This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0066
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL on progress by Kosovo* in fulfilling the requirements of the visa liberalisation roadmap
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de vorderingen van Kosovo( om volgens het stappenplan visumliberalisering mogelijk te maken
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de vorderingen van Kosovo( om volgens het stappenplan visumliberalisering mogelijk te maken
/* COM/2013/066 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de vorderingen van Kosovo( om volgens het stappenplan visumliberalisering mogelijk te maken /* COM/2013/066 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD over de vorderingen van Kosovo* om volgens
het stappenplan visumliberalisering mogelijk te maken 1. Inleiding Op 19 januari 2012 startte de
Europese Commissie met Kosovo een dialoog over visumliberalisering en op
14 juni 2012 overhandigde zij de Kosovaarse regering een stappenplan
om een visumvrije regeling mogelijk te maken. In 2010 en 2011 had
Kosovo reeds een grote reeks hervormingen doorgevoerd, onder meer op het gebied
van overname en re-integratie, op basis waarvan de Commissie in 2012 die
dialoog kon starten. In het stappenplan voor visumliberalisering
zijn de wetgeving en alle andere maatregelen vermeld die Kosovo moet aannemen
en uitvoeren, en de verplichtingen waaraan het op korte termijn moet voldoen om
visumliberalisering mogelijk te maken. Eerst zou Kosovo de in het stappenplan
vermelde wetgeving moeten aannemen of aan het EU‑acquis aanpassen. Vervolgens
zou het die wetgeving en alle andere in het stappenplan vermelde maatregelen volledig
moeten uitvoeren. Kosovo heeft reeds heel wat bestaande wetgeving
op de gebieden waarop het visumstappenplan betrekking heeft. Op sommige
beleidsgebieden is de bestaande wetgeving al in overeenstemming met de essentiële
onderdelen van het EU‑acquis. Op andere beleidsgebieden blijft het
noodzakelijk dat nieuwe wetten worden aangenomen, de wetgeving verder aan het
acquis wordt aangepast of secundaire wetgeving wordt aangenomen. Op 14 juni 2012 hield de Commissie
in het kader van de visumdialoog de eerste bijeenkomst met hogere Kosovaarse ambtenaren
en bij die gelegenheid werd de Kosovaarse autoriteiten gevraagd een uitgebreid
verslag in te dienen over de mate waarin Kosovo op het visumstappenplan
voorbereid was, vooral wat de aanpassing van de wetgeving betreft. Op
15 september 2012 diende de regering dat verslag en een juridische
analyse in. Om de vorderingen van Kosovo in de visumdialoog te evalueren, ondernamen
de diensten van de Commissie van 22 tot 24 oktober 2012
samen met verschillende deskundigen van de EU‑lidstaten, de EU‑vertegenwoordiging
in Kosovo en Eulex, een beoordelingsmissie naar Kosovo. Dit document is het eerste regelmatige verslag
met de beoordeling van de Commissie van de vorderingen van Kosovo om volgens
het stappenplan visumliberalisering mogelijk te maken. Overeenkomstig het
stappenplan voor visumliberalisering worden volgende punten beoordeeld, waarbij
vooral naar de aanpassing van de wetgeving aan het EU‑acquis wordt
gekeken: (1)
In welke mate heeft Kosovo de in het stappenplan vermelde
wetgeving aangenomen of aan het EU‑acquis aangepast? (2)
In welke mate heeft Kosovo de in het stappenplan
vermelde wetgeving en alle andere maatregelen uitgevoerd? (3)
Welke gevolgen heeft liberalisering van de
visumregeling naar verwachting voor migratie en veiligheid? Dit verslag is gebaseerd op het uitgebreide
verslag en de juridische analyse die door de Kosovaarse regering zijn
ingediend, op de verslagen die zijn opgesteld door de deskundigen van de EU‑lidstaten
die in oktober 2012 aan de beoordelingsmissie deelnamen, op informatie die
door de EU‑vertegenwoordiging in Kosovo, Eulex en de EU‑agentschappen
is verstrekt, en op gedetailleerde statistieken die door Eurostat zijn
verzameld en door de EU‑lidstaten en de geassocieerde Schengenlanden zijn
ingediend. In dit verslag worden aanbevelingen gedaan op de beleidsgebieden
waarop het noodzakelijk blijft dat nieuwe wetten worden aangenomen, de
wetgeving verder aan het acquis wordt aangepast of secundaire wetgeving wordt
aangenomen. Omdat de visumdialoog maar kan vooruitgaan als alle in het
stappenplan vermelde maatregelen worden uitgevoerd en gehandhaafd, worden er in
dit verslag ook een reeks aanbevelingen op het gebied van de uitvoering gedaan. De visumdialoog wordt gevoerd onverminderd het
standpunt van de EU‑lidstaten over de status van Kosovo. 2. Beoordeling van de vereisten inzake
overname en re-integratie 2.1. Overname Het binnenlandse rechtskader inzake overname
bestaat uit een wet inzake overname en secundaire wetgeving. Die maatregelen
stellen de regels en procedures vast voor overname door Kosovo van zijn
burgers, onderdanen van derde landen en staatlozen die niet langer aan de
voorwaarden voor toegang of verblijf in de verzoekende staat voldoen. De
overnameprocedure wordt geregeld met bepalingen inzake de bevoegde
autoriteiten, termijnen, formulieren voor overnameverzoeken, reisdocumenten,
gegevensbescherming en doorreis. De wet inzake overname bevat bepalingen die
ervoor moeten zorgen dat de grondwet en de wetgeving inzake
gegevensbescherming, burgerschap, reisdocumenten en vreemdelingen, alsook het
Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 1951 en het
Protocol van 1967 betreffende de status van vluchtelingen worden
geëerbiedigd. Kosovo zou zijn wet inzake overname moeten
toepassen „onverminderd” de overnameovereenkomsten die het met derde landen
heeft gesloten. Kosovo heeft dergelijke overeenkomsten gesloten met
18 landen, waaronder veertien EU‑lidstaten, twee geassocieerde
Schengenlanden en twee landen van de westelijke Balkan[1]. Het
heeft met drie andere landen bilaterale overeenkomsten geparafeerd en is met
negen landen onderhandelingen gestart[2].
Op grond van de bestaande overeenkomsten moeten de overeenkomstsluitende
partijen elkaars burgers en onderdanen van derde landen die niet langer aan de
voorwaarden voor binnenkomst en verblijf voldoen, overnemen. De overeenkomsten bevatten
de formulieren die voor overnameverzoeken moeten worden ingevuld, en bepalingen
inzake de termijnen voor verzoeken, de kosten van overname, gegevensbescherming,
het bewijs van identiteit en het bewijs van binnenkomst en doorreis. De overname uit EU‑lidstaten vindt
voornamelijk op basis van bilaterale overeenkomsten plaats. Ten aanzien van
lidstaten die Kosovo niet erkennen, vindt overname doorgaans ook plaats via
UNMIK of Eulex. De overnameverzoeken worden behandeld door een afdeling
overname en terugkeer van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De Kosovaarse
politie tracht repatrianten te identificeren. Bij gebrek aan betrouwbare
persoonlijke identiteitsdocumenten is de identificatie van repatrianten vaak
een probleem voor de Kosovaarse autoriteiten, wat ertoe leidt dat zij overnameverzoeken
afwijzen. De uitwisseling van informatie met de autoriteiten van de lidstaten
over de speciale behoeften van repatrianten, waaronder slachtoffers van
mensenhandel, blijft problematisch. Op grond van de wet inzake overname moet een
overnameverzoek worden toegewezen als de bevoegde Kosovaarse autoriteiten niet
binnen 30 dagen hebben geantwoord. Uit tabel 6.6 blijkt dat een groot
aantal overnameverzoeken uit Duitsland en België hangende is, wat erop wijst
dat deze bepaling niet bij alle lidstaten werkt. De door Kosovo verstrekte overnamestatistieken
stemmen niet overeen met de door de lidstaten verstrekte cijfers. Kosovo zou
zijn overnamestatistieken moeten afstemmen op die van de lidstaten. 2.2. Re-integratie Kosovo heeft de voorbije jaren zijn re-integratiebeleid
verbeterd. In 2010 nam de regering een herziene strategie en een herzien
actieplan voor re-integratie aan, alsook een re-integratieprogramma dat door
een re-integratiefonds wordt ondersteund[3]. Kosovo verhoogde de middelen voor dit fonds
van 500 000 EUR in 2010 tot 3,4 miljoen EUR in 2011
en 3,2 miljoen EUR in 2012. Het re-integratiefonds dient voor de
financiering van nooddiensten voor repatrianten, zoals vervoer bij aankomst,
tijdelijke accommodatie, medische hulp, voedsel- en hygiënepakketten en
huisvesting, en duurzame re-integratiediensten, zoals taalonderwijs voor
minderjarigen, beroepsopleiding, ondersteuning bij het zoeken naar werk en
ondersteuning voor beginnende ondernemingen. De taken en verantwoordelijkheden
van de nationale en gemeentelijke autoriteiten die bij de re-integratie van
repatrianten betrokken zijn, het besluitvormingsproces en de criteria om voor
het programma in aanmerking te komen, zijn in een regeling vastgelegd. In 2012 werd de institutionele structuur
voor de ondersteuning van re-integratie verfijnd. Een raad van bestuur, die
door een secretariaat wordt bijgestaan, staat de betalingen uit het re-integratiefonds
toe, ziet toe op de uitvoering en coördineert de taken tussen de ministeries en
de rapportage uit de gemeenten. Een re-integratiebureau, dat op de luchthaven
een kantoor heeft, staat direct in verbinding met de repatrianten. In 2012
werd dit kantoor omgevormd tot een afdeling van het ministerie van Binnenlandse
Zaken en begon het toe te zien op de werkzaamheden van de zeven regionale
coördinatoren. Op lokaal niveau zijn gemeentelijke kantoren voor gemeenschappen
en terugkeer belast met re-integratie, die daarover moeten rapporteren aan hun regionale
coördinator[4].
Aanvragen voor nooddiensten worden lokaal door de gemeentelijke re-integratiecomités
goedgekeurd, aanvragen voor duurzame re-integratiediensten worden centraal
goedgekeurd. In 2011 volgden ongeveer 250 lokale ambtenaren een opleiding
over re-integratie. Er is nog geen systeem voor dossierbeheer waarmee kan
worden gevolgd tot welke re-integratiediensten repatrianten toegang hebben. In 2011 besteedde Kosovo slechts ongeveer
11% van zijn re-integratiefonds, voornamelijk aan nooddiensten. In de eerste
drie kwartalen van 2012 legden de autoriteiten ongeveer 58% van het fonds
vast (1,8 miljoen EUR) voor re-integratie, met name
1 miljoen EUR voor huisvesting, 360 000 EUR voor een regeling
om werkgelegenheid te scheppen en de rest aan nooddiensten. Het bedrijf dat
voor tijdelijke accommodatie voor repatrianten zorgde, was in een
corruptieschandaal verwikkeld en verloor zijn contract met het ministerie van
Binnenlandse Zaken. Tussen januari en september 2012 telde de
afdeling re-integratie 2 968 repatrianten naar Kosovo, waarvan ongeveer
driekwart (2 181 personen) door het re-integratiefonds werd
ondersteund. 61,5% van de begunstigden waren etnische Albanezen, 30% Roma,
Ashkali of Egyptenaren, en 4% behoorde tot de Servische minderheid. Alle
begunstigden ontvingen voedsel- en hygiënepakketten, 34% ontving hulp op het
gebied van onderwijs, 18% brandhout voor verwarming, 18% onderdak of steun voor
huisvesting, 11% vervoer bij aankomst en 17% beroepsopleiding of ondersteuning bij
het opstarten van een onderneming. Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat
noodhulp het grootste deel vormt van de diensten die door het re-integratiefonds
worden gefinancierd. 3. Beoordeling van de verplichtingen inzake
documentbeveiliging, migratie- en grensbeheer, openbare orde en veiligheid, en
grondrechten inzake vrij verkeer 3.1. Blok 1: documentbeveiliging In de wet inzake reisdocumenten, de wet inzake
identiteitskaarten en de secundaire wetgeving zijn de regels en procedures
vastgelegd voor de afgifte van reisdocumenten en identiteitskaarten. Die wetten
bevatten bepalingen die ervoor moeten zorgen dat de integriteit van het
afgifteproces en de documentkwaliteit in overeenstemming zijn met de normen van
de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO). De wet inzake de
burgerlijke staat en de daarbij horende secundaire wetgeving regelen de burgerlijke
stand en de afgifte van onderliggende documenten. De burgers krijgen bij
hun geboorte, bij latere registratie of herregistratie een persoonlijk
identificatienummer. Personen die hun akten inzake hun burgerlijke staat kwijt
zijn, kunnen zich herregistreren op basis van andere documenten of
getuigenissen van verwanten. In de secundaire wetgeving zijn het model en de afgifte
van akten inzake de burgerlijke staat en de toegang tot registers geregeld. De
akten bevatten een aantal beveiligingskenmerken. Op grond van de wet inzake persoonsnamen mogen
namen alleen in het Latijnse alfabet worden geregistreerd, waardoor het Cyrillische
alfabet in strijd met de grondwet buiten spel wordt gezet. Burgers mogen hun
naam slechts om de vijf jaar wijzigen onder bepaalde voorwaarden die misbruiken
moeten voorkomen. Voor een naamswijziging moeten een geboorteakte en huwelijksakte,
indien van toepassing, worden overgelegd, alsook een attest dat er tegen de
betrokkene geen procedure loopt. Als een naamswijziging toegestaan is, blijft
het persoonlijke identificatienummer hetzelfde, maar op de nieuwe akte wordt de
meest recente naam vermeld. Kosovo heeft Interpol benaderd opdat voor de
personen die om een naamswijziging verzoeken, telkens zou worden nagegaan of
zij het Schengengebied mogen binnenkomen. Kosovo is van plan de aanvragen van
personen met een inreisverbod voor het Schengengebied af te wijzen. In sommige
gevallen, zoals gehuwde vrouwen die hun meisjesnaam weer willen aannemen,
kunnen naamswijzigingen niet worden afgewezen, maar de nieuwe namen worden naar
Interpol gestuurd om naar de lidstaten te worden doorgestuurd. In oktober 2011 begon Kosovo met de
afgifte van biometrische reisdocumenten. Bij de ontdekking van
financiële onregelmatigheden werd de samenwerking tussen het ministerie van
Binnenlandse Zaken en het bedrijf waarmee een overeenkomst was gesloten,
geschorst. Op één na voldeden alle reisdocumenten die in oktober 2012
werden beoordeeld, aan de EU‑normen inzake beveiligingskenmerken: hun
ontwerp bevatte de vereiste beveiligingskenmerken en hun model voldeed aan de
ICAO‑normen[5].
