EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011XP0292

Handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied ***I Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 23 juni 2011 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied (COM(2010)0525 – C7-0299/2010 – 2010/0279(COD))

PB C 390E van 18.12.2012, p. 139–144 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 390/139


Donderdag 23 juni 2011
Handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied ***I

P7_TA(2011)0292

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 23 juni 2011 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied (COM(2010)0525 – C7-0299/2010 – 2010/0279(COD)) (1)

2012/C 390 E/22

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

[Amendement 2]

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT (2)

op het voorstel van de Commissie


(1)  De zaak werd dan terugverwezen naar de Commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7-0182/2011).

(2)  Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▐ aangegeven.


Donderdag 23 juni 2011
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 136, in samenhang met artikel 121, lid 6,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank  (1) ,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(-1)

Het verbeterde kader voor het economisch bestuur moet berusten op verschillende met elkaar verbonden beleidsmaatregelen voor duurzame groei en werkgelegenheid die onderling samenhang moeten vertonen, in het bijzonder een EU-strategie voor groei en arbeidsplaatsen, met bijzondere nadruk op de ontwikkeling en versterking van de interne markt, bevordering van internationale handel en concurrentievermogen, een effectief kader voor het voorkomen en corrigeren van buitensporige overheidstekorten (het stabiliteits- en groeipact), een robuust kader voor het voorkomen en corrigeren van macro-economische onevenwichtigheden, minimumeisen voor nationale begrotingskaders, meer regulering van en toezicht op de financiële markten.

(-1 bis)

De Commissie moet in de procedure voor scherper toezicht een krachtiger rol spelen met betrekking tot beoordelingen van afzonderlijke lidstaten, monitoring, inspectiebezoeken, aanbevelingen en waarschuwingen.

(1)

De coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten binnen de Unie moet worden ontwikkeld in het kader van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid en de werkgelegenheidsrichtsnoeren , waarin het Verdrag voorziet, en impliceert de naleving van de volgende grondbeginselen: stabiele prijzen, gezonde en houdbare overheidsfinanciën en monetaire condities en een houdbare betalingsbalans.

(2)

De ervaring die in de eerste tien jaar van de economische en monetaire unie is opgedaan leert dat er in de Unie behoefte is aan een beter economisch bestuur, dat berust op een sterkere nationale betrokkenheid bij gezamenlijk aanvaarde regels en beleidsmaatregelen, en op een robuuster kader voor toezicht door de Unie op het economische beleid van de lidstaten.

(2 bis)

Het tot stand brengen en handhaven van een dynamische interne markt wordt beschouwd als onderdeel van de goede en vlotte werking van de Economische en Monetaire Unie.

(3)

In het bijzonder moet het toezicht op het economisch beleid van de lidstaten worden verruimd tot meer dan louter budgettair toezicht om buitensporige macro-economische onevenwichtigheden te voorkomen en om de betrokken lidstaten te helpen corrigerende plannen uit te werken voordat de verschillen een blijvend karakter krijgen en voordat economische en financiële ontwikkelingen blijvend omslaan in een uiterst ongunstige richting . Deze verruiming moet gepaard gaan met een verdieping van het begrotingstoezicht.

(4)

Om dergelijke onevenwichtigheden te helpen aanpakken, is een wettelijk vastgelegde procedure noodzakelijk.

(5)

Het is passend het in artikel 121, de leden 3 en 4, VWEU bedoelde multilaterale toezicht aan te vullen met specifieke bepalingen voor de detectie, preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden. Het is van essentieel belang dat de procedure wordt verankerd in de jaarlijkse cyclus voor multilateraal toezicht.

(5 bis)

Betrouwbare statistische gegevens vormen de basis voor toezicht op macro-economische onevenwichtigheden. Teneinde over betrouwbare en onafhankelijke statistische gegevens te beschikken, waarborgen de lidstaten de professionele onafhankelijkheid van de nationale statistische instanties, die in overeenstemming moet zijn met de praktijkcode Europese statistieken als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 223/2009. Voor toezicht op macro-economische onevenwichtigheden is daarnaast de beschikbaarheid van betrouwbare begrotingsgegevens belangrijk. Dit moet worden gewaarborgd door de desbetreffende regels in Verordening (EU) nr. […/…] betreffende doeltreffend begrotingstoezicht in het eurogebied, in het bijzonder artikel 6 bis daarvan.

(5 ter)

Versterking van het economisch bestuur moet onder andere betekenen dat het Europees Parlement en de nationale parlementen nauwer en vroeger bij de zaak worden betrokken. De bevoegde commissie van het Europees Parlement kan de lidstaat waarop het besluit van de Raad overeenkomstig artikel 3 van deze Verordening betrekking heeft, de mogelijkheid bieden deel te nemen aan een gedachtewisseling.

(6)

De handhaving van Verordening (EU) nr. […/…] moet worden versterkt door rentedragende deposito's in te stellen in het geval van niet-naleving van de aanbeveling om corrigerende maatregelen te nemen, die worden omgezet in een jaarlijkse boete in het geval binnen dezelfde onevenwichtighedenprocedure herhaaldelijk geen gevolg wordt gegeven aan de aanbeveling om buitensporige macro-economische onevenwichtigheden aan te pakken . Deze handhavingsmaatregelen moeten worden toegepast voor lidstaten die de euro als munt hebben ▐.

