Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012TA1215(24)

Verslag over de jaarrekening van het pensioenfonds van Europol betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Fonds

PB C 388 van 15.12.2012, p. 142–144 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 388/142


VERSLAG

over de jaarrekening van het pensioenfonds van Europol betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Fonds

2012/C 388/24

INLEIDING

1.

Het pensioenfonds van Europol (hierna: „Fonds”), gevestigd te Den Haag, werd opgericht bij artikel 37, aanhangsel 6, van het voormalige statuut van de Europese Politiedienst, Den Haag (Europol). Regels betreffende de tenuitvoerlegging van het Fonds werden vastgesteld bij besluit van de Raad van 12 maart 1999 (1) en gewijzigd bij besluit van de Raad van 28 juni 2011 (2). Het Fonds heeft als doel, de pensioenen te financieren en te betalen van personeel dat reeds bij Europol werkzaam was voordat het op 1 januari 2010 een EU-agentschap werd.

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

2.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat analytische controleprocedures, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de interne controles van het Fonds. Hierbij komt nog controle-informatie die voortkomt uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 10, lid 4, van het besluit van de Raad van 28 juni 2011 controleerde de Rekenkamer de jaarrekening van het Fonds (3) en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

4.

De directeur van Europol en de raad van bestuur van het Fonds dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het beheer van het Fonds en voor het opzetten van de ter zake dienende organisatorische structuur en de interne beheers- en controlesystemen en -procedures voor het opstellen van de definitieve rekeningen. De raad van bestuur van het Fonds draagt de uitsluitende verantwoordelijkheid voor het opstellen van de definitieve rekeningen alsmede voor de waarborging dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn.

De verantwoordelijkheid van de controleur

5.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (4) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Fonds en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

6.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Fonds geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

7.

Een controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat een beoordeling omvat van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met de regelgeving van het Fonds, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risicobeoordelingen kijkt de controleur naar de interne controles met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en van de redelijkheid van de gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

8.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

9.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Fonds (5) op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2011 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Raad van 12 maart 1999 zoals gewijzigd bij besluit van de Raad van 28 juni 2011 en richtlijn 610 van de Nederlandse richtlijnen voor de jaarverslaggeving en de International Financial Reporting Standards (IFRS).

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

10.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Fonds betreffende het per 31 december 2011 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Toelichtende paragraaf

11.

De Rekenkamer vestigt de aandacht op noot 2.6 bij het Jaarverslag 2011 van het Fonds. De raad van bestuur van het Fonds stelde de rekeningen op basis van het continuïteitsbeginsel op. Tegen 1 juli 2015 zullen er echter geen actieve deelnemers meer zijn. Voor de nabije toekomst wordt een groot aantal overdrachten van pensioenrechten en uitkeringen bij vertrek verwacht, waardoor de activiteiten, activa en pensioenverplichtingen van het Fonds aanzienlijk zullen teruglopen. De raad van bestuur van het Fonds en die van Europol evalueren thans de openstaande opties voor de toekomst van het Fonds, waaronder die van liquidatie kort na 1 juli 2015.

12.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

OVERIGE OPMERKINGEN

13.

De Rekenkamer constateerde tekortkomingen in de procedure die Europol zijn personeel bood om het Fonds te verlaten. Toen de dienst Europol in 2010 een volwaardig Europees Agentschap werd, verzocht hij zijn personeel dat niet langer aan het Fonds bijdroeg (6) om eruit te stappen door ofwel een uitkering bij vertrek aan te nemen, ofwel door de gecumuleerde pensioenrechten over te dragen naar alternatieve pensioenregelingen (zoals PMO, nationale pensioenregelingen, particuliere bedrijven). Er werd echter geen termijn bepaald waarbinnen het personeel moest beslissen.

14.

Tegen het eind van het jaar beschikte het Fonds over netto financiële activa ad 16 miljoen euro, waarvan 15,98 miljoen euro bij één bank werd aangehouden.

15.

De raad van bestuur heeft nog geen procedures vastgesteld voor de jaarlijkse verificatie van de rechten van gepensioneerden, onder meer van bewijs dat de gepensioneerden nog in leven zijn. In 2011 werden de zes personen die destijds pensioenen genoten, om bevestiging van hun woonplaats verzocht; slechts één van hen heeft geantwoord.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 5 september 2012.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  Document 5397/99 uit het openbaar register van de Raad: http://register.consilium.europa.eu/).

(2)  PB L 179 van 7.7.2011, blz. 5.

(3)  De jaarrekening omvat de balans, de staat van ontvangsten en uitgaven, de tabel van de kasstromen en de toelichting.

(4)  Artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

(5)  De definitieve jaarrekening is op 10 juli 2012 opgesteld en op 12 juli 2012 bij de Rekenkamer ingekomen.

(6)  Dit valt nu onder het Statuut van de EU.


ANTWOORDEN VAN HET FONDS

13.

Het personeel dat het pensioenfonds van Europol moest verlaten, werd geïnformeerd over de noodzaak te kiezen tussen de verschillende uitstapopties. Zij hebben een niet-financieel overzicht van de verschillende opties gekregen en hun is de mogelijkheid geboden tot het hebben van een persoonlijk gesprek (mét financiële gegevens). Het merendeel van de medewerkers heeft ervoor gekozen in een persoonlijk gesprek hun uitstapopties te bespreken.

Europol heeft van zijn medewerkers geen enkele formele klacht ontvangen over onvolledige of onjuiste informatie met betrekking tot pensioenrechten.

14.

Zoals overeengekomen tijdens de vergadering van de raad van bestuur van het pensioenfonds van Europol op 11 november 2011 maakt het pensioenfonds sinds begin 2012 gebruik van de diensten van een tweede bank. Tijdens zijn vergadering van 19 juni 2012 heeft de raad ook verzocht uit te kijken naar andere banken om het potentiële risico verder te spreiden.

15.

De raad van bestuur van 19 juni 2012 heeft een jaarlijkse procedure vastgesteld ter verificatie van de rechten van gepensioneerden (met ingang van 2013).

Wat betreft de uitstaande procedure voor 2012 werd tijdens dezelfde vergadering besloten een herinnering te sturen aan de gepensioneerden met een antwoordtermijn van een maand. Indien tot dan geen antwoord ontvangen is, wordt de betaling van het pensioen voorlopig stopgezet.


Top