Overeenkomstig die normen waren in een elektronische chip de persoonsgegevens,
een gezichtsopname en de vingerafdrukken van de houder van het document
opgenomen. De gegevenspagina’s waren optisch gepersonaliseerd en omvatten
diverse beveiligingskenmerken, maar voldeden niet aan de EU‑normen inzake
de leeftijd vanaf wanneer vingerafdrukken in reisdocumenten moeten worden
opgenomen. De EU‑norm is 12 jaar, een maatregel die door de
lidstaten wordt toegepast om kinderhandel te voorkomen. De Kosovaarse wet
inzake reisdocumenten stelt kinderen tot de leeftijd van 16 jaar van die
verplichting vrij. Kosovo heeft de certificaten van zijn public
key infrastructure, die als onderdeel van het proces voor de afgifte van
biometrische reisdocumenten worden gegenereerd, niet naar derde landen
gestuurd, omdat het zich niet bij de public key directory van de ICAO kon
aansluiten. Verloren en gestolen reisdocumenten worden geregistreerd en de
informatie wordt gestuurd naar de eenheid voor internationale samenwerking op
het gebied van rechtshandhaving met het oog op doorgifte aan de database
gestolen en verloren reisdocumenten van Interpol. De code voor reisdocumenten
van Kosovo is echter niet opgenomen in de lijst van codes die in de database
van Interpol worden gebruikt. Er zijn ongeveer 6 000 registraties bekend
die mogelijk aan de database van Interpol zouden kunnen worden doorgestuurd. De afgifte van identiteitskaarten
verloopt volgens internationale normen[6].
De Kosovaarse identiteitskaarten bevatten een aantal beveiligingskenmerken en
de biometrische gegevens van de houder van het document, waaronder een gezichtsopname
en de vingerafdrukken, die in een tweedimensionale streepjescode met een
machineleesbare optie zijn gecodeerd. De beveiligingskenmerken van deze
identiteitskaarten voldoen aan de ICAO‑normen. Nu de wet inzake de
identiteitskaarten in 2012 is gewijzigd, is de productie van biometrische
identiteitskaarten mogelijk geworden, maar Kosovo heeft nog niet aangekondigd wanneer
het daarmee zal starten. Een burgerlijke stand die op Europese beste
praktijken is gebaseerd, bevat gegevens die juist, volledig en actueel zijn,
met de betrokken persoon in de grondslag van het systeem. De burgerlijke stand van
Kosovo voldoet niet aan die normen, hoewel er de voorbije jaren aanzienlijke
vorderingen zijn gemaakt. Een agentschap van de burgerlijke stand in het
ministerie van Binnenlandse Zaken beheert alle registers van de burgerlijke
stand en registraties en geeft burgers op gemeentelijk niveau akten van de
burgerlijke stand, identiteitskaarten en reisdocumenten af. De gemeentelijke
kantoren van de burgerlijke stand registreren alle levensgebeurtenissen in
afzonderlijke registers voor geboorten, huwelijken en overlijdens en laden
vervolgens die gegevens in een centraal register op, zodat akten van de
burgerlijke stand kunnen worden afgegeven. Het aantal van die kantoren in
Kosovo mag er niet toe leiden dat het agentschap van de burgerlijke stand niet
langer kan controleren of die kantoren de toepasselijke wetgeving, onder meer
die inzake naamswijziging, wel naleven. De gemeentelijke kantoren van de
burgerlijke stand behandelen aanvragen voor identiteitskaarten en
reisdocumenten als volgt: zij controleren de identiteit van de aanvrager op
basis van de akten van de burgerlijke stand, verzamelen foto’s, vingerafdrukken
en handtekeningen, laden vervolgens die gegevens op in een centraal register
van de burgerlijke stand en geven de vereiste identiteitskaarten of
reisdocumenten af. Met de integratie van de gegevens van de
burgerlijke stand en de registraties in één enkel centraal register van de
burgerlijke stand is begonnen. Alle registers in Kosovo zijn gescand en in een
elektronisch archief opgeslagen, waaraan ook de uit Servië afkomstige gecertificeerde
kopieën van de originele registers worden toegevoegd. Het personeel heeft een
opleiding gekregen over het gebruik van het nieuwe centrale register. De
gegevens in het centrale register blijven echter van lage kwaliteit, met
uitzondering van de registraties van geboorten. De huwelijken en overlijdens
zijn nog niet geactualiseerd. De kruisverwijzingen of koppelingen van de
gegevens zijn nog niet volledig. Tussen de verschillende databases bestaan
verschillende inconsistenties en leemten en het controlesysteem om wijzigingen
van de gegevens te volgen, blijft ontoereikend. Het personeel bij het agentschap van de
burgerlijke stand heeft een opleiding gekregen over de nieuwe gedragscode en de
gevallen van corruptie worden onderzocht door een kleine inspectiedienst bij
het agentschap. Niettemin moet de uitvoering worden verbeterd: er zijn nog gevallen
van frauduleuze naamswijzigingen en onjuiste gegevens in reis- en
identiteitsdocumenten en er zijn aantijgingen van corruptie bij de productie
van biometrische reisdocumenten en kentekenplaten voor voertuigen. Om de
betrouwbaarheid van de burgerlijke stand te vergroten, zullen de nodige
middelen moeten worden ingezet voor audit, opleiding en screening van alle
ambtenaren die bij de burgerlijke stand betrokken zijn. 3.2. Blok 2: grens- en
migratiebeheer 3.2.1. Grensbeheer De wet inzake grenstoezicht en -bewaking
bestrijkt de meeste bepalingen die in de Schengengrenscode zijn vastgesteld,
maar de definities en sommige bepalingen lijken niet met die code in
overeenstemming te zijn[7].
Er is terminologische verwarring over de begrippen grenstoezicht, grenscontroles,
grensbewaking, minimale controles, grondige controles en tweedelijnscontroles.
De artikelen inzake samenwerking tussen de agentschappen zijn te ruim opgesteld
en regelen de samenwerking niet in detail. De wet zou dan ook op die punten
moeten worden gewijzigd. De secundaire wetgeving inzake klein
grensverkeer en de betrokken vergunning is in overeenstemming met het
Schengenacquis[8].
In de toekomst zou het klein grensverkeer grote aangrenzende gebieden van
Kosovo kunnen betreffen, met een aanzienlijk effect op de migratiestromen door
Kosovo. In samenwerking met de buurlanden zou een doeltreffend systeem moeten
worden ingevoerd om de afgifte van, het toezicht op en het gebruik van
vergunningen voor klein grensverkeer te beheren. De in 2012 aangenomen strategie voor geïntegreerd
grensbeheer is op het model van de westelijke Balkan gebaseerd, dat niet de
uitgebreide benadering van geïntegreerd grensbeheer heeft die in de conclusies
van de Raad van 2006, de Schengengrenscode en de Schengencatalogus werd
vastgesteld. In deze strategie ontbreken de belangrijkste elementen van geïntegreerd
grensbeheer, namelijk grenstoezicht, misdaadpreventie en uitvoering van het
vierledige toegangscontrolemodel, en opleiding komt onvoldoende aan bod. Deze
strategie zou opnieuw moeten worden opgesteld en daarbij zou rekening moeten
worden gehouden met alle belangrijke aanbevelingen en beste praktijken die in
de conclusies van de Raad van 2006, de Schengengrenscode en de
Schengencatalogus zijn opgenomen[9]. In een goed werkend systeem van geïntegreerd
grensbeheer wordt gebruikgemaakt van strategische risicoanalyse om de risico’s
en de bedreigingen voor de grensbeveiliging te beheren. Alle Kosovaarse
autoriteiten die bij grensbeheer zijn betrokken, hebben onlangs hun
risicoanalysesystemen ontwikkeld en het centrum voor grensbeheer begint op het
gebied van risicobeheer een belangrijke rol te spelen. Op regionaal en lokaal niveau
zou risicoanalyse systematisch moeten plaatsvinden om de operationele planning
en de capaciteitsopbouw te versterken en grensbeheer proactief te benaderen. Voorts
hebben zich in de werking van het grensbeheersysteem in het noorden van Kosovo
technische problemen voorgedaan, waarvoor een oplossing zou moeten worden
gevonden. In de strategie voor geïntegreerd grensbeheer
van Kosovo, die een „quasiwetgeving” vormt, worden verschillende taken en
verantwoordelijkheden toebedeeld aan de verschillende overheidsinstanties die
bij het grensbeheer betrokken zijn, en wordt hun samenwerking georganiseerd. In
het actieplan voor geïntegreerd grensbeheer is vastgesteld hoe de gemeenschappelijke
doelen van het grensbeheer zouden moeten worden bereikt. De strategische
samenwerking op centraal niveau is verbeterd, maar de samenwerking tussen de
agentschappen op regionaal of lokaal niveau kon niet worden beoordeeld. Het
centrum voor grensbeheer is de enige samenwerkingsinstantie waarvan de taken en
verantwoordelijkheden duidelijk zijn vastgelegd in de wet inzake grenstoezicht
en -bewaking en de secundaire wetgeving. Ook van andere overheidsinstanties
zouden de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van grensbeheer
wettelijk moeten worden vastgelegd. Kosovo zou derhalve wetgeving moeten opstellen
waarin de taken en verantwoordelijkheden van alle overheidsinstanties die bij
grensbeheer betrokken zijn, onder meer op het gebied van operationele
samenwerking en het delen van informatie om onregelmatige migratie en
grensoverschrijdende misdaad te voorkomen en te bestrijden, worden vastgelegd. In 2012 verbeterde de samenwerking met de
buurlanden op het gebied van rechtshandhaving. Kosovo heeft nauwe betrekkingen
met Albanië en, in mindere mate, met de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië op het gebied van politiële samenwerking, douanesamenwerking en
samenwerking aan de grenzen, in de vorm van gezamenlijke patrouilles,
uitwisseling van informatie en regelmatige gezamenlijke bijeenkomsten[10]. Kosovo
en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben een gezamenlijk
communicatiecentrum voor politiële samenwerking opgericht. De drie overheidsinstanties
die in Kosovo bij grensbeheer betrokken zijn, namelijk de grenspolitie, de
douane en het voedsel- en veterinair agentschap, nemen aan die samenwerking
deel. Ook op het gebied van grenscontroles worden de betrekkingen intensiever.
Er wordt een nieuwe gezamenlijke grensdoorlaatpost met de Voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië opgericht en er zijn plannen om nieuwe
grensdoorlaatposten met Montenegro te openen. Kosovo zou zich moeten inspannen
om met alle buurlanden samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van
rechtshandhaving te sluiten. In 2012 maakten Kosovo en Servië met
ondersteuning van de EU aanzienlijke vorderingen in de uitvoering van de
overeengekomen conclusies inzake geïntegreerd grensbeheer van
2 december 2011. Die voorzien in de opening van vier voorlopige
grensdoorlaatposten vóór eind december 2012 en de voorbereiding van de
oprichting van nog twee voorlopige grensdoorlaatposten in 2013. Daarnaast
bereikten de partijen een overeenkomst over de geografische coördinaten van zes
permanente grensdoorlaatposten, die in de toekomst zullen worden opgericht, en
over bepalingen inzake de uitwisseling van rechtshandhavingsinformatie en
douane-informatie en inzake wederzijdse rechtshulp en de aanwijzing van
verbindingspersonen die alle aangelegenheden in verband met de normalisering
van de betrekkingen tussen beide partijen moeten volgen. De overeenkomst inzake
geïntegreerd grensbeheer zou volledig moeten worden uitgevoerd op een
gecoördineerde manier. In coördinatie met Montenegro zou Kosovo ook
de wederzijdse grens moeten afbakenen. Daarnaast zou Kosovo moeten nagaan onder
welke voorwaarden met Frontex zou kunnen worden samengewerkt. 3.2.2. Migratiebeheer De vreemdelingenwet regelt een aantal kwesties
in verband met de afgifte van visa, legale migratie en onregelmatige
migratie. Omdat het toepassingsgebied zo ruim is, voldoet de wet
slechts gedeeltelijk aan het EU‑acquis. De vreemdelingenwet, de
wet inzake grenstoezicht en –bewaking en de secundaire wetgeving zouden
derhalve in grote mate opnieuw moeten worden opgesteld, zodat de definities en
belangrijkste bepalingen voldoen aan de Schengengrenscode en de EU‑wetgeving
inzake legale migratie[11]
en onregelmatige migratie[12].
Bij de wijzigingen zou met de volgende punten rekening moeten worden gehouden: –
De vreemdelingenwet bepaalt dat vreemdelingen het
grondgebied van Kosovo mogen binnenkomen en er verblijven als zij houder zijn
van een geldig reisdocument dat een geldig visum of een tijdelijke
verblijfsvergunning bevat. De voorwaarden van binnenkomst die in de
vreemdelingenwet zijn vastgesteld, alsook de verplichting van vervoerders om de
identiteit van reizigers te controleren, de zorgvuldigheidsverplichtingen en de
uitzonderingen in het geval van erkende vluchtelingen, die in de vreemdelingenwet
en de wet inzake grenstoezicht en -bewaking zijn vastgesteld, zijn niet in
overeenstemming met de Schengengrenscode. –
Op basis van de vreemdelingenwet heeft de regering
een besluit vastgesteld en secundaire wetgeving inzake de afgifte van visa in
consulaten en aan grensdoorlaatposten opgesteld. De geplande nieuwe
visumregeling van Kosovo zal 87 landen betreffen, maar de uitvoering zal
tot juli 2013 worden uitgesteld. De burgers van deze landen kunnen visa
verkrijgen in de consulaten van Kosovo, en voor sommige kan dat ook aan de
grensdoorlaatposten van Kosovo[13].
