EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012XC1024(02)

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB C 322 van 24.10.2012, p. 9–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/9


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 322/05

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ACEITE DE NAVARRA”

EG-nummer: ES-PDO-0005-0695-29.04.2008

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam:

„Aceite de Navarra”

2.   Lidstaat of derde land:

Spanje

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.5.

Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie, enz.)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

Extra olijfolie van eerste persing, gemaakt van olijven van de volgende variëteiten die rechtstreeks van de boom worden geplukt: Arróniz, Empeltre en Arbequina. De inheemse variëteit Arróniz wordt beschouwd als de belangrijkste variëteit en maakt meer dan 10 % van de versneden olie uit. Dit percentage heeft betrekking op hetzij het aandeel in de olijvenmix, hetzij het aandeel in de oliemix.

De olie wordt uitsluitend verkregen met behulp van mechanische of andere fysieke processen die de olie niet veranderen, maar de smaak, geur en eigenschappen van de vrucht waaruit deze wordt verkregen, ongewijzigd laten.

De olie heeft de volgende fysisch-chemische eigenschappen:

Zuurtegraad: maximaal 0,3°

Peroxidegetal: maximaal 15 mEq O2

Ultravioletabsorptie (K270): maximaal 0,15

Ultravioletabsorptie (K232): maximaal 2

Vetzuursamenstelling: ten minste 72 % oliezuur

Wat de organoleptische eigenschappen betreft, is „Aceite de Navarra” een gematigd tot intens fruitige olie met groene toetsen, met een kenmerkende bitterheid en scherpheid, zeer evenwichtig, van lichte tot gematigde intensiteit, maar niet zoet, met de volgende parameters:

Mediaan voor fruitigheid (Mf): minimaal 4,5

Mediaan voor gebreken (Md): 0

Mediaan voor bitterheid: hoger dan 1,5 en lager dan 4,0

Mediaan voor scherpheid: hoger dan 2,0 en lager dan 4,0

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Alle fasen van het teelt-, productie- en persproces van „Aceite de Navarra” vinden uitsluitend in het in punt 4 vastgestelde geografische gebied plaats.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

Het beschermde gebied omvat in alfabetische volgorde de 135 onderstaande gemeenten:

Gemeenten:

Abaigar, Abárzuza, Aberin, Ablitas, Adiós, Aibar, Allín, Allo, Ancín, Andosilla, Añorbe, Aras, Arcos (Los), Arellano, Arguedas, Armañanzas, Arróniz, Artajona, Artazu, Ayegui, Azagra, Azuelo, Barásoain, Barbarin, Bargota, Barillas, Beire, Belascoáin, Berbinzana, Biurrun-Olcoz, Buñuel, Busto (El), Cabanillas, Cadreita, Caparroso, Cárcar, Carcastillo, Cascante, Cáseda, Castejón, Cintruénigo, Cirauqui, Corella, Cortes, Desojo, Dicastillo, Enériz, Eslava, Espronceda, Estella, Etayo, Ezprogui, Falces, Fitero, Fontellas, Funes, Fustiñana, Gallipienzo, Garinoain, Guesálaz, Guirguillano, Igúzquiza, Javier, Larraga, Lazagurría, Leache, Legarda, Legaria, Leoz, Lerga, Lerín, Lezáun, Liédena, Lodosa, Lumbier, Luquin, Mañeru, Marcilla, Mélida, Mendavia, Mendaza, Mendigorría, Metauten, Milagro, Mirafuentes, Miranda de Arga, Monteagudo, Morentin, Mues, Murchante, Murieta, Murillo El Cuende, Murillo El Fruto, Muruzábal, Názar, Obanos, Oco, Olejua, Olite, Olóriz, Orísoain, Oteiza, Peralta, Piedramillera, Pitillas, Puente La Reina, Pueyo, Ribaforada, Sada, San Adrián, San Martín de Unx, Sangüesa, Sansol, Santacara, Sartaguda, Sesma, Sorlada, Tafalla, Tiebas-Muruarte de Reta, Tirapu, Torralba del Río, Torres del Rio, Tudela, Tulebras, Ucar, Ujué, Unzué, Uterga, Valtierra, Viana, Villafranca, Villamayor de Monjardín, Villatuerta, Yerri, Yesa en het gebied Bardenas Reales.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

