This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0474
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION Implementation of the European Electronic Toll Service
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Tenuitvoerlegging van de Europese elektronische tolheffingsdienst
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Tenuitvoerlegging van de Europese elektronische tolheffingsdienst
/* COM/2012/0474 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Tenuitvoerlegging van de Europese elektronische tolheffingsdienst /* COM/2012/0474 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Tenuitvoerlegging van de Europese
elektronische tolheffingsdienst (Voor de EER relevante tekst) 1. Inleiding Het doel van Richtlijn 2004/52/EG is te zorgen
voor interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het
wegverkeer in de Europese Unie[1].
Deze richtlijn voorziet in de oprichting van een Europese elektronische
tolheffingsdienst (EETS) ter aanvulling van de nationale elektronische
tolheffingsdiensten van de lidstaten. De twee belangrijkste belanghebbenden zijn: ·
Tolheffende instanties, die hun activiteiten
uitvoeren namens een lidstaat of in het kader van een concessieovereenkomst met
een lidstaat, de infrastructuur beheren en tol innen van voertuigen die gebruik
maken van het netwerk dat zij beheren. ·
Aanbieders van Europese elektronische
tolheffingsdiensten (EETS-aanbieders), die alle nodige apparatuur en diensten
leveren waarmee automobilisten en vrachtvervoerders zich toegang kunnen
verschaffen tot alle tolinfrastructuur in de EU en die ervoor zorgen dat vergoedingen
voor het gebruik van hun netwerk worden betaald aan de tolheffende instanties. In artikel 3, lid 4, van de richtlijn is
bepaald dat lidstaten die over nationale elektronische tolheffingssystemen
beschikken, erop toezien dat de exploitanten de Europese elektronische
tolheffingsdienst uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van het besluit
tot definiëring van de Europese elektronische tolheffingsdienst aanbieden voor
zware vrachtvoertuigen, en uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding aan alle
andere categorieën voertuigen. Beschikking 2009/750/EG van de Commissie tot
definiëring van de Europese elektronische tolheffingsdienst[2] is op 8 oktober 2009 meegedeeld
aan de lidstaten en dus op die datum van kracht geworden. In deze
uitvoeringsbeschikking is bepaald welke essentiële eisen in de hele EU voor
deze dienst gelden en zijn de verplichte normen, technische specificaties en
operationele regels vastgesteld. De belangrijkste verplichtingen zijn: (1)
De lidstaten moeten nationale elektronische
registers bijhouden van de netwerken waarop tol wordt geheven, de tolheffende
instanties en de aanbieders van de tolheffingsdienst die volgens hen in
aanmerking komen voor registratie, en deze elektronisch toegankelijk maken voor
het publiek. Zij moeten ook een bemiddelende instantie oprichten die er mede voor
zorgt dat de onderhandelingen over overeenkomsten tussen tolheffende instanties
en EETS-aanbieders vlot verlopen. (2)
Tolheffende instanties moeten ervoor zorgen dat hun
elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in overeenstemming zijn
met de technische normen in de wetgeving en moeten hun contractvoorwaarden
openbaar maken; ze moeten op niet-discriminerende wijze toegang verlenen aan
alle geregistreerde EETS-aanbieders. (3)
EETS-aanbieders moeten geregistreerd zijn in de
lidstaat waar ze zijn gevestigd. Binnen 24 maanden nadat ze zijn geregistreerd,
moeten ze de volledige aan tolheffing onderhevige Europese wegeninfrastructuur
bestrijken. EETS-aanbieders staan met elkaar in concurrentie: elke weggebruiker
mag vrij een overeenkomst sluiten met de aanbieder van zijn/haar keuze. Krachtens artikel 21 van Beschikking 2009/750/EG
moet de Commissie een verslag opstellen over de voortgang van de
EETS-ontwikkeling. In deze mededeling wordt eerst het EETS in de ruimere
