Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013IR2063

    Advies van het Comité van de Regio's — Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 — Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw

    PB C 280 van 27.9.2013, p. 33–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    27.9.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 280/33


    Advies van het Comité van de Regio's — Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 — Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw

    2013/C 280/07

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    benadrukt dat de ontwikkeling van e-gezondheidsdiensten ten goede moet komen aan alle EU-burgers door hun de kans te geven hun gezondheid in eigen handen te nemen, en niet mag leiden tot meer ongelijkheid op vlak van toegankelijkheid en gebruik van de gezondheidszorgdiensten;

    merkt op dat in veel van de EU-lidstaten de lokale en regionale overheden mee verantwoordelijk zijn voor de planning, de uitstippeling, uitvoering, toetsing en financiering van het gezondheids- en welzijnsbeleid. Het is dan ook evident dat de regionale overheden nauw moeten worden betrokken bij elke hervorming met een impact op de gezondheidszorg en welzijnszorg;

    pleit voor een niet aflatende inzet ten behoeve van onderwijs op gezondheidsgebied, innovatie en verandering, ingegeven door een streven naar excellentie en het bewustzijn dat de oplossingen van vandaag morgen al voorbijgestreefd kunnen zijn op het intens evoluerende terrein van de e-gezondheid;

    wijst erop dat thans grote hoeveelheden gegevens inzake gezondheid, welzijn en sociale zorg allemaal los van elkaar liggen opgeslagen. Door deze gegevens efficiënter in te zetten en door verschillende diensten te laten gebruiken, kunnen Europese zorgstelsels een ander aanzien krijgen en kan een sterker en doeltreffender zorgcontinuüm worden opgebouwd;

    stelt vast dat betrokkenheid van het lokale bestuur, decentrale gegevensopslag, goede informatieverstrekking aan burgers en patiënten en actieve samenwerking met gezondheidswerkers de belangrijkste factoren zijn voor de succesvolle ontwikkeling en invoering van e-gezondheidsoplossingen;

    onderstreept dat een grootschalige invoering van e-gezondheid niet alleen een kwestie van wettelijke en technische haalbaarheid is, maar op de eerste plaats staat of valt met het vertrouwen van burgers, patiënten en gezondheidswerkers. Het is dan ook zaak de problemen betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, vertrouwelijkheid, gegevensbescherming en aansprakelijkheid aan te pakken, zodat gevoelige gegevens worden beschermd tegen hacking, lekken, inbreuken op de privacy of andere vormen van misbruik.

    Rapporteur

    Johan SAUWENS (BE/EVP), Vlaams Volksvertegenwoordiger

    Referentiedocument

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 – Innovatieve gezondheidszorg voor de 21e eeuw

    COM(2012) 736 final

    I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

    Algemene opmerkingen

    1.

    kan zich vinden in deze mededeling van de Europese Commissie over het Actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020, waarin zij een strategie voor e-gezondheidszorg in de EU uitstippelt en aangeeft welke hoofddoelstellingen moeten worden bereikt om het potentieel van e-gezondheidszorg te kunnen benutten. Met dit plan wordt alvast een belangrijke stap gezet om onze Europese gezondheidszorgstelsels klaar te stomen voor de uitdagingen op het vlak van de verbetering van de kwaliteit van de zorg, het efficiënter aanwenden van de schaarser wordende middelen die beschikbaar zijn voor gezondheidszorg, het verminderen van de administratieve lasten voor patiënten, zorgverstrekkers, zorgaanbieders en overheden en van de innovatie in het domein van de informatica en technologie, productie en diensten.

    2.

    Het Comité kan zich aansluiten bij de vaststelling van de Commissie dat zelfs de beste e-gezondheidsoplossingen de EU-burgers geen voordeel zullen opleveren als de uitwerking en uitvoering ervan gefragmenteerd plaatsvinden in afgescheiden hokjes. Het feit dat de Commissie aandacht besteedt aan juridische, organisatorische, semantische en technische interoperabiliteitskaders, richtsnoeren en specificaties, verdient bijval.

    3.

    Het Comité beklemtoont dat het gezondheids- en welzijnsbeleid in een groot aantal EU-lidstaten naar het decentrale niveau is overgeheveld en dat de stem van de regionale overheden luider moet klinken in het debat.

    4.

