This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0157
Proposal for a COUNCIL DECISION on the position to be taken by the European Union within the Cooperation Committee established by the Agreement on Cooperation and Customs Union between the European Economic Community and their Member States, of the one part, and the Republic of San Marino, of the other part, with regard to the adoption of provisions on the coordination of social security systems
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt met betrekking tot de bepalingen voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels dat de Europese Unie zal innemen in het Samenwerkingscomité dat is opgericht bij de Overeenkomst tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San Marino
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt met betrekking tot de bepalingen voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels dat de Europese Unie zal innemen in het Samenwerkingscomité dat is opgericht bij de Overeenkomst tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San Marino
/* COM/2012/0157 final - 2012/0080 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt met betrekking tot de bepalingen voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels dat de Europese Unie zal innemen in het Samenwerkingscomité dat is opgericht bij de Overeenkomst tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San Marino /* COM/2012/0157 final - 2012/0080 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Motivering en doel van het voorstel Overeenkomstig artikel 22 van de Overeenkomst tot
instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap
en de Republiek San Marino[1]
(hierna "de overeenkomst") stelt het Samenwerkingscomité de nodige
bepalingen vast met het oog op de toepassing van de in artikel 21 vervatte
beginselen van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Algemene context Artikel 21 van de overeenkomst met San Marino
bevat bepalingen betreffende een beperkte coördinatie tussen de
socialezekerheidsstelsels van de lidstaten en San Marino. Om de in
artikel 21 vervatte beginselen ten uitvoer te leggen, is een besluit van het
bij de overeenkomst opgerichte samenwerkingscomité nodig. Een aantal andere overeenkomsten met derde
landen bevat soortgelijke bepalingen betreffende de coördinatie van de
socialezekerheidsstelsels. Dit voorstel maakt deel uit van een pakket
soortgelijke voorstellen betreffende de overeenkomsten met Montenegro, Albanië
en Turkije. Een eerste pakket met vergelijkbare voorstellen met betrekking tot
Algerije, Marokko, Tunesië, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië (FYROM) en Israël is in oktober 2010 aangenomen door de Raad[2]. Om het namens de Unie in dit
samenwerkingscomité in te nemen standpunt vast te stellen, is een besluit van
de Raad nodig. Bestaande bepalingen op het door het
voorstel bestreken gebied De socialezekerheidsstelsels van de lidstaten
worden op het niveau van de Europese Unie gecoördineerd door Verordening (EG)
nr. 883/2004[3]
en toepassingsverordening (EG) nr. 987/2009[4]. Verordening (EU) nr. 1231/2010[5] van de
Raad breidt de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening
(EG) nr. 987/2009 uit tot onderdanen van derde landen die enkel door hun
nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen. Het in artikel 21,
lid 2, van de overeenkomst met San Marino vervatte beginsel dat tijdvakken
van verzekering die San Marinese werknemers in de verschillende lidstaten
hebben vervuld, worden samengeteld met betrekking tot het recht op bepaalde
prestaties, is reeds in deze verordening vervat. Samenhang met andere beleidsgebieden en
doelstellingen van de Unie De overeenkomst met San Marino heeft tot doel
de algemene samenwerking tussen de EU en San Marino te bevorderen, teneinde bij
te dragen tot de economische en sociale ontwikkeling van San Marino, en de
betrekkingen tussen de EU en San Marino te verstevigen. De tenuitvoerlegging
van de bepalingen inzake coördinatie van sociale zekerheid in artikel 21
van de overeenkomst tussen de EU en San Marino zal de bijzondere betrekkingen
met San Marino, zoals bedoeld in artikel 8 VEU, verbeteren. 2. RAADPLEGING VAN
BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Raadpleging van belanghebbende partijen Het voorstel voor beperkte coördinatie tussen
de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten en San Marino volgt hetzelfde
model als het pakket van zes ontwerpbesluiten van associatieraden en
stabilisatie- en associatieraden met betrekking tot Algerije, Marokko, Tunesië,
Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) en Israël;
het standpunt van de Europese Unie terzake is door de Raad vastgelegd in
