Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013AP0505

    P7_TA(2013)0505 Europese statistiek ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 21 november 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek (COM(2012)0167 — C7-0101/2012 — 2012/0084(COD)) P7_TC1-COD(2012)0084 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 november 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek (Voor de EER en Zwitserland relevante tekst)

    PB C 436 van 24.11.2016, p. 380–389 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.11.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 436/380


    P7_TA(2013)0505

    Europese statistiek ***I

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 21 november 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek (COM(2012)0167 — C7-0101/2012 — 2012/0084(COD))

    (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    (2016/C 436/59)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0167),

    gezien artikel 294, lid 2, en artikel 338, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0101/2012),

    gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door het Spaanse Congres van Afgevaardigden, de Spaanse Senaat en de Oostenrijkse Bondsraad en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

    gezien het advies van de Europese Centrale Bank van 6 november 2012 (1),

    gezien artikel 55 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0436/2012),

    1.

    stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

    2.

    verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

    3.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


    (1)  PB C 374 van 4.12.2012, blz. 2.


    P7_TC1-COD(2012)0084

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 november 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek

    (Voor de EER en Zwitserland relevante tekst)

    [Amendement 43]

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het Europees statistisch systeem (ESS) heeft als partnerschap in het algemeen met succes zijn activiteiten voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van gereglementeerde en betrouwbare Europese statistieken van hoge kwaliteit geconsolideerd, onder meer door de verbetering van de governance van het systeem.

    (2)

    Er zijn echter ▌zwakke punten ontdekt, met name met betrekking tot het kader voor het statistische kwaliteitsbeheer. Door deze structurele gebreken is nogmaals duidelijk geworden dat moet worden gewaarborgd dat de statistische autoriteiten onafhankelijk functioneren van mogelijke politieke druk op nationaal niveau en op het niveau van de Unie.

    (3)

    De Commissie heeft in haar mededeling van 15 april 2011 aan het Europees Parlement en de Raad „Naar een robuust kwaliteitsbeheer voor de Europese statistiek” maatregelen voorgesteld om deze zwakke punten aan te pakken en de governance van het ESS te versterken . Zij heeft met name een doelgerichte wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) voorgesteld.

    (4)

    In zijn conclusies van 20 juni 2011 heeft de Raad het initiatief van de Commissie verwelkomd en het belang van een voortdurende verbetering van de governance en de efficiëntie van het ESS benadrukt.

    (5)

    Voorts moet rekening worden gehouden met het effect van recente ontwikkelingen in verband met de economische governance van de Unie op statistisch gebied, met name aspecten in verband met de statistische onafhankelijkheid, zoals transparante aanwervings- en ontslagprocedures, toewijzing van budgetten en tijdsschema's voor voorpublicaties, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1175/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4), en die in verband met de eis dat instanties die toezicht moeten houden op de toepassing van nationale begrotingsregels functioneel autonoom zijn, zoals bepaald in Verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5).

    (6)

    De aspecten die verband houden met professionele onafhankelijkheid, zoals transparante aanwervings- en ontslagprocedures, toewijzing van budgetten en tijdschema's voor voorpublicaties, mogen niet beperkt blijven tot statistieken die worden geproduceerd ten behoeve van het systeem voor begrotingstoezicht en de procedure bij buitensporige tekorten, maar moeten van toepassing zijn op alle Europese statistieken die door het ESS worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid.

    (6 bis)

    De kwaliteit van de Europese statistieken en de relevantie daarvan voor op feiten gebaseerde besluitvorming moeten voortdurend worden getoetst, onder meer om te beoordelen welke meerwaarde zij bieden voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 3 maart 2010 getiteld „Europa 2020: een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei”, inclusief de doelstellingen met betrekking tot groei, werkgelegenheid en de sociale economie. Waar nodig moeten de door de Europese statistieken bestreken gebieden worden aangepast.

    (7)

    Voor het waarborgen van de professionele onafhankelijkheid van de statistische instanties en van kwalitatief hoogwaardige statistieken is het bovendien noodzakelijk dat de middelen die op een jaarlijkse of meerjarige basis worden toegewezen om te voldoen aan de statistische behoeften, toereikend zijn.