Dat aan de grenspolitie dergelijke verreikende consulaire bevoegdheden worden
toegekend, is niet in overeenstemming met de Visumcode[14], die
slechts onder uitzonderlijke omstandigheden de afgifte van visa aan
grensdoorlaatposten toestaat. Voor de invoering van een visuminformatiesysteem
zullen grote investeringen moeten worden gedaan in een IT‑systeem dat de
relevante databases aan het visumregister koppelt. Hoewel er externe steun
wordt geboden, is de infrastructuur nog niet voorhanden. De vreemdelingenwet,
de wet inzake grenstoezicht en -bewaking en de secundaire wetgeving zouden
moeten worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat de bepalingen van de Visumcode
inzake de afgifte van visa aan grensdoorlaatposten volledig worden nageleefd. –
De vreemdelingenwet vereist voor de afgifte van een
tijdelijke verblijfsvergunning aan een vreemdeling een werkvergunning, terwijl
de wet inzake de toekenning van werkvergunningen aan vreemdelingen voor de afgifte
van een werkvergunning een verblijfsvergunning vereist. Deze contradictie zou
moeten verdwijnen. In geen van beide wetten stemmen de definities overeen met
die in de EU‑wetgeving inzake familieleden, staatlozen of niet‑begeleide
minderjarigen. Er zijn geen bepalingen inzake de voorwaarden waaronder personen
die op humanitaire gronden, op grond van gezinshereniging of voor studie of
onderzoek een verblijfsvergunning hebben gekregen, kunnen werken. De bepalingen
inzake gezinshereniging voldoen niet aan de EU‑normen. De vreemdelingenwet
regelt niet het verblijf van vreemdelingen die het slachtoffer zijn van
mensenhandel. –
De vreemdelingenwet regelt de terugkeer van
onregelmatige migranten en de inbewaringstelling met het oog op verwijdering.
De wet voorziet echter niet in procedures om een eerlijk en transparant
terugkeerbeleid te garanderen, met bepalingen inzake terugkeerbesluiten,
verwijdering, inreisverboden, risico op onderduiken, vrijwillig vertrek en
kwetsbare personen. De terugkeerprocedure is onduidelijk en er ontbreken
procedurele waarborgen. Deze wet stelt geen specifieke regels vast voor de
terugkeer van kwetsbare personen, niet‑begeleide minderjarigen of
slachtoffers van mensenhandel. Er is geen mogelijkheid om de termijn voor
vrijwillig vertrek te verlengen of terugkeer uit te stellen. Tegen werkgevers van
illegaal verblijvende onderdanen van derde landen kunnen sancties worden
getroffen. –
De vreemdelingenwet bepaalt dat bevelen om het land
te verlaten, vergezeld moeten gaan van een inreisverbod, maar bevat geen
bepalingen inzake de intrekking of schorsing van een inreisverbod. De wet
voorziet niet in uitzonderingen op de toepassing van een inreisverbod voor slachtoffers
van mensenhandel en bevat geen duidelijke bepalingen inzake de rechtsmiddelen tegen
verwijdering, rechtsbijstand of vertegenwoordiging. De bepalingen inzake de
inbewaringstelling wijzen niet duidelijk de bevoegde overheidsinstanties aan en
regelen niet duidelijk de voorwaarden van inbewaringstelling, de contacten met
wettelijke vertegenwoordigers of familieleden en de behandeling van kwetsbare
personen. Het non‑refoulementbeginsel is overeenkomstig de internationale
normen in de vreemdelingenwet opgenomen, maar er zijn geen waarborgen in
afwachting van terugkeer of in verband met de eenheid van het gezin of
dringende gezondheidszorgen. Er is geen rekening gehouden met de beste belangen
van het kind en de eenheid van gezin. –
De vreemdelingenwet bevat geen bepalingen die de
sociaaleconomische integratie van vluchtelingen garanderen. Om hun integratie
te bevorderen, onder meer op de arbeidsmarkt, zouden vluchtelingen in Kosovo
een zekere rechtsstatus moeten krijgen, bij voorkeur in de vorm van een
permanente verblijfsvergunning die na het verstrijken van een tijdelijke
verblijfsvergunning wordt afgegeven. –
Kosovo heeft een nieuwe database inzake asiel en
migratie ontwikkeld, die momenteel nog niet functioneel is maar zal kunnen
helpen bij het verzamelen van gegevens over en het analyseren van de migratie
naar Kosovo. De voorwaarden waaronder de overheidsinstanties tot die database
toegang hebben, zijn nog niet vastgesteld. Om met de wet inzake
gegevensbescherming in overeenstemming te zijn, zou de vreemdelingenwet moeten
worden gewijzigd om de gegevensverwerking op het gebied van migratie en asiel,
de toegang tot de gegevens en het delen van gegevens tussen overheidsinstanties
te regelen. Het strafwetboek bevat bepalingen en passende
sancties inzake migrantensmokkel, waarin dit misdrijf wordt gedefinieerd als
een actie om financieel of materieel voordeel te verwerven uit de illegale
binnenkomst van een vreemdeling in Kosovo. Het strafwetboek voorziet ook in
sancties voor personen die een vreemdeling opzettelijk helpen om illegaal
Kosovo binnen te komen. Deze bepalingen zijn grotendeels in overeenstemming met
de EU‑richtlijn tot omschrijving van hulpverlening bij illegale
binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf[15]. Er worden momenteel een nieuwe strategie en
een nieuw actieplan inzake migratie opgesteld. Die strategie zou een uitgebreid
kader voor migratiebeheer, met inbegrip van legale en onregelmatige migratie,
moeten bieden, dat op internationale beste praktijken is gestoeld. In dat kader
zouden duidelijke doelen moeten worden vastgesteld, de taken en verantwoordelijkheden moeten worden vastgelegd, de
reikwijdte van de samenwerking met derde landen moet worden verduidelijkt en
een migratieprofiel voor Kosovo moeten worden ontwikkeld. 3.2.3. Asiel De asielwet regelt de kwalificatie en
de status van aanvragers van internationale bescherming, de materiële
opvangvoorzieningen en de asielprocedures in Kosovo. De wet is niet volledig in
overeenstemming met het EU‑acquis en het Verdrag van Genève van 1951[16]. De wet
betreft onder meer de procedurele aspecten van asiel, de verschillende vormen
van bescherming, zoals de vluchtelingenstatus, de subsidiaire bescherming en de
zogenaamde tijdelijke bescherming, de rechten en plichten van aanvragers, het
non-refoulementbeginsel, de beëindiging van de asielprocedure, de
rechtsmiddelen en de afgifte van documenten. De wet heeft geen samenhangende
structuur. Verschillende definities, waaronder die in verband met asielzoekers,
kwetsbare personen, vreemdelingen en staatlozen, zijn niet volledig in
overeenstemming met het EU‑acquis en het Verdrag van Genève. De
definities van veilige landen van herkomst en veilige derde landen zijn niet
volledig in overeenstemming met de richtlijn asielprocedures. De wet beschrijft
niet de beginselen van de asielprocedure. Er is een aanvullende categorie van
zogenaamde tijdelijke bescherming, maar het doel en het toepassingsgebied
daarvan zijn niet duidelijk. De behoeften van kwetsbare personen komen niet
goed aan bod en zijn beperkt tot minderjarigen, vrouwen en personen met een
geestelijke of lichamelijke handicap. Deze bepalingen zijn niet volledig in
overeenstemming met de richtlijn opvangvoorzieningen en de
kwalificatierichtlijn. De rechten van asielzoekers en de procedurele waarborgen
lijken zonder reden te zijn beperkt, met name wat betreft het onderzoek van
aanvragen, het gebruik van de moedertaal in aanvragen, het gebruik van de
diensten van een tolk en het recht contact op te nemen met de Hoge Commissaris
voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR). De rol van de UNHCR
lijkt niet in overeenstemming te zijn met de richtlijn asielprocedures of het
Verdrag van Genève. Er zijn geen duidelijke bepalingen inzake de
rechten en verplichtingen van vluchtelingen en personen die subsidiaire of
zogenaamde tijdelijke bescherming genieten en verschillende basisbeginselen
zijn niet in de wet opgenomen, zoals de toegang tot onderwijs, bijstand voor
integratie, het recht eigendom te bezitten en het recht te werken, wat niet
voldoet aan de normen van de kwalificatierichtlijn en het Verdrag van Genève.
De rechtsmiddelen omvatten niet het recht beroep in te stellen tegen de
afwijzing van een aanvraag om subsidiaire of „tijdelijke” bescherming, wat niet
voldoet aan de normen van de richtlijn asielprocedures. De termijnen voor de
onderbreking van asielprocedures zijn niet duidelijk vastgesteld. In 2011 ontving Kosovo
189 asielaanvragen en tot november 2012 slechts 31. Daarnaast
waren er dit jaar aantijgingen van corruptie tegen de afdeling burgerschap,
asiel en migratie van het ministerie van Binnenlandse Zaken in verband met het
beheer van de opvangvoorzieningen en de huurwoningen voor repatrianten. De
bevoegde overheidsinstanties zouden die aantijgingen grondig moeten
onderzoeken. Daarnaast zou Kosovo moeten nagaan onder welke voorwaarden met het
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) zou kunnen worden
samengewerkt. 3.3. Blok 3: openbare orde en
veiligheid In 2012 hervormde Kosovo zijn strafrechtssysteem,
met een nieuwe wet inzake de rechtbanken, een nieuwe wet inzake vervolging, een
nieuw strafwetboek en een nieuw wetboek van strafprocesrecht die op
1 januari 2013 in werking traden. De wetten inzake de Raad voor
justitie en de Raad voor vervolging traden in 2011 in werking. Deze zes wetten
vormen een aanvulling op de wet inzake speciale vervolging, waarin de exclusieve
en de subsidiaire bevoegdheden zijn vastgesteld van de speciale aanklagers, die
belast zijn met de vervolging van onder meer georganiseerde misdaad, corruptie
en terrorisme. De nieuwe structuur van de rechtbanken zal
bestaan uit rechtbanken van eerste aanleg, een hof van beroep en een
hooggerechtshof. Bij de wet inzake de rechtbanken worden in de rechtbanken van
eerste aanleg en het hof van beroep afdelingen ernstige misdaad opgericht, die
bevoegd zijn om zaken van ernstige misdaad te behandelen, onder meer die welke
onder de exclusieve en subsidiaire bevoegdheden van de speciale aanklagers
vallen. De regering heeft overwogen in de rechtbank van eerste aanleg van
Pristina een speciale strafkamer in te stellen voor de behandeling van ernstige
misdaden op gebieden die vallen onder de exclusieve en subsidiaire bevoegdheden
van de speciale aanklagers. Het blijft onduidelijk wat de verhouding zou zijn
tussen de speciale strafkamer en de afdelingen ernstige misdaad die in de
rechtbanken van eerste aanleg en het hof van beroep worden opgericht. De justitiële hervorming in Kosovo zou gericht
moeten zijn op een verbetering van de onafhankelijkheid, de efficiëntie, de
verantwoordingsplicht en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht, onder
meer door toewijzing van voldoende financiële en personele middelen aan de
werking van de nieuwe rechtbankenstructuur. De rechters en de aanklagers
ondergingen in 2009 een screening. De Raad voor Justitie en de Raad voor
vervolging zouden speciale inspanningen moeten doen om politieke inmenging in
het onderzoek, de vervolging en de behandeling van misdaden te voorkomen, en ervoor
moeten zorgen dat de aanwerving, de screening en de benoeming van rechters en aanklagers
transparant verlopen en vacatures worden ingevuld met leden van minderheden.
Zij zouden ook tuchtmaatregelen moeten nemen tegen alle rechters die zich aan
corruptie schuldig maken. De Raad voor justitie zou zijn strategie om de
gerechtelijke achterstand weg te werken, moeten blijven voortzetten. In april 2012 werd een nieuw strafwetboek
aangenomen, dat in januari 2013 in werking trad. Het bevat onder meer
bepalingen inzake migrantensmokkel, mensenhandel, drugsproductie en -handel,
georganiseerde misdaad, corruptie en wapenhandel. De bepalingen van het strafwetboek
eerbiedigen de exclusieve en subsidiaire bevoegdheden van de speciale aanklagers.
De bepalingen inzake corruptiemisdrijven moeten echter grondiger worden
onderzocht. De bepalingen inzake de verwijdering van vreemdelingen uit Kosovo
zijn niet volledig in overeenstemming met die van de vreemdelingenwet. Het
hoofdstuk inzake het strafregister bevat geen bepalingen inzake de uitwisseling
van informatie met derde landen. Op 22 december 2012 werd een nieuw wetboek
van strafprocesrecht aangenomen, dat op 1 januari 2013 in werking
trad. Sommige bepalingen, onder meer die inzake gegevensbescherming, zijn in
overeenstemming met de EU‑normen. Andere bepalingen geven aanleiding tot
bezorgdheid. Het nieuwe wetboek bevat enkele bepalingen die een inbreuk kunnen
vormen op het beginsel dat wetgeving geen terugwerkende kracht heeft. In het
ontwerpwetboek was bepaald dat lopende zaken volgens het vorige wetboek zouden
worden behandeld, maar volgens de overgangsbepalingen van het aangenomen
wetboek is het wetboek ook van toepassing op strafprocedures die voor
1 januari 2013 zijn ingeleid, op zaken waarin een aanklacht is
ingediend en bevestigd en op zaken waarin een aanklacht is ingediend die nog
niet is bevestigd. Het nieuwe wetboek voorzag in een overgangsperiode van
slechts tien dagen, waardoor de betrokken partijen niet voldoende tijd hadden
om zich op de invoering voor te bereiden. Dit zou problemen kunnen veroorzaken
voor de rechtsbedeling. Ten slotte kan de mogelijke terugwerkende kracht van de
nieuwe bepalingen van het wetboek op getuigenverklaringen die voorafgaand aan een
proces werden afgelegd, ertoe leiden dat die getuigenverklaringen niet
toelaatbaar zijn als bewijs voor een veroordeling in lopende strafzaken.
Verschillende bepalingen van het wetboek van strafprocesrecht moeten grondiger
worden onderzocht. De correcte tenuitvoerlegging van de nieuwe
wet inzake de rechtbanken, de nieuwe wet inzake vervolging, het nieuwe
strafwetboek en het nieuwe wetboek van strafprocesrecht is een essentiële
voorafgaande voorwaarde om de onafhankelijkheid, de efficiëntie en de
onpartijdigheid van de rechterlijke macht in Kosovo te verbeteren. Kosovo zou
derhalve moeten overwegen in de tweede helft van 2013 een algemeen verslag
op te stellen over de werking van het hervormde strafrechtssysteem en de tenuitvoerlegging
van deze vier wetten. 3.3.1. Voorkomen en bestrijden van
georganiseerde misdaad, corruptie en terrorisme Kosovo heeft een wettelijk en institutioneel
kader ingevoerd om georganiseerde misdaad en corruptie te bestrijden,
maar de politie, de douane en de aanklagers zouden nog beter moeten samenwerken
bij het onderzoeken en het vervolgen van deze misdrijven[17]. De
politie en de aanklagers zouden beter moeten samenwerken om ervoor te zorgen
dat meer onderzoeken op vervolging uitdraaien en dat bij het bestrijden van
ernstige misdaad overeenkomstig de strategie en het actieplan inzake op
inlichtingen gebaseerd politiewerk een proactieve benadering wordt gevolgd. De
politie beschikt over voldoende onderzoekscapaciteit, maar de douane nog niet.
