This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013JC0016
Joint Proposal for a COUNCIL REGULATION amending Regulation (EU) No 204/2011 concerning restrictive measures in view of the situation in Libya
Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië
Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië
/* JOIN/2013/016 final - 2013/0154 (NLE) */
Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië /* JOIN/2013/016 final - 2013/0154 (NLE) */
TOELICHTING (1)
Op 2 maart 2011 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 204/2011
betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië
vastgesteld met het oog op de tenuitvoerlegging van de maatregelen die waren
vastgesteld bij Besluit 2011/137/GBVB van 28 februari 2011. (2)
Op 22 januari 2013 heeft de Raad Besluit 2013/45/GBVB
goedgekeurd tot wijziging van Besluit 2011/137/GBVB om de vrijgave mogelijk te
maken van bepaalde tegoeden of economische middelen als zij nodig zijn om te
reageren op een justitieel of administratief vonnis dat in de Unie is
uitgesproken, of op een gerechtelijk vonnis dat in een lidstaat uitvoerbaar is. (3)
Op 22 april 2013 heeft de Raad Besluit 2013/182/GBVB
goedgekeurd tot wijziging van Besluit 2011/137/GBVB en tot vaststelling van
verdere uitzonderingen op het wapenembargo. (4)
Sommige van deze maatregelen vallen onder het
toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de
tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten
uniform door de marktdeelnemers worden toegepast. (5)
De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor
buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie stellen
gezamenlijk voor Verordening (EU) nr. 204/2011 dienovereenkomstig te wijzigen. 2013/0154 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr.
204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 215, Gezien Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28
februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie
in Libië[1], Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge
vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en
de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EU) nr. 204/2011
van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met
de situatie in Libië[2]
geeft uitvoering aan de maatregelen die waren vastgesteld bij Besluit 2011/137/GBVB. (2) Besluit 2013/45/GBVB van de
Raad van 22 januari 2013[3]
behelst een wijziging van Besluit 2011/137/GBVB om de vrijgave mogelijk te
maken van bepaalde tegoeden of economische middelen als zij nodig zijn om te
reageren op een justitieel of administratief vonnis dat in de Unie is
uitgesproken, of op een gerechtelijk vonnis dat in een lidstaat uitvoerbaar is. (3) Besluit 2013/182/GBVB van de
Raad van 22 april 2013[4]
behelst een wijziging van Besluit 2011/137/GBVB in overeenstemming met
Resolutie 2095(2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties waarin het
wapenembargo wordt gewijzigd dat is opgelegd bij punt 9, onder a), van Resolutie
1970 (2011) en nader is uitgewerkt in punt 13, onder a), van Resolutie 2009 (2011).
(4) Sommige van deze maatregelen
vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie
noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij
in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast. (5) Verordening (EU) nr. 204/2011
dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EU) nr. 204/2011 wordt als volgt
gewijzigd: (1)
Artikel 3 wordt vervangen door: "Artikel 3 1. Er geldt een verbod op: a) het direct of indirect verlenen van technische
bijstand in verband met goederen en technologie die in de gemeenschappelijke
lijst van militaire goederen van de Europese Unie[5] (gemeenschappelijke lijst van
militaire goederen) zijn opgenomen, of in verband met het leveren,
vervaardigen, onderhouden en gebruiken van in die lijst opgenomen goederen, aan
personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in Libië; b) het direct of indirect verlenen van technische
bijstand, financiering of financiële bijstand of tussenhandeldiensten in
verband met in bijlage I opgenomen uitrusting die voor binnenlandse
repressie zou kunnen worden gebruikt, aan personen, entiteiten of lichamen in
Libië of voor gebruik in Libië; c) het direct of indirect verlenen van
financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie die op
de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen of in bijlage I zijn
opgenomen, met inbegrip van in het bijzonder subsidies, leningen en
exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van
deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische
bijstand, aan personen, entiteiten of lichamen in Libië of voor gebruik in
Libië; d) het direct of indirect verlenen van technische
bijstand, financiering of financiële bijstand, tussenhandeldiensten of
vervoersdiensten in verband met de terbeschikkingstelling van gewapende
huurlingen in Libië of voor inzet in Libië; e) het bewust en opzettelijk deelnemen aan
activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de onder a) tot en met
d) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild. 2. In afwijking van lid 1 zijn de daarin bedoelde
verbodsbepalingen niet van toepassing op: a) het verlenen van technische bijstand,
financiering of financiële bijstand in verband met niet-dodelijke militaire
uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitaire doeleinden of
beschermend gebruik; b) het verlenen van technische bijstand,
financiering of financiële bijstand in verband met andere verkopen en
leveringen van wapens en daarmee verband houdend materiaal, mits deze
activiteiten ook op voorhand werden goedgekeurd door het Sanctiecomité; c) het verlenen van technische bijstand,
financiering of financiële bijstand uitsluitend bedoeld voor bijstand aan de
Libische regering bij beveiliging of ontwapening; d) beschermende kledingstukken, waaronder
scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde
Naties, personeel van de Unie of van haar lidstaten, vertegenwoordigers van de
media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en
aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Libië
worden uitgevoerd. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen
de in bijlage IV bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder door hen
passend geachte voorwaarden toestemming geven voor het verlenen van technische
bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met uitrusting die
voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, mits zij vaststellen
dat dergelijke uitrusting uitsluitend is bedoeld voor humanitaire doeleinden of
beschermend gebruik." (2)
Artikel 8 wordt vervangen door: “Artikel 8 1. In afwijking van artikel 5 kunnen, met
betrekking tot de in bijlage II genoemde natuurlijke en rechtspersonen,
entiteiten of lichamen, de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de
lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of
economische middelen, mits aan volgende voorwaarden is voldaan: a) de betrokken tegoeden of economische middelen
zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht
dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 5 bedoelde persoon,
entiteit of lichaam in bijlage II of in artikel 5, lid 4, is opgenomen, of van
een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum
dateert; b) de betrokken tegoeden of economische middelen
zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een
dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijk vonnis geldig zijn
verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de
rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen; c) het retentierecht of het justitiële vonnis is
niet ten behoeve van een in bijlage II of III of in artikel 5, lid 4, genoemde
persoon, entiteit of lichaam; d) de erkenning van het retentierecht of het
vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat; en e) het retentierecht of het vonnis is door de
lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité. 2. In afwijking van artikel 5 kunnen, met
betrekking tot de in bijlage III genoemde natuurlijke en rechtspersonen,
entiteiten of lichamen, de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de
lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of
economische middelen, mits aan volgende voorwaarden is voldaan: a) de tegoeden of economische middelen zijn het
voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld voor de datum waarop de in
artikel 5 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam is
opgenomen in bijlage III, of van een justitieel of administratief vonnis dat in
de Unie is uitgesproken, of van een gerechtelijk vonnis dat in de betrokken
lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor of na die datum dateert; b) de tegoeden of economische middelen zullen
uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan de vorderingen die bij de
beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de
wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de
houders van die vorderingen; c) het besluit is niet ten behoeve van een in
bijlage II of III of in artikel 5, lid 4, genoemde natuurlijke of
rechtspersoon, entiteit of lichaam; d) de erkenning van de beslissing is niet in
strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat; en e) de betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten
en de Commissie in kennis van elke gegeven toestemming." (3)
Aan artikel 9, lid 1, worden de punten c) en d)
toegevoegd: "c) betalingen verschuldigd uit hoofde van
justitiële, administratieve of scheidsrechterlijke beslissingen of vonnissen,
als bedoeld in artikel 8, lid 1; d) betalingen verschuldigd uit hoofde van in de
Unie gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke,
administratieve of scheidsrechterlijke beslissingen, als bedoeld in artikel 8,
lid 2,". Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag
na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 58 van 3.3.2011, blz. 53. [2] PB L 58 van 3.3.2011, blz. 1. [3] PB L 20 van 23.1.2013, blz. 60. [4] PB L 111 van 23.4.2013, blz. 50. [5] PB C 69 van 18.3.2010, blz. 19.