context van het Europees vervoersbeleid gesitueerd. Vervolgens wordt de
voortgang bij de tenuitvoerlegging toegelicht en ten slotte wordt uiteengezet
welke stappen volgens de Commissie moeten worden genomen om het EETS
operationeel te maken. 2. De context van het Europees
vervoersbeleid Een efficiënte interne markt is noodzakelijk
voor economische groei en welvaart en maakt vlot, snel en veilig vervoer van
goederen en personen in de hele Unie mogelijk. Dit vergt goed ontwikkelde,
onderhouden en efficiënt beheerde infrastructuur. Om de financiering en het beheer van
wegeninfrastructuur te vergemakkelijken, is het Europese vervoersbeleid steeds
uitgegaan van de beginselen "de gebruiker betaalt" en "de
vervuiler betaalt". Tolheffingen, d.w.z. heffingen op basis van de
afgelegde afstand, het type voertuig (bijv. op basis van hun milieuprestaties
en de mate waarin zij slijtage veroorzaken) en/of zelfs tijd (bijv. de periode
van de dag), is een eerlijke en efficiënte manier om deze beginselen ten
uitvoer te leggen. Tol vormt een objectieve manier om te betalen voor
mobiliteit en geeft het juiste prijssignaal aan weggebruikers. Door
tolheffingen kunnen de inkomsten worden gegenereerd die nodig zijn om de
wegeninfrastructuur te onderhouden en te ontwikkelen en om de vraag naar
vervoer te beheren (bijv. het verkeer op piekmomenten doen afnemen of
vervoerskeuzes beïnvloeden) of kunnen schonere voertuigen worden aangemoedigd. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van
tolheffing. Tweeëntwintig lidstaten heffen op delen van hun wegennet tol voor
zware vrachtwagens en twaalf lidstaten voor lichte particuliere voertuigen. In
totaal zijn er in de EU 72 000 km tolwegen, waarvan 60 % is uitgerust
met elektronische tolsystemen en 40 % onder een vignetregeling valt. Meer
dan 20 miljoen weggebruikers, automobilisten of vrachtvervoerders zijn
geabonneerd op elektronische wegentolsystemen. Door te zorgen voor volledige Europese
interoperabiliteit van de technologieën voor elektronische tolheffing kunnen
schaalvoordelen worden gerealiseerd en kunnen de kosten van de
tolinningsapparatuur worden gedrukt. De Europese elektronische
tolheffingsdienst zal het gemakkelijker maken voor grensoverschrijdende
gebruikers, inclusief occasionele gebruikers, om de wegentol te betalen[3]. De gebruikers zullen ook
gemakkelijker aanvaarden dat zij moeten betalen voor het gebruik van wegen als
de betalingsmiddelen interoperabel zijn op Europees niveau. In haar witboek uit 2011 "Stappenplan
voor een interne Europese vervoersruimte" heeft de Commissie mogelijke
maatregelen toegelicht om de ontwikkeling en harmonisering van wegentol te
versnellen. Zij benadrukte dat de Europese elektronische tolheffingsdienst kan
helpen om wegentolstrategieën die bijdragen tot een duurzaam vervoerssysteem te
bevorderen en om de wegentol gemakkelijker te doen aanvaarden door de
gebruikers. Ter gelegenheid van de recente wijziging van
de Eurovignetrichtlijn inzake wegentol voor zware vrachtvoertuigen[4], hebben het Europees Parlement
en de Raad de Commissie verzocht om "toe te zien op de vorderingen die
worden geboekt [in het kader van de richtlijn] met het oog op de invoering,
binnen de overeengekomen termijnen, van een echt Europese elektronische
tolheffingsdienst" en om "de samenwerking tussen de lidstaten te
bevorderen die noodzakelijk kan blijken om de interoperabiliteit van
elektronische tolheffingssystemen op Europees niveau te waarborgen." Met name "wanneer een lidstaat de
tolgelden of gebruiksrechten uitsluitend int door middel van een systeem dat
het gebruik van apparatuur aan boord van voertuigen vergt, zorgt hij ervoor dat
geschikte apparaten, die voldoen aan de eisen van Richtlijn 2004/52/EG
[…], door alle gebruikers kunnen worden verkregen onder redelijke
administratieve en financiële voorwaarden"[5]. 3. Geboekte vooruitgang De vooruitgang die geboekt is bij de uitrol
van de EETS is teleurstellend. Ondanks de vaststelling van Beschikking 2009/750/EG,
waarin de noodzakelijke technische specificaties en eisen en de contractuele