    Het Comité wijst er op dat de ontwikkeling van e-gezondheidsdiensten ten goede moet komen aan alle EU-burgers en niet mag leiden tot (meer) ongelijkheid op vlak van toegankelijkheid en gebruik van de gezondheidszorgdiensten. In de omwenteling die e-gezondheidszorg teweeg brengt, moet het belang van de patiënt centraal staan. De patiënt heeft het recht te beslissen over de toegang tot zijn eigen gegevens en moet een begrijpelijke uitleg krijgen over de manier waarop en door wie van die toegang gebruik zal kunnen gemaakt worden. E-gezondheid moet de burgers en patiënten de kans geven om hun gezondheid meer in eigen handen te nemen.

    5.

    Het Comité benadrukt dat nieuwe toepassingen laagdrempelig moeten zijn en de autonomie van de persoon met een beperking, van de oudere personen of van de kwetsbare burger moeten versterken. Daarom dient bij het op de markt brengen van alle producten en softwaretoepassingen toegankelijkheid verplicht als toelatingscriterium te worden gehanteerd.

    II.   BELANG VOOR HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    6.

    In veel van de EU-lidstaten zijn de lokale en regionale overheden mee verantwoordelijk voor de planning, de uitstippeling, uitvoering, toetsing en financiering van het gezondheids- en welzijnsbeleid. Het is dan ook evident dat de regionale overheden nauw moeten worden betrokken bij elke hervorming met een impact op de gezondheidszorg en welzijnszorg.

    7.

    In dit kader kan verwezen worden naar het eHealth Strategies-rapport 2011 over ehealth-infrastructuur, waarin de auteurs verklaren dat het beheer van de elektronische patiëntendossiers in grote landen al te complex is. De ervaring in Europa leert dat landen met meer dan tien miljoen inwoners – en dan vooral diegene die niet over een top-downgezondheidszorgstelsel beschikken – hun streefdoelen niet halen. Een tussenweg waarbij gekozen wordt voor een lokaal of regionaal systeem, op basis van de nationale infrastructuur, lijkt dan ook de oplossing te zijn.

    8.

    Bovendien blijkt uit de recente CvdR-studie over "Dynamic health systems and new technologies: eHealth solutions at local and regional levels" dat e-gezondheid bovenaan op de agenda staat van lokale en regionale overheden in Europa.

    9.

    Meer interregionale samenwerking en uitwisseling van beleids- en praktijkervaring is nodig, zodat de koplopers op het gebied van e-gezondheid hun kennis kunnen overdragen op de nieuwkomers. De Commissie kan een rol spelen in dezen door het samenbrengen en bundelen van kennis en best practices. Er is een diepgaande analyse nodig om na te gaan welke initiatieven en modellen op het vlak van e-gezondheid op de meest vlotte manier op EU-schaal kunnen worden toegepast.

    Over geletterdheid op het gebied van gezondheidszorg

    10.

    Een betere kennis op het gebied van gezondheid is een belangrijke schakel in de strategieën om de ongelijkheid op gezondheidsgebied uit de wereld te helpen. Samen met digitale geletterdheid en breedbandtoegang kan de verhoging van het kennisniveau op het vlak van gezondheid meer mensen helpen in afgelegen, dunbevolkte of anderszins benadeelde regio's toegang te krijgen tot correcte informatie, preventieve gezondheidsmaatregelen en medisch advies, maar ook tot laagdrempelige online hulp en therapie en medische follow-up.

    11.

    Degelijke, betrouwbare en toegankelijke informatie op maat van de verschillende maatschappelijke groepen is een voorwaarde voor digitale geletterdheid op vlak van gezondheid. Dit houdt in dat de overheid en de particuliere sector heldere en relevante informatie verschaffen en dat in het bijzonder de gezondheidswerkers meer inzicht verwerven in de geletterdheid van hun patiënten op gezondheidsgebied.

    Over de uitdagingen

    12.

    E-gezondheid is een intens evoluerend gebeuren en voortdurend in ontwikkeling. De inzichten en verworvenheden van vandaag kunnen morgen al voorbijgestreefd zijn. De overstap van de traditionele gezondheidszorg naar e-gezondheidszorg vereist niet alleen de nodige IT-infrastructuur en digitale geletterdheid, maar ook en op de eerste plaats een verandering in de relatie tussen medisch personeel, personeel uit de sociale dienstverlening, onderzoekers, zorgverzekeraars, patiënten en overheid. Het vergt ook een niet aflatende inzet ten behoeve van innovatie en verandering, vorming en expertise.

