Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013IR5279

    Advies van het Comité van de Regio's — Actieplan voor een concurrerende en duurzame staalindustrie in Europa

    PB C 114 van 15.4.2014, p. 23–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.4.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 114/23


    Advies van het Comité van de Regio's — Actieplan voor een concurrerende en duurzame staalindustrie in Europa

    2014/C 114/05

    I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

    1.

    meent dat de staalindustrie een bepalende rol vervult voor de algehele economie van de Europese Unie en een strategische, uiterst belangrijke sector is die rechtstreeks van invloed is op de economische, sociale en milieuontwikkelingen van alle lidstaten.

    2.

    De toekomstige ontwikkeling van de Europese staalindustrie heeft ook directe gevolgen voor de regionale en lokale ontwikkeling: een concurrerende en duurzame staalsector is zowel voorwaarde voor als kenmerk van economisch herstel in tal van Europese regio's.

    3.

    Het voeren van ondersteunend beleid voor een autonome Europese staalindustrie is nodig om op de lange termijn de bevoorradingszekerheid voor de EU veilig te stellen. Om haar autonomie te kunnen behouden zal de staalindustrie moeten aantonen dat ze via innovaties en bekommernis om het milieu klaar staat om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan. Eventuele steun van de EU zal alleen mogen dienen om meer vaart te zetten achter het proces van verandering, dat door de staalindustrie zelf in gang moet worden gezet.

    4.

    De EU, met een productiecapaciteit van in totaal 217 miljoen ton staal per jaar en een reële productie van circa 11 % van de wereldproductie, heeft door de moeilijke economische context te kampen met internationale problemen, te weten overcapaciteit en een zwakke vraag op de markt.

    5.

    Aangezien de vraag naar staal afhangt "van de economische en financiële toestand van een paar belangrijke staal verbruikende sectoren", zoals de bouw- en automobielsector (1) , verwijst het Comité naar zijn adviezen over industriebeleid (2) en het advies over CARS 2020: actieplan voor een concurrerende en duurzame automobielindustrie in Europa (3).

    6.

    De bouw is een van de belangrijkste staalverwerkende sectoren; daarom moet alles wat verband houdt met duurzaam bouwen en energie-efficiëntie prioriteit krijgen bij deze werkzaamheden, met name in het kader van wat men als "renovatie van het gebouwenbestand van de overheid" zou kunnen beschouwen. Dit kan met name plaatsvinden via de Europese agenda voor sociale huisvesting, waar het CvdR en het Europees Parlement herhaaldelijk op hebben aangedrongen.

    7.

    Na een duidelijke vertraging in de industriële activiteit zijn de laatste jaren niet minder dan 500 productielocaties in 23 lidstaten geconfronteerd met aanzienlijke dalingen in de productie. Andere vestigingen zijn definitief gesloten en er zijn zo'n 40 000 banen verloren gegaan.

    8.

    Deze moeilijke economische situatie pakt negatief uit voor de economische en sociale samenhang in de betrokken regio's.

    9.

    Er is een Europese strategie nodig voor de toekomst van de staalindustrie in het algemeen.

    10.

    Daartoe moeten de regionale en lokale overheden rechtstreeks bij het proces betrokken worden, met inachtneming van territoriale kenmerken en bijzonderheden, ermee rekening houdend dat zij het best kunnen beoordelen wat de economische en sociale problemen zijn en welke verdere investeringen nodig en haalbaar zijn voor het scheppen of behouden van arbeidsplaatsen alsook om eventuele bronnen voor zulke investeringen in kaart te brengen. Bovendien beschikken zij over meer kennis van zaken voor wat betreft milieu-effectrapportages.

    11.

    Het CvdR is van mening dat de versterking van het concurrentievermogen van de EU gebaseerd moet zijn op het transparantiebeginsel en op goede randvoorwaarden voor ondernemingen. De concurrentiekracht van de Europese staalindustrie schuilt onder andere in competentie, innovatief vermogen en kwaliteit.

    12.