    (8)

    Daartoe moet de professionele onafhankelijkheid van de statistische instanties worden versterkt, moeten minimumnormen worden gewaarborgd die in de hele Europese Unie van toepassing zijn, en moeten aan de hoofden van de nationale instituten voor de statistiek (NSI's) ▌specifieke garanties ▌worden geboden met betrekking tot de uitvoering van statistische taken, het organisatorisch management en de toewijzing van middelen. De procedures voor de aanwerving van de hoofden van de NSI's moeten transparant en uitsluitend op professionele criteria gebaseerd zijn, onder strikte inachtneming van de gelijke kansen en in het bijzonder van het genderevenwicht. Te dien einde moeten de nationale parlementen eveneens een volwaardige rol vervullen en waar dienstig en in overeenstemming met hun nationale wetgeving de onafhankelijke positie van producenten van statistieken versterken en de democratische controleerbaarheid van het gevoerde statistische beleid vergroten.

    (8 bis)

    De geloofwaardigheid van Europese statistieken staat of valt weliswaar met het niveau van de professionele onafhankelijkheid van de statistici, maar anderzijds moeten de Europese statistieken ook inspelen op de beleidsbehoeften en statistische ondersteuning bieden voor nieuwe beleidsinitiatieven op nationaal en op Unieniveau.

    (8 ter)

    De onafhankelijke positie van Eurostat moet worden geconsolideerd en gewaarborgd door middel van effectieve parlementaire controle en toezicht.

    (9)

    Bovendien moet de reeds aan de NSI's toegewezen coördinerende rol ten aanzien van door het ESS geproduceerde Europese statistieken worden verduidelijkt met het oog op een effectievere coördinatie op nationaal niveau van de statistische activiteiten binnen het ESS , ook op het stuk van kwaliteitsbeheer , waarbij de statistische taken die worden uitgevoerd door het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) terdege in aanmerking moeten worden genomen. De voortdurende coördinatie en samenwerking tussen de NSI's en Eurostat maakt ook een belangrijk onderdeel uit van een efficiënte coördinatie van de statistische activiteiten binnen het ESS. De aparte institutionele positie van het ESCB en de onafhankelijkheid van de centrale banken moeten in het kader van de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken in het kader van de respectieve governancestructuur en de statistische werkprogramma's van het ESS en het ESCB worden gerespecteerd.

    (10)

    Om de lasten voor statistische instanties en de respondenten te verminderen, moeten de NSI's en andere nationale instanties snel en kosteloos toegang hebben tot en gebruik kunnen maken van administratieve bestanden, ook die welke langs elektronische weg worden opgeslagen, en moeten zij deze bestanden kunnen integreren in statistieken.

    (10 bis)

    Om ervoor te zorgen dat het beleid en de financieringsinitiatieven van de Unie volledig recht doen aan de ontwikkelingen in de Unie, in het bijzonder met betrekking tot de gevolgen van de economische crisis, moeten de Europese statistieken gemakkelijk te vergelijken en eenvoudig toegankelijk zijn en moeten zij tijdig en regelmatig worden bijgewerkt.

    (11)

    De NSI's moeten verder in een vroeg stadium worden geraadpleegd over het ontwerp van nieuwe administratieve bestanden waaruit gegevens kunnen worden geput voor statistische doeleinden en over geplande wijzigingen in of de buitengebruikstelling van bestaande administratieve bronnen. Zij moeten van de eigenaren van administratieve gegevens ook relevante metagegevens ontvangen en normalisatiewerkzaamheden coördineren betreffende administratieve bestanden die relevant zijn voor de productie van statistische gegevens.

    (12)

    De vertrouwelijkheid van gegevens uit administratieve bestanden moet worden beschermd overeenkomstig de gemeenschappelijke beginselen en richtsnoeren die van toepassing zijn op alle vertrouwelijke gegevens die worden gebruikt voor de productie van Europese statistieken. Tevens moeten kaders worden geschapen voor de beoordeling van de kwaliteit en transparantie van die gegevens en deze moeten openbaar worden gemaakt .

    (12 bis)

    Alle gebruikers moeten toegang hebben tot dezelfde gegevens op dezelfde tijd en embargo's moeten nauwlettend worden nageleefd. De NSI's moeten bindende data vaststellen voor de publicatie van periodieke gegevens.

