Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013PC0418

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie

/* COM/2013/0418 final - 2013/0192 (COD) */

52013PC0418

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie /* COM/2013/0418 final - 2013/0192 (COD) */


TOELICHTING

1.           KADER VAN HET VOORSTEL

Krachtens Besluit 2012/419/EUi heeft de Europese Raad de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. Bijgevolg zal Mayotte vanaf deze datum niet langer een gebied overzee zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 en artikel 355, lid 1, VWEU. Met ingang van 1 januari 2014 zal het recht van de Unie van toepassing zijn op Mayotte.

Dit voorstel volgt op het onderzoek van de verzoeken van de Franse autoriteiten om het acquis van Unie te laten wijzigen door middel van afwijkingen en/of overgangsperioden die op Mayotte van toepassing zijn op verschillende gebieden zoals milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid.

Het onderzoek heeft aangetoond dat Frankrijk extra tijd nodig heeft om op het gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid te voldoen aan het acquis van de Unie ten aanzien van Mayotte. Het is daarom passend om te voorzien in overeenkomstige maatregelen die beperkt zijn tot de behoeften van de bijzondere situatie van Mayotte en die het recht van de Unie anderszins niet aantasten.

Met het oog op eenvoud en snelheid acht men het aangewezen om geen afzonderlijke voorstellen te doen voor elke betrokken tekst, maar, voor zover dit wettelijk mogelijk is, om de wijzigingen aan verschillende teksten in één enkel voorstel te bundelen. De voorgestelde wijzigingen in dit document hebben allemaal betrekking op richtlijnen en vallen onder de gewone wetgevingsprocedure (artikel 289, lid 1, en artikel 294 VWEU).

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

De Commissie heeft geen effectbeoordeling laten uitvoeren. Bij het onderzoeken van de verschillende kwesties en met name de verzoeken van Frankrijk had zij evenwel contact met vertegenwoordigers van nationale en regionale autoriteiten om de gronden van de specifieke maatregelen beter te kunnen beoordelen.

3.           JURIDISCHE ASPECTEN VAN HET VOORSTEL

In overeenstemming met artikel 153, lid 2, VWEU, hebben het Europees Parlement en de Raad de bevoegdheid om op het gebied van arbeidsvoorwaarden door middel van richtlijnen minimumvoorschriften vast te stellen die geleidelijk van toepassing zullen worden, met inachtneming van de in elk van de lidstaten bestaande omstandigheden en technische voorschriften. Op basis van deze rechtsgrondslag wordt voorgesteld om Richtlijn 2006/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 te wijzigen teneinde tot en met 31 december 2017 een afwijking van sommige bepalingen op het gebied van kunstmatige optische straling toe te kennen aan Frankrijk. De voorgestelde afwijking is slechts van toepassing voor zover de nodige voorzieningen om aan deze bepalingen te voldoen niet beschikbaar zijn in Mayotte, en onverminderd de algemene beginselen inzake bescherming en preventie op het gebied van gezondheid en veiligheid van werknemers. Er wordt tevens voorgesteld dat Frankrijk ervoor moet zorgen dat de sociale partners naar behoren worden geraadpleegd en dat de risico's voor werknemers tot een minimum worden beperkt.

Overeenkomstig artikel 192, lid 1, VWEU, stellen het Europees Parlement en de Raad de activiteiten vast die de Unie moet ondernemen om de milieudoelstellingen van artikel 191 te verwezenlijken. De huidige situatie in Mayotte vereist aanzienlijke verbeteringen om aan de door het recht van de Unie vastgestelde milieudoelstellingen te voldoen. Er wordt derhalve voorgesteld om, op basis van artikel 192, lid 1, VWEU, drie richtlijnen op milieugebied te wijzigen:

– Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 om Frankrijk voldoende tijd te geven om te voldoen aan de vereisten van de richtlijnen inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;

– Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 om Frankrijk voldoende tijd te geven voor de vaststelling en de correcte uitvoering van stroomgebiedsbeheerplannen;

– Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 om specifieke termijnen vast te stellen zodat Frankrijk aan de EU-normen inzake zwemwaterkwaliteit kan voldoen.

