EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0015
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL amending Council Regulation (EC) No 2173/2005 on the establishment of a FLEGT licensing scheme for imports of timber into the European Community
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap
/* COM/2013/015 final - 2013/0010 (COD) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap /* COM/2013/015 final - 2013/0010 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL In het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie (VWEU) wordt een onderscheid gemaakt tussen op grond van artikel
290, lid 1, VWEU aan de Commissie overgedragen bevoegdheden om
niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter
aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de
wetgevingshandeling ("gedelegeerde handelingen") en op grond van
artikel 291, lid 2, VWEU aan de Commissie overgedragen bevoegdheden om eenvormige
voorwaarden vast te stellen ter uitvoering van juridisch bindende handelingen
van de Unie ("uitvoeringshandelingen"). In verband met de aanpassing van Verordening
(EG) nr. 2173/2005[1]
aan de nieuwe regels van het VWEU zijn bepaalde bevoegdheden die bij die
verordening aan de Commissie waren verleend, opnieuw verdeeld in gedelegeerde
bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden. In aansluiting hierop is een ontwerpvoorstel
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2173/2005 uitgewerkt. Op grond van artikel 290, VWEU draagt de
wetgever de taak om niet-essentiële onderdelen van die verordening aan te
vullen of te wijzigen, over aan de Commissie. De Commissie kan derhalve gedelegeerde
handelingen vaststellen om de vrijstelling te herzien van houtproducten van soorten
die zijn opgenomen in de lijsten van de bijlagen A, B en C bij Verordening (EG)
nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in
het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende
handelsverkeer[2].
De Commissie is verder gemachtigd nadere voorschriften vast te stellen voor de
toepassing van artikel 5. Eveneens door middel van gedelegeerde handelingen kan
de Commissie de lijst van partnerlanden en de door hen aangewezen
vergunningverlenende autoriteiten van bijlage I wijzigen, alsmede de lijst van
houtproducten van bijlage II waarvoor het FLEGT-vergunningensysteem voor alle
partnerlanden geldt, en de lijst van houtproducten van bijlage III waarvoor het
FLEGT-vergunningensysteem alleen voor genoemde partnerlanden geldt. 2. RESULTATEN VAN HET OVERLEG
MET BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Het was niet nodig belanghebbende partijen te
raadplegen of een effectbeoordeling uit te voeren. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL · Samenvatting van de voorgestelde maatregel Specificatie van gedelegeerde bevoegdheden van
de Commissie in Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad en
vaststelling van de desbetreffende goedkeuringsprocedure voor deze handelingen. · Rechtsgrondslag Artikel 207, lid 2, van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie. · Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de
exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt. · Evenredigheidsbeginsel Het betreft een voorstel tot wijziging van
maatregelen die reeds bestaan in Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de
Raad, zodat er geen problemen ten aanzien van het evenredigheidsbeginsel zullen
ontstaan. · Keuze van instrumenten Voorgesteld instrument: verordening van het
Europees Parlement en de Raad. Andere instrumenten zouden om de volgende
reden ongeschikt zijn: een verordening moet worden gewijzigd bij een
verordening. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING De voorgestelde maatregel brengt geen extra
uitgaven voor de Unie mee. 2013/0010 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr.