regels voor het aanbieden van de EETS zijn uiteengezet, en ondanks de
inspanningen van de Europese Commissie[6]
en de maturiteit van de toltechnologieën, is de Europese elektronische
tolheffingsdienst nog geen realiteit in het dagelijkse leven van de
weggebruikers. Niet alle lidstaten en belanghebbenden hebben het noodzakelijke
engagement aan de dag gelegd om de regelgevende en operationele context van de
dienst op hun niveau te voltooien. Tot 2009 hebben de meeste lidstaten die
nationale of lokale elektronische tolheffingssystemen hebben ingevoerd, dit
gedaan zonder de nodige aandacht te besteden aan de toekomstige Europese
dimensie van deze dienst en het in de richtlijn uiteengezette tijdschema. Het
feit dat de EETS niet of niet binnen de geplande agenda ten uitvoer is gelegd,
is niet te wijten aan technische redenen. Technisch is het niet ingewikkelder
om te zorgen voor pan-Europese interoperabiliteit van elektronische
wegentolsystemen dan voor pan-Europese roaming van mobiele telefoons of
wereldwijde interoperabiliteit van kredietkaarten. Sommige belanghebbenden hebben een aantal
mogelijke verklaringen gegeven voor de bovenvermelde vertragingen, maar de
meeste daarvan zijn niet meer geldig of hebben betrekking op problemen waarvoor
oplossingen bestaan: –
Een van de verklaringen was dat in de Europese
wetgeving alleen een kader voor de EETS wordt gedefinieerd. Dit argument houdt
geen steek, want in de wetgeving is een duidelijke reeks noodzakelijke regels
en verplichtingen vastgesteld. Overeenkomstig het beleid van de Commissie om de
dienstenmarkten zoveel mogelijk open te houden voor concurrentie wordt het
aanbieden van de dienst in de beschikking van de Commissie overgelaten aan
marktbeslissingen, en dan vooral het ontstaan van EETS-aanbieders. –
Een ander argument was dat de EETS niet interessant
is uit commercieel oogpunt. Het is echter nog te vroeg om al conclusies te
trekken; het lijdt geen twijfel dat er wel degelijk vraag is: ·
Op dit ogenblik is 25 % van het vrachtvervoer
over de weg grensoverschrijdend en naar verwachting zal dat cijfer tegen 2030 stijgen
tot 30 %. De EETS zal in de toekomst dus nog interessanter worden voor
dienstenaanbieders. Bovendien hebben beroepsverenigingen van vervoerders, op
nationaal en Europees niveau, herhaaldelijk aangegeven dat zij vragende partij
zijn voor een pan-Europees interoperabel elektronisch tolsysteem, wat neerkomt
op een duidelijke oproep voor een EETS. ·
Ongeveer tien organisaties hebben duidelijk te
kennen gegeven dat zij zich als EETS-aanbieder willen laten registreren en
hebben onlangs een Europese beroepsvereniging opgericht (AETIS)[7]. Hoewel op dit ogenblik nog geen enkele EETS-aanbieder officieel
geregistreerd is, heeft volgens de informatie die de Commissie heeft ontvangen
minstens één geïnteresseerde EETS-aanbieder zijn nationale autoriteiten
gecontacteerd om te worden geregistreerd. De registratie werd echter geweigerd
omdat het juridische en administratieve kader nog niet klaar was. ·
De aan de gang zijnde ontwikkeling of uitbreiding
van regelingen voor wegentolheffing in de EU zullen leiden tot nieuwe marktkansen
voor EETS-aanbieders. Vier lidstaten[8]
hebben plannen om in de volgende drie jaar nieuwe tolsystemen in te voeren die
het volledige grondgebied bestrijken en diverse andere lidstaten werken aan de
uitbreiding van bestaande tolregelingen. In het witboek inzake een interne
Europese vervoersruimte zijn een aantal acties uiteengezet die de invoering van
wegentolsystemen verder moeten bevorderen[9]. –
De invoering van de EETS zou ook worden gehinderd
door de lange levenscyclus van de bestaande nationale regelingen en de
aanpassing van deze regelingen aan de EETS alvorens ze aflopen, zou extra
kosten met zich meebrengen. Dit argument lijkt echter niet langer steek te
houden. De meeste systemen die momenteel in gebruik zijn, dateren van midden de
jaren 90 en de technologische levensduur ervan is bijna verstreken. Ten tijde