    Het CvdR bepleit een krachtig industrieel beleid voor de ontwikkeling van het concurrentievermogen van de staalindustrie van de EU en, indien mogelijk, de bescherming of uitbreiding van de productielocaties en van bestaande arbeidsplaatsen, met name door gebruik te maken van herstructurering en recyclage, zodat de sector geen vakspecifieke kennis en bekwaamheid kwijtraakt die de werknemers in de loop van decennia hebben opgedaan.

    13.

    In dit verband wordt ten eerste verzocht om de invoering van protocollen voor permanente beroepsopleiding voor werknemers van vestigingen die eventueel geherstructureerd worden zodat zij hun vaardigheden in de beroepen van de staalsector kunnen ontwikkelen.

    14.

    Verder zijn aanvullende maatregelen nodig voor omscholing van de werknemers van gesloten of geherstructureerde vestigingen. Daartoe kunnen de mogelijkheden van de structuurfondsen verruimd worden, door herziening van het Europees Fonds voor de aanpassing aan de globalisering, en door aangepaste programma's aan te bieden, afgestemd op individuele behoeften en territoriale kenmerken. De kwalificaties van de werknemers in verband met de sector moeten in dat kader behouden en benut worden.

    15.

    Er zou een systeem voor financiële steun moeten komen voor gebieden die getroffen zijn door herstructureringen of sluiting van productielocaties, gericht op de omscholing van werknemers en diversificatie van de economie, uitgaande van middelen waarbij overheids- en particuliere actoren betrokken zijn.

    16.

    Geboden is de gecoördineerde aanpak van alle overheden bij de opzet en uitvoering van herstructureringsmaatregelen die de staalsector raken.

    17.

    Hoewel het verheugend is dat er een Europese groep op hoog niveau is ingesteld voor de sector, stelt het teleur dat deze groep maar één keer per jaar bijeenkomt. Het valt te overwegen een vertegenwoordiger van het CvdR op te nemen, alsook van regionale en lokale overheden om tussen de belangrijkste partijen in de lidstaten de samenwerking, de gegevensuitwisseling en goede praktijken te bevorderen.

    18.

    Ook dient het actieplan binnen de 12 maanden na goedkeuring ervan te worden geëvalueerd.

    19.

    De sociale dialoog dient versterkt te worden om de crisis te boven te komen. De sociale partners moeten direct en nauw betrokken worden bij het industriebeleid in het algemeen en bij het staalbeleid in het bijzonder.

    20.

    Een alomvattend industriemodel dat berust op innovatie en wezenlijke investeringen in de nieuwe technologieën is de voorwaarde voor duurzame groei in de EU.

    21.

    De Europese staalindustrie moet met innoverende kwaliteitsproducten komen die voldoen aan de behoefte van de markt en die de sector van zijn concurrenten onderscheiden, ook al zijn er hiervoor aanzienlijke investeringen nodig in productietypes, kostbare transformaties en in onderzoek en ontwikkeling (O&O).

    22.

    Innovatiesteun zou uitgebreid moeten worden tot alle activiteiten die verband houden met de staalindustrie. Zo moeten er in het kader van Horizon 2020 financiële instrumenten van de EIB ingevoerd worden om de samenwerking tussen de staalbedrijven en de regio's waar deze gevestigd zijn op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie te stimuleren om zo de economische activiteit en de duurzaamheid daarvan te bevorderen.

    23.

    Het CvdR herhaalt zijn verzoek om te investeren in kwalificaties en beroepsopleidingen ter bevordering van diversificatie, specialisatie en innovatie in de ijzer- en staalindustrie, zodat deze concurrerender wordt.

    24.

    Het CvdR onderschrijft de inspanningen van de Commissie voor maatregelen ter ontwikkeling van competenties, alsmede voor maatregelen voor werk voor jongeren in deze sector, maar betreurt dat de mededeling van de Commissie geen enkel voorstel bevat om de overdracht van competenties binnen bedrijven te stimuleren.

    25.

    Het is positief dat het actieplan de nadruk legt op de bevordering van innovatie, gericht op de ontwikkeling van schonere en (energie)zuiniger technologieën, om de kosten te drukken en het Europees beleidskader voor het klimaat tot 2030 in acht te nemen.