Krachtens artikel 43, lid 2, VWEU, hebben het Europees Parlement en de Raad de bevoegdheid om, onder meer, de bepalingen vast te stellen die nodig zijn om de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid na te streven. Op basis van deze bepaling wordt voorgesteld om Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen te wijzigen. Aangezien legkippen in Mayotte in niet-aangepaste kooien worden gehouden en het moeilijk zou zijn om op korte termijn verandering te brengen in deze situatie, moet Frankrijk voldoende tijd krijgen om aanpassingen te kunnen doorvoeren. Ook al wordt bijna 100% van de eierproductie in Mayotte verkocht, toch moeten maatregelen worden genomen om eventuele concurrentieverstoringen te voorkomen.

Tot slot stellen het Europees Parlement en de Raad, overeenkomstig artikel 114 VWEU, de maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen. Anderzijds kunnen het Europees Parlement en de Raad, overeenkomstig artikel 168 VWEU, ook stimuleringsmaatregelen vaststellen die gericht zijn op de bescherming en de verbetering van de menselijke gezondheid. Op basis van deze rechtsgrondslagen wordt voorgesteld om Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg te wijzigen, rekening houdend met de huidige situatie in Mayotte en het aantal aanpassingen dat moet worden doorgevoerd om de richtlijn om te zetten teneinde de continuïteit van de zorgverlening en de informatieverstrekking aan patiënten te waarborgen.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

5.           OPTIONELE ELEMENTEN

Er is geoordeeld dat er om de volgende redenen geen toelichtende stukken hoeven te worden gevraagd:

(1) Dit voorstel voor een richtlijn bevat hoofdzakelijk:

(a) wijzigingen tot invoering van afwijkingen en/of overgangsperioden met betrekking tot de toepassing van de betrokken richtlijnen in Mayotte, en

(b) een zeer beperkt aantal verplichtingen voor Frankrijk in dit opzicht.

(2) De toegekende afwijkingen en/of overgangsperioden zijn gebaseerd op verzoeken die Frankrijk heeft ingediend. Daarin heeft het de noodzaak voor dergelijke afwijkingen en/of overgangsperioden gemotiveerd en heeft het een uitvoeringsplan aangegeven.

De Commissie heeft derhalve geen toelichtende stukken nodig om toezicht op de omzetting van richtlijnen te kunnen houden. De afzonderlijke omzettingsmaatregelen waarvan Frankrijk kennisgeving moet doen, zullen naar alle waarschijnlijkheid geen nadere toelichting behoeven.

2013/0192 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied van milieu, landbouw, sociaal beleid en volksgezondheid uit hoofde van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Unie

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, artikel 114, artikel 153, lid 2, artikel 168 en artikel 192, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[1],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's[2],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Krachtens Besluit 2012/419/EU[3]heeft de Europese Raad besloten de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie met ingang van 1 januari 2014 te wijzigen. Bijgevolg zal Mayotte vanaf deze datum niet langer een gebied overzee zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 en artikel 355, lid 1, van het Verdrag. Met ingang van deze datum zal het recht van de Unie van toepassing zijn op Mayotte. Het is wenselijk te voorzien in bepaalde specifieke maatregelen die gerechtvaardigd zijn door de bijzondere situatie van Mayotte op een aantal gebieden.

(2)       Bovendien is het ook wenselijk rekening te houden met de bijzondere situatie in Mayotte wat betreft de toestand van het milieu. Deze moet aanzienlijk worden verbeterd om te voldoen aan de milieudoelstellingen die door het recht van de Unie zijn vastgesteld en daar is dan ook extra tijd voor nodig. Teneinde de toestand van het milieu geleidelijk te verbeteren, moeten er binnen specifieke termijnen specifieke maatregelen worden vastgesteld.

(3)       Om te voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater[4], moeten in Mayotte maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat agglomeraties voorzien zijn van een opvangsysteem voor stedelijk afvalwater. Dergelijke maatregelen vereisen infrastructuurwerkzaamheden die volgens gepaste administratieve en planologische procedures moeten verlopen en waarvoor bovendien systemen moeten worden opgezet voor het meten en controleren van lozingen van stedelijk afvalwater. Derhalve moet Frankrijk voldoende tijd krijgen om aan deze vereisten te voldoen.

