EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012AE1282

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 912/2010 tot oprichting van het Europees GNSS-Agentschap (COM(2013) 40 final — 2013/0022 (COD))

PB C 198 van 10.7.2013, p. 67–70 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 198/67


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 912/2010 tot oprichting van het Europees GNSS-Agentschap

(COM(2013) 40 final — 2013/0022 (COD))

2013/C 198/10

Rapporteur: de heer PEZZINI

De Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement hebben op 27 februari 2013 respectievelijk 12 maart 2013 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 172 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 912/2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap

COM(2013) 40 final – 2013/0022 (COD).

De afdeling Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 3 april 2013 goedgekeurd.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 17 en 18 april 2013 gehouden 489e zitting (vergadering van 17 april) onderstaand advies uitgebracht, dat met 169 stemmen vóór en 1 stem tegen, bij 5 onthoudingen, is goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is ingenomen met het initiatief om de structuur van het EU-agentschap voor het mondiaal systeem voor satellietnavigatie aan te passen, teneinde de volledige onafhankelijkheid van zijn organen en de autonomie van de accreditatie- en beveiligingsactiviteiten te waarborgen.

1.2

Het EESC stemt in met het nieuwe kader voor autonomie en samenwerking binnen het GNSS-Agentschap (GSA). Daarom steunt het EESC onder de huidige omstandigheden het voorstel tot wijziging van Verordening (EU) nr. 912/2010 tot oprichting van het GNSS-Agentschap en beveelt het aan het voorstel te aanvaarden voor zover het de omschreven doelstellingen volledig zal blijken te kunnen verwezenlijken.

1.3

Het EESC acht het daarom van belang dat de praktische uitvoering van de totstandgebrachte functionele structuren in de gaten wordt gehouden en dat de Commissie regelmatig uitvoerig verslag daaromtrent uitbrengt, omdat op grond daarvan kan worden beoordeeld of de gekozen oplossing daadwerkelijk de beste is.

1.4

Het EESC hamert eens te meer op de cruciale rol van de Europese programma's voor satellietnavigatie EGNOS en Galileo, die in het kader van het Europese ruimtevaartbeleid en de Europa 2020-strategie fungeren als aanjager van innovatie en concurrentievermogen ten dienste van de burgers, in combinatie met de grote projecten voor mondiale monitoring van de aarde en de veiligheid, die moeten zorgen voor een overtuigend leiderschap en strategische onafhankelijkheid op ruimtevaartgebied voor de toekomst van Europa.

1.5

Volgens het EESC moet de Unie beseffen dat, dankzij de bereikte doelstellingen ten aanzien van integratie en duurzame en vreedzame ontwikkeling van de lidstaten, de bespaarde middelen kunnen worden gebruikt voor een snellere ontwikkeling van grote, gemeenschappelijke projecten die mondiaal concurrerend zijn, zoals Galileo, GMES (Global Monitoring for Environment and Security) en ITER (International Thermonuclear Experimental Reactor).

1.6

Het EESC betreurt ten zeerste dat de Europese Raad van 19 februari 2013 heeft besloten de financiële toewijzing voor Galileo in de meerjarenbegroting 2014-2020 terug te schroeven en dringt er bij de Europese instellingen en met name het Europees Parlement met klem op aan om dit besluit te herzien en tegelijk de inzet voor GMES en ITER te verhogen.

1.7

Het EESC acht het noodzakelijk om de compatibiliteit en interoperabiliteit van Galileo met andere GNSS-systemen en met de internationaal aanvaarde Europese normen te waarborgen.

1.8

Het EESC dringt aan op een krachtig beleid van ondersteuning en bewustmaking over de voordelen van de GNSS-programma's, zodat het publiek optimaal kan profiteren van de door Galileo en EGNOS geboden nieuwe mogelijkheden.

1.9

Volgens het EESC moet ook de oprichting van de Galileo Security Monitoring Centres worden versneld.

1.10

Het EESC zet grote vraagtekens bij de overdracht aan de agentschappen van activiteiten ter ondersteuning van onderzoek en innovatie die tot nu toe door de Commissie werden verricht, en dringt er bij de Commissie op aan de uitstekende ervaringen die tot nu toe zijn opgedaan, met meer egards te bekijken.

1.11

Het EESC beveelt aan om meer vaart te zetten achter de delegatieovereenkomst tussen de Commissie en het GNSS-Agentschap, met name om de integratie van GNSS-technologieën in verschillende onderzoeksgebieden te bevorderen en deze technologieën in aanmerking te nemen bij de strategische sectorale initiatieven, zonder de vertraging van het Galileo-programma verder te laten oplopen.