van de vaststelling van Richtlijn 2004/52/EG was de wetgever overigens
duidelijk van mening dat de investeringen die nodig zijn om over te schakelen
op volledig interoperabele systemen moeten worden gedaan, ook al werd een
zekere mate van flexibiliteit gelaten voor wat de verdeling van de kosten voor
de financiering van de benodigde investeringen tussen de belanghebbenden
betreft. Investeringskosten of een gedeelte ervan kunnen bijvoorbeeld worden
gefinancierd door de invoering van nieuwe toltarieven. Met andere woorden, alle
weggebruikers die tol moeten betalen, en dus niet alleen de EETS-gebruikers,
kunnen financieel bijdragen tot de financiering van deze investeringen
aangezien de kosten van de EETS kunnen worden beschouwd als
infrastructuurkosten die volgens Richtlijn 1999/62/EG (de Eurovignetrichtlijn)
in rekening mogen worden gebracht. Ondanks de
vertragingen hebben toch een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden: –
De lidstaten hebben hun nationaal elektronisch
register opgezet, waarin vermeld is welke tolwegen op hun grondgebied onder het
toepassingsgebied van Richtlijn 2004/52/EG vallen. De tolheffende instanties
hebben hun EETS-gebiedsverklaringen gepubliceerd, waarin de algemene
voorwaarden voor het aanbieden van EETS op hun infrastructuur zijn uiteengezet
en die de basis vormen voor de contracten tussen de tolheffende instanties en
EETS-aanbieders. –
Een aantal nationale autoriteiten die
verantwoordelijk zijn voor elektronische wegentolinning hebben een informele
groep opgericht, de zogenaamde Stockholmgroep[10]; binnen
deze groep werken zij actief samen om de Europese elektronische
tolheffingsdienst uit te rollen en goede praktijken uit te wisselen. Deze groep
werkt ook samen met AETIS7. –
Europese normalisatieorganisaties hebben
aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van elektronische tolinning en
EETS-normalisatie, ook voor satellietgebaseerde tolsystemen. Er zijn
testprocedures voor mobiele en vaste apparatuur[11] en een belangrijke norm[12] voor de uitwisseling van
informatie tussen dienstverleners en tolheffende instanties bij
satellietgebaseerde tolsystemen goedgekeurd. –
De Commissie heeft in 2010 de "Guide for the
application of Directive 2004/52/EC of the European Parliament and of the
Council and of Commission Decision 2009/750/EC"[13] gepubliceerd, een referentiehandleiding
voor professionele belanghebbenden die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken
zijn bij de tenuitvoerlegging van de Europese elektronische tolheffingsdienst. –
Na raadpleging van alle betrokken belanghebbenden
werkt de Commissie momenteel aan richtsnoeren voor de interpretatie van de
concepten in bijlage I bij Beschikking 2009/750/EG. Deze richtsnoeren, die
weldra zullen worden bekendgemaakt, geven aan hoe de bemiddelende instanties
ervoor moeten zorgen dat de contractvoorwaarden voor toegang tot het netwerk
van de tolheffende instanties billijk, redelijk en niet-discriminerend zijn. In
deze richtsnoeren worden ook mogelijke modellen voor de verdeling van heffingen
en vergoedingen tussen professionele belanghebbenden toegelicht. Ten slotte
komen ook EETS-tenuitvoerleggingsproblemen aan bod, zoals de kosten voor het
beoordelen van de interoperabiliteit en het uitvoeren van gebruiksgeschiktheidstesten. –
Overeenkomstig artikel 18 van Beschikking 2009/750/EG
is een coördinatiegroep opgericht van de instanties die gemachtigd zijn om de
"overeenstemming met de specificaties" of de
"gebruiksgeschiktheid" van EETS-apparatuur te certificeren. Deze groep
zal richtsnoeren opstellen die ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan het
tolcomité, dat gemeenschappelijke procedures zal vaststellen voor het uitvoeren
van gebruiksgeschiktheidstesten. Veertien certificeringsinstanties uit zes
lidstaten tonen belangstelling om formeel te worden aangemeld bij de Commissie. –
Professionele belanghebbenden zijn zich steeds meer
bewust van hun respectieve rechten en plichten[14].
