Unie anderszins niet aantasten. Met het oog op eenvoud en snelheid acht men
het aangewezen om geen afzonderlijke voorstellen te doen voor elke betrokken
tekst, maar, voor zover dit wettelijk mogelijk is, om de wijzigingen aan
verschillende teksten in één enkel voorstel te bundelen. De voorgestelde
wijzigingen in dit document hebben allemaal betrekking op richtlijnen en vallen
onder de gewone wetgevingsprocedure (artikel 289, lid 1, en artikel 294 VWEU). 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN
BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN De Commissie heeft
geen effectbeoordeling laten uitvoeren. Bij het onderzoeken van de
verschillende kwesties en met name de verzoeken van Frankrijk had zij evenwel
contact met vertegenwoordigers van nationale en regionale autoriteiten om de
gronden van de specifieke maatregelen beter te kunnen beoordelen. 3. JURIDISCHE ASPECTEN VAN HET VOORSTEL In overeenstemming
met artikel 153, lid 2, VWEU, hebben het Europees Parlement en de Raad de
bevoegdheid om op het gebied van arbeidsvoorwaarden door middel van richtlijnen
minimumvoorschriften vast te stellen die geleidelijk van toepassing zullen
worden, met inachtneming van de in elk van de lidstaten bestaande
omstandigheden en technische voorschriften. Op basis van deze rechtsgrondslag
wordt voorgesteld om Richtlijn 2006/25/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 5 april 2006 te wijzigen teneinde tot en met 31 december 2017 een afwijking
van sommige bepalingen op het gebied van kunstmatige optische straling toe te
kennen aan Frankrijk. De voorgestelde afwijking is slechts van toepassing voor
zover de nodige voorzieningen om aan deze bepalingen te voldoen niet
beschikbaar zijn in Mayotte, en onverminderd de algemene beginselen inzake
bescherming en preventie op het gebied van gezondheid en veiligheid van
werknemers. Er wordt tevens voorgesteld dat Frankrijk ervoor moet zorgen dat de
sociale partners naar behoren worden geraadpleegd en dat de risico's voor werknemers
tot een minimum worden beperkt. Overeenkomstig
artikel 192, lid 1, VWEU, stellen het Europees Parlement en de Raad de
activiteiten vast die de Unie moet ondernemen om de milieudoelstellingen van
artikel 191 te verwezenlijken. De huidige situatie in Mayotte vereist
aanzienlijke verbeteringen om aan de door het recht van de Unie vastgestelde
milieudoelstellingen te voldoen. Er wordt derhalve voorgesteld om, op basis van
artikel 192, lid 1, VWEU, drie richtlijnen op milieugebied te wijzigen: –
Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 om
Frankrijk voldoende tijd te geven om te voldoen aan de vereisten van de
richtlijnen inzake de behandeling van stedelijk afvalwater; –
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 23 oktober 2000 om Frankrijk voldoende tijd te geven voor de
vaststelling en de correcte uitvoering van stroomgebiedsbeheerplannen; –
Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 15 februari 2006 om specifieke termijnen vast te stellen zodat
Frankrijk aan de EU-normen inzake zwemwaterkwaliteit kan voldoen. Krachtens artikel
43, lid 2, VWEU, hebben het Europees Parlement en de Raad de bevoegdheid om,
onder meer, de bepalingen vast te stellen die nodig zijn om de doelstellingen
van het gemeenschappelijk landbouwbeleid na te streven. Op basis van deze
bepaling wordt voorgesteld om Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli
1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen te
wijzigen. Aangezien legkippen in Mayotte in niet-aangepaste kooien worden
gehouden en het moeilijk zou zijn om op korte termijn verandering te brengen in
deze situatie, moet Frankrijk voldoende tijd krijgen om aanpassingen te kunnen
doorvoeren. Ook al wordt bijna 100% van de eierproductie in Mayotte verkocht,
toch moeten maatregelen worden genomen om eventuele concurrentieverstoringen te
voorkomen. Tot slot stellen
het Europees Parlement en de Raad, overeenkomstig artikel 114 VWEU, de
maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking
van de interne markt betreffen. Anderzijds kunnen het Europees Parlement en de
Raad, overeenkomstig artikel 168 VWEU, ook stimuleringsmaatregelen vaststellen
die gericht zijn op de bescherming en de verbetering van de menselijke
gezondheid. Op basis van deze rechtsgrondslagen wordt voorgesteld om Richtlijn
2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende
de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende
gezondheidszorg te wijzigen, rekening houdend met de huidige situatie in
Mayotte en het aantal aanpassingen dat moet worden doorgevoerd om de richtlijn
om te zetten teneinde de continuïteit van de zorgverlening en de
informatieverstrekking aan patiënten te waarborgen. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het voorstel heeft geen gevolgen voor de
begroting van de Europese Unie. 5. OPTIONELE ELEMENTEN Er is geoordeeld dat er om de volgende redenen
geen toelichtende stukken hoeven te worden gevraagd: (1) Dit voorstel voor een richtlijn bevat
hoofdzakelijk: (a) wijzigingen tot invoering van afwijkingen
en/of overgangsperioden met betrekking tot de toepassing van de betrokken
richtlijnen in Mayotte, en (b) een zeer beperkt aantal verplichtingen voor
Frankrijk in dit opzicht. (2) De toegekende afwijkingen en/of
overgangsperioden zijn gebaseerd op verzoeken die Frankrijk heeft ingediend.