oktober 2010. Binnen de Raad is in 2010 in detail onderhandeld over de inhoud
van deze besluiten. Voorafgaande aan deze onderhandelingen heeft een intensieve
discussie met alle lidstaten plaatsgevonden in de Administratieve Commissie
voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Er behoefde geen beroep te worden gedaan op
externe deskundigheid. Effectbeoordeling Artikel 21 van de overeenkomst met San Marino
bevat de beginselen voor een beperkte coördinatie tussen de
socialezekerheidsstelsels van de lidstaten en San Marino. Een aantal andere
overeenkomsten met derde landen bevat soortgelijke bepalingen betreffende de
coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Krachtens al deze overeenkomsten
is een besluit van de uit hoofde van deze overeenkomsten opgerichte lichamen
nodig om de coördinatiebeginselen in praktijk te brengen. De artikelen betreffende sociale zekerheid in
deze overeenkomsten beogen werknemers uit het geassocieerde land in kwestie
recht te geven op bepaalde socialezekerheidsprestaties op grond van de wetgeving
van de lidstaat of lidstaten die op hen van toepassing is of is geweest. Op
basis van wederkerigheid geldt dit ook voor EU-onderdanen die in het
geassocieerde land werken. Het feit dat de bepalingen in het huidige
pakket voorstellen met betrekking tot de vier geassocieerde landen (San Marino,
Montenegro, Albanië en Turkije) vrijwel identiek zijn – en ook vrijwel identiek
aan het eerste pakket van zes besluiten met betrekking tot Algerije, Marokko,
Tunesië, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) en
Israël die de Raad in oktober 2010 heeft aangenomen – zal de toepassing van
deze bepalingen door de nationale socialezekerheidsorganen vergemakkelijken. De
toepassing van deze voorstellen kan enige financiële gevolgen hebben voor de nationale
socialezekerheidsorganen. Zo moeten zij bijvoorbeeld de in artikel 21 van de
overeenkomst met San Marino vermelde prestaties verstrekken. Dit artikel
betreft echter alleen personen die overeenkomstig de nationale wetgeving aan
het nationale socialezekerheidsstelsel van het land in kwestie bijdragen of
hebben bijgedragen. Het is in ieder geval moeilijk om het effect van deze
voorstellen op de nationale socialezekerheidsstelsels precies in te schatten. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL Samenvatting van de voorgestelde
maatregel(en) Dit voorstel omvat een besluit van de Raad
betreffende het namens de Unie in te nemen standpunt in het samenwerkingscomité
die is opgericht bij de overeenkomst met San Marino en, in bijlage, een
ontwerpbesluit van het samenwerkingscomité op het gebied van de sociale
zekerheid. Met het voorgestelde besluit van het
samenwerkingscomité wordt voldaan aan artikel 21 van de overeenkomst met San
Marino, dat bepaalt dat een dergelijk besluit nodig is om de in dat artikel vervatte
beginselen inzake sociale zekerheid toe te passen. Daartoe bevat het besluit
uitvoeringsbepalingen voor de bepalingen van artikel 21 van de overeenkomst met
San Marino die niet reeds onder Verordening (EU) nr. 1231/2010 vallen. Bovendien zorgt het voorgestelde besluit van het
samenwerkingscomité er ook voor dat de bepalingen betreffende de export van
uitkeringen en de toekenning van gezinsbijslagen op basis van wederkerigheid
ook van toepassing zijn op EU-werknemers die legaal in San Marino werken en op
hun gezinsleden die legaal in San Marino wonen. Rechtsgrondslag Artikel 218, lid 9, in samenhang met artikel
79, lid 2, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie. Dit betekent dat Denemarken niet zal deelnemen aan de vaststelling van
dit besluit. Ierland en het Verenigd Koninkrijk zullen evenmin deelnemen aan de
vaststelling van dit besluit, tenzij zij te kennen geven deel te willen nemen
aan de vaststelling en toepassing ervan. Het feit dat deze landen niet
deelnemen aan het besluit van de Raad sluit echter hun deelname aan het besluit
van het samenwerkingscomité niet uit. Subsidiariteitsbeginsel De overeenkomst met San Marino voorziet in
beginselen inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels die door alle
lidstaten gelijkelijk moeten worden toegepast. De tenuitvoerlegging van deze
beginselen dient daarom onderworpen te zijn aan uniforme voorwaarden, die beter
op het niveau van de Unie geregeld kunnen worden. Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in
overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De lidstaten blijven als enige bevoegd voor de
vaststelling, de organisatie en de financiering van hun nationale
socialezekerheidsregelingen. Het voorstel beoogt alleen de coördinatie van
de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten en San Marino tot op zekere
