This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012TA1215(10)
Report on the annual accounts of the European Aviation Safety Agency for the financial year 2011, together with the Agency’s replies
Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap
Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap
PB C 388 van 15.12.2012, p. 53–59
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.12.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 388/53 |
VERSLAG
over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap
2012/C 388/10
INLEIDING
1. |
Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna: „Agentschap” of „EASA”), gevestigd te Keulen, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad (1). De taken van het Agentschap omvatten het in stand houden van een hoog veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart, het zorgen voor de verdere ontwikkeling hiervan, het vaststellen van certificeringsspecificaties en het certificeren van luchtvaartproducten (2). |
TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
2. |
De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat analytische controleprocedures, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële controles van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie die voortkomt uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”. |
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
3. |
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie controleerde de Rekenkamer de jaarrekening (3) van het Agentschap, die bestaat uit de „financiële staten” (4) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting” (5) betreffende het per 31 december 2011 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. |
De verantwoordelijkheid van de leiding
4. |
Als ordonnateur voert de directeur de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling van het Agentschap, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten (6). De directeur is verantwoordelijk voor het opzetten (7) van de organisatorische structuur en van de interne beheers- en controlesystemen en -procedures die van belang zijn om definitieve rekeningen (8) te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en om te verzekeren dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn. |
De verantwoordelijkheid van de controleur
5. |
De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle het Europees Parlement en de Raad (9) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Agentschap en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. |
6. |
De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn. |
7. |
Een controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat een beoordeling omvat van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met de EU-regelgeving, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risicobeoordelingen kijkt de controleur naar de interne controles met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en van de redelijkheid van de gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen. |
8. |
De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen. |
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen
9. |
Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap (10) op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2011 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (11). |
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen
10. |
Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap betreffende het per 31 december 2011 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig. |
11. |
De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer. |
OPMERKINGEN OVER HET BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BEHEER
12. |
De daling van de landencoëfficiënt voor Duitsland in juni 2010 leidde tot een significant overschot op de kredieten van het Agentschap voor titel I (personeelsuitgaven) voor 2011. Circa 3 miljoen euro (7 % van de kredieten) werd overgedragen van titel I naar verschillende begrotingsonderdelen van titel III (beleidsuitgaven), ondanks de lage uitvoeringsgraad ervan wat betreft de betalingen (12). Zoals is toegestaan volgens het financieel reglement van EASA, werd deze significante overschrijving tussen titels, die leidde tot een aanzienlijke wijziging in de structuur van de begroting, niet ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur van het Agentschap (13). Deze situatie is echter in strijd met het begrotingsbeginsel van specialiteit. |
13. |
Door de overschrijving namen de kredieten voor titel III toe tot 13,7 miljoen euro. Aan het eind van het jaar werd echter een bedrag van 7,8 miljoen euro overgedragen naar 2012. Dit is in strijd met het jaarperiodiciteitsbeginsel. |