    (13)

    De kwaliteit van de Europese statistieken kan worden verbeterd en het vertrouwen van de gebruikers kan worden vergroot door de nationale overheden mede verantwoordelijk te maken voor de strikte toepassing van de Praktijkcode Europese statistieken (hierna de Praktijkcode). Daartoe moet in elke lidstaat een verbintenis aangaande vertrouwen in de statistiek („verbintenis”) worden ingevoerd, die recht doet aan de specifieke nationale kenmerken en specifieke verbintenissen van de regering dient te bevatten om de in de Praktijkcode neergelegde statistische beginselen toe te passen . Deze verbintenis zou tevens kunnen voorzien in nationale programma's ter waarborging van een hoge kwaliteit , met inbegrip van zelfevaluaties, verbeteracties en toezichtmechanismen .

    (13 bis)

    De website van de Commissie (Eurostat) moet eenvoudige toegang bieden tot volledige, gebruikersvriendelijke gegevensreeksen. Indien mogelijk moeten periodieke updates worden uitgebracht met daarin informatie per jaar en per maand over alle lidstaten.

    (14)

    Daar de productie van Europese statistieken met het oog op een hoge mate van onafhankelijkheid moet zijn gebaseerd op een operationele en financiële planning op lange termijn, moet het Europees statistisch programma dezelfde periode bestrijken als het meerjarig financieel kader.

    (15)

    Bij Verordening (EG) nr. 223/2009 zijn de Commissie bevoegdheden verleend om een aantal bepalingen van die verordening uit te voeren overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad  (6) . Als gevolg van de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad  (7) tot intrekking van Besluit 1999/468/EG moeten de aan de Commissie verleende bevoegdheden ▌worden aangepast aan dat nieuwe rechtskader en die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011. De Commissie dient ervoor te zorgen dat de uitvoeringshandelingen voor de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke extra administratieve lasten opleveren.

    (19)

    Daar de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang en de gevolgen beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

    (20)

    Het Comité voor het Europees statistisch systeem is geraadpleegd.

    (20 bis)

    Verordening (EG) nr. 223/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijzigingen in Verordening (EG) nr. 223/2009

    Verordening (EG) nr. 223/2009 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)

    In artikel 2, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

    „a)

    „professionele onafhankelijkheid”: de ontwikkeling, productie en verspreiding van statistieken moeten op onafhankelijke wijze geschieden, met name ten aanzien van de keuze van de te gebruiken technieken, definities, methoden en bronnen en het tijdstip en de inhoud van alle vormen van verspreiding, en wel zo dat deze taken worden uitgevoerd zonder inmenging van politieke of andere belangengroepen of van Unie- of nationale instanties;”;

    (2)

    In artikel 5 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   Elke lidstaat wijst een nationale instantie voor de statistiek aan als het orgaan dat verantwoordelijk is voor de coördinatie van alle activiteiten ▌in verband met de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken op het nationale niveau krachtens deze verordening (de NSI) en dat in dat verband als enig aanspreekpunt voor de Commissie (Eurostat) fungeert voor statistische aangelegenheden.

    De coördinerende taak van de NSI heeft betrekking op alle andere nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling, de productie en de verspreiding van in het kader van deze verordening door alle overige nationale instanties die deelnemen aan het ESS geproduceerde Europese statistieken. De NSI is met name op nationaal niveau verantwoordelijk voor de coördinatie van de statistische programmering en verslaggeving, de kwaliteitscontrole, duidelijke methoden, de datatransmissie en de communicatie over statistische acties van het ESS. De NSI en de betrokken nationale centrale bank (NCB), die als lid van het ESCB betrokken is bij de uitvoering van de statistische werkprogramma's van het ESCB, moeten samenwerken aan kwesties betreffende de Europese statistiek die zowel het ESS als het ESCB aangaan, met het oog op de productie van volledige en coherente Europese statistieken via het ESS en het ESCB op hun respectieve bevoegdheidsgebieden. ”;

    (3)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 5 bis

    Hoofden van de NSI's en hoofden van de statistische diensten van andere nationale autoriteiten

    1.   Binnen hun nationaal statistisch systeem waarborgen de lidstaten de professionele onafhankelijkheid van de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de in deze verordeningvervatte taken . ▌