Zij zijn het er algemeen over eens dat de uitrol van de EETS sneller verloopt
en dat veel onderdelen die essentieel zijn voor de EETS al zijn geïnstalleerd. Fabrikanten
nemen steeds vaker contact op met de diensten van de Commissie om aanvullende
informatie of verduidelijking te vragen. Er zijn contractonderhandelingen gestart
tussen potentiële EETS-aanbieders en tolheffende instanties. –
Om ervaring op te doen met zowel technische als
contractuele interoperabiliteit hebben sommige tolheffende instanties joint
ventures opgericht die klanten boordapparatuur aanbieden die gebruikt kan worden
op alle netwerken onder hun verantwoordelijkheid ("EasyGo+", een
contractuele interoperabiliteitsdienst die momenteel ten uitvoer wordt gelegd
en die een combinatie vormt van de verschillende DSRC-technologieën die in
Denemarken, Zweden, Noorwegen en Oostenrijk worden gebruikt, en "TOLL2GO",
een technische interoperabiliteitsdienst die al operationeel is en die zorgt
voor DSRC/satelliet-interoperabiliteit tussen Oostenrijk en Duitsland). Andere
tolheffende instanties zijn zelfs nog verder gegaan: er is een overeenkomst
bereikt inzake technische en contractuele interoperabiliteit tussen TIS-PL en
VIA-T, waardoor regionale dienstverleners elektronische toldiensten kunnen
aanbieden die betrekking hebben op tolgebieden in Spanje en Frankrijk. Er blijven echter nog een aantal
problemen bestaan: –
De tenuitvoerlegging van de EETS wordt nog steeds
gehinderd door een gebrek aan samenwerking tussen de verschillende groepen
belanghebbenden, waarvan de meeste te weinig betrokkenheid aan de dag hebben
gelegd om problemen van gemeenschappelijk belang op te lossen. De inspanningen
van de lidstaten bleven tot dusver beperkt tot afzonderlijke nationale
interoperabiliteit, die nu in de meeste landen met elektronische tolsystemen een
feit is. Om de EETS tijdig ten uitvoer te kunnen leggen onder billijke,
redelijke en niet-discriminerende voorwaarden moet een nieuwe stap worden gezet
in de richting van pan-Europese interoperabiliteit. –
De meeste lidstaten moeten hun nationaal kader nog
voltooien, zodat potentiële EETS-aanbieders weten hoe ze zich in de praktijk
moeten registreren en waar ze klacht kunnen indienen in geval van obstructief
gedrag van tolheffende instanties. Totnogtoe hebben slechts twee lidstaten met
elektronische wegentolsystemen een bemiddelende instantie opgericht waarbij dergelijke
klachten kunnen worden ingediend[15].
In alle andere lidstaten zijn nog steeds besprekingen aan de gang om het
desbetreffende wet- en regelgevingskader vóór oktober 2012 te voltooien. –
Sommige tolheffende instanties stellen een
contractbepaling voor waarbij het contract automatisch wordt beëindigd als de
EETS-aanbieder binnen 24 maanden geen volledige Europese dekking tot stand
heeft gebracht[16].