hoogte te organiseren, wat de burgers van deze landen ten goede komt. Bovendien
doet dit besluit geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien
uit bilaterale overeenkomsten inzake sociale zekerheid tussen de lidstaten en San
Marino indien deze overeenkomsten in een gunstigere behandeling van de
betrokkenen voorzien. Het voorstel beperkt de financiële en
administratieve lasten tot een minimum, aangezien het deel uitmaakt van een
pakket soortgelijke voorstellen die voor een uniforme toepassing van de
bepalingen betreffende sociale zekerheid in de associatieovereenkomsten met
derde landen zorgen. Keuze van instrumenten Voorgesteld(e) instrument(en): Besluit van de
Raad (met in bijlage een ontwerpbesluit van het samenwerkingscomité). Andere instrumenten zouden om de volgende
reden ongeschikt zijn. Er is geen alternatief voor de voorgestelde
maatregel. Artikel 21 van de overeenkomst vereist een besluit van het
samenwerkingscomité. Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie voorziet in een besluit van de Raad voor het bepalen van
de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een lichaam dat is
opgericht uit hoofde van een overeenkomst, wanneer dat lichaam besluiten dient
te nemen met rechtsgevolgen. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het voorstel heeft geen gevolgen voor de
begroting van de Europese Unie. 5. OPTIONELE ELEMENTEN Vereenvoudiging Het voorstel zal leiden tot vereenvoudiging van de administratieve procedures voor nationale overheidsinstanties en private partijen. De bepalingen van het voorstel betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels wat San Marinese onderdanen betreft, zijn vrijwel identiek met die betreffende onderdanen van de andere geassocieerde landen. Dit zorgt voor eenvoudigere procedures en minder administratieve lasten voor de nationale socialezekerheidsorganen. Personen waarop het voorstel van toepassing is, worden niet geconfronteerd met uiteenlopende nationale bepalingen betreffende de in artikel 21 van de overeenkomst met San Marino vervatte beginselen inzake sociale zekerheid en kunnen zich in de Unie verlaten op uniforme bepalingen. Nadere uitleg van het voorstel A. Besluit van de Raad betreffende het
standpunt met betrekking tot de bepalingen voor de coördinatie van
socialezekerheidsstelsels dat de Europese Unie zal innemen in het
Samenwerkingscomité dat is opgericht bij de Overeenkomst tot instelling van een
douane-unie en samenwerking met San Marino. Artikel 1 Dit artikel betreft de goedkeuring van het
standpunt van de EU in het samenwerkingscomité EU-San Marino. B. Bijgaand ontwerpbesluit van het
samenwerkingscomité betreffende de bepalingen voor de coördinatie van de
socialezekerheidsstelsels Deel I: Algemene bepalingen Artikel 1 Ten behoeve van de toepassing van de wetgeving
van de lidstaten en San Marino worden in dit artikel de termen
"overeenkomst", "verordening",
"toepassingsverordening", "lidstaat",
"werknemer", "gezinslid", "wetgeving", "prestaties"
en "exporteerbare uitkeringen" gedefinieerd. Voor de betekenis van de
overige termen in het bijgaande besluit wordt naar de verordening en de
toepassingsverordening verwezen. Artikel 2 In dit artikel wordt de personele
werkingssfeer van het bijgaande besluit omschreven, in overeenstemming met de
formulering van artikel 21 van de overeenkomst met San Marino. Artikel 3 Dit artikel voorziet in niet-discriminerende
behandeling van alle onder de overeenkomst vallende personen, wat de daaronder
vallende socialezekerheidsprestaties betreft. Deel II Betrekkingen tussen de lidstaten en San Marino Dit deel van het bijgaande ontwerpbesluit
betreft de in artikel 21, lid 4, van de overeenkomst met San Marino vervatte
beginselen en het in artikel 21, lid 2, vervatte wederkerigheidsbeginsel met
betrekking tot EU-onderdanen en hun gezinsleden. Artikel 4 Dit artikel betreft het in artikel 21, lid 4,
van de overeenkomst met San Marino vervatte beginsel van export van uitkeringen
en verduidelijkt dat dit beginsel beperkt blijft tot de prestaties in artikel
1, lid 1, onder i), van het bijgaande besluit, waarin de in dat lid bedoelde
prestaties worden opgesomd. Deel III Diverse bepalingen Artikel 5 Dit artikel bevat algemene bepalingen
betreffende de samenwerking tussen de lidstaten en hun organen enerzijds en San
Marino en de San Marinese organen anderzijds, en tussen de betrokken
begunstigden en organen. Deze bepalingen zijn vergelijkbaar met die van
artikel 76, lid 3, lid 4, eerste en derde alinea, en lid 5, van
Verordening (EG) nr. 883/2004. Artikel 6 Dit artikel bevat soortgelijke procedures voor
administratieve en medische controles als artikel 87 van Verordening (EG) nr.