    13.

    Hierbij kan verwezen worden naar de conclusies van de workshop Monitoring National eHealth Strategies (Brussel, 2010), waaruit dit citaat komt: Gebleken is dat de uitvoering van e-gezondheidsstrategieën in Europa veel complexer en tijdrovender is dan verwacht. Bovendien is ook de complexiteit van e-gezondheid als uitdaging op bestuursvlak zwaar onderschat.

    14.

    In bepaalde regio's laten de IT-vaardigheden van het gezondheidspersoneel en het personeel uit de sociale dienstverlening, en de inzichten in de mogelijkheden van e-gezondheidszorg heel wat te wensen over. Dat geldt evenzeer voor de kwaliteit, de gebruiksvriendelijkheid en de mogelijkheden van sommige softwareprogramma's die ter beschikking staan of op de markt beschikbaar zijn voor het medisch personeel en het personeel uit de sociale dienstverlening. Deze situaties zijn betreurenswaardig en belemmeren een gunstige evolutie van e-gezondheid. De voorwaarden waaraan de beschikbare medische software en in het bijzonder een elektronisch medisch dossier moeten voldoen, kunnen sterker geëxpliciteerd worden zodat de kwaliteit hieraan kan afgetoetst worden en labelingsprocedures mogelijk worden. Momenteel kan er een gebrek aan doeltreffende communicatie tussen de gezondheidssector en de informaticasector worden vastgesteld.

    Over interoperabiliteit

    15.

    Er liggen thans grote hoeveelheden gegevens inzake gezondheid, welzijn en sociale zorg allemaal los van elkaar opgeslagen. Door deze gegevens efficiënter in te zetten kan de zorg een ander aanzien krijgen en kan een sterker en doeltreffender zorgcontinuüm worden opgebouwd. Een en ander houdt in dat IT-infrastructuur niet mag beperkt worden tot de medisch curatieve diensten maar moet worden uitgebreid tot de sociale zorg, begeleid wonen, preventie en welzijn. Dit is de consequentie van het principe dat de zorggebruiker centraal moet staan in een systeem van gezondheids- en welzijnszorg en dat de onderscheiden diensten van dit systeem hun manier van werken hierop moeten afstemmen. E-gezondheidszorg kan bijdragen tot ontkokering van de zorg en een holistische benadering van de persoon die zorg nodig heeft.

    16.

    Cruciaal voor een betere kwaliteit van zorg (meer doelmatigheid, betere continuïteit, versterking van de positie van de patiënt enz.) is de elektronische gegevensdeling tussen actoren in de zorg. Momenteel is het nog in vele landen en regio's zo dat medische gegevens verspreid liggen opgeslagen (in bestanden opgeslagen op de pc van de zelfstandige huisarts of specialist tot op de ziekenhuisserver) zonder de mogelijkheid tot het delen van deze gegevens tussen de actoren die in een therapeutische relatie staan tot een bepaalde patiënt. Een huisarts van wacht of een urgentiearts in een spoedgevallendienst van een ziekenhuis kan geconfronteerd worden met een noodsituatie zonder te kunnen beschikken over een samenvatting van de belangrijkste medische gegevens of het actuele medicatieschema van een patiënt. Dit probleem stelt zich nog scherper wanneer de patiënt in het buitenland verblijft en de taalbarrière grote problemen stelt voor de communicatie tussen patiënt en zorgverstrekker. Deze uitdaging zal zich nog scherper stellen zodra de impact van de EU-richtlijn van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg en het grensoverschrijdend zorggebruik in de praktijk duidelijker wordt. Onderzoeken op vlak van klinische biologie of medische beeldvorming worden nodeloos overgedaan omdat men geen toegang heeft tot recente medische gegevens van een patiënt.

    17.