2173/2005 van de Raad inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de
invoer van hout in de Europese Gemeenschap (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij Verordening (EG)
nr. 2173/2005[3]
zijn aan de Commissie bevoegdheden verleend om uitvoering te geven aan een
aantal bepalingen van die verordening. (2) Naar aanleiding van de
inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
(hierna VWEU genoemd) moeten de in het kader van Verordening (EG)
nr. 2173/2005 aan de Commissie overgedragen bevoegdheden worden aangepast
aan de artikelen 290 en 291 VWEU. (3) Om sommige bepalingen van
Verordening (EG) nr. 2173/2005 te kunnen toepassen, moet aan de Commissie
de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU
handelingen vast te stellen met betrekking tot de herziening van de vrijstelling
van houtproducten van soorten die zijn opgenomen in de lijsten van de bijlagen
A, B en C bij Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996
inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door
controle op het desbetreffende handelsverkeer[4], met betrekking tot de vaststelling van
nadere voorschriften voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG)
nr. 2173/2005 en met betrekking tot de wijziging van de bijlagen I, II en
III bij die verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar
voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op
deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van
gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig
en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement
en de Raad. (4) Om te zorgen voor uniforme
voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening moeten aan de Commissie
uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de bestaande regelingen te
beoordelen en goed te keuren die de legaliteit en de betrouwbare
traceerbaarheid van uit partnerlanden ingevoerde houtproducten waarborgen,
teneinde als uitgangspunt te dienen voor een FLEGT-vergunning. Die bevoegdheden
moeten worden uitgeoefend conform artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011
van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot
vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing
zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de
uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[5]. (5) Verordening (EG)
nr. 2173/2005 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EG) nr. 2173/2005 wordt als volgt
gewijzigd: (1)
artikel 4, leden 2 en 3, worden vervangen door: "2. Om de noodzakelijke waarborgen te bieden
ten aanzien van de legaliteit van de betrokken houtproducten, beoordeelt de
Commissie de bestaande systemen die de legaliteit en de betrouwbare
traceerbaarheid van uit partnerlanden ingevoerde houtproducten garanderen, en
stelt zij uitvoeringshandelingen ter goedkeuring daarvan vast. Die
uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 11,
lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. De door de Commissie goedgekeurde regelingen
kunnen als uitgangspunt dienen voor de FLEGT-vergunningen. 3. Houtproducten van de soorten die zijn vermeld
in de bijlagen A, B en C bij Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9
december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en
plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer[6] zijn
vrijgesteld van de in lid 1 van dit artikel vastgestelde vereiste. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel
11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om die vrijstelling te
herzien."; (2)
artikel 5, lid 9, wordt vervangen door: "9. De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om nadere
voorschriften voor de toepassing van dit artikel vast te stellen."; (3)
artikel 10 wordt vervangen door: "Artikel 10 1. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig
artikel 11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de lijst van
partnerlanden en de door hen aangewezen vergunningverlenende autoriteiten van
bijlage I te wijzigen. 2. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig
artikel 11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de lijst van
houtproducten van bijlage II waarvoor het FLEGT-vergunningensysteem geldt, te
wijzigen. Bij het vaststellen van deze wijzigingen houdt de Commissie rekening
met de uitvoering van de FLEGT-partnerschapsovereenkomst. Deze wijzigingen
betreffen goederencodes op het niveau van viercijferige posten of zescijferige
subposten van de dan geldende versie van bijlage I bij het geharmoniseerd
systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen. 3. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig
artikel 11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de lijst van
houtproducten van bijlage III waarvoor het FLEGT-vergunningensysteem geldt, te
wijzigen. Bij het vaststellen van deze wijzigingen houdt de Commissie rekening
met de uitvoering van de FLEGT-partnerschapsovereenkomst. Deze wijzigingen
betreffen goederencodes op het niveau van viercijferige posten of zescijferige
subposten van de dan geldende versie van bijlage I bij het geharmoniseerd
systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen en gelden alleen
voor de desbetreffende in bijlage III genoemde partnerlanden."; (4)
artikel 11 wordt als volgt gewijzigd: (a)
lid 1 wordt vervangen door: "1. De Commissie wordt bijgestaan door het
Comité wetshandhaving, bestuur en handel in de bosbouw (FLEGT). Dat comité is
een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011."; (b)
lid 2 wordt geschrapt; (c)
lid 3 wordt vervangen door: “3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is
artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing."; (d)
lid 4 wordt geschrapt; (5)
het volgende artikel 11 bis wordt ingevoegd: "Artikel 11 bis Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast
te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel
neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 9, en
artikel 10, leden 1, 2 en 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt verleend voor
onbepaalde duur vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in
artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 9, en artikel 10, leden 1, 2 en 3, bedoelde
bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking
beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt
van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad
van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de
geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling
heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees
Parlement en de Raad. 5. Een overeenkomstig artikel 4, lid 3, artikel 5,
lid 9 en artikel 10, leden 1, 2 en 3, vastgestelde gedelegeerde
handeling treedt alleen in werking indien noch het Europees Parlement, noch de
Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van die handeling
aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar tegen de handeling heeft gemaakt
of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die
termijn aan de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar
zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de
Raad met twee maanden verlengd.". Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de derde
dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese
Unie. Deze
verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk
in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB L 347
van 30.12.2005, blz. 1. [2] PB L 61
van 3.3.1997, blz. 1. [3] PB L 347
van 30.12.2005, blz. 1. [4] PB L 61
van 3.3.1997, blz. 1. [5] PB L 55
van 28.2.2011, blz. 13. [6] PB L 61
van 3.3.1997, blz. 1.