    2.    Met het oog daarop dienen de hoofden van NSI's:

    a)

    als enigen beslissingsbevoegdheid te hebben over processen, statistische methoden, normen en procedures en over de inhoud en het tijdstip van statistische berichten en publicaties voor alle door de NSI ontwikkelde, geproduceerde en verspreide Europese statistieken;

    b)

    bevoegd te zijn om te beslissen over alle kwesties met betrekking tot het interne beheer van de NSI;

    c)

    onafhankelijk op te treden bij de uitvoering van hun statistische taken en geen instructies van overheids- of niet-overheidsinstellingen, -organen, -bureaus of -entiteiten te vragen noch te aanvaarden;

    d)

    verantwoordelijk te zijn voor de statistische activiteiten en de uitvoering van de begroting van de NSI;

    e)

    een jaarverslag te publiceren en in voorkomend geval commentaar te leveren op aangelegenheden met betrekking tot de toewijzing van budgetten voor de statistische activiteiten van het NSI;

    f)

    de statistische activiteiten te coördineren van alle nationale instanties die bijdragen aan de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken als bedoeld in artikel 5;

    g)

    waar nodig ter waarborging van de kwaliteit nationale richtsnoeren op te stellen voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van alle Europese statistieken binnen hun nationaal statistisch systeem, en toe te zien op de naleving van die richtsnoeren binnen de NSI; en tevens

    h)

    binnen het ESS hun nationaal statistisch systeem te vertegenwoordigen .

    3.    De lidstaten zien erop toe dat de overige nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken hun taken uitvoeren conform de door het hoofd van de NSI opgestelde nationale richtsnoeren .

    4.    De procedures voor de aanwerving, de overplaatsing en het ontslag van hoofden van NSI's en — waar van toepassing — hoofden van de statistische diensten van andere nationale autoriteiten voor de productie van Europese statistieken zijn transparant en uitsluitend gebaseerd op professionele criteria, en niet op politieke gronden. Bij de procedures wordt het beginsel van gelijke kansen geëerbiedigd, met name wat betreft de gelijkheid der seksen. Voor het ontslag van hoofden van NSI's worden uitvoerige redenen gegeven. Deze procedures worden openbaar gemaakt .

    4 bis.     De lidstaten kunnen een nationale instantie oprichten voor het toezicht op de professionele onafhankelijkheid van de producenten van Europese statistieken in de respectieve lidstaat. De hoofden van de NSI's en, in voorkomend geval, de hoofden van de statistische diensten van de andere nationale autoriteiten voor de productie van Europese statistieken kunnen bij dergelijke instanties advies inwinnen. De procedures voor de aanwerving, de overplaatsing en het ontslag van hoofden van dergelijke instanties zijn transparant en uitsluitend gebaseerd op professionele criteria, en niet op politieke gronden. ”;

    (4)

    In artikel 6 worden de leden  2 en 3 vervangen door:

    „2.   De Commissie (Eurostat) draagt er op het niveau van de Unie op onafhankelijke wijze zorg voor dat Europese statistieken volgens de vastgestelde regels en statistische beginselen en via samenwerking en coördinatie met de NSI's worden geproduceerd. ▌

    3.     Onverminderd artikel 5 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna: „statuten van het ESCB”), coördineert de Commissie (Eurostat) de statistische activiteiten van de instellingen en organen van de Unie, met name met het oog op de samenhang en kwaliteit van de gegevens en het zo gering mogelijk houden van de enquêtedruk. De Commissie (Eurostat) kan daartoe een instelling of orgaan van de Unie verzoeken haar te raadplegen of met haar samen te werken bij de ontwikkeling van methoden en systemen voor statistische doeleinden op het gebied waarop zij of het bevoegd is. Een dergelijke instelling of orgaan die voorstellen om statistieken te produceren, raadplegen de Commissie (Eurostat) en houden rekening met eventuele aanbevelingen die deze in dit verband doet.”;

    (4 bis)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 6 bis

    Directeur-generaal van de Commissie (Eurostat)

    1.     Het bureau voor de statistiek van de Commissie (Eurostat) wordt geleid door een directeur-generaal. De directeur-generaal wordt benoemd door de Commissie, voor een ambtstermijn van zeven jaar die niet kan worden verlengd, overeenkomstig de in lid 2 omschreven procedure.