    Het actieplan e-gezondheidszorg besteedt ruim aandacht aan het probleem van de interoperabiliteitskaders en dit kan enkel toegejuicht worden. De e-gezondheidsmarkt in de EU is zeer versnipperd en de geboden ICT-oplossingen voor soms erg lokale situaties hebben tot gevolg dat deze systemen duurder, ontoegankelijk voor anderen, onbetrouwbaar en ongeschikt voor andere doeleinden of voor nieuwe toepassingen zijn. Deze situatie vormt ook een hinderpaal voor het IT-bedrijfsleven dat geconfronteerd wordt met een zeer beperkte toegang tot de markt en een ondergraven van de rendabiliteit van hun productontwikkeling, wat fnuikend is voor broodnodige innovatie. Het actieplan biedt kansen voor economische initiatieven van grote en kleine bedrijven in alle Europese landen.

    18.

    Het aanbieden aan het e-gezondheidsnetwerk van een interoperabiliteitskader in de loop van dit kalenderjaar is een belangrijk gegeven. Bij de studie van de nationale wetgeving inzake elektronische patiëntendossiers moet ook de regionale regelgeving worden onderzocht.

    19.

    De nadruk die wordt gelegd op een nauwere samenwerking met internationale en mondiale organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) is een goede zaak. Er is nood aan afspraken over het coderen van medische gegevens en het uniform gebruik van internationale classificatiesystemen voor ziekten en aandoeningen om medische beslissingsondersteuning via informaticaprogramma's mogelijk te maken.

    Over vertrouwen

    20.

    Een grootschalige invoering van e-gezondheid is niet alleen een kwestie van wettelijke en technische haalbaarheid, maar op de eerste plaats staat of valt dit met het vertrouwen van burgers, patiënten en gezondheidswerkers. Het is dan ook zaak eerst de problemen betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, vertrouwelijkheid, gegevensbescherming en aansprakelijkheid aan te pakken en te zorgen voor voortdurend toezicht, zodat gevoelige gegevens worden beschermd tegen hacking, lekken, inbreuken op de privacy of andere vormen van misbruik.

    21.

    Eén van de belangrijkste constateringen door KPMG (Internationaal onderzoek EPD, Utrecht 6 februari 2012) na onderzoek en vergelijking met zes andere Europese landen was dat er een trend was van grootschalige en landelijke programma's naar een meer regionale regie om de complexiteit te kunnen beheersen en de lokale betrokkenheid te kunnen vergroten. Door het gebruik van uniforme standaarden groeit volgens KPMG bovendien het besef dat er geen nood is aan landelijke databases maar dat een decentrale gegevensopslag bij de bron goed kan beheerd worden. Lokale betrokkenheid, decentrale gegevensopslag, goede informatieverstrekking aan burgers en patiënten en een stap-voor-stap benadering met pilootprojecten met actieve betrokkenheid van de gezondheidswerkers lijken kritische succesfactoren te zijn voor de graduele ontwikkeling en invoering van e-gezondheid.

    Over relaties

    22.

    De relatie tussen gezondheidswerkers en patiënten is persoonlijk en uniek en moet dat ook blijven. Dankzij de ontwikkeling van e-gezondheid kan deze relatie worden versterkt en verbeterd, maar het is een illusie en zelfs niet wenselijk dat persoonlijke face to face-contacten volledig zouden worden vervangen door virtuele interactie. Daarom moet het gebruik van e-gezondheidstoepassingen worden beperkt tot de gereglementeerde medische en verplegende beroepsgroepen.

    23.

    Er ontstaat ook een toenemend spanningsveld rond het eigenaarschap van en de verantwoordelijkheid over gedeelde persoonsgegevens in een elektronisch patiëntendossier. Patiënten beschikken idealiter ook over een eigen patiëntenluik in hun elektronisch medisch dossier waarin zij, bijvoorbeeld, de resultaten kunnen invoeren die verkregen worden via zelfmonitoring (voorbeelden: zelf gemeten bloedsuikerwaarden, bloeddrukmetingen, gemoedsstemmingen enz.).

    24.

    Naarmate chronische aandoeningen een steeds dominanter plaats opeisen in de medische praktijk ten aanzien van een ouder wordende bevolking, in de gezondheidsstatistieken en in de lijst van kostendrijvers van onze gezondheidszorg treedt het belang van een multidisciplinaire benadering van de chronisch zieke patiënt meer en meer op de voorgrond. Vele oudere patiënten kampen met meerdere aandoeningen tegelijkertijd en vergen zorg uit de handen van verschillende zorgverstrekkers met aanvullende competenties. Dit geldt zowel voor de intramurale gezondheidszorg als de thuiszorg. E-gezondheidszorg en het elektronisch delen van gegevens tussen patiënt, zijn mantelzorger en de zorgverstrekkers die in een therapeutische relatie staan tot de patiënt, kan een bijzonder waardevolle bijdrage leveren tot goede en tijdige zorg op maat voor de patiënt.