OPMERKINGEN OVER ESSENTIËLE CONTROLES VAN DE TOEZICHT- EN CONTROLESYSTEMEN VAN HET AGENTSCHAP
14. |
Het Agentschap dient zijn beheer van de vaste activa te verbeteren. De activa worden vastgelegd in twee verschillende systemen die alleen handmatig met elkaar kunnen worden aangesloten. De fysieke inventaris moet beter worden gerapporteerd en samengevat. De schatting van projectkosten van intern gegenereerde vaste activa was ontoereikend en afwijkingen werden niet gemonitord. Niet alle interne personeelskosten werden verantwoord en de documentatie van de externe kosten was ontoereikend. |
15. |
Eind 2011 beschikte het Agentschap over banksaldi ten bedrage van 55 miljoen euro (2010: 49 miljoen euro) bij slechts één bank. Er was echter geen beleid inzake kasmiddelenbeheer opgesteld om deze risico’s te beperken en daarnaast behoorlijke rendementen op investeringen te realiseren. |
OVERIGE OPMERKINGEN
16. |
De Rekenkamer constateerde dat de doorzichtigheid van de procedures voor personeelsselectie verder moet worden verbeterd. Er is geen bewijs dat het Agentschap de vragen voor schriftelijke toetsen en sollicitatiegesprekken, het maximumaantal kandidaten voor de reservelijst of de minimaal vereiste score voor plaatsing op de reservelijst vaststelde voordat de sollicitaties werden beoordeeld. |
17. |
Volgens zijn huidige huurcontract dient het Agentschap de gehuurde kantoorruimte aan het eind van de huurperiode op te knappen en terug te brengen in de oorspronkelijke staat. In de boekhouding werd een voorziening getroffen van 1 miljoen euro op basis van de door het Agentschap geschatte kosten van verval. De eigenaar schat deze echter op 4 miljoen euro. Het Agentschap dient een onafhankelijke externe schatting te laten maken van de kosten van verval en deze op te nemen in de boekhouding. |
18. |
De Rekenkamer verrichtte een controle ter beoordeling van de beleidslijnen en procedures voor de omgang met belangenconflicten bij vier Europese Agentschappen, waaronder EASA. De resultaten van de controle worden gepresenteerd in een afzonderlijk document (Speciaal verslag nr. 15/2012). |
Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 5 september 2012.
Voor de Rekenkamer
Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA
President
(1) PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1.
(2) Ter informatie geeft de bijlage een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap.
(3) Bij deze rekening is een verslag gevoegd over het budgettair en financieel beheer tijdens het jaar, dat nadere informatie verschaft over de uitvoering en het beheer van de begroting.
(4) De financiële staten omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.
(5) De verslagen over de begrotingsuitvoering omvatten ook de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.
(6) Artikel 33 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72).
(7) Artikel 38 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002.
(8) De regels inzake de rekening en verantwoording en de boekhouding van de agentschappen zijn vastgelegd in de hoofdstukken 1 en 2 van titel VII van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 652/2008 (PB L 181 van 10.7.2008, blz. 23), en zijn als zodanig opgenomen in het financieel reglement van het Agentschap.
(9) Artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
(10) De definitieve jaarrekening is op 29 juni 2012 opgesteld en op 2 juli 2012 bij de Rekenkamer ingekomen. De definitieve jaarrekening wordt geconsolideerd met die van de Commissie en vervolgens voor 15 november van het volgende jaar in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. Ze is te vinden op de website http://eca.europa.eu of op http://www.easa.europa.eu/.
(11) De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, bij gebreke daarvan, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.
(12) Begrotingsonderdeel (ontwikkeling van bedrijfstoepassingen) steeg met 37 % tot 3,5 miljoen euro; begrotingsonderdeel (regelgeving) steeg met 87 % tot 1,4 miljoen euro; begrotingsonderdeel (internationale samenwerking) steeg met 123 % tot 778 000 euro en begrotingsonderdeel (onderzoek) steeg met 550 % tot 1,3 miljoen euro.
(13) Volgens zowel het financieel reglement van EASA als het algemeen Financieel Reglement hoeven alleen overschrijvingen ter hoogte van meer dan 10 % van de kredieten ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de raad van bestuur. In tegenstelling tot het Financieel Reglement van de EU beperkt het financieel reglement van EASA overschrijvingen echter niet tot een maximum van 30 % van de kredieten in de ontvangende begrotingsonderdelen.