Daarin heeft het de noodzaak voor dergelijke afwijkingen en/of
overgangsperioden gemotiveerd en heeft het een uitvoeringsplan aangegeven. De Commissie heeft derhalve geen toelichtende
stukken nodig om toezicht op de omzetting van richtlijnen te kunnen houden. De
afzonderlijke omzettingsmaatregelen waarvan Frankrijk kennisgeving moet doen,
zullen naar alle waarschijnlijkheid geen nadere toelichting behoeven. 2013/0192 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het
gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid uit hoofde van
de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, artikel 114,
artikel 153, lid 2, artikel 168 en artikel 192, lid 1, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[1], Gezien het advies van het Comité van de
Regio's[2], Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) Krachtens Besluit 2012/419/EU[3]heeft de Europese Raad besloten de status van Mayotte ten aanzien van
de Europese Unie met ingang van 1 januari 2014 te wijzigen. Bijgevolg zal
Mayotte vanaf deze datum niet langer een gebied overzee zijn, maar een
ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 en artikel 355, lid 1, van het
Verdrag. Met ingang van deze datum zal het recht van de Unie van toepassing
zijn op Mayotte. Het is wenselijk te voorzien in bepaalde specifieke
maatregelen die gerechtvaardigd zijn door de bijzondere situatie van Mayotte op
een aantal gebieden. (2) Bovendien is het ook
wenselijk rekening te houden met de bijzondere situatie in Mayotte wat betreft
de toestand van het milieu. Deze moet aanzienlijk worden verbeterd om te
voldoen aan de milieudoelstellingen die door het recht van de Unie zijn
vastgesteld en daar is dan ook extra tijd voor nodig. Teneinde de toestand van
het milieu geleidelijk te verbeteren, moeten er binnen specifieke termijnen
specifieke maatregelen worden vastgesteld. (3) Om te voldoen aan de
voorschriften van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake
de behandeling van stedelijk afvalwater[4], moeten in Mayotte maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat
agglomeraties voorzien zijn van een opvangsysteem voor stedelijk afvalwater.
Dergelijke maatregelen vereisen infrastructuurwerkzaamheden die volgens gepaste
administratieve en planologische procedures moeten verlopen en waarvoor
bovendien systemen moeten worden opgezet voor het meten en controleren van
lozingen van stedelijk afvalwater. Derhalve moet Frankrijk voldoende tijd
krijgen om aan deze vereisten te voldoen. (4) Op het gebied van landbouw
wordt met betrekking tot Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli 1999 tot
vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen[5] opgemerkt dat legkippen in Mayotte in niet-aangepaste kooien worden
gehouden. Gezien de aanzienlijke investeringen en de voorbereidende werkzaamheden
die nodig zijn voor de vervanging van niet-aangepaste kooien door aangepaste
kooien of alternatieve systemen, moet voor legkippen die op 1 januari 2014 aan
de leg zijn het verbod op het gebruik van niet-aangepaste kooien worden
uitgesteld voor een periode van ten hoogste twaalf maanden vanaf deze datum. De
vervanging van de kooien tijdens de legcyclus van de kippen moet dus worden
vermeden. Ter voorkoming van concurrentieverstoringen mogen eieren, afkomstig
van houderijen die niet-aangepaste kooien gebruiken, enkel op de plaatselijke
markt van Mayotte worden verhandeld. Om de noodzakelijke controles te
vergemakkelijken, moet een speciaal merk worden aangebracht op eieren die in
niet-aangepaste kooien zijn geproduceerd. (5) Wat betreft Richtlijn 2000/60/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling
van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid[6]: Frankrijk moet met het oog op de correcte tenuitvoerlegging van de
richtlijn inzake stroomgebiedsbeheerplannen, beheerplannen vaststellen en
uitvoeren die technische en administratieve maatregelen bevatten om een goede
watertoestand van alle oppervlaktewaterlichamen te bereiken en om de
achteruitgang daarvan te voorkomen. Er moet voldoende tijd worden gegeven om