In termen van klimaat zijn drie factoren kenmerkend voor het afgebakende geografische gebied:

het feit dat het van oost tot west wordt begrensd door de aaneenschakeling van de bergketens Codés, Lókiz, Urbasa, Andía, Perdón, Aláiz, Izco en Leyre, die een natuurlijke barrière vormen voor de vochtige Cantabrische wind;

de invloed van de heersende noordwestelijke wind, die in het Spaans wordt aangeduid als de „Cierzo”;

de breedtegraad: tussen 41° 54′ en 42° 49′ NB.

Het gebied ligt vrijwel geheel in het dal van de rivier de Ebro, op een hoogte van minder dan 600 m, en wordt in het noorden begrensd door de bovengenoemde barrière tegen de vochtige wind die, samen met de „Cierzo”, zorgt voor weinig regen (in het grootste deel van het gebied valt tot 400 mm neerslag per jaar), veel zon (2 500 zonuren per jaar), met gemiddeld meer dan 120 onbewolkte dagen per jaar en grote temperatuurverschillen tussen zomer en winter en tussen dag en nacht (deze verschillen zijn het grootst tijdens het najaar (tot 18 °C)).

Vooral door de „Cierzo”-wind zijn de winters kouder en de zomers droger.

Het gebied kent 190 vorstvrije dagen per jaar en de eerste najaarsvorst treedt op in de tweede helft van oktober.

De bodem is overwegend gematigd diep tot diep, met een bodemgesteldheid variërend van „ustic” tot „aridic” (volgens de bodemvochtigheidstaxonomie van de USDA). De bodem bestaat hoofdzakelijk uit mergel, klei, krijt en kalksteen. De aarde is bruin, kalkhoudend en koolhoudend, zowel van nature alsook doordat het lage neerslagniveau niet bevorderlijk is voor ontkalking.

Historische en menselijke factoren

Olijfbomen maken in Navarra al onderdeel uit van het landschap sinds de tijd van de Romeinen en het gebruik van de olie ligt nog steeds ten gronde aan een lange cultuur en traditie waarin de plaatselijke olie een van de basislevensmiddelen van de streek uitmaakt.

De olijfteelt in Navarra bereikte haar piek tijdens de eerste vier decennia van de twintigste eeuw, toen er meer dan 60 olijfpersen in gebruik waren en olijfolie van zodanige kwaliteit werd geproduceerd dat er prijzen voor werden uitgereikt, waaronder een prijs voor een olie uit Cascante tijdens de Wereldtentoonstelling in Sevilla in 1929.

Het gebied dat voor de olijfteelt wordt gebruikt, bereikte in 1967 een piek met een totale oppervlakte van 8 682 hectare. Later nam dit af tot 2 297 hectare in 1995.

Sindsdien is er sprake van een heropleving van de olijfteelt die gepaard gaat met ontwikkelingen op het gebied van het persproces, de modernisering en concentratie van de persen en een aanzienlijke toename van de verwerkingscapaciteit.

De huidige capaciteit van de olieslagerijen in Navarra is groter dan de maximaal mogelijke productie, wat betekent dat de olijven momenteel en ook in de toekomst op het ideale moment kunnen worden geperst.

De kavelstructuur van het landbouwgebied in Navarra is altijd gekenmerkt door een sterke kleinschaligheid. Dit blijft een belangrijk element voor de teelt van permanente gewassen, met name olijfbomen. Het land is zodanig opgedeeld dat de huidige 5 344 hectare is verspreid over meer dan 19 500 kavels die in handen zijn van ruim 8 000 olijftelers (gegevens voor 2010 van het departement van Plattelandsontwikkeling en Milieu).

De olijfteelt is in deze streek altijd een uitgesproken sociale activiteit geweest, waarbij voor diverse teeltgerelateerde taken, vooral het oogsten, gebruik wordt gemaakt van familiearbeid.

Wat de afzet van deze olie betreft, wordt een groot deel nog steeds door de producenten zelf geconsumeerd, met inbegrip van de olie die wordt geproduceerd in olieslagerijen die geen eigendom zijn van coöperaties.