987/2009. Bovendien voorziet het in de mogelijkheid om ter zake andere
uitvoeringsbepalingen vast te stellen. Artikel 7 Dit artikel verwijst naar de mogelijkheid
gebruik te maken van de in de overeenkomst vastgelegde procedure voor de
beslechting van geschillen. Artikel 8 Dit artikel verwijst naar bijlage II bij het
bijgaande besluit. Deze bijlage II is een soortgelijke bijlage als bijlage XI
bij Verordening (EG) nr. 883/2004, en is nodig om de nodige bijzondere
bepalingen vast te stellen voor de toepassing van de San Marinese wetgeving op
het bijgaande besluit. Artikel 9 Dit artikel maakt het mogelijk dat
administratieve procedures uit hoofde van bestaande overeenkomsten tussen een
lidstaat en San Marino onder bepaalde voorwaarden van toepassing blijven. Artikel 10 Dit artikel voorziet in de mogelijkheid om
aanvullende administratieve overeenkomsten te sluiten. Artikel 11 De overgangsbepalingen waarin dit artikel
voorziet, zijn vergelijkbaar met de overgangsbepalingen in artikel 87, leden 1,
3, 4, 6 en 7, van Verordening (EG) nr. 883/2004. Artikel 12 Dit artikel verduidelijkt de juridische status
van de bijlagen bij het bijgaande besluit en de procedures voor wijziging
ervan. Artikel 13 Dit artikel verduidelijkt de datum van
inwerkingtreding van het bijgaande besluit. 2012/0080 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt met betrekking tot
de bepalingen voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels dat de
Europese Unie zal innemen in het Samenwerkingscomité dat is opgericht bij de
Overeenkomst tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de
Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San Marino DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 79, lid 2, onder b), in
samenhang met artikel 218, lid 9, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Artikel 22 van de Overeenkomst
tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische
Gemeenschap en de Republiek San Marino[6]
(hierna "de overeenkomst"), bepaalt dat bij besluit van het samenwerkingscomité
de nodige bepalingen vastgesteld worden om de in dat artikel 21 aangegeven
beginselen met betrekking tot de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels te
verwezenlijken. (2) Overeenkomstig artikel 3 van
Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland
ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het
Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, [heeft] [hebben] [Ierland] [en] [het Verenigd Koninkrijk] bij
schrijven van […] te kennen gegeven dat [het] [zij] aan de vaststelling en
toepassing van dit besluit [wenst] [wensen] deel te nemen. (3) Overeenkomstig de
artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van
het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid,
veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en
onverminderd artikel 4 van dat protocol, [neemt] [nemen] [het Verenigd
Koninkrijk] [Ierland] [deze lidstaten] niet deel aan de vaststelling van deze
verordening, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in [het
Verenigd Koninkrijk] [en] [Ierland]. (4) Overeenkomstig de artikelen 1
en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het
Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit
besluit, dat bijgevolg niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze
lidstaat. HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Het standpunt dat de Europese Unie zal innemen
in het samenwerkingscomité dat is opgericht bij de overeenkomst tot instelling
van een douane-unie tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San
Marino met betrekking tot de tenuitvoerlegging van artikel 21 van die
overeenkomst, zal gebaseerd zijn op het ontwerpbesluit van het
samenwerkingscomité dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd. Minder belangrijke wijzigingen van het
ontwerpbesluit kunnen door de vertegenwoordigers van de Unie in het
samenwerkingscomité worden goedgekeurd zonder dat daarvoor een nieuw besluit
van de Raad vereist is. Artikel 2 Het besluit van het samenwerkingscomité wordt
bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, op Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE Ontwerp BESLUIT
Nr. ../…. VAN HET SAMENWERKINGSCOMITÉ EU-SAN MARINO van
… betreffende de in de Overeenkomst tot
instelling van een douane-unie en samenwerking vervatte bepalingen voor de
coördinatie van de socialezekerheidsstelsels HET SAMENWERKINGSCOMITÉ, Gezien de overeenkomst tot instelling van een
douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de
Republiek San Marino[7],
en met name op artikel 22, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Artikel 21 van de overeenkomst tot instelling van
een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en
de Republiek San Marino (hierna "de overeenkomst"), voorziet in de
coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van San Marino en de lidstaten en
stelt de beginselen voor deze coördinatie vast. (2)
Overeenkomstig artikel 22 van de overeenkomst stelt
het samenwerkingscomité de nodige bepalingen vast ter uitvoering van bovengenoemde
beginselen. (3)
Wat de toepassing van het non-discriminatiebeginsel
betreft, kunnen, behoudens het recht op export van bepaalde prestaties, aan dit
besluit geen extra rechten worden ontleend die voortvloeien uit bepaalde feiten
of gebeurtenissen die zich op het grondgebied van de andere
overeenkomstsluitende partij hebben voorgedaan en die krachtens de wetgeving
van de eerste overeenkomstsluitende partij niet in aanmerking worden genomen. (4)
Bij de toepassing van dit besluit dient het recht
van San Marinese werknemers op gezinsbijslagen onderworpen te zijn aan de
voorwaarde dat hun gezinsleden legaal bij de betrokken werknemer wonen in de
lidstaat waar deze werkt. Dit besluit houdt geen recht op gezinsuitkeringen in
voor gezinsleden die in een ander land, bijvoorbeeld San Marino, wonen. (5)
De bepalingen van Verordening (EG)
nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 zijn bij Verordening
(EU) nr. 1231/2010 van de Raad[8]
reeds uitgebreid tot onderdanen van derde landen die enkel door hun
nationaliteit nog niet onder die bepalingen vielen. Het in artikel 21, lid 2,
van de overeenkomst met San Marino vervatte beginsel dat tijdvakken van
verzekering die San Marinese werknemers in de verschillende lidstaten hebben
vervuld, worden samengeteld met betrekking tot het recht op bepaalde
prestaties, is reeds in verordening (EU) nr. 1231/2010 vervat. (6)
Om de toepassing van de coördinatievoorschriften te
vergemakkelijken, kan het nodig zijn bijzondere bepalingen vast te stellen die
in overeenstemming zijn met de specifieke kenmerken van de San Marinese
wetgeving. (7)
Om de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels
van de lidstaten en San Marino soepel te laten functioneren, moeten specifieke
bepalingen worden vastgesteld betreffende de samenwerking tussen de lidstaten
en San Marino en tussen de betrokkene en het orgaan van het bevoegde land. (8)
Om de personen op wie dit besluit van toepassing
is, te beschermen en om te voorkomen dat zij door de inwerkingtreding van dit
besluit rechten verliezen, moeten overgangsbepalingen worden vastgesteld, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: DEEL I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In dit besluit wordt verstaan
onder: a) "overeenkomst": de Overeenkomst
tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische
Gemeenschap en de Republiek San Marino; b) "verordening": Verordening
(EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004
betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[9] die van
toepassing is in de lidstaten van de Europese Unie; c) "toepassingsverordening":
Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van
16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van
Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de
socialezekerheidsstelsels[10]; d) "lidstaat": een lidstaat
van de Europese Unie; e) "werknemer": i) voor
de toepassing van de wetgeving van een lidstaat: een persoon die een werkzaamheid
in loondienst verricht in de zin van artikel 1, onder a), van de verordening; ii) voor
de toepassing van de wetgeving van San Marino: een persoon die een werkzaamheid
in loondienst verricht in de zin van die wetgeving; f) "gezinslid": i) voor de toepassing
van de wetgeving van een lidstaat: een gezinslid in de zin van artikel 1, onder
i), van de verordening; ii) voor de
toepassing van de wetgeving van San Marino: een gezinslid in de zin van die
wetgeving; g) "wetgeving": i) met
betrekking tot de lidstaten: wetgeving in de zin van artikel 1, lid 1, van de
verordening die van toepassing is op de prestaties die onder dit besluit
vallen; ii) met
betrekking tot San Marino: de relevante wetgeving die in San Marino van
toepassing is op de prestaties die onder dit besluit vallen; h) "prestaties": i) met