    2.     De Commissie maakt uiterlijk zes maanden vóór het einde van de ambtstermijn van de in functie zijnde directeur-generaal een oproep tot kandidaatstelling bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Bij de procedure voor de aanwerving, de overplaatsing en het ontslag van de directeur-generaal wordt het beginsel van gelijke kansen geëerbiedigd, met name wat betreft de gelijkheid der seksen, en deze procedure is transparant en uitsluitend gebaseerd op professionele criteria, en niet op politieke gronden. De Commissie benoemt de directeur-generaal na raadpleging van het Europees Parlement en de Raad.

    3.     De directeur-generaal heeft als enige beslissingsbevoegdheid over processen, statistische methoden, normen en procedures en over de inhoud en het tijdstip van statistische berichten en publicaties voor alle door de Commissie (Eurostat) geproduceerde statistieken. De directeur-generaal beslist over alle kwesties met betrekking tot het interne beheer van de Commissie (Eurostat). Bij de uitvoering van deze taken stelt de directeur-generaal zich onafhankelijk op en vraagt noch aanvaardt instructies van overheids- of niet-overheidsinstellingen, -organen, -bureaus of -agentschappen. Indien de directeur-generaal meent dat vanwege een door de Commissie getroffen maatregel zijn of haar onafhankelijkheid in het gedrang komt, stelt hij of zij het Europees Parlement daarvan onmiddellijk op de hoogte.

    4.     De directeur-generaal is verantwoordelijk voor de statistische werkzaamheden en de uitvoering van de begroting van de Commissie (Eurostat). Hij of zij verschijnt jaarlijks in het kader van de statistische dialoog voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement om kwesties betreffende statistische governance, methodologie en statistische innovatie te bespreken en om kwesties in verband met de toewijzing van budgetten voor de statistische activiteiten van de Commissie (Eurostat) toe te lichten.

    5.     Voordat de Commissie een tuchtmaatregel tegen de directeur-generaal neemt, raadpleegt zij het Europees Parlement. Over tuchtmaatregelen tegen de directeur-generaal neemt de Commissie een met redenen omkleed besluit dat zij, ter informatie, aan het Europees Parlement, de Raad en de Europese Adviescommissie voor statistische governance doet toekomen.”;

    (5)

    Aan artikel 11 worden de volgende leden toegevoegd:

    „3.   De lidstaten en de Commissie nemen alle maatregelen die nodig zijn met het oog op de toepassing van de in artikel 2, lid 1, van deze verordening bedoelde statistische beginselen met het oog op het behoud van het vertrouwen in de Europese statistieken. De details van deze beginselen worden vastgesteld in de Praktijkcode.

    3 bis.     De „verbintenissen aangaande vertrouwen in de statistiek” (hierna „de verbintenis”) zullen ertoe strekken om het publieke vertrouwen in de Europese statistiek te en vooruitgang aangaande de tenuitvoerlegging van de in de Praktijkcode neergelegde statistische beginselen zeker te stellen door de lidstaten en de Commissie te betrekken bij het opstellen van, met passende middelen, specifieke toezeggingen wat betreft beleid die gaan in de richting van een totaal vertrouwen in statistieken, en deze, met inbegrip van een publiekssamenvatting, bekend te maken via hun websites .

    3 ter.    De verbintenissen worden door de Commissie regelmatig gecontroleerd op basis van jaarlijkse verslagen van de lidstaten.

    Indien een lidstaat uiterlijk op …  (*1) nog geen verbintenis heeft gepubliceerd, legt de desbetreffende lidstaat aan de Commissie een voortgangsverslag over de tenuitvoerlegging van de Praktijkcode voor en maakt dit openbaar, en doet in voorkomend geval ook mededeling van de stappen die hij heeft ondernomen met het oog op het aangaan van een dergelijke verbintenis.

    Uiterlijk op …  (*2) brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de gepubliceerde verbintenissen en, in voorkomend geval, over de voortgangsverslagen.

    3 quater.     De toezegging van de zijde van de Commissie (Eurostat) worden regelmatige gecontroleerd door de Europese Adviescommissie voor statistische governance (ESGAB) op basis van een jaarlijks door de Commissie toe te zenden verslag. De ESGAB brengt uiterlijk op …  (*3) aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de nakoming van deze verbintenissen.