(4)       Op het gebied van landbouw wordt met betrekking tot Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen[5] opgemerkt dat legkippen in Mayotte in niet-aangepaste kooien worden gehouden. Gezien de aanzienlijke investeringen en de voorbereidende werkzaamheden die nodig zijn voor de vervanging van niet-aangepaste kooien door aangepaste kooien of alternatieve systemen, moet voor legkippen die op 1 januari 2014 aan de leg zijn het verbod op het gebruik van niet-aangepaste kooien worden uitgesteld voor een periode van ten hoogste twaalf maanden vanaf deze datum. De vervanging van de kooien tijdens de legcyclus van de kippen moet dus worden vermeden. Ter voorkoming van concurrentieverstoringen mogen eieren, afkomstig van houderijen die niet-aangepaste kooien gebruiken, enkel op de plaatselijke markt van Mayotte worden verhandeld. Om de noodzakelijke controles te vergemakkelijken, moet een speciaal merk worden aangebracht op eieren die in niet-aangepaste kooien zijn geproduceerd.

(5)       Wat betreft Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid[6]: Frankrijk moet met het oog op de correcte tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake stroomgebiedsbeheerplannen, beheerplannen vaststellen en uitvoeren die technische en administratieve maatregelen bevatten om een goede watertoestand van alle oppervlaktewaterlichamen te bereiken en om de achteruitgang daarvan te voorkomen. Er moet voldoende tijd worden gegeven om deze maatregelen te kunnen vaststellen en uitvoeren.

(6)       Wat betreft Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG[7]: de huidige toestand van de oppervlaktewateren is in Mayotte zodanig dat aanzienlijke verbeteringen vereist zijn om te voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn. De kwaliteit van zwemwateren is rechtstreeks afhankelijk van de behandeling van stedelijk afvalwater en er kan slechts geleidelijk worden voldaan aan de bepalingen van Richtlijn 2006/7/EG als de agglomeraties die de kwaliteit van stedelijk afvalwater aantasten voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 91/271/EEG. Daarom moeten specifieke termijnen worden vastgesteld zodat Frankrijk, wat betreft de zwemwaterkwaliteit in Mayotte, aan de EU-normen kan voldoen.

(7)       Op het gebied van sociaal beleid moet rekening worden gehouden met de moeilijkheden die men in Mayotte zal ondervinden om vanaf 1 januari 2014 te voldoen aan Richtlijn 2006/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan risico’s van fysische agentia (kunstmatige optische straling)[8]. Er zijn in Mayotte geen technische voorzieningen beschikbaar voor de uitvoering van de maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan deze richtlijn inzake kunstmatige optische straling. Het is daarom mogelijk om tot 31 december 2017 een afwijking van sommige bepalingen van deze richtlijn toe te kennen aan Frankrijk, voor zover deze voorzieningen in Mayotte niet beschikbaar zijn en onverminderd de algemene beginselen inzake bescherming en preventie op het gebied van gezondheid en veiligheid van werknemers.

(8)       Om een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers op het werk te waarborgen, moet ervoor worden gezorgd dat de sociale partners worden geraadpleegd, dat de risico's ten gevolge van de afwijking tot een minimum worden beperkt en dat de betrokken werknemers onder een verscherpt gezondheidstoezicht staan. Het is van belang dat de duur van de afwijking zo veel mogelijk wordt beperkt. De nationale afwijkende maatregelen moeten daarom elk jaar worden herzien en worden ingetrokken zodra de omstandigheden waardoor zij gerechtvaardigd werden, ophouden te bestaan.

(9)       Wat betreft Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg[9]: de omzetting van deze richtlijn vereist dat een aantal aanpassingen wordt doorgevoerd teneinde de continuïteit van de zorgverlening en de informatieverstrekking aan patiënten te waarborgen. Het is daarom wenselijk dat Frankrijk na 1 januari 2014 een aanvullende periode van dertig maanden krijgt om de nodige bepalingen in werking te doen treden zodat Mayotte aan deze richtlijn kan voldoen.