Deze bepaling leidt tot aanzienlijke bedrijfsrisico's en ontmoedigt potentiële
EETS-aanbieders. Dit was niet de bedoeling van de wetgever, die met deze
bepaling enkel wilde voorkomen dat een EETS-aanbieder zich alleen op de meest
winstgevende markten zou concentreren en de dienstverlening in de andere
gebieden op de lange baan zou schuiven. Alleen de overheid kan beslissen of een
EETS-aanbieder zijn status verliest; zij mag dit alleen beslissen als de
betrokken organisatie geen duidelijk voornemen getoond heeft om volledige
Europese dekking te bereiken. –
De totale kosten die bepaalde tolheffende
instanties doorberekenen aan EETS-aanbieders voor het beoordelen van de
interoperabiliteit en het uitvoeren van gebruiksgeschiktheidstesten kunnen een
hinderpaal voor markttoegang vormen. Zoals eerder al uitgelegd, moeten
professionele belanghebbenden echter gebruikmaken van de mogelijkheden die de
Eurovignetwetgeving biedt om de mogelijke financiële risico's van tolheffende
instanties en EETS-aanbieders te beperken. –
Het zou kunnen dat een aantal lopende
concessieovereenkomsten moet worden gewijzigd. Zo is het mogelijk dat tolheffende
instanties de toltarieven moeten aanpassen om de nodige investeringen voor de
aanpassing van hun infrastructuur te kunnen financieren. In het geval van
wegentol worden de concessiecontracten voor tolheffing gesloten tussen een
tolheffende instantie en de lidstaat of een agentschap dat onder rechtstreekse controle
van de overheid staat. Het is dus in de eerste plaats de betrokken lidstaat die
verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van de EETS op zijn grondgebied
en die, indien nodig, de bestaande concessiecontracten kan wijzigen. 4. Volgende stappen Om de tijdige invoering van de EETS door de
lidstaten en de sector te faciliteren en om de nodige samenwerking te
bevorderen, zoals gevraagd door het Europees Parlement en de Raad, zijn de
volgende acties noodzakelijk: (1)
De uniforme tenuitvoerlegging van de
beschikking versnellen –
De Commissie en de lidstaten zullen de
werkzaamheden van het bij Richtlijn 2004/52/EG opgerichte tolcomité opdrijven.
De lidstaten moeten dringend hun verplichtingen uit hoofde van Beschikking 2009/750/EG
nakomen, met name wat de aanwijzing van hun nationale bemiddelende instantie
(artikel 10) betreft. De Commissie zal indien nodig inbreukprocedures inleiden. –
De Commissie zal toezicht houden op de
tenuitvoerlegging van de EETS door de lidstaten, onder meer in het licht van
haar nota met richtsnoeren voor de interpretatie van de concepten in bijlage I
bij Beschikking 2009/750/EG. De lidstaten en nationale bemiddelende instanties
moeten deze richtsnoeren toepassen in hun contacten met tolheffende instanties
en potentiële EETS-aanbieders. Deze laatste moeten ze ook toepassen in hun
contractonderhandelingen. Voorts zal de Commissie een Europees netwerk van
nationale bemiddelende instanties oprichten, dat zal bijdragen tot de totstandbrenging
van een gelijk speelveld voor professionele EETS-belanghebbenden in de hele EU. –
De lidstaten moeten erop toezien dat
contractbepalingen waarbij het contract automatisch wordt beëindigd als een
EETS-aanbieder niet binnen 24 maanden het volledige Europese grondgebied
bestrijkt, niet worden toegestaan. Dergelijke bepalingen gaan in tegen het
gewenste nuttige effect van Beschikking 2009/750/EG. Als deze praktijken
blijven bestaan, zal de Commissie inbreukprocedures inleiden. –
De Commissie zal binnen de structuur van de huidige
EETS-wetgeving een initiatief nemen om een uniforme reeks protocollen voor
gebruiksgeschiktheidstesten op te stellen, ook wat de beveiligingsaspecten
betreft, teneinde de afwijkingen tussen de protocollen van de verschillende
tolheffende instanties te beperken; dit moet op zijn beurt bijdragen tot een