De aanklagers en de eenheid financiële inlichtingen zouden beter moeten
samenwerken om ervoor te zorgen dat bij het onderzoeken van onverklaarbare
rijkdom een proactieve benadering wordt gevolgd. In 2012 verbeterde de
werking van de eenheid financiële inlichtingen alsook haar samenwerking met de
politie. In 2012 werden de grondslagen van een nieuw programma voor
getuigenbescherming gelegd, maar er zullen op dit gebied nog veel
begrotingsmiddelen moeten worden toegewezen om de nodige capaciteit op te
bouwen. Kosovo zal naar verwachting een nieuwe strategie en een nieuw actieplan
voor corruptiebestrijding aannemen en heeft reeds een nieuwe strategie en een
nieuw actieplan voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad aangenomen.
Het zou bijzondere inspanningen moeten leveren om te kunnen aantonen dat zaken
van georganiseerde misdaad en corruptie, waaronder drugshandel, mensenhandel,
wapenhandel en witwassen van geld, worden onderzocht en vervolgd en de daders
definitief worden veroordeeld. De speciale vervolging speelt een belangrijke
rol in het onderzoek en de vervolging van ernstige misdrijven in Kosovo. De speciale
aanklagers zijn Eulex-aanklagers en openbare aanklagers van Kosovo en hebben de
bevoegdheid en verantwoordelijkheid om ernstige misdrijven die onder de exclusieve[18] en
subsidiaire[19]
bevoegdheden van de speciale vervolging vallen, strafrechtelijk te onderzoeken
en te vervolgen. In 2012 overwoog de regering een wijziging van de
bevoegdheden van de speciale vervolging, of om de exclusieve bevoegdheid van de
speciale vervolging om witwaszaken te onderzoeken, uit te breiden tot alle aanklagers
van Kosovo. Dergelijke hervormingen zouden maar mogen worden doorgevoerd als er
voldoende praktische ervaring is opgedaan met het hervormde strafrechtssysteem.
De exclusieve en subsidiaire bevoegdheden van de speciale vervolging zouden
moeten worden gehandhaafd. Als het bovenvermelde algemene verslag over de
werking van het hervormde strafrechtssysteem is opgesteld, kunnen Kosovo en de
EU een gezamenlijke denkoefening starten over de wijze waarop de bevoegdheden
van de speciale vervolging het best aan het hervormde strafrechtssysteem kunnen
worden aangepast. Er bestaat een wettelijk en institutioneel
kader voor de bestrijding van de handel in drugs en precursoren. De middelen
om het drugsbestrijdingsbeleid van Kosovo uit te voeren, volstaan echter niet
en er wordt geen op inlichtingen gebaseerde benadering gevolgd. De inspanningen
van Kosovo om de heroïnehandel uit Afghanistan via Turkije naar de EU te
verstoren, en de cocaïnehandel uit Latijns‑Amerika via Montenegro en
Albanië naar de EU zijn nog steeds ontoereikend. Kosovo blijft moeilijkheden
ondervinden om de cannabisteelt en -smokkel naar de EU te beperken.
In 2012 waren er meer drugsvangsten maar het gaat om kleine hoeveelheden
en te weinig onderzoeken eindigen met een veroordeling. In 2009 begon
Kosovo samen te werken met het Europees Waarnemingscentrum. Zijn wet inzake
drugs, psychotrope stoffen en precursoren is gebaseerd op internationale normen
in de strijd tegen drugshandel, en houdt rekening met de preventieve aspecten
van drugsverslaving. In het strafwetboek zijn sancties voor drugshandel
opgenomen. De strategie en het actieplan inzake drugs streven naar een
vermindering van de vraag en het aanbod. Kosovo zou zijn inspanningen voor de
bestrijding van de drugshandel aanzienlijk moeten opdrijven. Momenteel is het wettelijke en institutionele
kader tegen mensenhandel in ontwikkeling. Kosovo blijft een plaats van
herkomst en doorreis voor slachtoffers van mensenhandel. Vrouwenhandel naar de
EU met het oog op seksuele uitbuiting blijft nog steeds bestaan. Kinderhandel
voor de bedelarij en om onregelmatige migratie te faciliteren, vaak met
gebruikmaking van vervalste documenten, blijft een probleem. Het nieuwe strafwetboek
bevat bepalingen inzake mensenhandel en migrantensmokkel. De straffen voor
kinderhandel zijn aangescherpt. In 2012 startte de politie een aantal
strafonderzoeken naar mensenhandel, maar te weinig onderzoeken eindigen met
vervolging en een veroordeling. Hoewel het wetgevingsprogramma daarin voorziet, heeft
de regering nog geen wet inzake mensenhandel aangenomen. Er bestaan een
strategie en een actieplan tegen mensenhandel. Kosovo zou zijn inspanningen
voor de bestrijding van mensenhandel en gefaciliteerde onregelmatige migratie echter
aanzienlijk moeten opdrijven, onder meer door een nieuwe wet inzake
mensenhandel op te stellen. De handel in handvuurwapens en lichte
wapens blijft een probleem voor Kosovo. Het strafwetboek bevat bepalingen
inzake wapenhandel en Kosovo heeft een strategie en een actieplan tegen
wapenhandel. Terrorisme vanuit Kosovo vormt minder een bedreiging voor Kosovo
en de EU dan de georganiseerde misdaad en de corruptie. Kosovo heeft een
strategie en een actieplan voor terrorismebestrijding en binnenlandse
veiligheid. Deze strategieën zouden volledig moeten worden uitgevoerd. In de wet inzake het voorkomen van witwassen
van geld en terrorismefinanciering is de eenheid financiële inlichtingen
aangewezen als een onafhankelijke instelling die de onderzoeksinstanties op het
gebied van witwassen van geld en terrorismefinanciering financiële inlichtingen
verstrekt. De verantwoordelijkheden van het door Eulex geleide centrum voor
financiële inlichtingen zijn onlangs overgedragen aan de eenheid financiële
inlichtingen van Kosovo. In 2012 verbeterde de samenwerking van de eenheid
financiële inlichtingen met de banken en werden er meer contante transacties
gemeld. Daarnaast heeft de regering met bijstand van de EU en de Raad van
Europa wijzigingen van die wet opgesteld om aan vier punten van bezorgdheid
tegemoet te komen: nationale risicobeoordeling, het kader van strafbaarstelling,
sancties voor niet‑naleving en internationale samenwerking. Bedoeling is
de definities in de wet bij te werken overeenkomstig de aanbevelingen van de
Financial Action Task Force (FATF), de operationele onafhankelijkheid van de
eenheid financiële inlichtingen te versterken en de bepalingen inzake
uitwisseling van informatie, klantenonderzoek, meldingen van verdachte transacties,
verantwoordelijkheden op het gebied van toezicht, sancties en casino’s te
verfijnen. De uitwisseling van informatie met derde landen is verbeterd: de
eenheid financiële inlichtingen heeft memoranda van overeenstemming ondertekend
met zeven landen[20].
Met Slovenië als sponsor wil Kosovo een aanvraag indienen om lid te worden van
de Egmont‑groep van eenheden financiële inlichtingen. Kosovo zou moeten
overwegen om in de toekomst zijn wetgeving inzake het voorkomen van witwassen
van geld en terrorismefinanciering te wijzigen in verband met gespecialiseerde
opleiding en statistische indicatoren, en de strategie en het actieplan op dit
gebied moeten uitvoeren. De confiscatie van activa is tot op
zekere hoogte geregeld in het strafwetboek en het wetboek van strafprocesrecht.
De regering heeft een ontwerpwet opgesteld, waarbij de bevoegdheden op het
gebied van de confiscatie van activa worden uitgebreid. Daardoor zouden confiscatie
op basis van veroordelingen en binnen zekere perken confiscatie van opgebouwde
rijkdom mogelijk worden. Confiscatie zou ook mogelijk worden voor activa die
geen materiële opbrengsten van een misdrijf zijn, activa die door een overleden
verweerder zijn verworven of door een verweerder die Kosovo heeft verlaten, en activa
die aan een andere partij zijn overgedragen, tenzij die laatste de activa te
goeder trouw heeft aangekocht. In het ontwerp wordt het concept „omgekeerde
bewijslast” ingevoerd, waardoor de verweerder moet aantonen hoe hij de in beslag
genomen activa heeft verworven. De justitiële en rechtshandhavingsinstanties
worden bij de uitvoering van beslissingen tot inbeslagname en confiscatie
bijgestaan door een agentschap dat de in beslag genomen of geconfisqueerde
activa beheert. Kosovo zou de ontwerpwet waarbij confiscatie een veel ruimer
toepassingsgebied krijgt, moeten aannemen en uitvoeren. Kosovo heeft een uitgebreid wettelijk en
institutioneel kader tegen corruptie ontwikkeld, dat onder meer bestaat
uit wetten inzake vermogensverklaring door ambtenaren, het voorkomen van belangenconflicten
in de overheidssector, klokkenluiders, aanbestedingen en financiering van
politieke partijen. Een agentschap voor corruptiebestrijding is belast met de
uitvoering van de wetten inzake vermogensverklaring door ambtenaren en het
voorkomen van belangenconflicten. Dit agentschap kan preliminaire onderzoeken
van corruptie starten en ingeval corruptie wordt vermoed de zaak aan de politie
of de aanklagers overdragen. Het heeft een memorandum van overeenstemming
ondertekend met Eulex. Ondanks zijn mandaat kan het slechts de oorsprong van
activa onderzoeken wanneer het vermoeden bestaat dat die op illegale wijze zijn
verworven. De deskundigheid van het agentschap om onder meer via
risicobeoordelingen in kwetsbare sectoren de corruptierisico’s in de overheidssector
vast te stellen en te volgen, is nog niet erg groot. Kosovo zou moeten nagaan
welke extra middelen nodig zijn opdat dit agentschap zich van zijn taak zou
kunnen kwijten. In 2012 werd onder de hoge bescherming
van de president een raad voor corruptiebestrijding opgericht om de coördinatie
tussen de verschillende bij de corruptiebestrijding betrokken instanties te
verbeteren. De speciale aanklagers hebben ook een taskforce
corruptiebestrijding opgericht, terwijl bij de politie een directoraat tegen economische
misdaad en corruptie is opgericht. Er zou duidelijkheid moeten komen over de
overlappingen in de taken en verantwoordelijkheden van deze bij de
corruptiebestrijding betrokken instanties. Hoewel er een moderne wet inzake
overheidsopdrachten is ingevoerd, blijft het misbruik in
aanbestedingsprocedures een groot probleem in Kosovo. De wet zou volledig
moeten worden uitgevoerd en alle misbruiken zouden moeten worden onderzocht en
vervolgd. De wet inzake de financiering van de politieke partijen zou in
die zin moeten worden gewijzigd dat schenkingen van rechtspersonen die ook
goederen en diensten aan de overheid leveren, verboden zijn of aan strenge
voorwaarden moeten voldoen, politieke partijen slechts één bankrekening mogen
hebben en de financiële verslagen binnen bepaalde termijnen moeten worden
gepubliceerd. Het volledige kader voor corruptiebestrijding van Kosovo zou
moeten worden uitgevoerd om in de strijd tegen corruptie tastbare resultaten te
behalen. Een nieuwe politiewet regelt de taken
en bevoegdheden van de politie. Inzake het gebruik van geweld en vuurwapens
door politieagenten, gegevensbescherming en tuchtmaatregelen moet nog
secundaire wetgeving worden vastgesteld. De wet inzake het politie-inspectoraat
regelt de bevoegdheden van het onafhankelijke politie‑inspectoraat, dat
klachten en tuchtmaatregelen behandelt en tegen een politieagent een
strafonderzoek kan instellen. In 2012 verbeterden de betrekkingen tussen
de politie en het politie‑inspectoraat en het inspectoraat startte verschillende
nieuwe onderzoeken. Om de wet inzake het politie‑inspectoraat volledig
uit te voeren, moet secundaire wetgeving worden aangenomen, wat nog niet
gebeurd is. Alle secundaire wetgeving die voor de politiewet en de wet inzake
het politie‑inspectoraat nodig is, zou moeten worden aangenomen en
uitgevoerd. In 2012 stelde Kosovo een ontwerpwet
inzake het onderscheppen van telecommunicatie op, op grond waarvan de
politie, het inlichtingenagentschap van Kosovo, de douane en Eulex met het oog
op rechtshandhaving of de binnenlandse veiligheid legaal elektronische
communicatie zouden kunnen onderscheppen en de inhoud, locatie en verkeersgegevens
van elektronische communicatie zouden kunnen opvragen. Hoewel het doel en het
toepassingsgebied van de ontwerpwet in overeenstemming lijken te zijn met de
bepalingen van de richtlijn betreffende privacy en elektronische
communicatie[21],
is de vraag gerezen of de ontwerpwet wel in overeenstemming is met de
bepalingen van de richtlijn betreffende de bewaring van gegevens[22]. In
toekomstige wetgeving inzake het onderscheppen moet overeenkomstig Europese
beste praktijken een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen onderscheppen
op grond van een rechterlijk bevel en onderscheppen voor inlichtingendiensten.
