Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013AE1637

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (COM(2013) 09 final — 2013/0007 (COD))

    PB C 198 van 10.7.2013, p. 71–72 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.7.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 198/71


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen

    (COM(2013) 09 final — 2013/0007 (COD))

    2013/C 198/11

    Afdelingsrapporteur: Sarró IPARRAGUIRRE

    Het Europees Parlement en de Raad hebben elk op 5 februari 2013 besloten om het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 43, lid 2, en artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), te raadplegen over het

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen

    COM(2013) 09 final – 2013/0007 (COD).

    De afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 25 maart 2013 goedgekeurd. Rapporteur was de heer SARRÓ IPARRAGUIRRE.

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 17 en 18 april 2013 gehouden 489e zitting (vergadering van 17 april) onderstaand advies uitgebracht, dat met 177 stemmen vóór, bij 10 onthoudingen, werd goedgekeurd.

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1

    Het EESC acht het zaak Verordening (EG) nr. 1224/2009 te wijzigen om deze aan te passen aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

    1.2

    Het EESC is van mening dat bepaalde essentiële aspecten, die in dit advies worden genoemd, door middel van uitvoeringshandelingen moeten worden geregeld en niet door gedelegeerde handelingen.

    2.   Achtergrondinformatie

    2.1

    Bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 wordt een communautaire controleregeling vastgesteld die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) moet garanderen.

    2.2

    Hiermee worden aan de Commissie bevoegdheden overgedragen met het oog op de tenuitvoerlegging van sommige bepalingen van die verordening.

    2.3

    In het VWEU wordt een onderscheid gemaakt tussen aan de Commissie overgedragen bevoegdheden om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling ("gedelegeerde handelingen", artikel 290, lid 1) en aan de Commissie overgedragen bevoegdheden om eenvormige voorwaarden vast te stellen ter uitvoering van juridisch bindende handelingen van de Unie ("uitvoeringshandelingen", artikel 291, lid 2).

    2.4

    Aangezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet worden aangepast aan de nieuwe besluitvormingsregels van het VWEU, heeft de Europese Commissie een voorstel tot wijziging van deze verordening voorgesteld, dat in onderhavig advies wordt geanalyseerd. Hierin worden de thans aan de Commissie overgedragen bevoegdheden verdeeld in gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden.

    3.   Analyse van het voorstel

    3.1

    In het voorstel worden de bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad aan de Commissie overgedragen bevoegdheden geïdentificeerd en wordt benoemd welke daarvan gedelegeerde en welke uitvoeringsbevoegdheden zijn.

    3.2

    Daarnaast worden sommige bepalingen aangepast aan de besluitvormingsprocedures van het VWEU.

    3.3

    Om een en ander te verwezenlijken wordt voorgesteld 66 artikelen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 te wijzigen.

    3.4

    De analyse van het voorstel is dan ook zeer complex, aangezien de wijziging van deze 66 artikelen in totaal zo'n tweehonderd wijzigingen op Verordening (EG) nr. 1224/2009 met zich mee brengt, waarmee de Commissie wordt gemachtigd gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen.

    3.5

    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt toegekend voor onbepaalde tijd en het EP of de Raad kan de bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

    3.6

    Gedelegeerde handelingen treden alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van 2 maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. De termijn wordt met twee maanden verlengd op initiatief van het Europees Parlement of de Raad.

    3.7

    De Commissie wordt in deze procedure bijgestaan door het in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur.

    3.8

    Het EESC heeft zich in zijn adviezen voorstander verklaard van de overdracht van bevoegdheden aan de Commissie om gedelegeerde controlehandelingen vast te stellen om de naleving van de regels van het GVB te garanderen.

    3.9

    Wel is het van mening dat er, gezien het grote aantal wijzigingen op Verordening (EG) nr. 1224/2009, eerst afspraken met de lidstaten hadden moeten worden gemaakt over de inhoud en omvang van alle voorgestelde wijzigingen.

    4.   Bijzondere opmerkingen

    4.1

    De algemene benadering van het VWEU is dat essentiële aspecten van de wetgeving door middel van uitvoeringshandelingen moeten worden geregeld, terwijl niet-essentiële aspecten door middel van gedelegeerde handelingen moeten worden uitgewerkt.

    4.2

    Na het voorstel te hebben geanalyseerd is het EESC van mening dat ten minste de aspecten van alle maatregelen met betrekking tot:

    de voorafgaande kennisgeving en de overlading;

    de vaststelling van een andere manier en een andere frequentie van toezending van gegevens aan de Commissie inzake quota en visserijinspanning;

    de vrijstelling van de verplichting verkoopdocumenten over te leggen voor bepaalde categorieën vissersvaartuigen;

    de vaststelling van voorschriften inzake opslagschema's;

    de aanwijzing van visserijtakken waarvoor specifieke controle- en inspectieprogramma's worden uitgevoerd,

    niet door gedelegeerde handelingen maar door uitvoeringshandelingen moeten worden geregeld, gezien het belang ervan.

    4.3

    Ten slotte verbaast het EESC zich erover dat de bevoegdheid van de Commissie om een gedelegeerde handeling vast te stellen ieder moment kan worden ingetrokken, maar dat dit niet de automatische intrekking van de reeds goedgekeurde gedelegeerde handeling met zich meebrengt.

    Brussel, 17 april 2013

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Henri MALOSSE


    Top