EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012XC0811(04)

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB C 242 van 11.8.2012, p. 13–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 242/13


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 242/11

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9

„MÂCHE NANTAISE”

EG-nummer: FR-PGI-0105-0072-26.10.2011

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van de oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Nationale eisen

Andere

2.   Aard van de wijziging(en):

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

Het hoofdstuk „Beschrijving van het product” werd gewijzigd om rekening te houden met de criteria die de telers voor de selectie van de variëteiten hebben ontwikkeld en te verduidelijken aan welke criteria nieuwe variëteiten moeten voldoen om voor de BGA in aanmerking te komen.

Het hoofdstuk „Geografisch gebied” werd niet gewijzigd. Er wordt benadrukt dat de verpakking plaatsvindt in het geografische gebied. Hierdoor kan worden gegarandeerd dat het product vers is (levering binnen een dag) en kan een beroep worden gedaan op de door de plaatselijke ateliers ontwikkelde knowhow en vakbekwaamheid (aantal bakken waarin de sla wordt gewassen, temperatuur, referentiesysteem voor de goedkeuring) die voor een kwaliteitsproduct onontbeerlijk zijn.

Het hoofdstuk „Bewijs van de oorsprong” werd gewijzigd om rekening te kunnen houden met de laatste verbeteringen die werden aangebracht aan de voor de marktdeelnemers bestemde registratiedocumenten (perceelregister, teeltregister…).

Het hoofdstuk „Werkwijze voor het verkrijgen van het product” bevat de meeste wijzigingen. Dankzij deze wijzigingen kan zowel het teeltproces als het behandelingsproces van de „Mâche nantaise” worden gemoderniseerd en aangepast. De technische ontwikkelingen die zich sedert 1999, toen de BGA „Mâche nantaise” werd geregistreerd, hebben voorgedaan, zijn in aanmerking genomen zodat een bijgewerkt productiedossier kan worden ingediend. De volgende wijzigingen zijn aangebracht:

de plaatsen in het geografische gebied waar de percelen zich bevinden, zijn duidelijk vermeld,

met het oog op de toevoeging van nieuwe variëteiten is een lijst opgesteld van de momenteel gebruikte variëteiten met hun kenmerken,

de voorschriften met betrekking tot de plantdichtheid van de zaailingen zijn geherformuleerd,

het gebruikte zand wordt nauwkeurig getypeerd (granulometrie, rondheid, chemische neutraliteit),

de termijn tussen het tijdstip waarop de nog niet geoogste veldsla aan een deskundig onderzoek wordt onderworpen en het tijdstip waarop de oogst plaatsvindt, wordt vastgesteld op maximaal 48 uur,

de wijze waarop de veldsla wordt geoogst en de termijnen voor levering aan het atelier worden nader omschreven,

de termijn tussen het tijdstip waarop de „mâche plateau” (geselecteerde veldsla met grote bladeren die in een groentekistje wordt aangeboden) wordt geoogst en het tijdstip waarop hij wordt ontzand, wordt vastgesteld op maximaal 24 uur en de termijn tussen het tijdstip waarop deze veldsla wordt geoogst en het tijdstip waarop hij wordt verzonden op maximaal 48 uur,

de termijn tussen het tijdstip waarop de „mâche barquette” (geselecteerde veldsla die in een bakje onder folie wordt aangeboden) en de „mâche prête à l'emploi” (geselecteerde veldsla die in een zakje of in een hermetische verpakking, klaar voor het verbruik, en met de juiste bewaartemperatuur wordt aangeboden) worden geoogst en het tijdstip waarop zij worden gewassen, wordt vastgesteld op maximaal 24 uur. (Er geldt een beperking wanneer de temperatuur bij de aanvang van de oogst hoger is dan 12 °C. In dat geval moet de veldsla nog op de dag van de oogst worden gewassen.),

het wassen van de „mâche barquette” en de „mâche prête à l'emploi” (temperatuur van het water, mogelijkheid om automatisch te sorteren) wordt nader omschreven,

voor de lokalen waar de veldsla wordt verpakt, wordt een maximale temperatuur vastgesteld,

de controles vóór de verkoop worden herzien.

Het hoofdstuk „Verband” werd gewijzigd, niet alleen om rekening te houden met technische ontwikkelingen die zich sedert 1999, toen de BGA „Mâche nantaise” werd geregistreerd, hebben voorgedaan maar ook om het product nog meer in de kijker te zetten. Daarbij wordt gewezen op de faam die het heeft verworven dankzij bepaalde teeltpraktijken zoals het gebruik van zand met een granulometrie die specifiek is voor de productie van de „Mâche nantaise”.