BIJLAGE
Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Keulen)
Bevoegdheden en activiteiten
Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag (Artikel 100 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) |
Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, passende bepalingen vaststellen voor de zeevaart en de luchtvaart. Zij besluiten na raadpleging van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s. |
||||||||||
Bevoegdheden van het Agentschap (Bevoegdheden van het Agentschap zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (de „basisverordening”)) |
Doelstellingen
Taken
|
||||||||||
Bestuur |
Raad van bestuur Samenstelling: samengesteld uit één vertegenwoordiger per lidstaat en één vertegenwoordiger van de Commissie. Taken: stelt een adviesorgaan van belanghebbende partijen in. Uitvoerend Directeur Heeft de leiding van het Agentschap en wordt benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie. Kamer van beroep Beslist op beroepen tegen besluiten van het Agentschap op bepaalde gebieden zoals certificering, vergoedingen, rechten en controles bij ondernemingen. Externe controle Rekenkamer. Kwijtingverlenende autoriteit Parlement, op aanbeveling van de Raad. |
||||||||||
In 2011 (2010) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen |
Definitieve begroting Totale begroting: 138,7 (137,2) miljoen euro waarvan: 75,2 (73) miljoen euro (54,2 %) aan eigen ontvangsten; 34,4 (34,2) miljoen euro (24,8 %) aan subsidie van de Unie; 1,7 (1,7) miljoen euro (1,2 %) aan bijdragen van niet-EU-landen; 24,7 (27,1) miljoen euro (17,8 %) aan bestemmingsontvangsten uit tarieven en vergoedingen; 1,4 (0,6) miljoen euro (1 %) aan andere inkomsten; 1,2 (0,7) miljoen euro (1 %) aan andere subsidies. Personeelsbestand per 31 december 2011 574 (570) tijdelijke posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan 573 (523) bezet. 68 (63) andere dienstverbanden: 57 (54) arbeidscontractanten, 11 (8) gedetacheerde nationale deskundigen en 0 (1) speciale adviseurs. Totaalaantal tijdelijke functionarissen: 574 (1) (524), waarvan
|
||||||||||
Producten en diensten in 2011 (2010) |
Adviezen 7 adviezen over wijzigingen in de Verordeningen (EG) nrs. 2402/2003 en 1702/2003 Regelgevingsbesluiten 15 besluiten met betrekking tot certificeringsspecificaties (5), aanvaardbare methoden van goedkeuring en richtsnoeren (10) Bijkomende producten in 2011 (leidend tot regels in de komende jaren) 21 opdrachtbeschrijvingen (ToR’s), 20 voorstellen tot wijziging (NPA’s), 18 antwoorddocumenten (CRD’s) Internationale samenwerking 8 werkafspraken 12 uitvoeringsprocedures voor werkafspraken 25 aanbevelingen voor brieven aan staten van de Internationale Burgerluchtvaarorganisatie (ICAO) BASA (Bilaterale overeenkomst over de luchtvaartveiligheid) Inwerkingtreding van de bilaterale overeenkomsten over de luchtvaartveiligheid tussen de EU en de VS en tussen de EU en Canada. Steun voor de voorbereiding van twee vergaderingen van bilaterale overzichtsraden, twee vergaderingen van overzichtsraden op het gebied van certificering en twee vergaderingen van gezamenlijke raden voor onderhoudscoördinatie met de Federal Aviation Administration (FAA) en één subcomité inzake certificering met de Transport Canada Civil Aviation (TCCA). Certificeringsbesluiten per 31 december 2011 Typecertificaten/beperkte typecertificaten (TC's/RTC’s): 13 (3) Aanvullende typecertificaten (STC's): 656 Luchtwaardigheidsrichtlijnen (AD's): 271 Alternatieve conformiteitsmethoden (AMOC): 53 ETSO-autorisaties (European Technical Standard Order): 236 Grote wijzigingen/grote reparaties/nieuwe TC-derivaten: 903 Kleine wijzigingen/ kleine reparaties: 977 Vluchthandboek (AFM): 383 Goedkeuring van de vluchtvoorwaarden (vliegvergunning): 594 Certificeringssteun voor validering (CSV): 8 Erkenning van ontwerporganisaties (AP en alternatieve procedures voor DOA (AP-DOA): 495 Erkenning van onderhoudsorganisaties (bilateraal) (4): 1 533 Erkenning van onderhoudsorganisaties (buitenlands) (4): 278 Erkenning van organisaties voor onderhoudsopleiding (4): 45 Erkenning van productieorganisaties (4): 23 Normalisatie-inspecties (aantal landen per type) per 31 december 2011 Op het gebied van luchtwaardigheid (AIR): 26 Op het gebied van activiteiten (OPS): 25 Op het gebied van de vergunningen van cockpitpersoneel (FCL): 22 Op het gebied van vluchtsimulatietrainingstoestellen (FSTD): 9 |
||||||||||
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. |
(1) Twee piloten die in deeltijd werken, bezetten één post.