deze maatregelen te kunnen vaststellen en uitvoeren. (6) Wat betreft Richtlijn
2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006
betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van
Richtlijn 76/160/EEG[7]: de huidige toestand van de oppervlaktewateren is in Mayotte zodanig
dat aanzienlijke verbeteringen vereist zijn om te voldoen aan de voorschriften
van deze richtlijn. De kwaliteit van zwemwateren is rechtstreeks afhankelijk
van de behandeling van stedelijk afvalwater en er kan slechts geleidelijk
worden voldaan aan de bepalingen van Richtlijn 2006/7/EG als de agglomeraties
die de kwaliteit van stedelijk afvalwater aantasten voldoen aan de
voorschriften van Richtlijn 91/271/EEG. Daarom moeten specifieke termijnen
worden vastgesteld zodat Frankrijk, wat betreft de zwemwaterkwaliteit in
Mayotte, aan de EU-normen kan voldoen. (7) Op het gebied van sociaal
beleid moet rekening worden gehouden met de moeilijkheden die men in Mayotte
zal ondervinden om vanaf 1 januari 2014 te voldoen aan Richtlijn 2006/25/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende de
minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de
blootstelling van werknemers aan risico’s van fysische agentia (kunstmatige
optische straling)[8]. Er zijn in Mayotte geen technische voorzieningen beschikbaar voor de
uitvoering van de maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan deze richtlijn
inzake kunstmatige optische straling. Het is daarom mogelijk om tot
31 december 2017 een afwijking van sommige bepalingen van deze richtlijn
toe te kennen aan Frankrijk, voor zover deze voorzieningen in Mayotte niet
beschikbaar zijn en onverminderd de algemene beginselen inzake bescherming en
preventie op het gebied van gezondheid en veiligheid van werknemers. (8) Om een hoog niveau van
bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers op het werk te
waarborgen, moet ervoor worden gezorgd dat de sociale partners worden
geraadpleegd, dat de risico's ten gevolge van de afwijking tot een minimum
worden beperkt en dat de betrokken werknemers onder een verscherpt
gezondheidstoezicht staan. Het is van belang dat de duur van de afwijking zo
veel mogelijk wordt beperkt. De nationale afwijkende maatregelen moeten daarom
elk jaar worden herzien en worden ingetrokken zodra de omstandigheden waardoor
zij gerechtvaardigd werden, ophouden te bestaan. (9) Wat betreft Richtlijn
2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende
de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende
gezondheidszorg[9]: de omzetting van deze richtlijn vereist dat een aantal aanpassingen
wordt doorgevoerd teneinde de continuïteit van de zorgverlening en de
informatieverstrekking aan patiënten te waarborgen. Het is daarom wenselijk dat
Frankrijk na 1 januari 2014 een aanvullende periode van dertig maanden krijgt
om de nodige bepalingen in werking te doen treden zodat Mayotte aan deze
richtlijn kan voldoen. (10) De Richtlijnen 91/271/EEG,
1999/74/EG, 2000/60/EG, 2006/7/EG, 2006/25/EG en 2011/24/EU moeten
dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: Artikel
1
Wijziging van Richtlijn 91/271/EG Richtlijn
91/271/EG wordt als volgt gewijzigd: (1) In artikel 3 wordt het volgende lid
1 bis ingevoegd: "(1 bis) In
afwijking van de eerste en tweede zin van lid 1 zorgt Frankrijk ervoor dat alle
agglomeraties in Mayotte voorzien zijn van een opvangsysteem voor stedelijk
afvalwater: - uiterlijk op 31 december
2020 voor agglomeraties met meer dan 10 000 i.e., hetgeen ten minste 70%
van de in Mayotte gegenereerde belasting zal dekken; - uiterlijk op 31 december
2027 voor alle agglomeraties." (2) In artikel 4 wordt het volgende lid
1 bis ingevoegd: "(1 bis) In afwijking van lid 1
zorgt Frankrijk ervoor dat stedelijk afvalwater in Mayotte dat in
opvangsystemen terechtkomt vóór lozing aan een secundaire behandeling of een
gelijkwaardig proces wordt onderworpen: - uiterlijk op 31 december
2020 voor agglomeraties met meer dan 15 000 i.e., hetgeen, samen met de in
artikel 5, lid 2 bis, bedoelde agglomeraties, ten minste 70% van de in Mayotte
gegenereerde belasting zal dekken; - uiterlijk op 31 december