    Over financiering

    25.

    De verregaande inkrimping van het budget voor de Financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, dat van 50 miljard euro – waarvan 9,2 miljard euro bestemd was voor breedband en digitale diensten – is teruggebracht tot 29,3 miljard euro, waarvan nog maar krap 1 miljard euro naar breedband en digitale diensten zal gaan, stelt het Comité teleur.

    26.

    De vraag kan gesteld worden of de invoering van grootschalige, interoperabele, grensoverschrijdende e-gezondheidsdiensten, die volgens de Commissie tegen 2014 zou plaatsvinden in het kader van de Financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, ook op de agenda zal kunnen blijven staan als het Parlement groen licht geeft voor het kortwieken van deze Financieringsfaciliteit.

    27.

    Het Comité hoopt dat niet zal worden gesnoeid in het budget voor de activiteiten op het gebied van onderzoek en innovatie die voor 2014-2020 op de agenda staan als onderdeel van de pijler "Gezondheid, demografische veranderingen en welvaart" van Horizon 2020, en dat in studies de nadruk zal gelegd worden op de kostenefficiëntie van e-gezondheidstechnologieën, alsook op de waarborgen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de betrokkenheid van de gebruikers en de integratie van patiëntgerichte oplossingen in de Europese gezondheidszorgstelsels.

    Over de subsidiariteit

    28.

    Het zijn de lidstaten die bevoegd zijn voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging. In veel van de EU-lidstaten zijn de regionale en lokale overheden verantwoordelijk voor het gehele of belangrijke delen van het gezondheids- en welzijnsbeleid.

    29.

    Vooral in de minder welvarende gebieden blijft het technisch, logistiek en financieel moeilijk om de IT-infrastructuur tot stand te brengen en het potentieel van de e-gezondheidszorg te kunnen ontsluiten en te ontwikkelen. Vooral wanneer er behoefte is aan coördinatie en aanmoediging, kan EU-optreden nuttig zijn. Dat geldt voornamelijk voor een aantal kwesties die het best op het niveau van de EU kunnen worden aangepakt, zoals grensoverschrijdende gezondheidszorg, erkenning van kwalificaties, gemeenschappelijke barrières, standaarden en onderzoeksmethodes om na te gaan in hoeverre e-gezondheidstoepassingen efficiënt zijn. Ook financiële steun kan nuttig zijn om de hoge opstartkosten te helpen overlappen.

    30.

    Het actieplan 2014-2020 is gericht op onderzoek, innovatie en interoperabiliteit en geeft aan hoe het technisch en juridisch kader er zou moeten uitzien. Zowel het bedrijfsleven als de lokale en regionale overheden en de gezondheidswerkers, de burgers en de patiënten zouden hier wel bij varen. Aangezien het actieplan vrij uitgebreid is, zou de Commissie wat meer focus kunnen leggen in de prioritering van haar activiteiten.

    31.

    Het optreden op EU-niveau zal naar verwachting een meerwaarde kunnen betekenen voor het regionale gezondheidsbeleid en de regionale gezondheidszorg en een Europese ruimte van e-gezondheid en e-welzijn mee tot stand kunnen brengen.

    32.

    De verwachting leeft dat er bij de uitvoering van het actieplan niet alleen rekening wordt gehouden met de lidstaten, maar ook met de regionale en lokale overheden die een belangrijke rol kunnen opnemen op vlak van communicatie en voorlichting van de burger en de patiënt, van vorming en opleiding van zorgprofessionals, van het creëren van een voldoende hoog niveau van lokale betrokkenheid bij de ontwikkeling van e-gezondheid, van initiatie van pilootprojecten in het kader van e-gezondheid, van beheersing van de complexiteit van e-gezondheid en in sommige regio's ook van regelgevend werk dat hierop betrekking heeft.

    Brussel, 3 juli 2013

    De voorzitter van het Comité van de Regio's

    Ramón Luis VALCÁRCEL SISO


    Top