De regering zou moeten overwegen de regeling inzake de bewaring van gegevens
voor rechtshandhavingsdoeleinden wat betreft het toepassingsgebied, het doel,
de evenredigheid, de gegevenscategorieën, de toegang tot gegevens, de bewaringstermijnen
en de rechtsmiddelen in overeenstemming te brengen met de richtlijn betreffende
de bewaring van gegevens. De wet inzake getuigenbescherming werd
in 2011 aangenomen en trad in 2012 in werking. De wet regelt de
bescherming van getuigen van ernstige misdrijven. De wet is grotendeels in
overeenstemming met Europese beste praktijken, maar voor de uitvoering moet er
secundaire wetgeving worden aangenomen over kwesties als identiteitswijziging,
budgettaire voorzieningen, opvanghuizen en vragenlijsten voor slachtoffers. In
januari 2013 werd een internationale overeenkomst inzake herhuisvesting
ondertekend, die op het model van Europol is gebaseerd. Zodra het operationeel
is, zal het directoraat getuigenbescherming van Kosovo samenwerken met het
getuigenbeschermingsprogramma van Eulex, aangezien Eulex nog altijd
verantwoordelijk is voor de bescherming van getuigen van misdrijven die onder
haar mandaat vallen. 3.3.2. Samenwerking op het gebied van
rechtshandhaving Kosovo heeft overeenkomsten inzake politiële
samenwerking gesloten met Oostenrijk, Zweden, Kroatië, Albanië en de
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, overeenkomsten inzake de
bestrijding van mensenhandel met Frankrijk en de Voormalige Joegoslavische
Republiek Macedonië, een veiligheidssamenwerking met Duitsland en een
overeenkomst tot bestrijding van georganiseerde misdaad en onregelmatige migratie
met Hongarije. Kosovo heeft douaneovereenkomsten met tien landen[23]. In 2011 richtte Kosovo een eenheid op voor
internationale samenwerking op het gebied van rechtshandhaving. Deze eenheid
wil net als elders in de westelijke Balkan strategische en operationele
samenwerking met de rechtshandhavingsinstanties van buurlanden en EU‑lidstaten
faciliteren. De eenheid voor internationale samenwerking op het gebied van
rechtshandhaving maakt deel uit van de politie en heeft daardoor toegang tot
alle binnenlandse databases. Bij de verwerking van persoonsgegevens zou de
eenheid de wet inzake gegevensbescherming moeten naleven. Daarnaast heeft de
politie recentelijk Eulex toegang gegeven tot het politie‑informatiesysteem
en het systeem voor grensbeheer. Het is waarschijnlijk nuttig voor het
onderzoek van ernstige misdrijven in Kosovo om op die manier informatie te
delen, maar de politie en Eulex zouden ook moeten proberen om de uitwisseling
van criminele informatie en inlichtingen in een technische regeling vast te
leggen. De strategische en operationele samenwerking
op het gebied van rechtshandhaving van Kosovo met de buurlanden en de EU‑lidstaten
gebeurt op informele basis. De samenwerking op het gebied van rechtshandhaving
met Albanië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is diepgaand.
De betrekkingen met Servië en Bosnië en Herzegovina zijn dankzij EU-bemiddeling
aan het verbeteren. Kosovo is van plan om in Oostenrijk, Hongarije, Duitsland,
Zweden en Zwitserland verbindingsofficieren voor rechtshandhaving in te zetten.
Kosovo zou de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving met alle
geïnteresseerde buurlanden en EU‑lidstaten moeten blijven verdiepen. Het
zou moeten nagaan onder welke voorwaarden er met Europol, Interpol en regionale
rechtshandhavingsorganisaties zou kunnen worden samengewerkt. 3.3.3. Justitiële samenwerking in
strafzaken Kosovo heeft overeenkomsten inzake wederzijdse
rechtshulp gesloten met Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië en Turkije, overeenkomsten inzake uitlevering met de Voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië en Turkije, en overeenkomsten inzake de
overdracht van veroordeelde personen met België, Zwitserland, de Voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië en Turkije. De onderhandelingen met Duitsland,
Italië en Albanië over wederzijdse rechtshulp, uitlevering en de overdracht van
veroordeelde personen zijn voltooid. Kosovo heeft 23 andere staten
benaderd om over verdere overeenkomsten te onderhandelen[24]. Naast deze bilaterale overeenkomsten biedt de
wet inzake internationale justitiële samenwerking een rechtsgrondslag voor wederzijdse
rechtshulp met derde landen. Op grond van een technische regeling met het ministerie
van Justitie blijft Eulex fungeren als tussenpersoon met niet-erkennende staten.
De wet inzake internationale justitiële samenwerking vereist wederkerigheid
voor de behandeling van verzoeken om wederzijdse rechtshulp. Kosovo heeft
verschillende verzoeken naar Servië gestuurd, maar weigerde om verzoeken van
Servië te behandelen zolang er geen wederkerigheid is. Hoewel het geen lid van de Raad van Europa is,
zou Kosovo moeten overwegen om alle verdragen van de Raad van Europa op het
gebied van wederzijdse rechtshulp te ratificeren. Kosovo zou ook moeten nagaan
onder welke voorwaarden met Eurojust zou kunnen worden samengewerkt. 3.3.4. Gegevensbescherming Het recht op bescherming van
persoonsgegevens is gewaarborgd door de grondwet, de wet inzake de toegang
tot officiële documenten en de wet inzake bescherming van persoonsgegevens. In
de wet inzake de classificatie van informatie en veiligheidsscreening zijn
verdere regels inzake gegevensbescherming opgenomen. Dit rechtskader wordt
uitgevoerd in een reglement van het agentschap voor gegevensbescherming en de
secundaire wetgeving inzake de beoordeling van de ambtenaren van de
gegevensbeschermingsautoriteit. De wet inzake gegevensbescherming regelt de
verwerking van gegevens door particuliere en publieke instanties, de
verplichtingen van de verwerkers van gegevens en de voor de verwerking verantwoordelijken
en de rechten van de betrokkenen. De wet voorziet in sancties voor ernstige
schendingen van de bepalingen inzake gegevensbescherming. Deze wet voldoet
grotendeels aan het EU‑acquis, maar om op dit gebied vorderingen te
maken, moeten het reglement en de secundaire wetgeving worden uitgevoerd. Deze wet stelt een reeks beperkingen vast met
betrekking tot de informatie die aan de betrokkenen moet worden verstrekt, het
recht van toegang en het recht gegevens aan te vullen, te verbeteren of te vernietigen.
De openbare veiligheid is één van die uitzonderingen. Deze clausule is in
overeenstemming met het EU‑acquis, maar er zou moeten worden toegezien op
de uitvoering ervan. De meeste lidstaten hebben bepalingen die toestaan dat het
recht op toegang van de betrokkene tot zijn persoonsgegevens, wordt beperkt om
redenen die met de openbare veiligheid verband houden. Het toepassingsgebied en
de mogelijke uitzonderingen met betrekking tot de rechten van de betrokkenen
moeten verder worden verduidelijkt. De onafhankelijkheid van de hoofdtoezichthouder
van het agentschap voor gegevensbescherming is in de wet inzake
gegevensbescherming vastgelegd. Hoewel de onafhankelijkheid formeel gewaarborgd
is, moeten de bepalingen dienaangaande in de praktijk worden toegepast. De
feitelijke onafhankelijkheid van de toezichthouders lijkt toereikend te zijn:
alle vijf toezichthouders zijn aangewezen en in functie getreden. Dit agentschap heeft zijn eigen begroting, die
overeenkomstig de wet inzake gegevensbescherming onafhankelijk wordt beheerd.
De begroting lijkt toereikend te zijn en de meeste ambten bij het agentschap
zijn opgevuld. Het heeft werkgroepen opgericht om reglementen op te stellen
inzake de verwerking van persoonsgegevens in politiële en justitiële
samenwerking in strafzaken. De raad voor gegevensbescherming heeft een lijst
van landen en internationale organisaties met een toereikend niveau van
gegevensbescherming goedgekeurd. Ondanks het personeelsgebrek heeft het
agentschap vijftig inspecties en audits verricht bij publieke en particuliere
organisaties om na te gaan of zij de gegevensbeschermingsvoorschriften naleven. Dit agentschap wordt ook geraadpleegd
voorafgaand aan de goedkeuring van wetgevende en bestuurlijke maatregelen
inzake de verwerking van persoonsgegevens. Het is geraadpleegd over dertien
ontwerpwetten en –reglementen, maar werd niet geraadpleegd voorafgaand aan de
goedkeuring van de politiewet of het nieuwe wetboek van strafprocesrecht. Gelet
op zijn mandaat zou dit agentschap in de toekomst moeten worden geraadpleegd
over alle ontwerpwetgeving waarbij de verwerking van persoonsgegevens betrokken
is. 3.4. Blok 4: grondrechten in
verband met het vrij verkeer In de grondwet van Kosovo zijn mensenrechten
en grondrechten vastgelegd. De grondwet vermeldt de belangrijkste
internationale overeenkomsten en instrumenten die direct toepasselijk zijn in
Kosovo[25].
In geval van conflict hebben de door Kosovo geratificeerde internationale
overeenkomsten voorrang boven de nationale wetgeving. De in die overeenkomsten
vastgelegde mensenrechten en grondrechten moeten worden uitgelegd
overeenkomstig de arresten van het Europees Hof voor de rechten van de mens. In de grondwet is bepaald dat personen
schendingen van hun grondrechten voor het constitutioneel hof kunnen brengen.
Dit orgaan heeft een comité voor de mensenrechten, gendergelijkheid, vermiste
personen en petities en is bevoegd om alle kwesties in verband met
mensenrechten en petities van burgers te behandelen en toe te zien op de
uitvoering van wetten die onder zijn bevoegdheid vallen. Kosovo heeft op
centraal en gemeentelijk niveau structuren ingevoerd om bijstand te verlenen in
verband met de bescherming, de bevordering en de handhaving van de mensenrechten
en de grondrechten. Naar verwachting zullen binnenkort een nieuwe strategie en
een nieuw actieplan inzake de mensenrechten worden opgesteld. Kosovo heeft een solide rechtskader voor de
bescherming van de mensenrechten en de grondrechten. Er zijn heel wat overheidsinstellingen
en –instanties die op verschillende niveaus verantwoordelijk zijn voor de
uitvoering van die rechten. Kosovo werkt momenteel aan secundaire wetgeving op
dit gebied, waarin zou worden voorzien in de raadpleging van gemeentelijke
autoriteiten. Het Europees kaderverdrag tot bescherming van
nationale minderheden, op grond waarvan personen moeten worden beschermd tegen
bedreigingen, vijandigheid, geweld of discriminatie als gevolg van hun
etnische, culturele, taalkundige of religieuze identiteit, is direct
toepasselijk in Kosovo. Het nationale rechtskader bevat ook bepalingen die de
Kosovaarse instellingen ertoe verplichten de veiligheid van minderheden
te garanderen, onder meer de wet inzake de bescherming en de bevordering van de
rechten van gemeenschappen en hun leden en de wet inzake het taalgebruik.
Kosovo heeft een strategie en een actieplan voor de integratie van de Roma,
Ashkali en Egyptenaren, maar de situatie van deze minderheden blijft erg pover.
De uitvoering van deze strategie en dit actieplan blijft beperkt, vooral omdat
er geen politieke wil is en de ministeries en de gemeenten te weinig capaciteit
hebben. Kosovo heeft een rechtskader dat de bestrijding
van discriminatie garandeert, waaronder een wet inzake gendergelijkheid,
een wet tot bestrijding van discriminatie, een wet inzake de tewerkstelling van
personen met een handicap en een wet inzake de ombudsman. De wet tot
bestrijding van discriminatie wordt herzien om het sanctiemechanisme aan te
scherpen. Er zijn echter maar weinig vorderingen op het gebied van sociale
insluiting en de bestrijding van discriminatie. Omdat de maatschappelijke
organisaties niet erg actief zijn, heeft de wet tot bestrijding van
discriminatie nog niet gezorgd voor een doeltreffend beschermingsmechanisme
tegen discriminatie. De gemeenschap van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen
en transseksuelen wordt met stigmatisering en geweld bedreigd. Ondanks de
geldende wetgeving hebben personen met een handicap ernstige problemen met de
toegang tot infrastructuur, bijstand, medische zorg, werkgelegenheid en bescherming
tegen discriminatie. Het rechtskader zou moeten worden uitgevoerd om in Kosovo
gendergelijkheid te garanderen. Het rechtskader tot ondersteuning van de toegang
van minderheden tot reis- en identiteitsdocumenten, met inbegrip van
registratie, is toereikend, maar de uitvoering blijft beperkt. Uit een recent
verslag van de OVSE bleek dat hoewel gemeenten in alle officiële talen diensten
moeten verrichten, personen die tot minderheden behoren die in een bepaalde
gemeente numeriek in de minderheid is, vaak niet kunnen communiceren met de
ambtenaren van de burgerlijke stand en geen documenten in hun eigen taal kunnen
verkrijgen. Voor analfabeten uit minderheden is het nog moeilijker om de
formulieren in te vullen om toegang te krijgen tot de burgerlijke stand[26]. Personen die tot de Servische minderheid
behoren, hebben hun bezorgdheid geuit over de wijze waarop Kosovo uitvoering
geeft aan de overeenkomst met Servië inzake vrij verkeer. Zij ondervonden
vertragingen bij de afgifte van rijbewijzen en registratiedocumenten voor
voertuigen en ook de taalvoorschriften werden niet nageleefd, wat allemaal
negatieve invloed kan hebben op het vrij verkeer. De ombudsman heeft enkele van
deze klachten behandeld, vooral in verband met het gebrek aan uitvoering op
gemeentelijk niveau. Tegen alle minderheden in Kosovo worden etnisch
gemotiveerde misdrijven gepleegd, ook tegen Albanezen in de gebieden waar
zij geen meerderheid vormen. Er zijn meer etnisch gemotiveerde misdrijven
gepleegd tegen Servische repatrianten en ten zuiden van de rivier Ibar is de
veiligheid van de Serviërs erop achteruitgegaan. De gemeentelijke raden voor de veiligheid van
gemeenschappen, die door de plaatselijke burgemeesters worden voorgezeten en
samengesteld zijn uit leden die de minderheden in een gemeente
vertegenwoordigen, zijn de belangrijkste plaatselijke instanties die de
veiligheid van de minderheden moeten aanpakken. De werking van deze raden
blijft onsamenhangend en in veel gemeenten moet deze raad nog worden opgericht.
In 2011 nam de regering een strategie en een actieplan voor de veiligheid van
gemeenschappen aan. 4. Beoordeling van de gevolgen van
visumliberalisering voor veiligheid en migratie 4.1. Gevolgen van
visumliberalisering met Kosovo voor de veiligheid Kosovo staat nog altijd voor grote uitdagingen
als het erop aankomt doeltreffend georganiseerde misdaad en corruptie te
voorkomen en te bestrijden. Criminele activiteiten zoals de handel in heroïne,
cocaïne en cannabis, gefaciliteerde onregelmatige migratie, mensenhandel,
wapenhandel, alsook sigaretten- en brandstofsmokkel, vinden op grote schaal
plaats[27].