2027 voor alle agglomeraties. " (3) Artikel 5 wordt als volgt
gewijzigd: (a) Het volgende lid 2 bis wordt toegevoegd: "(2 bis) In afwijking van lid 2
zorgt Frankrijk ervoor dat stedelijk afvalwater in Mayotte dat in
opvangsystemen terechtkomt vóór lozing in kwetsbare gebieden aan een
behandeling wordt onderworpen die verder gaat dan de in artikel 4 bedoelde
behandeling: -
uiterlijk op 31 december 2020 voor agglomeraties met meer dan 10 000 i.e.,
hetgeen, samen met de in artikel 4, lid 1 bis, bedoelde agglomeraties, ten
minste 70% van de in Mayotte gegenereerde belasting zal dekken; - uiterlijk op 31 december
2027 voor alle agglomeraties." (4) Artikel 17 wordt als volgt
gewijzigd: (a) Aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd: "In afwijking
van de eerste alinea stelt Frankrijk voor Mayotte uiterlijk op 30 juni
2014 een programma op voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn." (b) Aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd: "In afwijking
van de eerste alinea verstrekt Frankrijk, ten aanzien van Mayotte, de Commissie
uiterlijk op 31 december 2014 informatie over het programma." Artikel
2
Wijziging van Richtlijn 1999/74/EG Aan artikel 5 van Richtlijn 1999/74/EG wordt
het volgende lid 3 toegevoegd: "3. In
afwijking van lid 2 mogen legkippen in Mayotte die op 1 januari 2014 aan de leg
zijn en die op deze datum worden gehouden in kooien als bedoeld in dit
hoofdstuk, tot en met 31 december 2014 verder worden gehouden in dergelijke
kooien. Het bouwen of voor
het eerst in gebruik nemen van de in dit hoofdstuk bedoelde kooien is met
ingang van 1 januari 2014 verboden in Mayotte. Eieren afkomstig
van houderijen die legkippen houden in kooien als bedoeld in dit hoofdstuk,
mogen enkel op de plaatselijke markt van Mayotte worden verhandeld. Deze eieren
en de verpakkingen daarvan worden duidelijk geïdentificeerd met een speciaal
merk, zodat de noodzakelijke controles kunnen plaatsvinden. Een duidelijke
beschrijving van dit speciale merk wordt uiterlijk op 1 januari 2014 aan de
Commissie meegedeeld." Artikel
3 Wijziging
van Richtlijn 2000/60/EG Richtlijn
2000/60/EG wordt als volgt gewijzigd: (1) Artikel 4 wordt als volgt
gewijzigd: (a) Aan lid 1 wordt de volgende alinea
toegevoegd: "Voor Mayotte is de onder a), punt ii),
onder a), punt iii), onder b, punt ii) en onder c) bedoelde termijn vastgesteld
op 22 december 2021." (b) In lid 4 komt de inleidende zin als volgt
te luiden: "De in lid 1 gestelde termijnen kunnen
met het oog op het gefaseerde bereiken van de doelstellingen voor waterlichamen
worden verlengd, mits de toestand van het aangetaste waterlichaam niet verder
verslechtert, wanneer aan alle navolgende voorwaarden wordt voldaan: " (2) Artikel 11
wordt als volgt gewijzigd: (a) Aan lid 7 wordt de volgende alinea
toegevoegd: "Voor Mayotte
worden de in de eerste alinea bedoelde termijnen vastgesteld op respectievelijk
22 december 2015 en 22 december 2018." (b) Aan lid 8 wordt de volgende alinea
toegevoegd: "Voor Mayotte wordt de in de eerste
alinea bedoelde termijn vastgesteld op 22 december 2021." (3) Artikel 13 wordt als volgt
gewijzigd: (a) Aan lid 6 wordt de volgende alinea
toegevoegd: "Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea
bedoelde termijn vastgesteld op 22 december 2015." (b) Aan lid 7 wordt de volgende alinea
toegevoegd: "Voor Mayotte wordt de in de eerste
alinea bedoelde termijn vastgesteld op 22 december 2021." Artikel 4
Wijziging van Richtlijn 2006/7/EG Richtlijn 2006/7/EG
wordt als volgt gewijzigd: (1) Artikel 5 wordt als volgt
gewijzigd: (a) Aan lid 2 wordt de volgende alinea
toegevoegd: "Voor Mayotte
wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 31 december
2019." (b) Aan lid 3 wordt de volgende alinea
toegevoegd: "Voor Mayotte
wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 31 december
2031." (2) In artikel 6, lid 1, wordt
de volgende alinea toegevoegd: "Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea
bedoelde termijn vastgesteld op 30 juni 2015." (3) In artikel 13, lid 2,
wordt de volgende alinea toegevoegd: "Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea
bedoelde termijn vastgesteld op 30 juni 2014." Artikel 5
Wijziging van Richtlijn 2006/25/EG In Richtlijn 2006/25/EG wordt het
volgende artikel 14 bis ingevoegd: "Artikel 14 bis 1. Onverminderd de algemene
beginselen inzake bescherming en preventie op het gebied van gezondheid en
veiligheid van werknemers, kan Frankrijk in Mayotte tot en met 31 december 2017
afwijken van de toepassing van de bepalingen die nodig zijn om te voldoen aan
deze richtlijn, op voorwaarde dat voor de toepassing daarvan specifieke
technische voorzieningen vereist zijn en dat deze voorzieningen niet
beschikbaar zijn in Mayotte. De eerste alinea is niet van toepassing op de verplichtingen
van artikel 5, lid 1, van deze richtlijn en evenmin op de bepalingen van deze
richtlijn die een weerspiegeling vormen van de algemene beginselen als
uiteengezet in Richtlijn 89/391/EEG. 2. Elke afwijking van deze
richtlijn als gevolg van de toepassing van maatregelen die op 1 januari 2014
bestaan of als gevolg van de vaststelling van nieuwe maatregelen, wordt
voorafgegaan door een raadpleging van de sociale partners in overeenstemming
met de nationale wetgeving en praktijken. Deze afwijkingen worden toegepast
onder voorwaarden die, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden in
Mayotte, waarborgen dat de daaruit voortvloeiende risico's voor werknemers tot
een minimum worden beperkt en dat de betrokken werknemers onder verscherpt
gezondheidstoezicht staan. 3. De nationale afwijkende
maatregelen worden, na raadpleging van de sociale partners, elk jaar herzien en
worden ingetrokken zodra de omstandigheden waardoor zij gerechtvaardigd werden
ophouden te bestaan." Artikel 6
Wijziging van Richtlijn 2011/24/EU Aan artikel 21 van Richtlijn 2011/24/EU wordt het
volgende lid 3 toegevoegd: "3. In
afwijking van de eerste zin van lid 1 doet Frankrijk, ten aanzien van Mayotte,
de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn
te voldoen uiterlijk op 30 juni 2016 in werking treden." Artikel
7 Omzetting 1. Frankrijk
dient de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan
deze richtlijn te voldoen als volgt vast te stellen en bekend te maken: (a)
wat betreft artikel 1, leden 1, 2 en 3, uiterlijk
op 31 december 2018; (b)
wat betreft artikel 1, lid 4, uiterlijk op de
respectievelijk in de punten a en b vermelde data; (c)
wat betreft artikel 2, uiterlijk op 1 januari 2014; (d)
wat betreft artikel 3, lid 1, uiterlijk op 31
december 2018; (e)
wat betreft artikel 3, leden 2 en 3, uiterlijk op
de daarin vermelde data; (f)
wat betreft artikel 4, lid 1, onder a), uiterlijk
op 31 december 2018; (g)
wat betreft artikel 4, lid 1, onder b), uiterlijk
op 30 juni 2021; (h)
wat betreft artikel 4, leden 2 en 3, uiterlijk op
de daarin vermelde data; (i)
wat betreft artikel 5, uiterlijk op 1 januari 2014,
tenzij Frankrijk geen gebruik maakt van de mogelijkheid die wordt voorzien in
dat artikel; (j)
wat betreft artikel 6, uiterlijk op de daarin
vermelde datum. Frankrijk deelt de Commissie de tekst van die
bepalingen onverwijld mee. Wanneer Frankrijk die bepalingen vaststelt,
wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze
richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden bepaald door
Frankrijk. 2. Frankrijk
deelt de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht
mee die het op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststelt. Artikel 8
Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op twintigste
dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese
Unie. Artikel
9
Adressaat Deze richtlijn
is gericht tot de Franse Republiek. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter i PB
L 204 van 31.7.2012, blz.131. [1] PB C […] van […], blz. […]. [2] PB C […] van […], blz. […]. [3] PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131. [4] PB L 135 van 30.5.1991, blz. 1. [5] PB L 203 van 3.8.1999, blz. 53. [6] PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1. [7] PB L 64 van 4.3.2006, blz. 37. [8] PB L 114, 27.4.2006, blz. 38. [9] PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45.