    26.

    De Commissie zou op Europees niveau de voorkeur moeten geven aan de productie van staal in vlamboogovens, die een duidelijk geringere CO2-uitstoot met zich meebrengen dan de productie met ijzererts.

    27.

    Het CvdR herhaalt zijn steun voor industriële ecologie, gericht op recyclage van materiaal en beheersing van het energieverbruik.

    28.

    In dit verband zij gewezen op de goede recyclagemogelijkheden voor staal en het feit dat staalproductie op basis van schroot in plaats van zuiver ijzererts de energietoevoer met circa 75 % doet dalen en de behoefte aan grondstoffen met 90 %.

    29.

    Het CvdR bepleit opnieuw investeringen in innovatie, verbeterde toegang tot de markt, tot kapitaal, personeel en kwalificaties, als pijlers van een sterker industriebeleid.

    30.

    De Commissie moet blijven kijken naar de kosten die zij de staalindustrie oplegt ten gevolge van regelgeving en de gevolgen daarvan voor het concurrentievermogen onder de loep nemen.

    31.

    Het is positief dat de Commissie wil nadenken over beperking van de productiekosten voor de Europese staalindustrie. Innovatie, energie-efficiëntie en milieuzorg zullen centraal moeten staan in de discussies.

    32.

    Met name zouden elektro-intensieve industrieën de optie moeten krijgen om leveringscontracten voor de lange termijn af te sluiten, d.w.z. voor een periode van minstens tien jaar en voorzien van solide herzieningsclausules, ter wille van een regelmatige aanvoer binnen een duurzaam contractueel kader, beheersing van de kosten en dus het concurrentievermogen van de sector.

    33.

    De netwerken voor goederenvervoer, die cruciaal zijn voor m.n. de perifere en grensregio's, moeten worden versterkt.

    34.

    Verheugend is het voorstel van de Commissie om de vraag naar in de EU geproduceerd staal te steunen, zowel binnen als buiten de grenzen van de Unie, met name door acties die de vraag stimuleren in de automobiel- en duurzamebouwsector.

    35.

    De Commissie wordt verzocht de diversificatie van de staalindustrie te stimuleren om minder afhankelijk te worden van de vraag en om de bijbehorende risico's zoveel mogelijk te beperken.

    36.

    Het is goed dat er gewerkt wordt aan Europese normen voor de duurzame productie van staalproducten voor de bouw alsook aan een kwaliteitscertificaat ("SustSteel") dat de meerwaarde en het concurrentievermogen van Europese producten kan stimuleren.

    37.

    In het belang van de sociale cohesie van de EU en het concurrentievermogen van Europese ondernemingen op de wereldmarkt, is het belangrijk op te komen voor Europese normen op het gebied van economisch en sociaal beleid, milieu, klimaatbescherming, veiligheid op het werk en arbeidsomstandigheden.

    38.

    Terecht treedt de Commissie met derde landen op tegen oneerlijke handelspraktijken en maakt zij onder andere werk van gelijke behandeling.

    39.

    Het is voor de sector op lange termijn van groot belang dat een vrije en open handel in staal en staalproducten wordt gewaarborgd. Ondanks het door de Commissie verzette werk voor een liberalisering van de internationale handel in het kader van de WTO gaat de industrie uit van de raming dat circa 65 % van de wereldmarkt voor staal te kampen heeft met allerlei protectionistische barrières.

    40.

    Het CvdR is het eens met de Commissie dat het overleg over bilaterale handelsakkoorden, met name over vrijhandelsakkoorden, een sleutel kan zijn om billijke voorwaarden voor de ondernemingen van de EU in te voeren.

    41.

    De Commissie zou zich moeten laten leiden door wederkerigheid van normen bij overleg over akkoorden, ongeacht of het op bilateraal of op WTO-niveau is.

    42.

    De Commissie moet er niet voor terugdeinzen om indien nodig vastberaden maatregelen op te leggen tegen oneerlijke handelspraktijken van derde landen en om zo nodig haar instrumenten om de handel te beschermen, te moderniseren.