(10)     De Richtlijnen 91/271/EEG, 1999/74/EG, 2000/60/EG, 2006/7/EG, 2006/25/EG en 2011/24/EU moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijziging van Richtlijn 91/271/EG

Richtlijn 91/271/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1)          In artikel 3 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:

"(1 bis)           In afwijking van de eerste en tweede zin van lid 1 zorgt Frankrijk ervoor dat alle agglomeraties in Mayotte voorzien zijn van een opvangsysteem voor stedelijk afvalwater:

- uiterlijk op 31 december 2020 voor agglomeraties met meer dan 10 000 i.e., hetgeen ten minste 70% van de in Mayotte gegenereerde belasting zal dekken;

- uiterlijk op 31 december 2027 voor alle agglomeraties."

(2)          In artikel 4 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:

"(1 bis)           In afwijking van lid 1 zorgt Frankrijk ervoor dat stedelijk afvalwater in Mayotte dat in opvangsystemen terechtkomt vóór lozing aan een secundaire behandeling of een gelijkwaardig proces wordt onderworpen:

- uiterlijk op 31 december 2020 voor agglomeraties met meer dan 15 000 i.e., hetgeen, samen met de in artikel 5, lid 2 bis, bedoelde agglomeraties, ten minste 70% van de in Mayotte gegenereerde belasting zal dekken;

- uiterlijk op 31 december 2027 voor alle agglomeraties. "

(3)          Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

(a)        Het volgende lid 2 bis wordt toegevoegd:

"(2 bis)           In afwijking van lid 2 zorgt Frankrijk ervoor dat stedelijk afvalwater in Mayotte dat in opvangsystemen terechtkomt vóór lozing in kwetsbare gebieden aan een behandeling wordt onderworpen die verder gaat dan de in artikel 4 bedoelde behandeling:

- uiterlijk op 31 december 2020 voor agglomeraties met meer dan 10 000 i.e., hetgeen, samen met de in artikel 4, lid 1 bis, bedoelde agglomeraties, ten minste 70% van de in Mayotte gegenereerde belasting zal dekken;

- uiterlijk op 31 december 2027 voor alle agglomeraties."

(4)          Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

(a)        Aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"In afwijking van de eerste alinea stelt Frankrijk voor Mayotte uiterlijk op 30 juni 2014 een programma op voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn."

(b)        Aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"In afwijking van de eerste alinea verstrekt Frankrijk, ten aanzien van Mayotte, de Commissie uiterlijk op 31 december 2014 informatie over het programma."

Artikel 2 Wijziging van Richtlijn 1999/74/EG

Aan artikel 5 van Richtlijn 1999/74/EG wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

"3. In afwijking van lid 2 mogen legkippen in Mayotte die op 1 januari 2014 aan de leg zijn en die op deze datum worden gehouden in kooien als bedoeld in dit hoofdstuk, tot en met 31 december 2014 verder worden gehouden in dergelijke kooien.

Het bouwen of voor het eerst in gebruik nemen van de in dit hoofdstuk bedoelde kooien is met ingang van 1 januari 2014 verboden in Mayotte.

Eieren afkomstig van houderijen die legkippen houden in kooien als bedoeld in dit hoofdstuk, mogen enkel op de plaatselijke markt van Mayotte worden verhandeld. Deze eieren en de verpakkingen daarvan worden duidelijk geïdentificeerd met een speciaal merk, zodat de noodzakelijke controles kunnen plaatsvinden. Een duidelijke beschrijving van dit speciale merk wordt uiterlijk op 1 januari 2014 aan de Commissie meegedeeld."

Artikel 3

Wijziging van Richtlijn 2000/60/EG

Richtlijn 2000/60/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1)          Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

(a)     Aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor Mayotte is de onder a), punt ii), onder a), punt iii), onder b, punt ii) en onder c) bedoelde termijn vastgesteld op 22 december 2021."

(b)     In lid 4 komt de inleidende zin als volgt te luiden:

"De in lid 1 gestelde termijnen kunnen met het oog op het gefaseerde bereiken van de doelstellingen voor waterlichamen worden verlengd, mits de toestand van het aangetaste waterlichaam niet verder verslechtert, wanneer aan alle navolgende voorwaarden wordt voldaan: "

(2)          Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

(a)     Aan lid 7 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor Mayotte worden de in de eerste alinea bedoelde termijnen vastgesteld op respectievelijk 22 december 2015 en 22 december 2018."

(b)     Aan lid 8 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 22 december 2021."

(3)          Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

(a)     Aan lid 6 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 22 december 2015."

(b)     Aan lid 7 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 22 december 2021."

