This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012XC1115(06)
Publication of an application pursuant to Article 8(2) of Council Regulation (EC) No 509/2006 on agricultural products and foodstuffs as traditional specialities guaranteed
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen
PB C 349 van 15.11.2012, p. 23–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 349/23 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen
2012/C 349/11
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
AANVRAAG TOT REGISTRATIE VAN EEN GTS
VERORDENING (EG) Nr. 509/2006 VAN DE RAAD
„SKLANDRAUSIS”
EG-nummer: LV-TSG-0007-0914-13.12.2011
1. Naam en adres van de aanvragende groepering:
Naam: |
Zaļais novads |
||||
Adres: |
|
||||
Tel. |
+371 29444395 / 29475692 |
||||
Fax |
— |
||||
E-mail: |
alanda@dundaga.lv; dzenetam@gmail.com |
2. Lidstaat of derde land:
Letland
3. Productdossier:
3.1. Benaming(en) waarvoor de registratie wordt aangevraagd (artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):
„Sklandrausis”
3.2. Geef aan of de naam:
☒ |
zelf specifiek is |
|
de specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel tot uitdrukking brengt |
Het woord „sklandrausis” wordt in het derde volume van het door K. Mīlenbahs en J. Endzelīns (1927-1929) samengestelde Latviešu valodas vārdnīca (woordenboek van de Letse taal) gedefinieerd als „een gevulde, ronde pastei”.
Het woord is samengesteld uit skland- en rausis. Het woord rausis („pastei”) is afgeleid van het werkwoord raust („oprakelen, uitstrooien”). Daaruit kan worden afgeleid dat de pastei op eenvoudige wijze werd gebakken op bijeengeveegde hete as of kolen in de oven. Sklanda is een oud Koers woord (vooroudertaal van de moderne Koeren, inwoners van het westen van Letland) en betekent „omheining, gevlochten rijswerk” of „helling, glooiing”. In dit geval verwijst het naar de opwaarts gerichte rand van de korst van de pastei. (Karulis, K (1992), Latviešu etimoloģijas vārdīca („Etymologisch woordenboek van het Lets”), Vol. II). In Koerland treft men een speciale soort omheiningen aan die bekend staan als sklandu žogs.
3.3. Aanvraag tot registratie met of zonder reservering overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006:
☒ |
Registratie met reservering van de benaming |
|
Registratie zonder reservering van de benaming |
3.4. Productcategorie:
Categorie 2.3. |
Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
3.5. Beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel waarvoor de in punt 3.1 vermelde benaming geldt (artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):
„Sklandrausis” is een ronde pastei met een diameter van 8 à 14 cm. Voor de bodem van een „sklandrausis” wordt een vast, van roggemeel bereid deeg tot een dikte van 2 à 3 mm uitgerold en uit deze deeglap worden schijven gesneden of gedrukt die de bodem van de pastei vormen en waarvan de rand naar boven wordt gevouwen. De bodem voor de „sklandrausis” wordt gevuld met een laag gekookte aardappelen en een laag wortelen in de verhouding 1:2 tot 1:1. De aardappelen vormen de onderste en de wortelen de bovenste laag. Wanneer de „sklandrausis” klaar is, is de pastei 1,5 à 2,5 cm dik. De bodem van de „sklandrausis” is stevig en goed doorbakken, de vulling luchtig. Kenmerkend is de oranjegele wortelkleur. Op het bovenste gedeelte van de pastei kan een laag room worden aangebracht of de pastei kan worden besprenkeld met kaneel of karwij. „Sklandrausis” smaakt zoet tot zeer zoet. Hoewel de bodem onmiskenbaar naar brood smaakt, overheerst toch de smaak van de wortelen.
„Sklandrausis” wordt koud gegeten en er wordt thee of melk bij gedronken.
3.6. Beschrijving van de methode waarmee het landbouwproduct of het levensmiddel met de in punt 3.1 vermelde benaming wordt geproduceerd (artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):
De voorbereiding van de „sklandrausis”
Van de hierna aangegeven hoeveelheid ingrediënten kunnen 15 à 20 „sklandrausis” worden bereid.
|
600 g roggegries en/of roggebloem |
|
60 g margarine of boter |
|
150 à 200 g water |
|
een snuifje zout, naar smaak |
een beetje tarwebloem (40 à 60 g voor de bovengenoemde hoeveelheid roggegries en/of roggebloem) mag aan het deeg worden toegevoegd om het gemakkelijker te kunnen uitrollen.