betrekking tot de lidstaten: prestaties in de zin van artikel 3 van de
verordening; ii) met
betrekking tot San Marino: de overeenkomstige prestaties die in San Marino van
toepassing zijn; i) "exporteerbare uitkeringen": i) met
betrekking tot de lidstaten: –
ouderdomspensioenen, –
nabestaandenpensioenen, –
uitkeringen in verband met arbeidsongevallen en
beroepsziekten, –
invaliditeitspensioenen in verband met
arbeidsongevallen en beroepsziekten, in de zin van de verordening, met uitzondering van
bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling betaling berustende uitkeringen
als vermeld in bijlage X bij de verordening; ii) met betrekking tot San Marino: de
overeenkomstige prestaties op grond van de San Marinese wetgeving, met
uitzondering van bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling betaling
berustende uitkeringen als vermeld in bijlage I bij dit besluit; 2. De overige in dit besluit
gebruikte termen worden verstaan volgens de definities: a) met betrekking tot de lidstaten: in
de verordening en de toepassingsverordening; b) met betrekking tot San Marino: in de
relevante wetgeving die in San Marino van toepassing is. Artikel 2 Personele
werkingssfeer Dit besluit is van toepassing op: a) werknemers die San Marinees onderdaan
zijn en legaal werken of legaal hebben gewerkt op het grondgebied van een
lidstaat en op wie de wetgeving van een of meer lidstaten van toepassing is of
geweest is, en hun nabestaanden; b) de gezinsleden van de onder a)
bedoelde werknemers, mits zij legaal bij de betrokken werknemer wonen of
gewoond hebben terwijl deze werkzaam is of was in een lidstaat; c) werknemers die onderdaan van een
lidstaat zijn en legaal werken of legaal hebben gewerkt op het grondgebied van San
Marino en op wie de San Marinese wetgeving van toepassing is of geweest is, en
hun nabestaanden; en tevens d) de gezinsleden van de onder c)
bedoelde werknemers, mits zij legaal bij de betrokken werknemer wonen of
gewoond hebben terwijl deze werkzaam is of was in San Marino. Artikel 3 Gelijke behandeling 1. Werknemers die San Marinees
onderdaan zijn en legaal in een lidstaat werken, en hun gezinsleden die legaal
bij hen wonen, worden, wat de prestaties in de zin van artikel 1, lid 1, onder
h), betreft, niet op grond van hun nationaliteit gediscrimineerd ten opzichte
van de onderdanen van de lidstaten waar zij werken. 2. Werknemers die onderdaan van
een lidstaat zijn en legaal in San Marino werken, en hun gezinsleden die legaal
bij hen wonen, worden, wat de prestaties in de zin van artikel 1,
lid 1, onder h), betreft, niet op grond van hun nationaliteit
gediscrimineerd ten opzichte van San Marinese onderdanen. Deel II BETREKKINGEN
TUSSEN DE LIDSTATEN EN SAN MARINO Artikel 4 Opheffing van
woonplaatsvereisten 1. Exporteerbare uitkeringen in de zin van artikel 1, lid 1,
onder i) waarop de in artikel 2, onder a) en c), bedoelde personen recht
hebben, kunnen niet worden verminderd, gewijzigd, geschorst, ingetrokken of
verbeurd verklaard op grond van het feit dat de begunstigde i) wat een
prestatie op grond van wetgeving van een lidstaat betreft, op het grondgebied
van San Marino woont, of ii) wat
een prestatie op grond van de San Marinese wetgeving betreft, op het
grondgebied van een lidstaat woont. 2. Gezinsleden van een werknemer
als bedoeld in artikel 2, onder b), hebben recht op exporteerbare
uitkeringen in de zin van artikel 1, lid 1, onder i)i), op dezelfde wijze als
de gezinsleden van een werknemer die onderdaan van de betreffende lidstaat is,
als die gezinsleden op het grondgebied van San Marino wonen. 3. Gezinsleden van een werknemer
als bedoeld in artikel 2, onder d), hebben recht op exporteerbare uitkeringen
in de zin van artikel 1, lid 1, onder i)ii), op dezelfde wijze als de
gezinsleden van een werknemer die San Marinees onderdaan is, als die
gezinsleden op het grondgebied van een lidstaat wonen. DEEL III DIVERSE
BEPALINGEN Artikel 5 Samenwerking 1. De lidstaten en San Marino verstrekken elkaar alle
informatie over de wijzigingen in hun wetgeving die van invloed kunnen zijn op
de uitvoering van dit besluit. 2. Bij de toepassing van dit besluit zijn de autoriteiten en
organen van de lidstaten en San Marino elkaar behulpzaam als betrof het de
toepassing van hun eigen wetgeving. De wederzijdse administratieve bijstand van
genoemde autoriteiten en organen is in principe kosteloos. De bevoegde