2.   Inleiding

2.1

Het mondiaal systeem van plaats- en tijdsbepalings- en navigatiediensten GNSS stimuleert de Europese technologische innovatie ten dienste van de burgers, ondernemingen, overheden en de samenleving, en wel doordat radionavigatiediensten worden geboden en er nieuwe arbeidsplaatsen en grotere economische en concurrentievoordelen worden gecreëerd.

2.2

Het EESC heeft al verschillende adviezen over het Galileo-programma (1) uitgebracht. De beveiligingsvereisten zijn van groot belang bij het ontwerp, de verwezenlijking en de werking van de infrastructuren die resulteren uit de programma's Galileo en EGNOS.

2.3

Het is belangrijk dat het Galileo-systeem, dat al meerdere malen vertraging heeft opgelopen, nu eindelijk zo snel mogelijk in werking treedt, zonder procedurele verwikkelingen en zonder belangenconflicten, zodat Europa over een eigen satellietnavigatiesysteem beschikt en niet afhankelijk is van door anderen verleende diensten, vooral als die diensten voor militaire doeleinden worden gebruikt.

2.4

Het EESC is zich er ten volle van bewust dat de verspreiding van radionavigatie per satelliet in veel sectoren zal helpen om de veiligheid te vergroten en, vanuit commercieel oogpunt, de inkomsten zal doen stijgen, op voorwaarde dat de continuïteit van de diensten verzekerd is, zonder onderbreking van de dienstverlening.

2.5

Centraal in de werkzaamheden van de Commissie staat de kwestie van het risicobeheer, waarvan het belang is onderstreept ter gelegenheid van de hervorming van de governance in 2007. Alle risico's van de programma's worden centraal bijgehouden in een register, met inbegrip van de risico's in verband met de industriële toeleveringsketen, externe factoren – de invloed van politieke organen en de beveiligingsvereisten – en interne factoren, zoals de organisatie van de programma's en de GNSS-toezichtautoriteit, die in 2007 de verantwoordelijkheden van de gemeenschappelijke onderneming GALILEO (2) op zich heeft genomen.

2.6

Aan ieder risico wordt een mate van waarschijnlijkheid en een impactniveau toegekend. Het risicoregister bestrijkt vele mogelijkheden: technologische risico's; industriële risico's, met het oog op de verwezenlijking van geïntegreerde systemen, vooral op veiligheidsgebied; marktrisico's; governancerisico's; risico's op het stuk van de burgerlijke aansprakelijkheid voor de aangeboden infrastructuur.

2.7

Op het gebied van de veiligheid moet eraan worden herinnerd dat de Commissie weliswaar verantwoordelijk is voor de veiligheid van de systemen, maar dat haar vrijheid op dit gebied krachtens de verordening wordt beperkt door twee belangrijke factoren.

2.7.1

In de eerste plaats zijn het de lidstaten die de beveiligingsvereisten vastleggen, aangezien de risico's die van invloed kunnen zijn op gevoelige infrastructuren, zoals de systemen voor satellietnavigatie, altijd variëren. Voor het dekken van een deel van die risico's dienen de lidstaten maatregelen te nemen.

2.7.2

In de tweede plaats vertrouwt de GNSS-Verordening (EG) nr. 683/2008 de accreditatie van de veiligheid van de systemen toe aan het GNSS-Agentschap. Het scheiden van de beheer- en accreditatiefuncties is een praktijk van goede governance en blijkt courant en essentieel voor dit soort projecten.

2.8

Zoals het EESC al in een eerder advies heeft benadrukt, zijn "de succesvolle uitvoering en het effectieve beheer van de Europese GNSS-programma's, zowel Galileo als Egnos, […] cruciaal voor het realiseren van de visie van ‧slimme, duurzame en inclusieve groei‧ zoals die in de Europa 2020-strategie is verwoord", mede omdat "de GNSS-programma's, zoals voorgesteld, gedurende hun levenscyclus (2014-2034) een nettowinst van 68,63 miljard euro […] voor de Unie zullen genereren." (3)

2.9

Ook toonde het EESC zich verheugd "dat de Commissie in haar voorstel aangeeft dat zij de aan de programma's toegewezen middelen zal beheren en toezicht zal houden op de uitvoering van alle programma-activiteiten, ook die welke aan het GSA en het Europees Ruimteagentschap (ESA) worden gedelegeerd", en was ingenomen met het voornemen van de Commissie om "een mechanisme en instrumenten voor kostenbeheersing te ontwikkelen" (4).