Het hoofdstuk „Etikettering” werd gewijzigd om de nationale eisen, die niet meer van toepassing zijn, te schrappen. Ook moet niet langer de vermelding „Indication Géographique Protégée” worden aangebracht maar moet systematisch van het BGA-logo van de Europese Unie gebruik worden gemaakt.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„MÂCHE NANTAISE”

EG-nummer: FR-PGI-0105-0072-26.10.2011

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Mâche nantaise”

2.   Lidstaat:

Frankrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.6.

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

Snelgroeiende kleine plant van de Valeriaanfamilie, geslacht Valerianella, soort olitoria, die wordt aangeduid met de naam „gewone veldsla”, met langgerekte, spatelvormige, paarsgewijs groeiende wortelbladeren met vrij duidelijke nerven. Ieder bladpaar groeit kruisgewijs boven een ander bladpaar zodat een dichte rozet wordt gevormd. De volgende variëteiten worden gebruikt: Accent — Agathe — Baron — Calarasi RZ — Cirilla — Dione — Elan — Eurion — Fiesta — Gala — Jade — Juvert — Juwallon — Match — Medaillon — Palace — Princess — Pulsar — Rodion — Trophy — Valentin — Vertes de Cambrai. Wanneer nieuwe variëteiten worden geïntroduceerd, baseert de organisatie zich bij de selectie op de volgende kenmerken: de veldsla moet van het type „verte” of „coquille” zijn („verte” = veldsla met grote, lange, dikke, generfde, donkergroene bladeren; „coquille” = veldsla met ronde, gladde, weinig generfde bladeren en een korte bladsteel), een fenotype hebben dat het mogelijk maakt de veldsla als volledige plant te oogsten en te verpakken, ingeschreven zijn in de officiële Franse catalogus of de officiële catalogus van de EU, voldoen aan professionele fytosanitaire normen en voldoende kiemkracht bezitten. Na iedere aanpassing van de lijst van variëteiten wordt de nieuwe lijst ter beschikking gesteld van de producenten, het controleorgaan en de voor de controle bevoegde autoriteiten.

De veldsla is onverkoopbaar in de toestand waarin hij van het veld wordt gehaald en moet een specifieke behandeling ondergaan alvorens hij kan worden verpakt in een groentekistje, een bakje of, wanneer het „mâche prête à l'emploi” betreft, een zakje. Meteen zijn ook de drie verpakkingswijzen van het product met de BGA vermeld.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

Niet van toepassing.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

Niet van toepassing.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Alle fasen van de productie (telen, wassen verpakken) moeten plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied.

De productie van de „Mâche nantaise” — een bijzonder kwetsbaar vers product — is een complex proces waarbij verschillende fasen achter elkaar worden doorlopen. De productie vereist dat de ateliers en telers nauw samenwerken en dat de ateliers dicht bij de percelen gevestigd zijn zodat de kwaliteit van het product permanent kan worden geëvalueerd, aan de voorwaarden voor het verkrijgen van het eindproduct kan worden voldaan en een product wordt aangeboden dat vers en houdbaar is.

Hulpmiddel hierbij is een gemeenschappelijk referentiesysteem voor de kwaliteit dat werd opgesteld in de regio bij gebrek aan officiële normen. Het wordt zowel op het veld, bij de levering aan het atelier (goedkeuring van het ongewassen product) als op het eindproduct toegepast.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

De verpakking moet eveneens plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied. Hierdoor kan worden gegarandeerd dat het product vers is (levering binnen een dag) en kan een beroep worden gedaan op de door de plaatselijke ateliers ontwikkelde knowhow en vakbekwaamheid (aantal bakken waarin de veldsla wordt gewassen, temperatuur, referentiesysteem voor de goedkeuring) die voor een kwaliteitsproduct onontbeerlijk zijn.

Het atelier, dat in direct contact staat met de telers, is in staat om zich voortdurend en vlug aan te passen aan de omstandigheden van de oogst, het klimaat of de houdbaarheid van het product om zo een „Mâche nantaise” van optimale kwaliteit aan te bieden.

Die complementariteit heeft ertoe geleid dat vandaag de dag zowel de teelt als de behandeling (tot en met de verpakking) van de „Mâche nantaise” plaatsvindt in het hart van het natuurlijke teeltgebied. Dat verleent de „Mâche nantaise” zijn specifieke karakter en garandeert zijn reputatie. Alle behandelingen die de veldsla ondergaat, zijn traceerbaar.