autoriteiten van de lidstaten en San Marino kunnen evenwel overeenkomen om
bepaalde kosten te vergoeden. 3. Voor de toepassing van dit
besluit kunnen de autoriteiten en de organen van de lidstaten en San Marino
zich rechtstreeks met elkaar en met de betrokkenen of hun gemachtigden in
verbinding stellen. 4. Met het oog op de correcte
toepassing van dit besluit dienen de organen en personen die onder deze
verordening vallen, elkaar wederzijds inlichtingen te verstrekken en samen te
werken. 5. De betrokken personen moeten
de organen van de bevoegde lidstaat of, indien San Marino het bevoegde land is,
van San Marino, en de organen van de lidstaat van verblijf of, indien San
Marino het land van verblijf is, van San Marino, zo spoedig mogelijk in kennis
stellen van veranderingen in hun persoonlijke of gezinssituatie die gevolgen
hebben voor hun recht op prestaties op grond van dit besluit. 6. Indien niet voldaan wordt aan
de informatieplicht als bedoeld in lid 5, kunnen overeenkomstig het
nationale recht evenredige maatregelen worden getroffen. Deze maatregelen zijn
echter gelijkwaardig aan de maatregelen die in soortgelijke, onder het
nationale recht vallende situaties van toepassing zijn en mogen in de praktijk
de uitoefening van de bij dit besluit aan de betrokkenen verleende rechten niet
onmogelijk of uiterst moeilijk maken. 7. De lidstaten en San Marino
kunnen nationale bepalingen vaststellen die voorwaarden bevatten om na te gaan
of iemand voor prestaties in aanmerking komt, teneinde in aanmerking te nemen
dat de begunstigden verblijven of wonen buiten het grondgebied van de staat
waar het debiteurorgaan zich bevindt. Dergelijke bepalingen zijn proportioneel,
vrij van elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit, en in
overeenstemming met de beginselen van dit besluit. Dergelijke bepalingen worden
meegedeeld aan het samenwerkingscomité Artikel 6 Administratieve
controles en geneeskundige onderzoeken 1. Dit artikel is van toepassing
op de in artikel 2 bedoelde personen die exporteerbare prestaties als bedoeld
in artikel 1, lid 1, onder i), ontvangen, alsmede op de organen die belast zijn
met de uitvoering van dit besluit. 2. Indien een ontvanger of
aanvrager van prestaties, dan wel een lid van diens gezin, op het grondgebied
van een lidstaat woont of verblijft terwijl het debiteurorgaan zich in San
Marino bevindt, of in San Marino terwijl het debiteurorgaan zich in een
lidstaat bevindt, wordt het geneeskundig onderzoek op verzoek van laatstgenoemd
orgaan verricht door het orgaan van de woon- of verblijfplaats van de
begunstigde, volgens de procedures die zijn vastgelegd in de door dit orgaan
toegepaste wetgeving. Het debiteurorgaan stelt het
orgaan van de woon- of verblijfplaats in kennis van eventuele speciale
vereisten waaraan moet worden voldaan en van de specifieke aspecten waaraan in
het geneeskundig onderzoek aandacht moet worden besteed. Het orgaan van de woon- of
verblijfplaats doet aan het debiteurorgaan dat om het geneeskundig onderzoek heeft
verzocht, een rapport toekomen. Het debiteurorgaan behoudt
echter het recht om de begunstigde te laten onderzoeken door een arts van zijn
keuze, hetzij in het land waar de aanvrager of de ontvanger van en uitkering
woont of verblijft, hetzij in het land waar het debiteurorgaan zich bevindt. De
begunstigde kan echter alleen worden verzocht zich naar de lidstaat van het
debiteurorgaan te begeven indien hij in staat is de reis te ondernemen zonder
dat dit zijn gezondheid schaadt en mits reis- en verblijfkosten voor rekening
komen van het debiteurorgaan. 3. Indien een ontvanger of
aanvrager van prestaties, of een lid van diens gezin, op het grondgebied van
een lidstaat woont of verblijft terwijl het debiteurorgaan zich in San Marino
bevindt, of in San Marino terwijl het debiteurorgaan zich in een lidstaat
bevindt, wordt de administratieve controle op verzoek van dit orgaan
uitgeoefend door het orgaan van de woon- of verblijfplaats van de begunstigde. Het orgaan van de woon- of
verblijfplaats doet aan het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is en om de
administratieve controle heeft verzocht, een rapport toekomen. Het debiteurorgaan behoudt
zich het recht voor de begunstigde door een arts van zijn keuze te laten
onderzoeken. De begunstigde kan echter alleen worden verzocht zich naar de
lidstaat van het debiteurorgaan te begeven indien hij in staat is de reis te
ondernemen zonder dat dit zijn gezondheid schaadt en mits reis- en