Artikel 4 Wijziging van Richtlijn 2006/7/EG

Richtlijn 2006/7/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1)          Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

(a)     Aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 31 december 2019."

(b)     Aan lid 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 31 december 2031."

(2)          In artikel 6, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 30 juni 2015."

(3)          In artikel 13, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 30 juni 2014."

Artikel 5 Wijziging van Richtlijn 2006/25/EG

In Richtlijn 2006/25/EG wordt het volgende artikel 14 bis ingevoegd:

"Artikel 14 bis

1.           Onverminderd de algemene beginselen inzake bescherming en preventie op het gebied van gezondheid en veiligheid van werknemers, kan Frankrijk in Mayotte tot en met 31 december 2017 afwijken van de toepassing van de bepalingen die nodig zijn om te voldoen aan deze richtlijn, op voorwaarde dat voor de toepassing daarvan specifieke technische voorzieningen vereist zijn en dat deze voorzieningen niet beschikbaar zijn in Mayotte.

De eerste alinea is niet van toepassing op de verplichtingen van artikel 5, lid 1, van deze richtlijn en evenmin op de bepalingen van deze richtlijn die een weerspiegeling vormen van de algemene beginselen als uiteengezet in Richtlijn 89/391/EEG.

2.           Elke afwijking van deze richtlijn als gevolg van de toepassing van maatregelen die op 1 januari 2014 bestaan of als gevolg van de vaststelling van nieuwe maatregelen, wordt voorafgegaan door een raadpleging van de sociale partners in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken. Deze afwijkingen worden toegepast onder voorwaarden die, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden in Mayotte, waarborgen dat de daaruit voortvloeiende risico's voor werknemers tot een minimum worden beperkt en dat de betrokken werknemers onder verscherpt gezondheidstoezicht staan.

3.           De nationale afwijkende maatregelen worden, na raadpleging van de sociale partners, elk jaar herzien en worden ingetrokken zodra de omstandigheden waardoor zij gerechtvaardigd werden ophouden te bestaan."

Artikel 6 Wijziging van Richtlijn 2011/24/EU

Aan artikel 21 van Richtlijn 2011/24/EU wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

"3. In afwijking van de eerste zin van lid 1 doet Frankrijk, ten aanzien van Mayotte, de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen uiterlijk op 30 juni 2016 in werking treden."

Artikel 7

Omzetting

1.         Frankrijk dient de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen als volgt vast te stellen en bekend te maken:

(a) wat betreft artikel 1, leden 1, 2 en 3, uiterlijk op 31 december 2018;

(b) wat betreft artikel 1, lid 4, uiterlijk op de respectievelijk in de punten a en b vermelde data;

(c) wat betreft artikel 2, uiterlijk op 1 januari 2014;

(d) wat betreft artikel 3, lid 1, uiterlijk op 31 december 2018;

(e) wat betreft artikel 3, leden 2 en 3, uiterlijk op de daarin vermelde data;

(f) wat betreft artikel 4, lid 1, onder a), uiterlijk op 31 december 2018;

(g) wat betreft artikel 4, lid 1, onder b), uiterlijk op 30 juni 2021;

(h) wat betreft artikel 4, leden 2 en 3, uiterlijk op de daarin vermelde data;

(i) wat betreft artikel 5, uiterlijk op 1 januari 2014, tenzij Frankrijk geen gebruik maakt van de mogelijkheid die wordt voorzien in dat artikel;

(j) wat betreft artikel 6, uiterlijk op de daarin vermelde datum.

Frankrijk deelt de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer Frankrijk die bepalingen vaststelt, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden bepaald door Frankrijk.

2.         Frankrijk deelt de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die het op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststelt.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 9 Adressaat

Deze richtlijn is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                       Voor de Raad

De voorzitter                                                  De voorzitter

i               PB L 204 van 31.7.2012, blz.131.

[1]              PB C […] van […], blz. […].

[2]              PB C […] van […], blz. […].

[3]              PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131.

[4]              PB L 135 van 30.5.1991, blz. 1.

[5]              PB L 203 van 3.8.1999, blz. 53.

[6]              PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1.

[7]              PB L 64 van 4.3.2006, blz. 37.

[8]              PB L 114, 27.4.2006, blz. 38.

[9]              PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45.

Top