De drie variëteiten Arróniz, Empeltre en Arbequina hebben van oudsher naast elkaar bestaan in percentages die van gebied tot gebied variëren. Het is heel gebruikelijk om op een kavel waar een van de drie variëteiten wordt geteeld, hier en daar verspreid bomen van een andere variëteit aan te treffen, vooral op oude akkers, vanwege de overtuiging dat dit gunstig is voor de bestuiving (daarom worden deze bomen „machos” — mannelijke bomen — genoemd.

5.2.   Specificiteit van het product:

Het unieke karakter van de „Aceite de Navarra” is te danken aan de aanwezigheid van de inheemse variëteit Arróniz, die in de versnijding met de variëteiten Arbequina en Empeltre meer dan 10 % uitmaakt, wat de olie haar kenmerkend profiel met de volgende parameters verleent:

oliën met een kenmerkende bitterheid en scherpheid, zeer evenwichtig, van lichte tot gematigde intensiteit, maar niet zoet (lichte tot gematigde bitterheid, met waarden variërend van 1,5 tot 4,0 en een lichte tot gematigde scherpheid, met waarden variërend van 2,0 tot 4,0);

gematigd tot intens fruitige oliën met waarden boven 4,5 en met groene toetsen;

oliën met een hoog percentage oliezuur (meer dan 72 %).

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De specifieke kenmerken van het in de leden 3.2 en 5.2 van dit document beschreven product „Aceite de Navarra” zijn in beginsel het resultaat van het gebruik van de inheemse variëteit Arróniz bij de productie van deze olie.

Het gebied waar de variëteit Arróniz van nature en uitsluitend voorkomt, komt overeen met het in punt 4 afgebakende geografische gebied. Deze variëteit is uitstekend aangepast aan het klimaat van dit gebied vanwege de hoge bestendigheid tegen droogte en winterkou (zie „Variedades de olivo en España” (Olijfvariëteiten in Spanje), ministerie van Milieu, Platteland en Marien Milieu, 2005).

Door het gebruik van de variëteit Arróniz, alleen of versneden met de variëteiten Empeltre en Arbequina, heeft de „Aceite de Navarra” bittere en scherpe, zeer evenwichtige kenmerken en is de olie niet zoet.

Tegelijkertijd zijn de aanwezigheid van de variëteit Arróniz, de mate van rijpheid wanneer de olijven worden geplukt, de breedtegraad en de klimatologische omstandigheden van het gebied factoren die van invloed zijn op de vetzuursamenstelling van „Aceite de Navarra” en bepalend zijn voor het hoge oliezuurgehalte van meer dan 72 %.

De olie ontleent haar uitzonderlijke organoleptische eigenschappen, meerbepaald de gemiddelde fruitigheid van meer dan 4,5 met groene toetsen, aan de vroege oogst van de nog relatief groene olijven (om vroege vorst te vermijden) en aan de bodemgesteldheid (kalkhoudende bodem, droog en zonnig klimaat dankzij de door de bergketens gevormde barrière en de „Cierzo”-wind).

De olijven kunnen dankzij de hieronder vermelde natuurlijke kenmerken van het gebied bij de juiste rijpingsgraad — betrekkelijk groen (minder dan 4 op een schaal van 1 tot 10) — worden geoogst, wat direct van invloed is op de specifieke organoleptische eigenschappen van „Aceite de Navarra”:

de grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht tijdens de rijpingstijd die zorgen voor de geleidelijke en gespreide rijping van de drie variëteiten;

de specifieke menselijke factoren van het gebied:

de spreiding van eigendom (zeer kleinschalig) en de beschikbaarheid van familiearbeid;

de overcapaciteit van de olieslagerijen, waardoor de olijven op het ideale moment kunnen worden verwerkt.

Al deze factoren hebben geleid tot een olie met specifieke kenmerken wat betreft de chemische samenstelling en de organoleptische beoordeling.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://www.cfnavarra.es/agricultura/COYUNTURA/marcas_calidad_diferenciada/pliego-condiciones/120328_Pliego_Condiciones_DOP_Aceite_Navarra.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Top