De drie mogelijke verpakkingswijzen zijn:

 

Mâche plateau: geselecteerde veldsla met grote bladeren (gewicht van 100 planten > 200 g), netjes geschikt, ontzand, en vervolgens in een groentekistje geplaatst.

 

Mâche barquette: geselecteerde veldsla, ontzand, gewassen, ontdaan van andere planten en in een met folie overtrokken bakje of een soortgelijke verpakking geplaatst.

 

Mâche prête à l’emploi: geselecteerde veldsla, ontzand, gewassen, ontdaan van andere planten en in een zakje of een hermetische verpakking gestopt; klaar voor gebruik en met de juiste bewaartemperatuur aangeboden.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Op het etiket van producten die voldoen aan de eisen in het productdossier van de „Mâche nantaise” moeten naast de verplichte gegevens en de gegevens die eigen zijn aan ieder verpakkingsbedrijf, ook de volgende gegevens worden vermeld:

de beschermde geografische aanduiding (BGA): „Mâche nantaise”;

het BGA-logo van de Europese Unie.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

 

33 kantons van het departement Loire-Atlantique:

Aigrefeuille-sur-Maine — Ancenis — Bouaye — Bourgneuf-en-Retz — Carquefou — La Chapelle-sur-Erdre — Clisson — Le Croisic — La Baule-Escoublac — Guérande — Herbignac — Legé — Ligné — Le Loroux-Bottereau — Machecoul — Montoir-de-Bretagne — Nantes — Nort-sur-Erdre — Orvault — Paimboeuf — Le Pellerin — Pontchateau — Pornic — Rezé — Saint-Étienne-de-Montluc — Saint-Herblain — Saint-Nazaire — Saint-Père-en-Retz — Saint-Philbert-de-Grand-Lieu — Savenay — Vallet — Vertou — Vertou-Vignoble

 

8 kantons van het departement Vendée (waarvan er 6 grenzen aan het departement Loire-Atlantique):

Beauvoir-sur-Mer — Challans — Le Poiré-sur-Vie — Montaigu — Palluau — Rocheservière — Saint-Gilles-Croix-de-Vie — Saint Jean-de-Monts

 

2 kantons van het departement Maine-et-Loire (die grenzen aan het departement Loire-Atlantique):

Champtoceaux — Montrevault

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Omgevingsfactoren

Het getemperde oceaanklimaat is perfect geschikt voor de productie van veldsla. Het zorgt voor koude winterse, voor de „Mâche nantaise” ideale temperaturen, zonder al te lange vorstperioden. Doordat dit klimaat in de hele regio heerst, zijn buitensporige of brutale temperatuurschommelingen er beperkt en is in elk seizoen een optimale en specifieke kwaliteit haalbaar.

Van oudsher zijn de meest geschikte gronden voor de teelt van primeurs, dus ook voor veldsla, alluviale, doorlaatbare zandgronden. Deze gronden zijn dicht bij de stad Nantes gelegen, zodat destijds afzetgebied voor de producten voorhanden was, en ook dicht bij de Loire die het door de sector benodigde water en de grote hoeveelheden zand leverde.

Generaties lang was het voor de teelt van de veldsla gebruikte zand afkomstig van de natuurlijke afzettingen in de Loire. In 1994 besloot de overheid om de winning van zand uit de Loire stop te zetten omdat vele kunstwerken op deze rivier (bruggen, oevers…) beschadigd geraakten. De groentetelers bevoorraden zich sedertdien met ander zand dat dezelfde kenmerken vertoont.

Menselijke factoren

Vanaf het midden van de 19e eeuw werden ten westen van Nantes groenten geteeld die bestemd waren om de bevolking in de regio te voeden en de schepen te bevoorraden. De groenteteelt in Nantes nam pas echt een hoge vlucht vanaf 1919-1920 toen de meeste grote groentetelers de plaatselijke markten inruilden voor rechtstreekse levering aan Parijs en aan de grote steden buiten de hoofdstad.

Eind negentiende eeuw begonnen de groentetelers zich te organiseren. De organisatie van deze beroepssector zette door in de periode tussen de twee wereldoorlogen en kreeg toen haar beslag. Dat was een van de stuwende krachten achter een ontwikkeling die onder meer leidde tot de oprichting, op 7 juli 1928, van de „Fédération des Groupements de Producteurs Maraîchers Nantais” (Federatie van de groentetelersorganisaties van Nantes).