Door de combinatie van winstgevende grensoverschrijdende illegale activiteiten,
economische onderontwikkeling en beperkte bestuurlijke capaciteit worden
omkoping, witwassen van geld en misbruik van aanbestedingsprocedures bijzonder
aantrekkelijk. Hoewel de OESO[28]
en Transparency International[29]
in 2012 zeer lichte verbeteringen hebben vastgesteld, blijft corruptie een
groot probleem in Kosovo. Kosovo heeft een wettelijk en institutioneel
kader ingevoerd om georganiseerde misdaad en corruptie te bestrijden, maar de
politie, de douane en de aanklagers zouden nog beter moeten samenwerken bij het
onderzoeken en het vervolgen van deze misdrijven. De politie en de aanklagers
zouden beter moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat meer onderzoeken op
vervolging uitdraaien en dat bij het bestrijden van ernstige misdaad
overeenkomstig de strategie en het actieplan inzake op inlichtingen gebaseerd
politiewerk een proactieve benadering wordt gevolgd. De politie beschikt over
voldoende onderzoekscapaciteit, maar de douane nog niet. De aanklagers en de
eenheid financiële inlichtingen zouden beter moeten samenwerken om ervoor te
zorgen dat bij het onderzoeken van onverklaarbare rijkdom een proactieve benadering
wordt gevolgd. In 2012 verbeterde de werking van de eenheid financiële
inlichtingen alsook haar samenwerking met de politie. In 2012 werden de
grondslagen van een nieuw programma voor getuigenbescherming gelegd. De middelen om het drugsbestrijdingsbeleid van
Kosovo uit te voeren, volstaan echter niet en er wordt geen op inlichtingen
gebaseerde benadering gevolgd. De inspanningen van Kosovo om de heroïnehandel
uit Afghanistan via Turkije naar de EU te verstoren, en de cocaïnehandel uit
Latijns‑Amerika via Montenegro en Albanië naar de EU zijn nog steeds
ontoereikend. Kosovo blijft moeilijkheden ondervinden om de cannabisteelt en -smokkel
naar de EU te beperken. In 2012 waren er meer drugsvangsten maar het gaat
om kleine hoeveelheden en te weinig onderzoeken eindigen met een veroordeling. Momenteel is het wettelijke en institutionele
kader tegen mensenhandel in ontwikkeling. Kosovo blijft een plaats van herkomst
en doorreis voor slachtoffers van mensenhandel. Vrouwenhandel naar de EU met
het oog op seksuele uitbuiting blijft nog steeds bestaan. Kinderhandel voor de
bedelarij en om onregelmatige migratie te faciliteren, vaak met gebruikmaking
van vervalste documenten, blijft een probleem. De handel in handvuurwapens en
lichte wapens blijft een probleem voor Kosovo. Kosovo heeft een uitgebreid wetgevend en
institutioneel kader tegen corruptie. Een agentschap voor corruptiebestrijding
is belast met de uitvoering van de wetten inzake vermogensverklaring door
ambtenaren en het voorkomen van belangenconflicten. De deskundigheid van het
agentschap om onder meer via risicobeoordelingen in kwetsbare sectoren de
corruptierisico’s in de overheidssector vast te stellen en te volgen, is nog
niet erg groot. Twee andere instanties voor de bestrijding van corruptie hebben
overlappende taken en verantwoordelijkheden in de strijd tegen corruptie,
waardoor zij niet zo doeltreffend zijn. Hoewel er een moderne wet inzake
overheidsopdrachten is ingevoerd, blijft het misbruik in
aanbestedingsprocedures een groot probleem in Kosovo. De wet inzake de
financiering van politieke partijen houdt geen verbod in op schenkingen van
rechtspersonen die ook goederen en diensten leveren aan de overheid. In de huidige stand van zaken van de
wetgevende en institutionele ontwikkeling heeft Kosovo nog steeds maar een
beperkte capaciteit om doeltreffend georganiseerde misdaad en corruptie te
bestrijden, wat ernstige gevolgen kan hebben voor de interne veiligheid van de
EU. Terrorisme vanuit Kosovo vormt minder een bedreiging voor de interne
veiligheid van de EU dan de georganiseerde misdaad en de corruptie. Kosovo wordt aangemoedigd om rekening te
houden met de aanbevelingen in dit verslag, opdat de georganiseerde misdaad en
corruptie minder een bedreiging zouden gaan vormen voor de interne veiligheid
van de EU. 4.2. Gevolgen van
visumliberalisering met Kosovo voor de migratie De Commissie blijft toezien op de vijf
prestatie‑indicatoren in het stappenplan voor visumliberalisering:
percentage visumweigeringen, percentage weigeringen van toegang tot het
Schengengebied, aantal illegale verblijven in de EU‑lidstaten, aantal
asielaanvragen en aantal afgewezen overnameverzoeken. Een sterke daling van die
prestatie‑indicatoren in de loop van de visumdialoog zal worden gebruikt
als een indicatieve referentie om de gevolgen van visumliberalisering met
Kosovo voor de migratie te beoordelen. Tussen 2010 en 2011 konden de
volgende tendensen worden vastgesteld: –
Het percentage visumweigeringen voor Kosovaarse
burgers varieerde sterk in het Schengengebied. –
Het aantal Kosovaarse burgers aan wie toegang tot de
EU‑lidstaten werd geweigerd, verdubbelde van 315 tot 645. –
Het aantal Kosovaarse burgers dat illegaal in de lidstaten
werd aangetroffen, viel terug van 5060 tot 4180. –
Het aantal asielaanvragen dat door Kosovaarse burgers
in de lidstaten werd ingediend, viel terug van 14 325 tot 9865,
terwijl het percentage erkenningen, namelijk 6%, betrekkelijk stabiel bleef. –
Het aantal afgewezen en lopende overnameverzoeken
viel terug van 243 tot 199. In de tabellen 6.1 tot en met 6.6 in
de bijlage zijn gegevens opgenomen omtrent de volgende vaststellingen: –
Volgens de huidige regels zijn alle
kortetermijnvisa die door lidstaten aan Kosovaarse burgers zijn afgegeven, visa
met territoriaal beperkte geldigheid (VTBG)[30]. De door de lidstaten en geassocieerde
Schengenlanden in 2011 verstrekte gegevens bevestigden grote variatie in
het Schengengebied: Zwitserland (16 288), Duitsland (12 526), Italië
(7 066) en Griekenland (4 083) gaven het hoogste aantal visa met territoriaal
beperkte geldigheid aan Kosovaarse burgers af. –
Het aantal Kosovaarse burgers aan wie toegang tot
de EU‑lidstaten werd geweigerd, steeg tussen 2010 en 2011
van 315 tot 645, wat het gevolg was van hogere cijfers in Frankrijk
en Hongarije. –
Het aantal Kosovaarse burgers dat illegaal in de
lidstaten werd aangetroffen, viel tussen 2010 en 2011 terug
van 5060 tot 4180. Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Zweden en
Zwitserland meldden het hoogste aantal illegaal verblijvende Kosovaarse
burgers. –
Het aantal asielaanvragen dat door Kosovaarse
burgers in de lidstaten werd ingediend, viel tussen 2010 en 2011
terug van 14 325 tot 9 865. Frankrijk, België, Duitsland,
Zweden en Zwitserland bleven het hoogste aantal asielaanvragen uit Kosovo
ontvangen. Het percentage erkende asielaanvragen bleef in eerste instantie
betrekkelijk stabiel op 5,7% en 6% in respectievelijk 2010
en 2011, wat erop wijst dat de lidstaten nog altijd een vorm van
internationale bescherming verleenden aan aanvragers uit Kosovo. –
Het aantal afgewezen overnameverzoeken viel
tussen 2010 en 2011 terug van 243 tot 199[31]. Het
aantal lopende overnameverzoeken viel tussen 2010 en 2011 terug
van 1572 tot 903. Duitsland en België bleven het hoogste aantal
afgewezen en lopende overnameverzoeken uit Kosovo melden. Kosovo wordt aangemoedigd om rekening te
houden met de aanbevelingen in dit verslag, opdat de mogelijke gevolgen van een
visumvrije regeling met Kosovo op de migratie naar de EU zouden worden verzacht. 5. Aanbevelingen voor Kosovo Op basis van de beoordeling in de vorige hoofdstukken
van de vorderingen van Kosovo om volgens het stappenplan visumliberalisering
mogelijk te maken en onverminderd het standpunt van EU‑lidstaten over
status, beveelt de Commissie aan dat de Kosovaarse autoriteiten passende
maatregelen nemen op de volgende gebieden: 5.1. Overname –
Uit alle EU‑lidstaten Kosovaarse burgers,
onderdanen uit derde landen en staatlozen die niet langer aan de voorwaarden
voor toegang en verblijf in die staten voldoen, overnemen. –
De wet inzake overname uitvoeren. –
De onderhandeling van overnameovereenkomsten met
geïnteresseerde lidstaten en de belangrijkste doorreislanden en landen van
herkomst van onregelmatige migratie naar Kosovo voortzetten. –
Het aantal lopende overnameverzoeken uit alle
lidstaten verminderen, overeenkomstig de bepalingen van de wet inzake overname
of bilaterale overnameovereenkomsten. –
De uitwisseling van informatie met de autoriteiten
van de lidstaten over de speciale behoeften van repatrianten, waaronder
slachtoffers van mensenhandel, verbeteren. –
De nationale overnamestatistieken afstemmen op die
van de EU‑lidstaten. 5.2. Re-integratie –
Het re-integratiefonds vastleggen en uitbetalen. –
Transparante financiële gegevens over vastleggingen
en betalingen uit dit fonds verstrekken. –
De klemtoon van het re-integratieprogramma
verleggen van nooddiensten naar duurzame re-integratiediensten. –
Het aantal begunstigden van het re-integratieprogramma
verhogen. –
De rol van de regionale coördinatoren en
gemeentelijke re-integratiecomités in de financiële besluitvorming versterken. –
Een systeem voor dossierbeheer opzetten waarmee kan
worden gevolgd tot welke re-integratiediensten repatrianten toegang hebben. 5.3. Documentbeveiliging –
De wet inzake persoonsnamen wijzigen om naamsregistratie
in het Cyrillische alfabet mogelijk te maken. De strikte toepassing van die wet
garanderen om frauduleuze naamswijzigingen te voorkomen. De identiteit van alle
aanvragers van naamswijzigingen controleren. –
De secundaire wetgeving inzake aanvragen van
reisdocumenten wijzigen om ervoor te zorgen dat van alle aanvragers boven de
twaalf jaar vingerafdrukken worden genomen. –
De productie en afgifte van biometrische
identiteitskaarten overeenkomstig de normen van de ICAO garanderen. –
Het nieuwe systeem van burgerlijke stand in gebruik
nemen. De betrouwbaarheid van het centrale register van de burgerlijke stand
garanderen door de gegevenskwaliteit te verbeteren. Zorgen voor bijwerkingen,
kruisverwijzingen en koppelingen van gegevens. De inconsistenties tussen de databases
elimineren. De auditprocedures aanscherpen. –
De integriteit van de burgerlijke stand garanderen
door alle corruptiezaken te onderzoeken. De gedragscodes uitvoeren. Alle
personeelsleden die bij het agentschap, de gemeentelijke kantoren en de
gemeentelijke centra van de burgerlijke stand werken, screenen en opleiden. 5.4. Grensbeheer –
Een wet inzake samenwerking tussen de agentschappen
opstellen, waarin de taken en verantwoordelijkheden van alle
overheidsinstanties die bij geïntegreerd grensbeheer betrokken zijn, worden
vastgelegd. –
De definities en de overeenstemmende bepalingen van
de wet inzake grenstoezicht en –bewaking en de secundaire wetgeving wijzigen om
die aan de Schengengrenscode aan te passen. –
De werking van het systeem voor grensbeheer
garanderen. –
Met alle buurlanden samenwerkingsovereenkomsten op
het gebied van rechtshandhaving sluiten, die voorzien in operationele
samenwerking en het delen van informatie met het oog op het voorkomen en
bestrijden van onregelmatige migratie en grensoverschrijdende misdaad. –
De strategie voor geïntegreerd grensbeheer wijzigen
op basis van de conclusies van de Raad van 2006, de Schengengrenscode en
de Schengencatalogus, om alle belangrijke elementen van geïntegreerd grensbeheer
daarin op te nemen. –
Zoals gepland op een gecoördineerde manier tijdelijke
en permanente grensdoorlaatposten oprichten, overeenkomstig de overeengekomen
conclusies inzake geïntegreerd grensbeheer van 2 december 2011. De
bepalingen van de wet inzake de uitwisseling van rechtshandhavingsinformatie en
douane-informatie alsook wederzijdse rechtshulp uitvoeren. Een
verbindingspersoon met Servië uitwisselen. –
In coördinatie met Montenegro de wederzijdse grens
afbakenen. –
De modaliteiten van samenwerking met Frontex
onderzoeken. 5.5. Migratiebeheer –
De vreemdelingenwet en de wet inzake grenstoezicht
en –bewaking wijzigen om de lijst van voorwaarden van toegang en de
verplichtingen van vervoerders in overeenstemming te brengen met de
Schengengrenscode. –
De vreemdelingenwet, de wet inzake grenstoezicht en
–bewaking en de overeenstemmende secundaire wetgeving wijzigen om de afgifte
van visa aan grensdoorlaatposten in overeenstemming te brengen met de
Visumcode. –
De bepalingen van de vreemdelingenwet en de wet
inzake de toekenning van werkvergunningen op elkaar afstemmen wat de
werkvergunningen en de verblijfsvergunningen betreft. –
De vreemdelingenwet wijzigen om de bepalingen
daarvan af te stemmen op de essentiële onderdelen van het EU‑acquis