De bloem wordt gemengd met warm water waaraan de margarine of boter en het zout worden toegevoegd. Het deeg moet vast zijn en gemakkelijk kunnen worden uitgerold maar mag niet te hard zijn. Het deeg wordt uitgerold tot een lap met een dikte van ongeveer 1,5 à 2,5 mm en daaruit worden vervolgens schijven van 10 à 15 cm gesneden of gedrukt. De bodems met een opstaande rand van 1,5 à 2 cm worden op een ingevette bakplaat gelegd. De randen moeten stevig zijn en strak rechtop staan.
Bereiding van de aardappelvulling:
Ingrediënten:
|
0,8 à 1 kg aardappelen |
|
een snuifje zout, naar smaak |
De aardappelen worden gekookt, fijngemaakt (geraspt) tot een homogene massa en naar smaak wordt zout toegevoegd terwijl de massa wordt gekneed. De aardappelen mogen worden vermengd met 150 à 200 g gesmolten boter of 50 à 100 g room en, indien gewenst, 1 à 3 eieren; voor extra smaak mag karwij worden toegevoegd. Een gedeelte van de gekookte aardappelen mag worden vervangen door ongekookte, geraspte aardappelen waaruit het overtollige vocht is geperst.
Bereiding van de wortelvulling:
Ingrediënten:
|
1,5 à 2 kg wortelen |
|
100 à 300 g suiker |
De wortelen worden gekookt en fijngemaakt tot een homogene massa. Suiker wordt toegevoegd terwijl de massa wordt gekneed. De fijngemaakte wortelen mogen worden vermengd met 200 à 300 g zure room, of, indien gewenst, 1 à 2 eieren. Voor de wortelvulling mogen ook ongekookte, geraspte wortelen worden gebruikt waaruit het overtollige vocht is geperst.
Tijdens de bereiding van de vulling mag griesmeel aan de aardappelen en wortelen worden toegevoegd om een vastere vulling te bekomen.
Eerst worden de aardappelen en vervolgens de wortelen in lagen over de bodem van roggebloemdeeg uitgespreid. De verhouding aardappelen/wortelen in de vulling bedraagt 1:2 tot 1:1. De aldus bereide (vers of diepgevroren) „sklandrausis” wordt bij 220 à 250 °C in de oven gebakken tot de bodem droog is (i.e. gedurende 15 à 30 minuten).
|
200 à 300 g zure room |
|
200 à 300 g suiker |
Op de „sklandrausis” wordt een deklaag aangebracht van zure room die met suiker wordt bestrooid. Voor extra smaak kunnen kaneel of karwij over de pastei worden gestrooid.
Een mengsel van room, suiker en eieren kan ook als deklaag worden gebruikt. In dat geval worden de bovengenoemde hoeveelheden zure room en suiker gemengd met twee eieren en moet de „sklandrausis” minstens 5 minuten langer in een hete oven worden gebakken.
Opslagtemperatuur |
Stadium van de bereiding van het product |
Houdbaarheid |
+ 2 °C tot + 6 °C |
Kant en klare „sklandrausis” |
3 dagen |
– 18 °C |
Diepgevroren „sklandrausis” |
3 maanden |
3.7. Specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel (artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):
Kenmerkend voor het product zijn de bereidingswijze, het recept, de vorm en het voorkomen. „Sklandrausis” is een ronde pastei. De bodem wordt bereid van ongedesemd deeg van roggebloem. De pastei heeft een opstaande rand die doet denken aan een omheining. Hieraan dankt zij haar specifieke vorm en haar naam „sklandrausis”. De pastei is vrij groot, met een diameter van 8 tot 14 cm. Het bovenvlak van de „sklandrausis” heeft een typische oranjegele wortelkleur en bij een dwarsdoorsnede zijn op de bodemlaag van de pastei de aardappelen te zien.
De vorm van de „sklandrausis” zit vol betekenis en symboliek. Levensmiddelen met ronde vormen worden gewoonlijk gegeten naar aanleiding van de winter- en de zomerzonnewende en staan symbool voor de zon. De „sklandrausis” wordt ook met de zonnesymboliek in verband gebracht, zowel wegens zijn ronde vorm als wegens zijn oranjegele bovenlaag van wortelen. De „sklandrausis” belichaamde de creatieve energie van de zon tijdens zonnewendefeesten.