    43.

    De Commissie moet nauwkeurig nagaan of het systeem Surveillance 2 ten minste dezelfde garanties voor toezicht op en controle van oneerlijke subsidie- en dumpingpraktijken biedt als het systeem voor voorafgaand toezicht op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten (Verordening (EU) nr. 1241/2009).

    44.

    Het Comité maakt zich zorgen over de lengte van de termijnen — gemiddeld twee jaar — die de Commissie nodig heeft om anti-dumpinginstrumenten in te voeren, terwijl de termijn in de VS maar zes maanden bedraagt, en verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat ze sneller te werk gaat.

    45.

    Het CvdR steunt de inspanningen van de Commissie om vrije toegang te garanderen tot de markten voor primaire en secundaire grondstoffen, met name de markten voor ijzererts, cokeskool en recycleerbare stoffen. Deze vrije toegang is absoluut noodzakelijk om het concurrentievermogen van de Europese staalindustrie wereldwijd te waarborgen.

    46.

    Een hogere productiviteit, een goed investeringsklimaat en bevordering van innovatie zijn belangrijke voorwaarden voor de ontwikkeling en de overlevingskansen, op lange termijn, van de staalindustrie in de EU. Maar ook energiebesparingen zijn een goede manier om de energiekosten te drukken en daarmee de concurrentiekracht te versterken.

    47.

    In de mededeling van de Commissie wordt geen melding gemaakt van de logistieke kosten, met name van het vervoer over zee, van de aanvoer van grondstoffen, van de voorzieningszekerheid en van de economische ontwikkeling als gevolg van de ontwikkeling van havens.

    48.

    Terecht ijvert de Commissie voor verbetering van de algemene voorwaarden voor het groeipotentieel van de EU-industrie. Hiertoe behoren de voorzieningszekerheid voor energie en concurrerende energieprijzen, alsook het aansporen tot een productie die minder grondstoffen verbruikt en minder CO2 uitstoot.

    49.

    Het CvdR onderschrijft elk initiatief voor follow-up en controle van de markten voor grondstoffen, met inbegrip van de markt voor schroot, om de illegale uitvoer van schroot tegen te gaan.

    50.

    De Commissie mag niet vergeten een kostenbatenanalyse te maken van de voor de Europese staalindustrie voorgestelde maatregelen en dient ervoor te zorgen dat zij niet strijdig zijn met ander Europees beleid, met name het beleid voor milieubescherming, het klimaat en duurzame ontwikkeling.

    51.

    De maatregelen in het actieplan voor een concurrerende staalindustrie in Europa zijn geen doel op zich, maar dienen hoe dan ook gepaard te gaan met inspanningen van de sector voor investeringen en het scheppen van werk in de Europese productievestigingen.

    52.

    Het actieplan in zijn huidige vorm strookt met het subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel en voldoet dus aan artikel 173 VWEU, dat bepaalt dat de EU het industriebeleid kan steunen.

    53.

    Overeenkomstig artikel 173 VWEU moet de Commissie de opties benutten die het Verdrag van Lissabon biedt voor het industriebeleid, met name door initiatieven te nemen ter bevordering van de coördinatie tussen de lidstaten inzake het industriebeleid, door richtsnoeren en indicatoren uit te werken, goede praktijken uit te wisselen en de nodige voorbereidingen te treffen voor periodiek toezicht en evaluatie.

    Brussel, 28 november 2013.

    De voorzitter van het Comité van de Regio’s

    Ramón Luis VALCÁRCEL SISO


    (1)  COM(2013) 407 final.

    (2)  Advies van het CvdR van 11 april 2013 over Een sterkere Europese industrie om bij te dragen tot groei en economisch herstel, rapporteur: de heer Gewerc (PSE/F), CDR2255-2012_00_00_TRA_AC.

    (3)  Ontwerpadvies van het CvdR (rapporteur: de heer Buchmann (EVP/AT)), CDR1997-2013_00_00_TRA_PA.


    Top