(2) De splitsing tussen posten bekostigd met vergoedingen en posten bekostigd met subsidie verandert mogelijk naar aanleiding van een herziening van de verdeelsleutels voor de kostprijsadministratie per 31 december 2011.
(3) Alleen de TC’s/RTS’s die werden afgegeven voor een nieuw type ontwerp, worden meegeteld. TC’s die werden afgegeven in het kader van het behoud van verkregen rechten, overdrachten of een hernieuwde administratieve uitgifte worden niet meegeteld.
(4) De activiteit van de erkenning van organisaties is onderverdeeld in een hoofdactiviteit van toezicht op reeds erkende organisaties (met elke 2/3 jaar een verlenging) en een activiteit in verband met nieuwe erkenningen. De verstrekte gegevens hebben betrekking op het totale aantal erkenningen per 31 december 2011.
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.
ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP
12. |
Het overschot in titel I was voornamelijk het gevolg van gebeurtenissen die buiten de controle van het Agentschap lagen en konden niet worden voorzien op het moment van de begrotingsplanning. Na zorgvuldige afweging door het topmanagement werden de beschikbare kredieten onder titel I toegewezen aan projecten die hoge prioriteit hebben. Dit geschiedde in overeenstemming met de overdrachtsregels zoals deze zijn vastgelegd in het financiële reglement van het Agentschap. |
13. |
Het hoge niveau aan overdrachten van vastleggingen aan het einde van het jaar was grotendeels toe te schrijven aan de tijdrovende aanbestedingsprocedures, ook al werden deze snel in gang gezet. De ordonnateurs van het Agentschap brachten in hun besluiten de soms tegenstrijdige eisen van het beginsel van jaarperiodiciteit en gezond financieel beheer en continuïteit altijd zorgvuldig op een lijn. |
14. |
Het Agentschap is het met de bevindingen van de Rekenkamer eens en werkt momenteel aan een verbetering van het inventarissysteem en van het financiële beheer van interne IT-projectkosten. Door de hoge drempel van 500 000 EUR zal dit echter maar heel weinig IT-projecten betreffen. |
15. |
Het huidige contract van het Agentschap met haar hoofdbankier wordt ondersteund door een kaderovereenkomst van de Commissie. Het Agentschap zal dit contract echter herzien om zijn financiële risico’s verder te beperken. |
16. |
Ten behoeve van de transparantie van zijn procedure voor personeelswerving zal het Agentschap ervoor zorgen dat aangetoond kan worden dat de vragen voor de sollicitatiegesprekken en de tests worden vastgesteld voordat begonnen wordt met het doorlichten van de ontvangen sollicitaties. In een nieuw model voor de kennisgeving van een vacature worden het maximumaantal kandidaten voor de reservelijst, alsook de drempelscore voor uitnodiging voor de sollicitatiegesprekken en voor opname op de reservelijst vermeld. |
17. |
Het Agentschap zet zijn onderzoek voort teneinde de huidige raming van de kosten van verval te verbeteren. Het bedrag van 1 065 000 EUR in de rekening voor het jaar 2011 was echter de beste raming die de juristen van het Agentschap per maart 2012 konden bepalen. |
18. |
Het Agentschap heeft onder het kadercontract van DG BUDG voor internecontrolenormen een raadplegingsprocedure gestart en streeft naar het vaststellen en uitvoeren van een algemeen beleid van goed gedrag (gedragscode), rekening houdend met het verslag van de Rekenkamer over belangenconflicten. |