2.10

Het EESC acht het noodzakelijk dat de onafhankelijkheid van de werkzaamheden in verband met de accreditatie van de systemen nog sterker wordt gegarandeerd, om de volledige scheiding tussen deze activiteiten en de andere activiteiten van het GNSS-Agentschap te versterken, gezien het risico van belangenconflicten met andere functies (5) en het feit dat een rechter niet tegelijkertijd partij mag zijn.

2.11

In deze nieuwe context is het van belang dat de Raad voor de veiligheidsaccreditatie de hem toevertrouwde taken volledig onafhankelijk kan verrichten, vooral ten opzichte van de andere organen en activiteiten van het GNSS-Agentschap, met een duidelijke scheiding tussen de activiteiten in verband met de accreditatie en de andere activiteiten.

2.12

Het Europees Parlement heeft daarentegen benadrukt dat "het bestuur en de beheerstructuur van GNSS op de lange termijn gericht moeten zijn op de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de Commissie, het GSA en het ESA, en op andere relevante zaken, zoals het inkomstenverdelingsmechanisme, de aansprakelijkheidsregeling, het prijsbeleid en de mogelijke betrokkenheid van de privésector en de bijdrage van deze sector aan de GNSS-programma's" (zie de Resolutie van het EP van 8.6.2011 - P7_TA(2011)0265).

2.13

De Raad heeft op zijn beurt verklaard dat de activiteiten met betrekking tot de veiligheidsaccreditatie – momenteel geregeld door hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 912/2010 – volledig onafhankelijk van de andere aan het GNSS-Agentschap toevertrouwde taken moeten worden uitgevoerd (zie Raadsdocument nr. 11279/12 ADD 1- 7.06.2012).

2.14

Daarom stelt de Commissie voor Verordening (EU) nr. 912/2010 te wijzigen, "in eerste plaats om de autonomie en de bevoegdheden van de Raad voor veiligheidsaccreditatie en zijn voorzitter te vergroten en deze grotendeels op hetzelfde niveau te brengen als die van respectievelijk de Raad van bestuur en de uitvoerend directeur van het Agentschap, met een verplichting voor de verschillende organen van het Agentschap om samen te werken".

2.15

Het EESC onderschrijft het voorstel van de Commissie om Verordening (EU) nr. 912/2010 te wijzigen en beveelt aan in te stemmen met de voorgestelde regelgeving, voor zover zij daadwerkelijk aan de voorgenomen doelstellingen zal blijken te voldoen, wat kan worden vastgesteld met behulp van controles en periodieke verslagen.

3.   Algemene opmerkingen over het GNSS-programma van de EU

3.1

Het EESC benadrukt dat het Europese ruimtevaartbeleid een cruciaal onderdeel van de Europa 2020-strategie is en een aanjager is van innovatie en concurrentievermogen ten dienste van de burger: de Europese programma's voor satellietnavigatie EGNOS en Galileo vervullen in dat opzicht een centrale rol die moet worden gewaardeerd en versterkt, in combinatie met het GMES-project (6).

3.2

Het EESC onderstreept het strategisch belang van het ruimtevaartbeleid en van het GNSS-programma, als bouwsteen van een echt Europees industriebeleid, gebaseerd op concrete projecten, met tastbare voordelen voor burgers en ondernemingen.

3.3

De daadwerkelijke toepassing van het governancesysteem van het Europese GNSS blijkt dus van fundamenteel belang voor de beoordeling of de gekozen oplossing echt optimaal is: het EESC steunt de voorgestelde wijzigingen, maar dan wel op voorwaarde dat de daadwerkelijke uitvoering van de functionele structuren in de gaten wordt gehouden en dat de Commissie uitgebreide en periodieke verslagen hieromtrent opstelt.

3.4

Het EESC betreurt ten zeerste dat de Europese Raad van 19 februari 2013 heeft besloten de financiële toewijzing voor Galileo in de meerjarenbegroting 2014-2020 terug te brengen van de oorspronkelijk door de Commissie voorziene 7,9 miljard euro naar slechts 6,3 miljard euro.

3.5

Het dringt er bij de Europese instellingen en met name het Europees Parlement op aan om bij de goedkeuring van het definitieve besluit over het volgende meerjarig financieel kader 2014-2020 de financiële toewijzing weer op het oorspronkelijk voor Galileo voorgestelde niveau te brengen en om tegelijkertijd de inzet voor de projecten GMES en ITER te versterken (7).