inzake legale en onregelmatige migratie. –
De vreemdelingenwet wijzigen, met inachtneming van
de wet inzake gegevensbescherming, teneinde de verwerking door autoriteiten
van, de toegang tot en het delen van gegevens over migratie en asiel te
regelen. –
Met alle bevoegde belanghebbenden de nieuwe
migratiestrategie vervolledigen, onder meer door een migratieprofiel voor Kosovo
te ontwikkelen. 5.6. Asiel –
De asielwet wijzigen om de bepalingen daarvan af te
stemmen op de essentiële onderdelen van het EU‑acquis inzake asiel en het
Verdrag van Genève. –
Aantijgingen van corruptie bij het beheer van
asielvoorzieningen en huuraccommodatie voor repatrianten onderzoeken. –
De modaliteiten van samenwerking met het EASO
onderzoeken. 5.7. Voorkomen en bestrijden van
georganiseerde misdaad, corruptie en terrorisme –
De hervorming van het strafrechtssysteem zodanig
ten uitvoer leggen dat de onafhankelijkheid, de efficiëntie, de
verantwoordingsplicht en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht worden
verbeterd, onder meer door toewijzing van voldoende financiële en personele
middelen aan de werking van de nieuwe rechtbankenstructuur. –
Politieke inmenging in het onderzoek, de vervolging
en de veroordeling van misdrijven voorkomen. Transparantie bij de aanwerving,
screening en benoeming van rechters en aanklagers garanderen. In alle zaken
waarin rechters zich aan corruptie schuldig maken, tuchtmaatregelen nemen. –
De gerechtelijke achterstand wegwerken. –
De bepalingen van het strafwetboek inzake
corruptiemisdrijven verduidelijken. De bepalingen inzake de verwijdering van
vreemdelingen in het strafwetboek afstemmen op die in de vreemdelingenwet. In
de bepalingen inzake het strafregister voorzien in de mogelijkheid van
uitwisseling van informatie met derde landen. –
Verschillende bepalingen van het wetboek van
strafprocesrecht verduidelijken, onder meer de overgangsbepalingen en de
bepalingen inzake getuigenverklaringen voorafgaand aan het proces teneinde de
toelaatbaarheid van bewijs niet in het gedrang te brengen. –
Een algemeen onderzoek van de werking van het hervormde
strafrechtssysteem in de tweede helft van 2013 overwegen, met inbegrip van
een beoordeling van de uitvoering van de nieuwe wet inzake de rechtbanken, de
nieuwe wet inzake vervolging, het nieuwe strafwetboek en het nieuwe wetboek van
strafprocesrecht. –
In onderzoeken, vervolgingen en definitieve
gerechtelijke veroordelingen in zaken van georganiseerde misdaad en corruptie,
waaronder drugshandel, mensenhandel, wapenhandel en witwassen van geld,
tastbare resultaten behalen. –
De exclusieve en subsidiaire bevoegdheden van de speciale
aanklagers handhaven. –
In de toekomst wijzigingen van de wetgeving inzake
het voorkomen van het witwassen van geld en terrorismefinanciering overwegen
met betrekking tot gespecialiseerde opleiding en statistische indicatoren. –
De ontwerpwet aannemen waarbij de bevoegdheden op
het gebied van de confiscatie van activa worden uitgebreid. –
Een wet inzake mensenhandel opstellen. –
De wet inzake overheidsopdrachten uitvoeren. –
De wet inzake de financiering van politieke
partijen wijzigen om voor schenkingen strenge regels vast te stellen en de
rapportageverplichtingen van politieke partijen te verduidelijken. –
De secundaire wetgeving aannemen die nodig is voor
de uitvoering van de politiewet en de wet inzake het politie‑inspectoraat. –
In toekomstige wetgeving inzake het onderscheppen
overeenkomstig Europese beste praktijken een duidelijk onderscheid maken tussen
onderscheppen op grond van een rechterlijk bevel en onderscheppen voor
inlichtingendiensten, terwijl de bepalingen inzake de bewaring voor
rechtshandhavingsdoeleinden in overeenstemming moeten worden gebracht met het
EU‑acquis inzake de bewaring van gegevens. –
De secundaire wetgeving aannemen die nodig is om de
wet inzake getuigenbescherming uit te voeren. De internationale overeenkomst
inzake herhuisvesting van getuigen uitvoeren. –
De taken en verantwoordelijkheden van alle organen
tot bestrijding van corruptie in Kosovo verduidelijken. Nagaan welke extra
middelen nodig zijn opdat het agentschap voor corruptiebestrijding zich van
zijn taak zou kunnen kwijten. –
Alle strategieën en actieplannen op het gebied van
openbare orde en veiligheid uitvoeren, waaronder de nieuwe strategieën en
actieplannen tegen georganiseerde misdaad en corruptie. 5.8. Samenwerking op het gebied
van rechtshandhaving –
Met geïnteresseerde buurlanden en EU-lidstaten
samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van rechtshandhaving sluiten, die met
inachtneming van de gegevensbeschermingsvoorschriften onder meer voorzien in de
uitwisseling van strategische en operationele gegevens, waaronder
strafregisters. –
De operationele samenwerking op het gebied van
rechtshandhaving met geïnteresseerde buurlanden en EU‑lidstaten
opdrijven. –
De sluiting van een technische regeling over de
uitwisseling van criminele informatie en inlichtingen met Eulex overwegen. –
De modaliteiten van samenwerking met Europol,
Interpol en regionale rechtshandhavingsorganisaties onderzoeken. 5.9. Justitiële samenwerking in
strafzaken –
De wet inzake internationale justitiële
samenwerking in overeenstemming brengen met het EU‑acquis dienaangaande
en de verdragen van de Raad van Europa. De ratificatie van alle relevante
verdragen op het gebied van wederzijdse rechtshulp in strafzaken overwegen. –
Met geïnteresseerde buurlanden en EU-lidstaten overeenkomsten
inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken sluiten. –
De modaliteiten van samenwerking met Eurojust
onderzoeken. 5.10. Gegevensbescherming –
Het toepassingsgebied van de beperkingen met
betrekking tot de informatie die aan de betrokkenen moet worden verstrekt, het
recht van toegang en het recht gegevens aan te vullen, te verbeteren of te
vernietigen, verduidelijken. –
De wet inzake gegevensbescherming en de secundaire
wetgeving daarvan uitvoeren. –
De bepalingen van de wet inzake gegevensbescherming
die de onafhankelijkheid van de hoofdtoezichthouder van het agentschap voor
gegevensbescherming garanderen, uitvoeren. –
Ervoor zorgen dat het agentschap voor
gegevensbescherming wordt geraadpleegd over alle toekomstige ontwerpwetgeving
inzake de verwerking van persoonsgegevens. 5.11. Grondrechten in verband met
het vrij verkeer –
De wet tot bestrijding van discriminatie wijzigen teneinde
het sanctiemechanisme aan te scherpen. Het kader tot bestrijding van
discriminatie van vrouwen, holebi's en personen met een handicap handhaven. –
De vreemdelingenwet wijzigen teneinde de
sociaaleconomische integratie van vluchtelingen te versterken. De wet inzake
burgerschap wijzigen teneinde de verwerving van burgerschap door vluchtelingen
te vergemakkelijken. –
Een nieuwe strategie en een nieuw actieplan voor
mensenrechten en grondrechten opstellen. –
De strategie en het actieplan voor de integratie van
de Roma, Ashkali en Egyptenaren uitvoeren en handhaven. –
Samen met Servië de overeenkomst inzake vrij
verkeer uitvoeren. –
Alle etnisch gemotiveerde misdrijven onderzoeken en
vervolgen. –
De werking van de gemeentelijke raden voor
veiligheid van gemeenschappen in heel Kosovo garanderen. 6. Statistieken 6.1. Aanvragen voor
kortetermijn-Schengenvisa in Pristina, Kosovo, 2010-2011 Jaar || Soort visum || België || Duitsland || Griekenland || Finland || Hongarije || Italië || Slovenië || Zwitserland || Noorwegen || Totaal 2010 || Afgegeven A‑visa || - || 0 || - || - || - || - || - || - || 0 || 0 Afgegeven B‑visa || 1 || 1 || 19 || - || 10 || 2 || 1 || - || 0 || 34 Afgegeven C-visa (meervoudige visa inbegrepen) || 2 128 || 13 283 || 5 099 || 17 || 2 767 || 345 || 2 493 || 3 147 || 532 || 29 811 Afgegeven meervoudige C-visa || 726 || 1 214 || - || 52 || 1 834 || 2 357 || 2 482 || - || 69 || 8 734 Aangevraagde C-visa || 2 942 || 17 079 || 5 477 || 742 || 3 968 || 1 038 || 3 073 || 4 668 || 759 || 39 746 Totaal aantal afgegeven A, B en C-visa || 2 129 || 13 284 || 5 118 || 17 || 2 777 || 347 || 2 494 || 3 147 || 532 || 29 845 Totaal aantal aangevraagde A, B en C-visa || 2 945 || 17 080 || 5 496 || 742 || 3 981 || 1 040 || 3 073 || 4 668 || 759 || 39 784 Totaal aantal niet-afgegeven A, B en C-visa || 816 || 3 796 || 378 || 725 || 1 175 || 693 || 579 || 1 521 || 227 || 9 910 Percentage niet-afgegeven A, B en C-visa || 27,71% || 22,22% || 6,88% || 97,71% || 29,52% || 66,63% || 18,84% || 32,58% || 29,91% || 24,91% Totaal aantal afgegeven VTBG || 5 || 11 629 || 3 749 || 563 || 8 || 4 301 || 3 || 12 305 || 519 || 33 082 Afgegeven D‑visa || 135 || 3 585 || 39 || - || 160 || 3 087 || 35 || 2 481 || 17 || 9 539 Afgegeven „D+C”-visa || - || - || - || - || - || - || - || 3 || 0 || 3 Totaal aantal afgegeven A, B, C, TBG, D, „D+C”-visa || 2 269 || 28 498 || 8 906 || 580 || 2 945 || 7 735 || 2 532 || 17 936 || 1 068 || 72 469 Percentage afgegeven VTBG/afgegeven B+C-visa || 0,23% || 87,54% || 73,25% || 3311,76% || 0,29% || 1239,48% || 0,12% || 391,01% || 97,56% || 110,8% 2011 || Afgegeven A‑visa || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Afgegeven C-visa (meervoudige visa inbegrepen) || 1 647 || 1 281 || 565 || 7 || 2 937 || 258 || 2 804 || 416 || 637 || 10 552 Afgegeven meervoudige C-visa || 436 || 1 063 || 190 || 92 || 1 786 || 258 || 2 790 || 174 || 101 || 6 890 Aangevraagde C-visa || 2 735 || 6 170 || 725 || 916 || 4 152 || 2 037 || 3 884 || 5 099 || 820 || 26 538 Niet-afgegeven C-visa || 1 088 || 4 889 || 160 || 909 || 1 215 || 1 779 || 1 080 || 4 683 || 183 || 15 986 Totaal aantal afgegeven A, B en C-visa || 1 647 || 1 281 || 565 || 7 || 2 937 || 258 || 2 804 || 416 || 637 || 10 552 Totaal aantal aangevraagde A, B en C-visa || 2 735 || 6 170 || 725 || 916 || 4 152 || 2 037 || 3 884 || 5 099 || 820 || 26 538 Totaal aantal niet afgegeven A en C-visa || 1 088 || 4 889 || 160 || 909 || 1 215 || 1 779 || 1 080 || 4 683 || 183 || 15 986 Percentage niet-afgegeven A en C-visa || 39,78% || 79,24% || 22,07% || 99,24% || 29,26% || 87,33% || 27,81% || 91,84% || 22,32% || 60,2% Totaal aantal afgegeven VTBG || - || 12 526 || 4 083 || 769 || 1 || 7 066 || - || 16 288 || 630 || 41 343 Totaal aantal afgegeven A, C en TBG-visa || 1 647 || 13 807 || 4 648 || 776 || 2 938 || 7 324 || 2 804 || 16 684 || 1 267 || 51 895 Percentage afgegeven TBG-visa/afgegeven C-visa || 0,00% || 977,83% || 722,65% || 10985,71% || 0,03% || 2738,76% || 0,00% || 3910,58% || 98,90% || 391,8% Bron: Europese Commissie, directoraat-generaal
Binnenlandse Zaken. 6.2. Kosovaarse burgers aan wie
aan de Schengenbuitengrenzen binnenkomst is geweigerd, 2009‑2011 Lidstaat of geassocieerd land || 2009 || 2010 || 2011 België || 0 || 5 || 40 Bulgarije || 45 || 70 || 50 Tsjechië || 5 || 0 || 5 Denemarken || 0 || 0 || 0 Duitsland || 45 || 60 || 50 Estland || 0 || 0 || 0 Ierland || 5 || 0 || 5 Griekenland || 140 || 90 || 75 Spanje || 0 || 0 || 0 Frankrijk || 70 || 30 || 280 Italië || 0 || 20 || 35 Cyprus || 0 || 0 || 0 Letland || 0 || 0 || 0 Litouwen || 0 || 0 || 0 Luxemburg || 0 || - || 0 Hongarije || 5 || 10 || 85 Malta || 0 || 0 || 0 Nederland || 5 || 0 || 5 Oostenrijk || 15 || 10 || 15 Polen || 0 || 0 || 0 Portugal || 0 || 0 || 0 Roemenië || 0 || - || 0 Slovenië || 0 || 0 || 0 Slowakije || 0 || 0 || 0 Finland || 0 || 0 || 0 Zweden || 0 || 0 || 0 Verenigd Koninkrijk || 50 || 20 || 0 IJsland || 0 || - || - Liechtenstein || 10 || 5 || 0 Noorwegen || 0 || 0 || 0 Zwitserland || 40 || 45 || 45 Totaal (EU-27) || 385 || 315 || 645 Gemiddeld (EU-27) || 14 || 13 || 24 Standaardafwijking (EU-27) || 31 || 24 || 56 Bron:: Eurostat en berekening DG Binnenlandse Zaken. 6.3. Kosovaarse burgers die
illegaal in de EU‑lidstaten werden aangetroffen, 2009-2011 Lidstaat of geassocieerd land || 2009 || 2010 || 2011 België || 75 || 90 || 250 Bulgarije || 10 || 20 || 5 Tsjechië || 10 || 15 || 20 Denemarken || 0 || 5 || 0 Duitsland || 1 605 || 1 935 || 1 715 Estland || 0 || 0 || 0 Ierland || 50 || 35 || 15 Griekenland || 45 || 30 || 25 Spanje || 0 || 0 || 0 Frankrijk || 835 || 575 || 630 Italië || 5 || 40 || 15 Cyprus || 0 || 0 || 0 Letland || 0 || 0 || 0 Litouwen || 0 || 0 || 0 Luxemburg || 75 || 80 || - Hongarije || 20 || 20 || 50 Malta || 0 || 0 || 0 Nederland || 25 || 20 || 20 Oostenrijk || 1 390 || 740 || 530 Polen || 0 || 5 || 10 Portugal || 0 || 0 || 0 Roemenië || 0 || 0 || 0 Slovenië || 0 || 0 || 0 Slowakije || 0 || 0 || 0 Finland || 250 || 0 || 0 Zweden || - || 1 335 || 810 Verenigd Koninkrijk || 185 || 115 || 85 IJsland || 0 || - || - Liechtenstein || - || 0 || - Noorwegen || 0 || - || 0 Zwitserland || 0 || 0 || 1 285 Totaal (EU-27) || 4 580 || 5 060 || 4 180 Gemiddeld (EU-27) || 176 || 187 || 161 Standaardafwijking (EU-27) || 417 || 451 || 376 Bron: Eurostat en berekening DG Binnenlandse Zaken. 6.4. Door Kosovaarse burgers