3.8. Traditioneel karakter van het landbouwproduct of het levensmiddel (artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):
„Sklandrausis” kan beschouwd worden als een Lets nationaal gerecht omdat de tradities waarmee het bereiden en eten van dit gerecht verband houden, zeer ver in het verleden teruggaan. Dat blijkt uit de belangrijke rol die het gerecht speelt bij oude, met bepaalde seizoenen verbonden, Letse festivals en vieringen. De knowhow om „sklandrausis” te bereiden werd van generatie op generatie overgeleverd.
Het product kan op een lange geschiedenis bogen. De voorloper ervan was een eenvoudige, gevulde pastei van ongedesemd deeg van roggebloem die werd gebakken in de sintels van een open vuur. Dat de pastei gevuld was, blijkt uit de naam van het product die verwijst naar de opstaande rand van de pastei (žogs of sklanda, i.e. een omheining). Deze rand moest voorkomen dat de vulling zou uitlopen in het vuur.
Uit documenten blijkt dat reeds ten tijde van het hertogdom Koerland (16e tot 18e eeuw) fijngesneden wortelen als vulling voor de „sklandrausis” werden gebruikt. In de 16e eeuw vond de wortelteelt ingang in Letland. Later, nadat in de 17e eeuw de aardappel in Letland was ingevoerd, werden ook fijngesneden (geraspte) aardappelen gebruikt als ingrediënt voor de „sklandrausis”. Oorspronkelijk stonden aardappelen slechts op het menu van de lage landadel. In de 19e eeuw begonnen ook de landbouwers aardappelen te telen. Het product werd snel populair en ging een belangrijke plaats in het nationale dieet bekleden.
Verwijzingen naar de bereiding van „sklandrausis” in Koerland worden aangetroffen in een artikel van J. Heniņš, „Vārdi, kas nav sastopami Ulmaņa vārdnīcā” („Woorden die men in het woordenboek van Ulmanis niet aantreft”) dat werd gepubliceerd in verslag nr. 17 van 1914 van het wetenschappelijk comité van de Letse organisatie in Riga.
In haar boek over de traditionele gerechten van de Koerlandse Lijflanders (Lībieši, een collectie artikelen die in 1994 werd gepubliceerd) merkt Linda Dumpe — een etnografe die de Letse eetgewoonten onderzoekt — op dat pasteien van ongedesemd deeg van roggebloem met een aardappel- en wortelvulling door de Letten in heel Kurzeme en Zemgale worden gebakken en dat aan deze soort pastei bijzondere aandacht moet worden besteed omdat het een oeroud bakproduct is. „Sklandrausis” wordt als traditionele benaming voor een pastei beschouwd want de term doet bij velen een belletje rinkelen en wordt ook nu nog gebruikt wanneer men het over de Letse nationale keuken heeft (Masiļūne, Ņ. (2004), Latviešu nacionālie ēdieni („Letse nationale gerechten”)). Getuigenissen over het traditionele karakter van de „sklandrausis” worden ook aangetroffen in de werken van diverse auteurs die schrijven over de Letse seizoensgebonden tradities. „Sklandrausis” wordt vermeld als het typische gerecht van het oogstfestival of „Jumis”. In de oudheid vierden de Letten dit festival ten tijde van de herfstzonnewende om het einde van de oogst te markeren (Auns, O.T. (1993), Latviešu tautas dzīvesziņa („De sociale gewoonten van de Letten”)). De „sklandrausis” werd ook bereid en gegeten naar aanleiding van diverse andere, seizoensgebonden vieringen, zoals Pasen. Andrejs Štālers (geboren in 1866), een Lijflander uit Kolka, herinnerde zich dat diverse lekkernijen, waaronder stukken „sklandrausis”, met Pasen, na het traditionele zangritueel, werden uitgedeeld (Lībiešu folklora („Lijflandse folklore”) (2003)). In zijn verhaal over de tradities in en rond Alsunga aan het begin van de 20e eeuw herinnert Pēteris Upenieks zich dat „sklandrausis” rond de kersttijd werd bereid (Balandnieki, 2005).
Het recept voor „sklandrausis” is in haast elk kookboek opgenomen waarin de Letse tradities in verband met broodbakken zijn beschreven. Zo is er bijvoorbeeld Daudzveidīgā maizīte („De vele gedaanten van brood”) van de deskundige op het gebied van broodbakken, Zigrīda Liepiņa, dat in 1993 werd gepubliceerd. In de studie Mūsu maize (Ons dagelijks brood) van etnografe Indra Čekstere, die in 2004 werd gepubliceerd, wordt gezegd dat de Lijflandse huisvrouwen om een echt verrukkelijke „sklandrausis” te maken half zo veel aardappelen als wortelen gebruiken en de wortelvulling extra zoet maken. Op het einde wordt iedere „sklandrausis” bestreken met een mengsel van room, suiker en eieren en besprenkeld met karwij.
