EUR-Lex Piekļuve Eiropas Savienības tiesību aktiem

Atpakaļ uz EUR-Lex sākumlapu

Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.

Dokuments 52012PC0219

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

/* COM/2012/0219 final - 2010/0390 (COD) */

52012PC0219

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië /* COM/2012/0219 final - 2010/0390 (COD) */


2010/0390 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het

standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

1.           Achtergrond

Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement    en de Raad       (document COM(2010) 804 definitief – 2010/0390 COD): || 13 januari 2011

Advies van het Comité van de Regio’s: || niet van toepassing.

Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: || 10 mei 2011

Indiening van het gewijzigd voorstel: || niet van toepassing.

Goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt van de Raad: || 10 mei 2012

2.           Doelstelling van het voorstel van de Commissie

Het voorstel maakte deel uit van de toezeggingen die de EU op de donorconferentie in 2008 heeft gedaan. Met de voorgenomen macrofinanciële bijstand (MFB) worden de volgende doelstellingen nagestreefd:

· bijdragen aan de dekking van de externe financieringsbehoeften van Georgië en aan de leniging van de budgettaire financieringsbehoeften;

· ondersteunen van de budgettaire consolidatie-inspanning en van de externe stabilisatie in de context van een programma van het Internationaal Monetair Fonds;

· ondersteunen van structurele hervormingsinspanningen die erop gericht zijn een hogere duurzame groei te realiseren en het beheer van de overheidsfinanciën transparanter en efficiënter te maken;

· faciliteren en aanmoedigen van de door de Georgische autoriteiten geleverde inspanningen om de maatregelen ten uitvoer te leggen die in het kader van het ENB-actieplan EU-Georgië en het oostelijk partnerschap zijn vastgesteld met de bedoeling een nauwere economische en financiële integratie met de EU te bevorderen, onder meer in overeenstemming met het plan om een "diepe en brede vrijhandelsruimte" tussen beide partijen tot stand te brengen.

3.           Opmerkingen over het standpunt van de Raad

3.1.      Algemene opmerkingen over het standpunt van de Raad in eerste lezing

Het uitgebreide EU-pakket van maximaal 500 miljoen EUR ter ondersteuning van het economische herstel in Georgië, dat op de internationale donorconferentie in oktober 2008 te Brussel is toegezegd na het conflict met Rusland in augustus 2008, omvatte twee mogelijke MFB-operaties (macrofinanciële bijstand) ten belope van elk 46 miljoen EUR. De eerste operatie is succesvol afgerond in 2009-2010. Wat de tweede operatie betreft, heeft de Commissie op 13 januari 2011 een voorstel tot toekenning van verdere MFB aan Georgië goedgekeurd.

Op 10 mei 2011 heeft de plenaire vergadering van het Europees Parlement over het voorstel gestemd en een wetgevingsresolutie aangenomen met amendementen die volledig door de Commissie zijn aanvaard en in de tekst zijn opgenomen. Deze amendementen waren hoofdzakelijk bedoeld om de inwerkingtreding in maart 2011 van de nieuwe comitologieverordening[1] te weerspiegelen. De Commissie erkent dat als gevolg van de nieuwe comitologieverordening amendementen op het oorspronkelijke voorstel noodzakelijk waren en staat achter het standpunt van het Europees Parlement dat voor de vaststelling van het memorandum van overeenstemming voor het MFB-programma de raadplegingsprocedure moet worden gevolgd, en niet de onderzoeksprocedure zoals de Raad voorstelt.

Op 15 december 2011 heeft het Coreper met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een gemeenschappelijk standpunt ingenomen, waarin werd benadrukt dat voor de vaststelling van het memorandum van overeenstemming voor de MFB de onderzoeksprocedure moet gelden. Deze zienswijze werd bevestigd in het op 23 januari 2012 door de Raad bereikte politieke akkoord.

Tijdens eerdere besprekingen in de Groep financiële raden heeft de Commissie ervoor gepleit om voor de vaststelling van het memorandum van overeenstemming de raadplegingsprocedure te volgen. Ook heeft zij haar steun uitgesproken voor de compromisoplossing die door het voorzitterschap is voorgesteld. Deze oplossing bestond erin dat in de regel de onderzoeksprocedure wordt gevolgd, maar dat op grond van artikel 2, lid 3, tweede zin, van de comitologieverordening soms toch de raadplegingsprocedure kan gelden. Krachtens de genoemde bepaling kan immers om naar behoren gemotiveerde redenen voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen de raadplegingsprocedure van toepassing zijn in gevallen waarin in beginsel de onderzoeksprocedure toepasselijk is. In de voorgestelde compromistekst werd aangevoerd dat aangezien de voorgestelde MFB i) aansluit op de in 2009 goedgekeurde operatie, en ii) slechts een bescheiden bedrag betreft (46 miljoen EUR), er reden is om de raadplegingsprocedure toe te passen. Het voorzitterschap wist echter geen consensus te bereiken en zijn compromisoplossing werd niet goedgekeurd.

De Commissie maakt zich zorgen over het uitstel dat een tweede lezing met zich mee zal brengen voor de voorgenomen bijstand. Het is immers van belang dat de voorgestelde MFB voor Georgië zo spoedig mogelijk wordt goedgekeurd. Er is inmiddels ruim een jaar verstreken sinds de Commissie in januari 2011 het voorstel heeft aangenomen. Zij betreurt deze opgelopen vertraging, te meer omdat beide medewetgevers het eens zijn over de inhoud van het voorstel, dat, zoals gezegd, voortvloeit uit een in 2008 aangegane verbintenis.

De Commissie acht het van cruciaal belang dat er spoedig een antwoord komt op de vraag of een raadplegings- dan wel een onderzoeksprocedure moet worden gevolgd voor de vaststelling van het memorandum van overeenstemming. Tevens zij erop gewezen dat indien de kwestie van het voorstel voor Georgië niet opgelost geraakt, het gevaar van een blokkering van elk toekomstig MFB-voorstel niet denkbeeldig is. Dat scenario moet worden vermeden, te meer omdat het verslechterende mondiale financiële klimaat en de economische en financiële gevolgen van de Arabische lente in de zuidelijke buurlanden van de EU tot nieuwe aanvragen voor complementaire MFB van de Europese Unie kunnen leiden.

3.2.      Akkoord in het stadium van het standpunt van de Raad

Sinds het Europees Parlement zijn standpunt in eerste lezing heeft vastgesteld, zijn alle interinstitutionele besprekingen tussen de Raad en het Parlement vruchteloos gebleken. Het Parlement geeft nadrukkelijk de voorkeur aan de raadplegingsprocedure voor de vaststelling van het memorandum van overeenstemming, terwijl de Raad van oordeel is dat volgens de nieuwe comitologieverordening de onderzoeksprocedure dient te worden gehanteerd. Informele vergaderingen hebben geen compromis over deze kwestie opgeleverd.

4.           Conclusie

De Commissie is voorstander van de toepassing van de raadplegingsprocedure voor de vaststelling van het memorandum van overeenstemming. Zij kan derhalve niet instemmen met het gemeenschappelijk standpunt van de Raad zoals dat op 10 mei 2012 is vastgesteld. Zoals gezegd, acht de Commissie het echter van cruciaal belang dat spoedig een oplossing wordt gevonden. Zij staat dan ook klaar om ertoe bij te dragen dat snel een compromis tussen beide medewetgevers wordt bereikt in verband met deze kwestie.

[1]               Verordening (EG) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011.

Augša