Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

COMP/39.592 — Standard & Poor's

2012/C 31/04

Het ontwerpbesluit inzake toezeggingen conform artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 betreft Standard & Poor's — een dochteronderneming van The McGraw-Hill Companies, Inc. Standard & Poor's en het enige numbering agency van de VS — die haar machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU zou hebben misbruikt door onbillijke tarieven in rekening te brengen voor het gebruik van US International Securities Identification Numbers (hierna „ISIN's” genoemd) in de EER. ISIN's zijn identificatiecodes voor effecten en zijn van onmisbaar belang voor een aantal transacties zoals communicatie tussen banken, clearing en afwikkeling, custody, rapportage aan de autoriteiten en reference data management.

De zaak tegen Standard & Poor's is voortgevloeid uit een gezamenlijke klacht van het European Fund and Asset Management Agency (hierna „EFAMA” genoemd) en andere organisaties.

Op 6 januari 2009 leidde de Commissie een procedure in teneinde overeenkomstig hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1/2003 (2) een besluit te geven en zij stelde op 13 november 2009 een mededeling van punten van bezwaar vast. Hoewel zij het niet eens was met de voorlopige bevindingen, deed Standard & Poor's op 7 april 2011 een aantal toezeggingen om aan de mededingingsbezwaren van de Commissie tegemoet te komen. De onderneming bood aan alle kosten voor indirecte eindgebruikers van US-ISIN's te schrappen. Wat directe gebruikers betreft, zegde Standard & Poor's toe US-ISIN-records gescheiden van andere gegevens met toegevoegde waarde te distribueren. Het tarief voor deze dienstverlening zou initieel op 15 000 USD per jaar worden bepaald.

Op 14 mei 2011 maakte de Commissie conform artikel 27, lid 4, een beknopte samenvatting van de zaak en van de hoofdlijnen van de toezeggingen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij verzocht belanghebbende derde partijen om opmerkingen te maken. Na een aantal reacties te hebben ontvangen, met name van eindgebruikers, stelde zij Standard & Poor's in kennis van de opmerkingen die zij had ontvangen. In het licht daarvan deed de onderneming in september 2011 definitieve, aangepaste toezeggingen.

Nadat de Commissie de indieners van de klacht in kennis had gesteld van de aangepaste toezeggingen, trokken deze hun klacht in.

De Commissie is thans tot de conclusie gekomen dat, onverminderd artikel 9, lid 2, de procedure beëindigd dient te worden.

De raadadviseur-auditeur heeft geen vragen of opmerkingen betreffende deze zaak ontvangen van Standard & Poor's of van derde partijen.

Ik ben derhalve van mening dat het recht om te worden gehoord in deze zaak in acht is genomen.

(1)  Conform de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29).

(2)  Alle artikelen die nog worden aangehaald, zijn artikelen van Verordening (EG) nr. 1/2003.