vermindering van de kosten die worden doorberekend aan EETS-aanbieders. –
De Commissie zal samen met de belanghebbenden een
uitgebreid platform voor het uitwisselen van informatie opzetten, waarbij
actuele informatie over de EETS wordt verstrekt via één toegangspunt op
internet. Dit platform zal ook bijdragen tot de uitwisseling van beste
praktijken en de verspreiding van up-to-date informatie over de EETS tussen
professionele belanghebbenden. (2)
Een stapsgewijze benadering Als eerste stap op weg naar volledige
Europese interoperabiliteit moeten de lidstaten met een aanzienlijk
verkeersvolume op het trans-Europese netwerk de grensoverschrijdende
interoperabiliteit van hun elektronische wegentolsystemen stimuleren. Deze
projecten voor vroege uitrol zullen op regionale basis worden aangemoedigd
zodat ze in een latere fase zo snel mogelijk kunnen worden uitgebreid naar alle
elektronische tolweginfrastructuur in de EU en concrete ervaring kunnen opleveren
bij het oplossen van praktische EETS-problemen. Om ervoor te zorgen dat deze projecten
op schaal van de hele Unie kunnen worden toegepast, is het belangrijk dat er
voldoende tolheffende instanties en lidstaten bij worden betrokken. De kennis
die wordt opgedaan bij het uitvoeren van deze regionale projecten, welke volledig
beantwoorden aan het beginsel van één contract/één boordapparaat, moet
effectief worden uitgewisseld met alle belanghebbenden. De Commissie is bereid technische
bijstand te verlenen aan deze regionale initiatieven en na te gaan of
financiële steun kan worden verstrekt aan grootschalige regionale projecten in
het kader van het TEN-V-programma. Elektronische tolsystemen vormen een
integrerend onderdeel van het trans-Europees netwerk (artikel 9, lid 3, van
Besluit 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010
betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees
vervoersnet[17])
en komen dus in aanmerking voor financiële steun van de EU. De Commissie zal
overwegen om in het volgende TEN-V-werkprogramma een sectie over de EETS en
dergelijke regionale projecten op te nemen. Afhankelijk van de vaststelling van
het werkprogramma is het mogelijk dat tegen het einde van het jaar een oproep
tot het indienen van voorstellen wordt gedaan. (3)
Van nabij toezicht houden op de
ontwikkelingen en, indien nodig, nieuwe initiatieven nemen Wanneer de lidstaten nieuwe projecten
opstarten of concessies verlengen, moeten zij systematisch nagaan of de
EETS-eisen zijn nageleefd. De Commissie zal, in het kader van artikel 7 nonies
van Richtlijn 1999/62/EG (Eurovignet) een negatief advies uitbrengen over
aangemelde nieuwe tolregelingen als deze regelingen geen systeem bevatten dat
volledig verenigbaar is met de EETS. Wanneer geschillen tussen tolheffende
instanties en EETS-aanbieders niet kunnen worden opgelost door de bemiddelende
instantie zal de Commissie de geschilpunten onderzoeken en nagaan of de
regelingen tussen de tolheffende instanties en hun bestaande lokale/nationale
dienstverleners discriminerend zijn in vergelijking met die welke zijn
voorgesteld aan EETS-aanbieders. Ten slotte zij erop gewezen dat in het
witboek Vervoer is aangegeven dat de Commissie, wanneer ondanks al deze
inspanningen uit haar beoordeling blijkt dat midden 2013 geen substantiële
vooruitgang is geboekt en er geen interoperabele elektronische toldienst op
substantiële schaal beschikbaar is, zich het recht voorbehoudt een nieuw
initiatief voor te stellen aan het Europees Parlement en de Raad. De Commissie bevestigt nogmaals dat zij vast
voornemens is alle nodige maatregelen te nemen om de volledige technische en
operationele interoperabiliteit van Europese wegentolsystemen tot stand te