verblijfkosten voor rekening komen van het debiteurorgaan. 4. Een of meer lidstaten en San
Marino kunnen andere administratieve bepalingen overeenkomen, op voorwaarde dat
zij het samenwerkingscomité daarvan op de hoogte brengen. 5. In afwijking van het in
artikel 5, lid 2, van de basisverordening neergelegde beginsel van
kosteloze wederzijdse administratieve bijstand worden de daadwerkelijke
uitgaven voor de in de leden 2 en 3 van dit artikel genoemde
controles door het debiteurorgaan dat om de controles had verzocht,
terugbetaald aan het orgaan dat werd verzocht de controles uit te voeren. Artikel 7 Toepassing van
artikel 126 van de overeenkomst Artikel 24 van de overeenkomst wordt toegepast
indien een partij van oordeel is dat de andere partij de verplichtingen als
neergelegd in de artikelen 5 en 6 niet heeft nageleefd. Artikel 8 Bijzondere
bepalingen betreffende de toepassing van de wetgeving van San Marino Zo nodig kan het samenwerkingscomité
bijzondere bepalingen betreffende de toepassing van de wetgeving van San Marino
opnemen in bijlage II. Artikel 9 Administratieve
procedures van bestaande bilaterale overeenkomsten De administratieve procedures die zijn vervat
in bestaande bilaterale overeenkomsten tussen een lidstaat en San Marino kunnen
van toepassing blijven, mits deze procedures de bij dit besluit vastgestelde
rechten en verplichtingen van de betrokkenen niet nadelig beïnvloeden. Artikel 10 Overeenkomsten
ter aanvulling van de procedures voor de toepassing van dit besluit Een of meer lidstaten en San Marino kunnen
overeenkomsten sluiten ter aanvulling van de administratieve procedures voor de
toepassing van dit besluit, in het bijzonder wat het voorkomen en bestrijden
van fraude en fouten betreft. DEEL IV OVERGANGS-
EN SLOTBEPALINGEN Artikel 11 Overgangsbepalingen 1. Aan dit besluit kunnen geen
rechten worden ontleend voor het tijdvak dat aan de inwerkingtreding
voorafgaat. 2. Onverminderd lid 1
ontstaat krachtens dit besluit ook een recht indien dit recht betrekking heeft
op een gebeurtenis die vóór de datum van inwerkingtreding heeft plaatsgevonden. 3. Prestaties die niet zijn
toegekend of zijn geschorst wegens de nationaliteit of woonplaats van de
betrokkene worden op verzoek van de betrokkene toegekend of hervat met ingang
van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, mits de vroeger toegekende
rechten niet in de vorm van een afkoopsom zijn vereffend. 4. Indien het in lid 3
bedoelde verzoek binnen twee jaar na de datum van inwerkingtreding van dit
besluit wordt ingediend, worden de aan dit besluit te ontlenen rechten met
ingang van die datum verkregen, zonder dat de wetgeving van een lidstaat of van
San Marino betreffende het verval of de verjaring van rechten op de betrokkenen
kan worden toegepast. 5. Indien het in lid 3 bedoelde
verzoek na afloop van de termijn van twee jaar na de datum van inwerkingtreding
van dit besluit wordt ingediend, worden de niet vervallen of niet verjaarde
rechten verkregen met ingang van de datum waarop het verzoek is ingediend,
tenzij gunstigere bepalingen van de wetgeving van een lidstaat of San Marino
van toepassing zijn. Artikel 12 Bijlagen bij
dit besluit 1. De bijlagen bij dit besluit
vormen een integrerend deel daarvan. 2. Op verzoek van San Marino of
de Europese Unie kunnen deze bijlagen bij besluit van het samenwerkingscomité
worden gewijzigd. Artikel 13 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de dag na de
bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor het samenwerkingscomité De voorzitter BIJLAGE I LIJST
VAN SAN MARINESE BIJZONDERE NIET OP PREMIE- OF BIJDRAGEBETALING BERUSTENDE UITKERINGEN BIJLAGE II BIJZONDERE
BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE WETGEVING VAN SAN MARINO [1] PB L 84
van 28.3.2002, blz. 43. [2] PB L 306
van 23.11.2010. [3] PB L 166
van 30. 4.2004, blz. 1. [4] PB L 284
van 30.10.2009, blz. 1. [5] PB L 344
van 29.12.2010, blz. 1. Verordening (EU) nr. 1231/2010 is overeenkomstig de
Protocollen nr. 21 en 22 niet bindend voor of van toepassing in Denemarken
en het Verenigd Koninkrijk. De voorafgaande Verordening (EG) nr. 859/2003 (PB L
124 van 20.5.2003, blz. 1) blijft echter bindend voor en van toepassing in het
Verenigd Koninkrijk. [6] PB L 84
van 28.3.2002, blz. 43. [7] PB L 84
van 28.3.2002, blz. 43. [8] PB L 344
van 29.12.2010, blz. 1. [9] PB L 166
van 30.4.2004, blz. 1. [10] PB L 284
van 30.10.2009, blz. 1.