Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012XC0919(04)

    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    PB C 283 van 19.9.2012, p. 18–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.9.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 283/18


    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    2012/C 283/10

    Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

    ENIG DOCUMENT

    VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

    „BAMBERGER HÖRNLA”/„BAMBERGER HÖRNLE”/„BAMBERGER HÖRNCHEN”

    EG-nummer: DE-PGI-0005-0802-17.03.2010

    BGA ( X ) BOB ( )

    1.   Naam:

    „Bamberger Hörnla”/„Bamberger Hörnle”/„Bamberger Hörnchen”

    2.   Lidstaat of derde land:

    Duitsland

    3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

    3.1.   Productcategorie:

    Categorie 1.6

    Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

    3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

    De aardappel Solanum tuberosum, ondersoort tuberosum L. maakt net zoals tomaten, paprika's en aubergines deel uit van de nachtschadefamilie (Solanaceae).

    De aardappelsoort „Bamberger Hörnla” is één van de „oude landsoorten”. Ze werd niet verkregen door teelt. Het verzoek om bescherming van de benaming „Bamberger Hörnla” heeft betrekking op consumptieaardappelen.

    De plant is klein en heeft dun, zacht loof en witte bloemen. De plant heeft behoefte aan een voedingrijke en zo licht mogelijke bodem omdat hij zeer gevoelig is voor stagnerend vocht. De oogst vindt plaats in september/oktober.

    Deze aardappelknollen zijn klein en vingervormig en ook enigszins hoornvormig gekromd. Sommige exemplaren zijn halvemaanvormig of zijn op bizarre wijze verwrongen. De lengte/breedte-verhouding van de langwerpige Bamberger Hörnla bedraagt in de regel 2: 3,5.

    De huid van de aardappel is glad, met een zijdeglans, helder en licht van kleur met een lichtrode tint die bij de ogen van de aardappel begint en op die plek ook het intensiefst is. De lichtrode tint is kort na de oogst het duidelijkst en verdwijnt meer en meer naarmate de aardappel langer wordt opgeslagen.

    De „Bamberger Hörnla” heeft een krachtige, nootachtige smaak. Volgens de „Richtlinie des Bundessortenamtes für die Koch- und Speiseprüfung mit Speisekartoffeln” wordt de aardappel wat het kooktype betreft ingedeeld als een vastkokende aardappel met geel vruchtvlees; de bloemigheid ligt in de regel onder waarde 4 (wat wil zeggen dat de aardappel niet bloemig is) en de consistentie (vastkokendheid) boven waarde 6 (wat wil zeggen dat hij vastkokend en dus stevig van consistentie is). Het zetmeelgehalte van de totale massa bedraagt gemiddeld meer dan 13 %.

    3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

    3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

    3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

    De teelt van Bamberger Hörnla moet plaatsvinden in de drie Frankische districten, Ober-, Mittel- en Unterfranken. Ook de pootaardappelen moeten van oorsprong uit dit gebied zijn.

    Het „Bamberger Hörnchen” is op grond van de „Verordnung über die Zulassung von Erhaltungssorten und das Inverkehrbringen von Saat- und Pflanzgut von Erhaltungssorten” (verordening instandhoudingsrassen) van 21 juli 2009 (BGBl. I blz. 2107) door het Duitse „Bundessortenamt” als instandhoudingsras (Erhaltungssorte) toegelaten.

    Overeenkomstig § 4, lid 2, eerste zin, nummer 4 van bovengenoemde nationale verordening mag zaaigoed (in dit geval pootaardappelen) van instandhoudingsrassen slechts in de handel worden gebracht wanneer het in een van de oorsprongsgebieden waar het ras werd toegelaten, werd geteeld. De pootaardappelen moeten dus van oorsprong uit de drie Frankische districten, Ober-, Mittel- en Unterfranken, zijn.

    3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

    3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

    4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied.:

    Het geografische gebied omvat de drie Frankische districten, Ober-, Mittel- en Unterfranken.

    5.   Verband:

    5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

    In Franken spelen de tuinbouw en de groenteteelt al eeuwen lang een grotere rol bij de levensmiddelenproductie dan elders (met name de Bambergse tuinbouw was van de 14de eeuw tot het midden van de 19de eeuw de pijler van het economische leven in de stad, een bijzonder fenomeen dat in geen enkele andere stad bestond). De appreciatie voor groenten is in de traditionele Frankische regionale keuken tot op heden nog even groot.

    De aardappelteelt in Franken kan op een zeer lange traditie bogen. De aardappel werd in Duitsland voor het eerst in 1694 op grote schaal geteeld in Franken. Dankzij de Bamberger Hörnla genoot de Frankische regionale keuken reeds vroeg de voorkeur wanneer fijne aardappelsla op het menu stond.

    Al meer dan een eeuw lang is de naam Bamberger Hörnla een begrip in het bewustzijn van de Franken. Mondelinge overleveringen en verwijzingen in de literatuur situeren de teelt van deze aardappel in Franken in de late 19de eeuw en wijzen op een herkomst uit Frankrijk. Voorts zijn er aanwijzingen dat de voorlopers van de Bamberger Hörnla reeds in de 18de eeuw vanuit de siertuinen van de Bambergse prins-bisschoppen in de tuintjes en op velden van de Bambergse tuinders zijn beland.