Vanaf het begin van de 20e eeuw kwam een groenteteelt onder plat glas — d.w.z. onder structuren die nu bekend staan onder de benaming „châssis nantais” — tot ontwikkeling die tussen de twee wereldoorlogen gemeengoed werd. De percelen werden onderverdeeld in „planches” (lange stroken) met dezelfde breedte als de „châssis” en deze stroken werden gescheiden door „passe-pieds” (paadjes) met een breedte van ongeveer 40 cm. De stroken werden aangeaard om het drogen van de grond te bevorderen; deze factor was bepalend voor de teelt van vroege „Mâche nantaise” (primeur) en tevens voor de kwaliteit van het product. Doordat de paadjes tijdens de zomer vanzelf verharden, kon, dankzij deze verdeling in lange stroken, in de herfst en in de winter worden gezaaid en geoogst zonder de grond te beschadigen.

Dit punt is van fundamenteel belang om de ontwikkeling van de veldslateelt in de regio van Nantes te begrijpen. De teelt in lange stroken en onder plat glas, gekoppeld aan het gebruik van zand en de invloeden van het gunstige klimaat, maakten het mogelijk een primeur-product van uitstekende kwaliteit te telen dat door geen enkele andere regio in die periode van het jaar kon worden geleverd.

Vanaf de jaren 50 won Nantes geleidelijk meer aan belang op de Franse en de Europese markten. Vanaf de jaren 60 en vooral vanaf de jaren 70, werden de traditionele „châssis” vervangen door kleine plastic tunnels, maar de teelt in lange stroken werd behouden.

De hoge vlucht die de „Mâche nantaise” heeft genomen — van een productie van 3 000 ton per jaar in de periode 1975 tot 1983 tot 12 000 ton nu, alleen al voor de regio van Nantes — was mogelijk dankzij de mechanisering van de oogst en de nieuwe verpakkingswijzen (bakje, zakje…).

De 30 000 ton veldsla die momenteel jaarlijks gemiddeld in het gebied rond Nantes wordt geproduceerd, bewijst dat dit product zowel op nationaal als op Europees vlak aan de top staat. Zowat de helft van de productie is bestemd voor de uitvoer, met name naar Duitsland.

Specifieke knowhow

De groentetelers in de regio Nantes kunnen van oudsher bogen op een onbetwiste en specifieke knowhow.

Zij ontwikkelden de teelt in lange stroken, een techniek die het mogelijk maakt in het kader van wisselbouw sterker te alterneren. De teelt in lange stroken is belangrijk voor de kwaliteit van het product: de afwisseling van door aanaarding verhoogde stroken met paadjes en het gebruik van zand zorgen ervoor dat de gronden gemakkelijker drogen en het water niet stagneert. Het risico dat zich ziekten ontwikkelen is op deze wijze beperkt.

Zij ontwikkelden de beschutte teelt: het is bij de productie van de „Mâche nantaise” steeds nodig geweest om de teelt te beschermen. Mettertijd hebben de groentetelers constructies („abris”) ontwikkeld om de planten permanent te beschermen.

Zij maken gebruik van een specifieke soort zand: wanneer in stroken wordt geteeld, is het gebruik van zand van primordiaal belang voor de productie van de „Mâche nantaise”. Het zand wordt gekenmerkt door zijn ronde korrel (de planten worden dus niet beschadigd), zijn chemische neutraliteit (de fysische structuur van de grond wordt hierdoor verbeterd zonder dat de chemische structuur ervan wordt gewijzigd) en door zijn specifieke granulometrie die in de jaren 2000, na overleg tussen de professionele groentetelers, werd vastgesteld. Het zand wordt aangebracht in een dun laagje van 0,5 tot 1 cm en vormt een ideaal zaaibed; het vergemakkelijkt de opwarming van de grond en bevordert de ontkieming. Bovendien verhindert het zand de vorming van mossen die zich vaak ontwikkelen op zaailingen die in een periode van korte dagen worden geplant. Het zand zorgt dus voor een gunstig milieu voor de groei van de „Mâche nantaise”.

Zij hebben op de oogst toegespitste werktuigen ontwikkeld: het gebruik van een zandbed maakt het overigens mogelijk om voldoende ruimte te voorzien om de plant aan de basis van de spilwortel te kunnen afsnijden. Het is ook aan dit zandbed te danken dat de oogst kon worden gemechaniseerd; het zand vormt een glijvlak voor het mes; zo kan de veldsla gemakkelijk worden geoogst en rechtstreeks in houten groentekistjes worden geplaatst waarin het product vervolgens wordt gewassen.