ingediende asielaanvragen, 2009-2011 Lidstaat of geassocieerd land || 2009 || 2010 || 2011 België || 2 515 || 3 230 || 2 320 Bulgarije || 0 || 0 || 0 Tsjechië || 20 || 5 || 5 Denemarken || 120 || 160 || 135 Duitsland || 1 900 || 2 205 || 1 885 Estland || 0 || 0 || 0 Ierland || 30 || 15 || 10 Griekenland || 10 || 0 || 0 Spanje || 0 || 0 || 0 Frankrijk || 4 580 || 5 285 || 3 240 Italië || 290 || 300 || 110 Cyprus || 0 || 0 || 0 Letland || 0 || 0 || 0 Litouwen || 0 || 0 || 0 Luxemburg || 130 || 160 || 140 Hongarije || 1 785 || 380 || 210 Malta || 0 || 0 || 0 Nederland || 45 || 60 || 30 Oostenrijk || 1 305 || 610 || 340 Polen || 0 || 0 || 0 Portugal || 0 || 0 || 0 Roemenië || 0 || 0 || 0 Slovenië || 30 || 20 || 20 Slowakije || 0 || 0 || 0 Finland || 240 || 140 || 75 Zweden || 1 235 || 1 715 || 1 320 Verenigd Koninkrijk || 40 || 40 || 25 IJsland || 0 || 0 || 0 Liechtenstein || 5 || 5 || 20 Noorwegen || 0 || 245 || 145 Zwitserland || 695 || 600 || 660 Totaal (EU-27) || 14 275 || 14 325 || 9 865 Gemiddeld (EU-27) || 529 || 531 || 365 Standaardafwijking (EU-27) || 1 053 || 1 206 || 812 Bron: Eurostat en berekening DG Binnenlandse Zaken. 6.5. Beslissingen in eerste aanleg
inzake door Kosovaarse burgers ingediende asielaanvragen, 2009-2011 Lidstaat of geassocieerd land || Totaal aantal beslissingen || Positieve beslissingen || Percentage erkenningen 2009 || 2010 || 2011 || 2009 || 2010 || 2011 || 2009 || 2010 || 2011 België || 1 065 || 1 820 || 2 760 || 115 || 140 || 240 || 10,8% || 7,7% || 8,7% Bulgarije || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Tsjechië || 20 || 10 || 0 || 5 || 0 || 0 || 25% || 0 || 0 Denemarken || 70 || 150 || 140 || 15 || 35 || 25 || 21,4% || 23,3% || 17,9% Duitsland || 1 355 || 2 255 || 1 850 || 75 || 90 || 50 || 5,5% || 4% || 2,7% Estland || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Ierland || 30 || 15 || 10 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Griekenland || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Spanje || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Frankrijk || 2 460 || 3 480 || 3 395 || 110 || 105 || 100 || 4,5% || 3% || 2,9% Italië || 255 || 335 || 220 || 75 || 80 || 95 || 29,4% || 23,9% || 43,2% Cyprus || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Letland || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Litouwen || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Luxemburg || - || 90 || 90 || - || 5 || 5 || 0 || 5,6% || 5,6% Hongarije || 650 || 85 || 135 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Malta || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Nederland || 25 || 55 || 35 || 5 || 0 || 0 || 20 || 0 || 0 Oostenrijk || 1 115 || 665 || 365 || 80 || 70 || 35 || 7,2% || 10,5% || 9,6% Polen || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Portugal || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Roemenië || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Slovenië || 25 || 25 || 20 || 10 || 0 || 0 || 40% || 0 || 0 Slowakije || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Finland || 85 || 215 || 85 || 10 || 15 || 5 || 11,8% || 7% || 5,9% Zweden || 1 300 || 975 || 1 200 || 105 || 35 || 50 || 8,1% || 3,6% || 4,2% Verenigd Koninkrijk || 45 || 40 || 20 || 15 || 5 || 10 || 33,3% || 12,5% || 50% IJsland || - || 0 || 0 || - || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Liechtenstein || 5 || 0 || 5 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Noorwegen || 0 || 245 || 125 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 Zwitserland || 245 || 370 || 255 || 45 || 80 || 55 || 18,4% || 21,6% || 21,6% Totaal (EU-27) || 8 500 || 10 215 || 10 325 || 620 || 580 || 615 || 7,3% || 5,7% || 6% Gemiddeld (EU-27) || 315 || 378 || 382 || 23 || 21 || 23 || || || Standaardafwijking (EU-27) || 602 || 822 || 867 || 39 || 39 || 51 || || || Bron: berekening DG Binnenlandse Zaken op basis van
gegevens van Eurostat. 6.6. Door Kosovo behandelde
overnameverzoeken, 2009-2011 Jaar || Lidstaat of geassocieerd land || Totaal aantal overnameverzoeken || Afgewezen verzoeken || Lopende verzoeken || Terugkeer 2009 || België || 58 || 12 || 14 || 32 Bulgarije || 0 || 0 || 0 || 0 Duitsland || 2 385 || 91 || 1 753 || 541 Frankrijk || 500 || 24 || 0 || 476 Italië || 80 || - || 3 || 77 Hongarije || - || - || || 133 Oostenrijk || - || - || || 234 Slovenië || 85 || - || 10 || 75 Slowakije || 0 || 0 || 0 || 0 Noorwegen || - || - || || 125 Zwitserland || 403 || 35 || 0 || 368 Totaal || 3 511 || 162 || 1 780 || 2 061 2010 || België || 61 || 3 || 18 || 40 Bulgarije || 0 || 0 || 0 || 0 Tsjechië || 7 || 0 || 0 || 7 Duitsland || 2 339 || 197 || 1 536 || 606 Frankrijk || 522 || 21 || 4 || 497 Italië || 65 || - || 1 || 64 Hongarije || - || - || || 60 Oostenrijk || - || - || || 253 Slovenië || 68 || - || 13 || 55 Slowakije || 0 || 0 || 0 || 0 Noorwegen || - || - || || 103 Zwitserland || 419 || 22 || 0 || 397 Totaal || 3 481 || 243 || 1 572 || 2 082 2011 || België || 365 || 17 || 50 || 298 Bulgarije || 0 || 0 || 0 || 0 Tsjechië || 1 || 0 || 0 || 1 Duitsland || 1 483 || 155 || 832 || 496 Frankrijk || 372 || 9 || 9 || 354 Italië || 77 || - || 2 || 75 Hongarije || - || - || || 62 Oostenrijk || - || - || || 140 Slovenië || 35 || - || 10 || 25 Slowakije || 0 || 0 || 0 || 0 Noorwegen || - || - || || 100 Zwitserland || 259 || 18 || 0 || 241 Totaal || 2 592 || 199 || 903 || 1 792 2012 || België || 355 || 14 || 104 || 237 Duitsland || 691 || 80 || 302 || 309 Griekenland || 21 || 0 || 0 || 21 Frankrijk || 226 || 10 || 8 || 208 Italië || 39 || - || 0 || 39 Hongarije || - || - || || 64 Nederland || 18 || 1 || 7 || 10 Oostenrijk || - || - || || 94 Slovenië || 15 || - || 8 || 7 Zweden || 489 || 15 || 0 || 474 Noorwegen || - || - || || 50 Zwitserland || 225 || 11 || 0 || 214 Totaal || 2 079 || 131 || 429 || 1 253 Bron: EU-lidstaten en geassocieerde landen. * Deze benaming laat de standpunten over de status van
Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 van de
VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de
onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo. [1] Oostenrijk,
de Benelux-landen (in een gezamenlijke overeenkomst), Bulgarije, Tsjechië,
Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Malta, Slovenië, Zweden,
Noorwegen, Zwitserland, Albanië en Montenegro hebben met Kosovo
overnameovereenkomsten gesloten. [2] Kosovo
heeft overnameovereenkomsten geparafeerd met Estland en Kroatië en is
onderhandelingen gestart met Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Polen,
Portugal, het Verenigd Koninkrijk, de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië en Turkije. [3] Re-integratie
wordt ook ondersteund door de strategie voor gemeenschappen en terugkeer en de
strategie voor de integratie van de Roma, Ashkali en Egyptenaren. [4] In drie
van de 38 gemeenten van Kosovo zijn er nog geen gemeentelijke kantoren
voor gemeenschappen en terugkeer. [5] Deze
normen zijn opgenomen in ICAO‑document 9303 (deel 1) van
bijlage 9 bij de Conventie van Chicago. [6] Deze normen zijn opgenomen in ICAO‑document 9303
(deel 3) van bijlage 9 bij de Conventie van Chicago. [7] Schengengrenscode
(Verordening 562/2006). [8] Regels
inzake klein grensverkeer (Verordening 1931/2006). [9] Schengengrenscode
(Verordening 562/2006), conclusies van de Raad van 4‑5 december 2006
en Schengencatalogus inzake toezicht op de buitengrenzen, terugkeer en
overname. [10] Kosovo
heeft een overeenkomst inzake douanesamenwerking met Montenegro en een
overeenkomst inzake politiële samenwerking met Kroatië. [11] Richtlijn
betreffende de gecombineerde vergunning (Richtlijn 2011/98/EU); richtlijn
betreffende de voorwaarden voor de toelating van onderdanen van derde landen
met het oog op studie, scholierenuitwisseling, onbezoldigde opleiding of
vrijwilligerswerk (Richtlijn 2004/114/EG); richtlijn betreffende de
toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk
onderzoek (Richtlijn 2005/71/EG); richtlijn inzake het recht op
gezinshereniging (Richtlijn 2003/86/EG); richtlijn betreffende de
status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen
(Richtlijn 2003/109/EG); richtlijn betreffende de verblijfstitel die in
ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan
onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel of hulp
hebben gekregen bij illegale immigratie (Richtlijn 2004/81/EG). [12] Terugkeerrichtlijn
(Richtlijn 2008/115/EG); richtlijn betreffende de ondersteuning bij
verwijdering door de lucht (Richtlijn 2003/110/EG); richtlijn tot
vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers
van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen
(Richtlijn 2009/52/EG). [13] In het
kader van de geplande nieuwe visumregeling van Kosovo hoeven EU‑burgers
geen visum aan te vragen. [14] Visumcode
(Verordening 810/2009). [15] Richtlijn
tot omschrijving van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale
doortocht en illegaal verblijf (Richtlijn 2002/90/EG). [16] Richtlijn
inzake de opvang van asielzoekers (Richtlijn 2003/9/EG);
kwalificatierichtlijn (Richtlijn 2004/83/EG en de herschikte
richtlijn 2011/95/EG); richtlijn inzake asielprocedures
(Richtlijn 2005/85/EG); richtlijn tijdelijke bescherming
(Richtlijn 2001/55/EG). [17] Zie
speciaal verslag nr. 18/2012 van de Europese Rekenkamer over de bijstand
van de Europese Unie aan Kosovo op het gebied van de rechtsstaat. [18] Tot de
exclusieve bevoegdheden behoren het onderzoek en de vervolging van onder meer
terrorisme, oorlogsmisdaden, georganiseerde misdaad en witwassen van geld. [19] Tot de
subsidiaire bevoegdheden behoren het onderzoek en de vervolging van onder meer
migrantensmokkel, mensenhandel, drugshandel, illegaal gokken,
belastingontwijking, wapenhandel, ambtsmisbruik, omkoping en fraude door
ambtenaren. [20] Slovenië,
Kroatië, Albanië, Montenegro, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië,
San Marino en Turkije. [21] Richtlijn
2002/58/EG, artikel 15, lid 1. [22] Richtlijn
2006/24/EG. [23] Bulgarije,
Tsjechië, Duitsland, Ierland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland,
Canada, de Verenigde Staten en Saoedi‑Arabië. [24] Het gaat
om Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland,
Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Litouwen, Letland, Luxemburg,
Nederland, Polen, Portugal, Slovenië, Zweden, Kroatië, Zwitserland, Noorwegen
en Turkije. [25] Deze
instrumenten zijn de Universele Verklaring van de rechten van de mens, het
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden en de protocollen daarbij, het internationaal verdrag inzake
burgerlijke en politieke rechten en de protocollen daarbij, het kaderverdrag
van de Raad van Europa tot bescherming van nationale minderheden, het verdrag
inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, het verdrag
inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en het
verdrag inzake de rechten van het kind. Kosovo is geen lid van de VN of de Raad
van Europa. [26] OVSE,
Access to civil registration in Kosovo, Pristina, juli 2012. [27] Europol,
EU Organised Crime Threat Assessment, 28 april 2011. [28] OESO, Support for Improvement in Governance and Management, Kosovo
Assessment, maart 2012. [29] In de
corruptieperceptie‑index van Transparency International stond Kosovo het
laagst in de westelijke Balkan in 2010 en 2011, maar in 2012
stak het Albanië voorbij. [30] Een
kortetermijnvisum met territoriaal beperkte geldigheid verleent de houder
slechts het recht op verblijf in de lidsta(a)t(en) waarvoor het visum geldig
is. Een visum met territoriaal beperkte geldigheid kan worden afgegeven in
gevallen waarin de reiziger niet aan alle voorwaarden voor binnenkomst voldoet,
wanneer ten minste één lidstaat het reisdocument waarop het visum zal worden
aangebracht, niet erkent, of wanneer om dringende redenen een visum wordt
afgegeven zonder voorafgaande raadpleging, terwijl die wel van toepassing is. [31] De
steekproef van lidstaten en geassocieerde Schengenstaten (zie tabel 6.6)
bestond uit België, Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Frankrijk,
Italië, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Slovenië, Slowakije, Zweden,
Noorwegen en Zwitserland.