    Door de langwerpige hoornvorm (lengte/breedte-verhouding 2: 3,5) en de sterk variërende grootte van de aardappel kan de oogst normaliter niet met gewone aardappelrooimachines plaatsvinden. Er wordt dus geoogst met de hand of met speciaal aangepaste machines. Deze speciale aardappelrooimachines zijn evenwel niet zo efficiënt als de gewone machines omdat door de speciale afstelling (weinig afstand tussen de staven van het transportband) meer aardkluiten worden meegeoogst die dan met veel moeite weer handmatig verwijderd moeten worden.

    Het Frankische teeltgebied wordt over het geheel genomen in vergelijking met andere teeltgebieden gekenmerkt door een droger en in de zomer warmer (continentaal) klimaat. Gemiddeld valt er jaarlijks ongeveer 630 mm neerslag; de gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 8,6 tot 8,8 °C en het gemiddelde aantal zonuren bedraagt per jaar 1 550 tot 1 700 uren.

    5.2.   Specificiteit van het product:

    Kenmerkend voor de Bamberger Hörnla is zijn op-en-top karakteristieke vorm. Bamberger Hörnla zijn klein, vingervormig en enigszins hoornvormig gekromd hetgeen de naam van deze aardappel verklaart.

    Er moet op worden gewezen dat de Bamberger Hörnla wegens het hoge zetmeelgehalte van gemiddeld meer dan 13 % eigenlijk overwegend vastkokend zou mogen zijn maar als feitelijk kooktype echt vastkokend is. Het bijzondere bij de Bamberger Hörnla is dus dat het een aardappel is die tezelfdertijd vastkokend is (stevige consistentie) en een krachtige, nootachtige smaak heeft.

    De nootachtige smaak gecombineerd met een stevige consistentie maken deze aardappel tot enig in zijn soort wanneer zijn vorm, grootte en smaak worden vergeleken met andere, soortgelijke, vingervormige aardappelen.

    Wegens de stevige consistentie werd en wordt hij van oudsher gebruikt bij de bereiding van aardappelsla (Kartoffelsalat). Uit talrijke persberichten blijkt dat de Bamberger Hörnla voor dat recept bij de consument hoog in aanzien staat.

    5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

    Het Frankische teeltgebied wordt in vergelijking met andere teeltgebieden gekenmerkt door een droger en in de zomer warmer (continentaal) klimaat. Daardoor heeft de Bamberger Hörnla uit het geografische gebied een hoger zetmeelgehalte dan hij zou hebben wanneer hij in andere gebieden zou worden geteeld. Het hoge zetmeelgehalte van gemiddeld meer dan 13 % van de totale massa verleent de Bamberger Hörnla zijn typische, krachtige, nootachtige smaak die voor aardappelen van het kooktype „vastkokend” uniek is.

    Wegens zijn bijzondere smaak, die de aardappel dankt aan de bijzondere klimatologische omstandigheden in het geografische gebied, staat de Bamberger Hörnla bij de consument en vooral bij fijnproevers hoog in aanzien. In 2008 werd de Bamberger Hörnla door een vakjury in Duitland tot aardappel van het jaar uitgeroepen. Door de eeuwenlange teelt van de Bamberger Hörnla in Franken is deze aardappel bovendien tot een belangrijk en onontbeerlijk bestanddeel van de Frankische regionale keuken geëvolueerd. Dat blijkt uit het feit dat de Bamberger Hörnla is opgenomen in de „Datenbank traditioneller bayerischer Spezialitäten” (internet-databank voor traditionele Beierse specialiteiten) die door het „Bayerische Staatsministerium für Ernährung, Landwirtschaft und Forsten” (Beierse ministerie voor Voeding, Land- en Bosbouw) wordt bijgehouden.

    Omdat vooral de oogst van de Bamberger Hörnla nauwelijks met machines kan plaatsvinden, kan de aardappel uit economisch oogpunt de concurrentie met de meeste aardappelsoorten niet aan. Bovendien is er bij de Bamberger Hörnla vaak sprake van vergroeiingen waardoor de aardappelen bij het sorteren en verpakken op deze plekken vaak afknappen en ze dus moeilijker via de groothandel en de detailhandel aan de man kunnen worden gebracht. In combinatie met deze vergroeiingen treft men bij de Bamberger Hörnla ook vaker aardappelen met groene plekken aan die uitgesorteerd moeten worden. Al deze factoren hebben ertoe geleid dat de productie van de Bamberger Hörnla beperkt is tot de Frankische teeltgebieden. Hier is immers de knowhow voorhanden om bovengenoemde nadelen tot een minimum te beperken en is de Bamberger Hörnla, doordat hij zo onlosmakelijk met de traditionele Frankische keuken is verbonden, bij de consument zeer geliefd en wordt hij door hem zeer gewaardeerd.

    Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

    Markenblatt Heft 9 van 5 maart 2010, Teil 7c, S. 3573

    https://register.dpma.de/DPMAregister/geo/detail.pdfdownload/12301


    (1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


    Top