Zij hebben aangepaste werktuigen en knowhow ontwikkeld om de veldsla na de oogst te behandelen: het ontzanden en wassen, twee behandelingen die zeer vlug na de oogst moeten plaatsvinden, zijn bepalend voor de uiteindelijke kwaliteit van het product. De eerste wasinstallaties in continubedrijf met automatische wasmachines werden in Nantes uitgevonden en verder ontwikkeld. Dankzij deze machines kan de veldsla vlug worden ontzand terwijl het product toch netjes geschikt blijft. Deze aanbiedingswijze van het product — perfect schoon en netjes geschikt — is typisch voor de „Mâche nantaise”. Dat is eveneens een erkend element van de knowhow van de groentetelers uit de regio rond Nantes.

Ze hebben een controlesysteem geoptimaliseerd dat waarborgt dat de kwaliteit van de „Mâche nantaise” gedurende alle fasen van de behandeling wordt opgevolgd. Ze hebben een gemeenschappelijk referentiesysteem voor de kwaliteit van de veldsla ingevoerd dat een grote kwalitatieve homogeniteit van het product garandeert.

5.2.   Specificiteit van het product:

De teelt van de veldsla in stroken, het gebruik van zand en van werktuigen die op de behandeling van het eindproduct zijn toegespitst en het gemeenschappelijk referentiesysteem voor de kwaliteit van de veldsla zijn allemaal elementen die van invloed zijn op de kwaliteit en de specificiteit van het product. Het betreft hele planten zonder wortel, ontzand en zonder aarderesten, met een lagere frequentie wat de zaadschieting betreft en met minder vergeelde of zwart geworden zaadlobben, vergeelde bladeren en bacterievlekken.

De aanbiedingswijze in de traditionele groentekistjes is typisch. De mechanisering van de oogst en de moderne verpakkingsvormen (het zakje voor de „mâche prête à l'emploi”, en het bakje) maken het mogelijk om veldsla zonder zand — tot dusverre de belangrijkste handicap van het product — aan te bieden.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

Dankzij de aanwezigheid van geschikte alluviale doorlaatbare zandgronden, de nabijheid van de stad Nantes die voor een afzetmarkt voor de producten zorgde alsook de aanwezigheid van de Loire die het benodigde water en het geschikte zand voor de teelt leverde, is in de regio Nantes een groenteteelt tot ontwikkeling gekomen die bijzonder bevorderlijk is voor de teelt van primeur-producten..

Het oceaanklimaat in het geografische gebied zorgt voor koude winterse, voor de „Mâche nantaise” ideale temperaturen, zonder al te lange vorstperioden. De temperatuurschommelingen zijn dan ook vrij zwak hetgeen bijzonder gunstig is voor de teelt van de „Mâche nantaise”.

Het klimaat en de toepassing door de groentetelers van een knowhow waarmee ze hun sporen hebben verdiend (gebruik van een specifieke, rondkorrelige en op chemisch vlak neutrale zandsoort met een welbepaalde granulometrie, de teelt in stroken, de behandeling van de veldsla na de oogst) zijn essentiële componenten die de kwaliteit van de „Mâche nantaise” garanderen.

De consumenten en de distributeurs zijn zich bewust van de herkomst van de veldsla en van de enorme knowhow die nodig is voor de teelt van het product.

Het gebied rond Nantes met zijn typische geografische kenmerken valt niet weg te denken uit de geschiedenis van de groenteteelt in de regio Nantes met zijn vlaggenschip, de „Mâche nantaise”.

De „Mâche nantaise” wordt vermeld in een inventaris van het culinaire patrimonium van Frankrijk die werd opgesteld door de „Conseil National des Arts culinaires”.

Momenteel, en dit al 25 jaar lang, kan de „Mâche nantaise” bogen op een stevige collectieve promotie: affiches in de Parijse metro en op de Parijse bussen, reclamespots op de Franse radio en televisie maar ook in het buitenland.

Sedert het midden van de jaren 80 worden aan de „Mâche nantaise” artikelen gewijd of worden er recepten met het product gepubliceerd (in Ouest France, Le Figaro, Le Monde, enz.).

Dankzij het harmonieuze samengaan van de 3 parameters — klimaat, knowhow en historische en huidige faam van de „Mâche nantaise” — in het geografische gebied is het product met de BGA „Mâche nantaise” een product dat zijn plaats op de markt meer dan verdient zowel door de bereikte kwaliteit als door de bij de productie ingezette technische middelen.

Verwijzing naar de bekendmaking in het productdossier:

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1857/2006)

https://www.inao.gouv.fr/fichier/CDCMachenantaise31012012.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Top