    (*1)   Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van de verordening (2012/0084(COD)). "

    (*2)   Drie jaar en zes maanden na de datum van inwerkingtreding van de verordening (2012/0084(COD)). "

    (*3)   Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van de verordening (2012/0084(COD)). "

    (6)

    Artikel 12 wordt hierbij als volgt gewijzigd:

    a)

    de leden 2 en 3 worden vervangen door:

    2.    Specifieke kwaliteitsvereisten, zoals streefwaarden en minimumnormen voor de productie van statistieken, kunnen eveneens in de sectorwetgeving worden vastgelegd.

    Om de uniforme toepassing van de kwaliteitscriteria van lid 1 van dit artikel op de gegevens die onder de sectorwetgeving voor specifieke statistische gebieden vallen te waarborgen, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast houdende de regelingen voor en de structuur en de frequentie van de kwaliteitsverslagen die op grond van de sectorwetgeving moeten worden opgesteld. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 27, lid 2.

    3.     De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) verslagen over de kwaliteit van de toegezonden gegevens, met inbegrip van eventuele bedenkingen die zij hebben ten aanzien van de juistheid van de gegevens. De Commissie beoordeelt aan de hand van adequate analyses de kwaliteit van de ingediende gegevens, en formuleert en publiceert verslagen en mededelingen over de kwaliteit van de Europese statistieken. ”;

    b)

    de volgende leden worden toegevoegd:

    „3 bis.     In voorkomend geval maakt de Commissie (Eurostat) ter wille van de transparantie haar oordeel bekend omtrent de kwaliteit van de nationale bijdragen aan de Europese statistieken.

    3 ter.     Wanneer de sectorwetgeving voorziet in boetes indien lidstaten statistische gegevens onjuist weergeven, kan de Commissie, conform de Verdragen en die sectorwetgeving, wanneer daaraan behoefte bestaat onderzoeken op gang brengen en uitvoeren, in voorkomend geval ook in de vorm van inspecties ter plaatse om vast te stellen of die onjuiste weergave ernstig en doelbewust of aan grove nalatigheid te wijten was. De Commissie kan eisen dat de lidstaat waartegen een onderzoek loopt, relevante informatie verstrekt.

    3 quater.     Wanneer de Commissie van oordeel is dat een lidstaat met betrekking tot de weergave van statistische gegevens niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening of krachtens de toepasselijke sectorwetgeving, handelt zij overeenkomstig artikel 258 van het Verdrag.”;

    (7)

    In artikel 13 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   Het Europees statistisch programma legt het kader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, de voornaamste gebieden en de doelstellingen van de voorgenomen acties vast voor een periode die overeenkomt met die van het meerjarig financieel kader. Het wordt door het Europees Parlement en de Raad vastgesteld. Het effect en de kosteneffectiviteit ervan worden beoordeeld met medewerking van onafhankelijke deskundigen.”;

    (7 bis)

    In artikel 14 wordt lid 2 vervangen door:

    „2.     De Commissie kan middels uitvoeringshandelingen besluiten tot een tijdelijke directe statistische actie op voorwaarde dat:

    a)

    de actie niet voorziet in het verzamelen van gegevens die zich uitstrekken tot meer dan drie referentiejaren;

    b)

    de te verzamelen gegevens al bij de verantwoordelijke NSI en andere nationale instanties beschikbaar of toegankelijk zijn of direct kunnen worden verkregen en er steekproeven worden gebruikt die zich lenen voor het waarnemen van de statistische populatie op uniaal niveau middels adequate coördinatie met de NSI's en andere nationale instanties; en tevens

    c)

    de Unie aan de NSI's en andere nationale instanties financiële bijdragen levert ter dekking van de door hen te dragen meerkosten, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad  (8).

    Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 27, lid 2.”;

    (8)   Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1). "

    (7 ter)

    Artikel 17 wordt vervangen door:

    „Artikel 17

    Jaarlijks werkprogramma

    De Commissie legt vóór 30 april haar jaarlijkse werkprogramma voor het volgende jaar aan het ESS-comité voor.