3.6

Ook zou het GNSS-Agentschap krachtdadig moeten optreden ter ondersteuning van en bewustmaking over de voordelen van de GNSS-programma's, zodat het publiek optimaal kan profiteren van nieuwe mogelijkheden voor de marketing van de Galileo- en EGNOS-diensten, om de verspreiding ervan op de markt te vergemakkelijken en de verwachte sociaaleconomische voordelen te optimaliseren.

4.   Specifieke opmerkingen

4.1

Geschiktheid van het beheerskader Met het oog op de overdracht aan het GNSS-Agentschap van het beheer van de exploitatiefase van EGNOS en - met ingang van januari 2014 - van de exploitatiefase van het Galileo-programma, is het EESC van mening dat het nieuwe voorgestelde kader voor autonomie en samenwerking binnen dit Agentschap geschikt is en voldoet aan de interinstitutionele richtsnoeren. Het meent overigens dat zulke positieve ontwikkelingen gevolgd moeten worden om na te gaan of de voorgestelde oplossingen in werkelijkheid optimaal voldoen aan de omschreven doelstellingen.

4.2

Galileo Security Monitoring Centres. De oprichting van Galileo Security Monitoring Centres in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk moet worden versneld; hun structuur moet worden verstevigd en zij moeten meer middelen krijgen. De opleidingsactiviteiten moeten worden opgevoerd om te voldoen aan de behoeften van de gebruikers wat de toegang tot de PRS (Public Regulated Service) betreft.

4.3

Communicatie. De globale communicatiecampagnes van het Agentschap moeten worden uitgebreid naarmate de Galileo-diensten van start gaan, met het oog op de fase waarin Galileo volledig operationeel zal zijn (2018-2019). Ook moet worden gezorgd voor het beheer van de "centres of excellence" die tot doel hebben de ontwikkeling en aanvaarding van GNSS-toepassingen te bevorderen, en voor de ontwikkeling van een merkenstrategie en een kwaliteitslabel (het EESC verwijst met "kwaliteitslabel" naar een merkensysteem waarbij aan erkende providers van EGNOS/GALILEO-technologie een vergunning wordt verleend om deze technologie en daarmee verbonden oplossingen te verkopen die aan strikte technische normen van uitmuntendheid beantwoorden. Zo werd door de wereldwijde WiFi Alliance van een dergelijk merkensysteem gebruik gemaakt om sneller werk te maken van een succesvolle introductie op de markt van draadloze LAN-technologie. Zie http://en.wikipedia.org/wiki/Wi-Fi_Alliance) voor EGNOS/GALILEO-technologie en diensten (8).

4.4

Onderzoek en innovatie. Het EESC heeft grote vraagtekens geplaatst bij "de door de Commissie aangekondigde ontwikkeling om de tot nu toe onder haar verantwoordelijkheid vallende taken en activiteiten ter bevordering van onderzoek en innovatie voortaan door agentschappen te laten verrichten, waarbij de Commissie zelf zich alleen nog maar bezighoudt met juridische kwesties en financiële administratie", en heeft erop aangedrongen om "beter rekening te houden met de ervaringen die zijn opgedaan met het opzetten van dit soort grootschalige, technologisch vernieuwende projecten, en dienovereenkomstig te zorgen voor een adequate "contingency" van bijv. 10%" (9).

4.5

Termijnen en uitvoeringsbepalingen. Het EESC maakt zich zorgen over de vertraging bij de goedkeuring van de verordening inzake de verwezenlijking en werking van de Europese satellietnavigatiesystemen ter vervanging van Verordening (EG) nr. 683/2008, waarover momenteel wordt gediscussieerd binnen het Europees Parlement en de Raad, aangezien dit nauw verband houdt met het onderhavige Commissievoorstel.

Brussel, 17 april 2013

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Henri MALOSSE


(1)  PB C 181 van 21.6.2012, blz. 179-182; PB C 256 van 27.10.2007, blz. 73-75, PB C 256 van 27.10.2007, blz. 47, PB C 324 van 30.12.2006, blz. 41-42, PB C 221 van 8.9.2005, blz. 28.

(2)  PB C 48 van 21.2.2002, blz. 42-46, PB C 324 van 30.12.2006, blz. 37-40.

(3)  PB C 181 van 21.6.2012, blz. 179-182.

(4)  PB C 181 van 21.6.2012, blz. 179-182.

(5)  PB C 388 van 15.12.2012, blz. 208.

(6)  PB C 299 van 4.10.2012, blz. 72-75.

(7)  PB C 229 van 31.7.2012, blz. 60-63.

(8)  PB C 107 van 6.4.2011, blz. 44-48.

(9)  PB C 229 van 31.7.2012, blz. 60-63.


Top