De bereiding van „sklandrausis” wordt ook vermeld door de filoloog, historicus en folklorist Kārlis Draviņš in zijn werk Kurzeme aizgājušos laikos („Koerland destijds”) dat in 2000 werd gepubliceerd. In zijn beschrijving van de tradities met betrekking tot het broodbakken in Koerland aan het begin van de 20e eeuw herinnert hij zich dat de „sklandrausis” werd gebakken als een gevulde pastei met opstaande rand en een vulling van gekookte en fijngemaakte aardappelen en geraspte wortelen.
In Latviešu tautas ēdieni („Traditionele Letse keuken”) (2009) van L. Dumpe, een compilatie van tijdens diverse etnografische expedities verzameld materiaal, is een recept voor „sklandrausis” opgenomen dat door Elza Rozenfelde (geboren in 1919) in Melnsils wordt beschreven: „Het vereiste heel wat inspanningen en ingrediënten om ze te bereiden. Ze werden bereid van roggebloem. Ze waren vrij groot want ze werden in een oven gebakken. De rand werd naar boven gevouwen. Het deeg verharde tijdens het bakken.”. Voor de vulling werd een mengsel van aardappelen en wortelen gebruikt waaraan naar behoeven room, suiker, eieren, vetstof en een beetje bloem of griesmeel werden toegevoegd, net als karwij en kaneel voor extra smaak.
Hoewel „sklandrausis” door iedere huisvrouw op creatieve wijze en met gebruikmaking van de producten die ze in huis had werd bereid, blijkt toch uit onderzoek en mondelinge overleveringen dat voor de klassieke bereiding van een „sklandrausis” ongedesemd deeg van roggebloem werd gebruikt, de ronde bodem van de pastei door rollen of snijden uit dit deeg werd gehaald en de rand van deze bodem naar boven werd gevouwen. Voor de vulling werd gebruik gemaakt van aardappelen en wortelen waaraan de kok naar believen andere ingrediënten zoals boter, room, suiker, eieren en griesmeel kon toevoegen.
De tradities waarmee de bereiding van „sklandrausis” wordt geassocieerd, hebben tot op heden standgehouden. De pasteien worden doorgaans thuis gebakken, meestal in Koerland. De „sklandrausis” heeft aan populariteit gewonnen doordat deze pastei een van de diverse producten is die aan de toeristen worden aangeboden. Gasten die een bezoek brengen aan boerderijen of andere plekken waar „sklandrausis” wordt bereid, mogen toekijken hoe de pastei wordt bereid en mogen ervan proeven.
3.9. Minimumeisen en procedures voor de controle van de specificiteit (artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie):
Een „sklandrausis” moet aan de minimumvereisten in het productdossier voldoen en de specifieke kenmerken van het product hebben. De controles vinden plaats op basis van een organoleptische evaluatie en een evaluatie van de smaakkenmerken van het product. Voor een „sklandrausis” gelden de volgende minimumvereisten:
1. |
de „sklandrausis” wordt bereid conform de bereidingswijze die is uiteengezet in punt 3.6. en met gebruikmaking van de aldaar vermelde ingrediënten; |
2. |
het eindproduct heeft de volgende kenmerken:
|
Het aantal „sklandrausis” dat een „sklandrausis”-producent bereidt en op de markt brengt, moet in het desbetreffende register worden ingeschreven.
De producenten moeten de documenten waarmee de samenstelling van het product kan worden aangetoond, bewaren en voorleggen aan de inspecteur.
De individuele producenten en/of producentenorganisaties controleren de naleving van het productdossier, het gebruik van de vermelde ingrediënten, de bereidingswijze van de pastei en het voorkomen en de organoleptische kenmerken van het eindproduct. Eenmaal jaarlijks wordt deze controle ook nog eens door het controleorgaan verricht.
4. Autoriteiten of organismen die de naleving van het productdossier controleren:
4.1. Naam en adres:
Naam: |
Pārtikas un veterinārais dienests |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+371 67095230 |
|||
Fax |
— |
|||
E-mail: |
pvd@pvd.gov.lv |
☒ Overheidsorgaan |
Particulieren |
4.2. Specifieke taken van de autoriteit of het orgaan:
Het bovengenoemde overheidsorgaan heeft als taak erop toe te zien dat aan alle basisvereisten in het productdossier wordt voldaan.
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.