    Bij de voorbereiding van het werkprogramma zorgt de Commissie voor adequate prioritering, met inbegrip van de evaluatie van en verslaglegging over statistische prioriteiten en de toewijzing van financiële middelen. De Commissie houdt zo veel mogelijk rekening met de opmerkingen van het ESS-comité. Haar werkprogramma's zijn gebaseerd op het Europees Statistisch Programma en bevatten met name:

    a)

    de acties die volgens de Commissie van prioritair belang zijn, rekening houdend met de beleidsbehoeften van de Unie, de nationale en uniale financiële beperkingen, en de enquêtedruk;

    b)

    initiatieven met betrekking tot de herziening van prioriteiten, inclusief negatieve prioriteiten, en de vermindering van de druk op zowel dataleveranciers als producenten van statistieken; en tevens

    c)

    de procedures en eventuele wetgevingsinstrumenten waarvan de Commissie voor de uitvoering van het werkprogramma gebruik denkt te maken.”;

    (8)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 17 bis

    Toegang, gebruik en integratie van administratieve bestanden

    1.   Om de enquêtedruk te verminderen, hebben de NSI's, de andere nationale instanties bedoeld in artikel 4 en de Commissie (Eurostat) het recht op snelle en kosteloze toegang tot en gebruik van alle administratieve bestanden en op de integratie van die administratieve bestanden in statistieken, voor zover dit noodzakelijk is voor de ontwikkeling, de productie en de verspreiding van in het kader van deze verordening geproduceerde Europese statistieken.

    2.   De NSI's en de Commissie (Eurostat) worden geraadpleegd over en nemen deel aan het oorspronkelijke ontwerp, de daaropvolgende ontwikkeling en de beëindiging van administratieve bestanden die zijn opgezet en in stand worden gehouden door andere organen, waardoor het latere gebruik van deze gegevens voor de productie van Europese statistieken wordt vergemakkelijkt. Zij worden uitgenodigd om deel te nemen aan de normalisatiewerkzaamheden betreffende voor de productie van Europese statistieken relevante administratieve bestanden ▌.

    3.    Onverminderd het bepaalde in de statuten van het ESCB en de onafhankelijke positie van de centrale banken, blijven de toegang voor en de deelname van de NSI's, van andere nationale instanties en van de Commissie (Eurostat) overeenkomstig de leden 1 en 2 beperkt tot administratieve bestanden binnen hun respectieve bestuursstelsels.

    4.    De door hun eigenaren aan de NSI's, andere nationale autoriteiten en de Commissie (Eurostat) beschikbaar gestelde administratieve bestanden die dienen om te worden gebruikt voor de productie van Europese statistieken gaan vergezeld van relevante metagegevens.

    5.   De NSI's en de eigenaren van administratieve bestanden voorzien in de nodige samenwerkingsmechanismen.”;

    (8 bis)

    In artikel 20, lid 4, wordt de tweede alinea vervangen door:

    „De NSI's, andere nationale autoriteiten en de Commissie (Eurostat) treffen alle nodige maatregelen met het oog op de harmonisatie van de beginselen en richtsnoeren betreffende de fysieke en logische bescherming van vertrouwelijke gegevens. De Commissie draagt door middel van uitvoeringshandelingen zorg voor de benodigde harmonisatie. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 27, lid 2.”;

    (9)

    Artikel 23, tweede alinea, wordt vervangen door:

    „De regelingen, voorschriften en voorwaarden voor toegang op het niveau van de Unie worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 27, lid 2.”

    (10)

    Artikel 24 wordt geschrapt.

    (10 bis)

    Artikel 26 wordt vervangen door:

    „Artikel 26

    Schending van de statistische geheimhouding

    De lidstaten en de Commissie treffen passende maatregelen om schending van de statistische geheimhouding te voorkomen en te bestraffen. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.”;

    (12)

    Artikel 27 wordt vervangen door:

    Artikel 27

    Comité

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (*4).

    2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    (*4)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.”"

    Artikel 2

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te …

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    Voor de Raad

    De voorzitter


    (1)  PB C 374 van 4.12.2012, blz. 2.

    (2)  Standpunt van het Europees Parlement van 21 november 2013.

    (3)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

    (4)  Verordening (EU) nr. 1175/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 12).

    (5)  Verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone (PB L 140 van 27.5.2013, blz. 11).

    (6)   Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

    (7)   Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).


    Top