brengen. Samen met de belanghebbenden zal zij haar inspanningen opdrijven om
een echte EU-wijde elektronische toldienst ter beschikking te stellen aan alle
geïnteresseerde weggebruikers[18]. De Europese industrie staat momenteel
wereldwijd aan de top wat wegentolheffing en tolapparatuur betreft. Europese
bedrijven halen tolcontracten binnen over de hele wereld[19]. De EETS kan de mondiale
invoering en uitrol faciliteren van nieuwe producten, zoals interoperabele boordapparaten,
die het mogelijk maken de digitale tachograaf en tolheffing te combineren met
andere toepassingen van intelligente vervoerssystemen. Dit kan op zijn beurt
leiden tot volledig nieuwe diensten en toepassingen - eveneens met een
potentiële mondiale markt - die bijdragen tot werkgelegenheid en groei in de
Europese economie. [1] PB L 166 van 30.4.2004, blz. 124. [2] PB L 268 van 13.10.2009, blz. 11. [3] De huidige tolsystemen maken gebruik van dure en
omslachtige oplossingen voor occasionele gebruikers, die meestal niet op
gelijke voet worden behandeld met de regelmatige gebruikers. [4] Richtlijn 1999/62/EG van het Europees
Parlement en de Raad betreffende het in rekening brengen van het gebruik van
bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, PB L 187 van 20.7.1999,
blz. 42-50. [5] Overweging 31 en het bij
Richtlijn 2011/76/EU ingevoegde artikel 7 decies. [6] Zoals uitgebreide studies door
deskundigengroepen en de CESARE-projecten. [7] AETIS: Association of Electronic Toll and
Interoperable Services, opgericht op 22 december 2011. [8] FR, BE, HU en DK. [9] Doelstelling 10: werk maken van
de algemene toepassing van het principe "de gebruiker/de vervuiler
betaalt"…om inkomsten te genereren en de financiering van toekomstige
vervoersinvesteringen te waarborgen. Bladzijde 15: Externe
kosten (lawaai, verontreiniging...) kunnen worden geïnternaliseerd door
heffingen op weggebruik: 1 Voorstel
tot wijziging van het eurovignet, 2. Verder zal worden
onderzocht of op het volledige interstedelijke netwerk geleidelijk een bindende
geharmoniseerde internaliseringsregeling voor bedrijfsvoertuigen kan worden
ingevoerd… Actie 32: Een EU-kader voor tolsystemen in steden. Actie 39: Slimme
tarieven en belastingen / Onderzoek van de bestaande tolheffingsystemen voor
auto's…/ De internalisering van de externe kosten
voortzetten… [10] Ministeries of nationale
autoriteiten van AT, DE, DK, FI, FR, HU, IE, NL, PL, SE, SI, VK, CH en NO zijn
lid van de Stockholmgroep. [11] Normen CEN EN 15509, EN 15876,
CEN/ISO EN 14906, TS 14907 en TS 25110. [12] Norm CEN/ISO EN 12855. [13] http://ec.europa.eu/transport/publications/doc/2011-eets-european-electronic-toll-service_en.pdf [14] De professionele belanghebbenden
zijn in 2011 geraadpleegd aan de hand van een vragenlijst en tijdens een
conferentie. [15] De belangrijkste taak van de
nationale bemiddelende instantie is, op verzoek, na te gaan of billijke en
niet-discriminerende contractvoorwaarden worden aangeboden aan alle
EETS-aanbieders op alle EETS-tolgebieden op het grondgebied van de lidstaat,
d.w.z. dat de contractvoorwaarden die door tolheffende instanties aan
verschillende EETS-aanbieders worden opgelegd niet-discriminerend mogen zijn en
een eerlijke weerspiegeling moeten vormen van de kosten en risico's van de
contractpartijen. [16] In artikel 4, lid 1, van
Beschikking 2009/750/EG inzake de rechten en plichten van EETS-aanbieders is
bepaald dat EETS-aanbieders binnen een termijn van 24 maanden alle
EETS-gebieden in de Gemeenschap moeten bestrijken. [17] PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1. [18] De EETS-wetgeving garandeert dat
de grondrechten van de gebruikers, met name de bescherming van
persoonsgegevens, volledig worden gerespecteerd. [19] Bijv. recentelijk in Australië,
Belarus, Canada en Israël.