(8)

Indien geen gevolg wordt gegeven aan aanbevelingen van de Raad wordt de rentedragende deposito ingesteld of wordt de boete opgelegd tot de Raad heeft uitgemaakt dat er corrigerende maatregelen zijn getroffen om gevolg te geven aan de aanbevelingen.

(9)

Het herhaaldelijk nalaten door een lidstaat een plan met corrigerende maatregelen op te stellen om gevolg te geven aan de aanbeveling van de Raad, moet eveneens als regel met een jaarlijkse boete worden bestraft tot de Raad heeft uitgemaakt dat de lidstaat in een plan met corrigerende maatregelen heeft voorzien dat voldoende gevolg geeft aan zijn aanbeveling .

(10)

Om te zorgen voor gelijke behandeling tussen lidstaten moeten de rentedragende deposito en de boete identiek zijn voor alle lidstaten die de euro als munt hebben, namelijk 0,1 % van het bbp van het bruto binnenlands product (bbp) van de betrokken lidstaat in het vorige jaar.

(10 bis)

De Commissie moet ook kunnen aanbevelen een boete op grond van buitengewone economische omstandigheden te verlagen of te annuleren.

(11)

De procedure voor de toepassing van de sancties op de lidstaten die nalaten effectieve maatregelen te nemen om de buitensporige macro-economische onevenwichtigheden te corrigeren moet in die zin worden opgevat dat de toepassing van de sanctie op deze lidstaten de regel en niet de uitzondering zou zijn.

(12)

De in artikel 3 van deze verordening bedoelde boeten vormen andere ontvangsten als bedoeld in artikel 311 van het Verdrag en worden toegewezen aan stabilisatiemechanismen voor de verlening van financiële steun die door de lidstaten die de euro als munt hebben, worden ingesteld teneinde de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen.

(13)

De bevoegdheid om individuele besluiten te nemen voor de in deze verordening bepaalde toepassing van de sanctie , moet aan de Raad worden verleend. In het kader van de binnen de Raad geleide coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten als bedoeld in artikel 121, lid 1, VWEU , vormen deze individuele besluiten een integrerend vervolg op de door de Raad overeenkomstig artikel 121 VWEU en Verordening (EU) nr. […/…] genomen maatregelen.

(14)

Aangezien deze verordening algemene bepalingen bevat voor de effectieve handhaving van Verordening (EU) nr. […/…], moet deze worden vastgesteld overeenkomstig de gewone wetgevingsprocedure als bedoeld in artikel 121, lid 6, van het Verdrag.

(15)

Aangezien een effectief kader voor detectie en preventie van macro-economische onevenwichtigheden niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt vanwege de sterke commerciële en financiële verwevenheid tussen de lidstaten en de overloopeffecten van nationaal economisch beleid op de Unie en het eurogebied als geheel, en beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Deze verordening stelt een systeem van sancties vast voor de effectieve correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied.

2.   Deze verordening is van toepassing op lidstaten die de euro als munt hebben.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 2 van Verordening (EG) nr. […/…].

Voorts wordt verstaan onder:

"uitzonderlijke economische omstandigheden": omstandigheden waarin een overschrijding door een overheidstekort van de referentiewaarde als uitzonderlijk wordt beschouwd in de zin van artikel 126, lid 2, onder a), tweede streepje, VWEU en zoals gespecificeerd in Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad (3).

Artikel 3

Sancties

1.   Op aanbeveling van de Commissie wordt bij besluit van de Raad een rentedragend deposito opgelegd indien: overeenkomstig artikel 10, lid 4, van Verordening (EU) nr. … /2011 een besluit van de Raad betreffende corrigerende maatregelen is vastgesteld en de Raad concludeert dat de betrokken lidstaat de aanbevolen corrigerende maatregelen niet heeft genomen na de aanbeveling.

-1 bis.     Op aanbeveling van de Commissie wordt bij besluit van de Raad een jaarlijkse boete opgelegd indien:

(a)

binnen dezelfde onevenwichtighedenprocedure twee opeenvolgende aanbevelingen van de Raad zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. […/…], en de Raad concludeert dat het door de betrokken lidstaat ingediende actieplan met corrigerende maatregelen niet volstaat,

(b)

binnen dezelfde onevenwichtighedenprocedure twee opeenvolgende besluiten van de Raad zijn vastgesteld waarin wordt geconcludeerd dat sprake is van niet-naleving overeenkomstig artikel 10, lid 4, van Verordening (EU) nr. […/…],

De boete wordt opgelegd door omzetting van het opgelegde rentedragende deposito in een jaarlijkse boete overeenkomstig artikel 3, lid 1.

1 ter.     De in de leden 1 en 1 bis bedoelde besluiten worden geacht door de Raad te zijn vastgesteld tenzij hij, binnen tien dagen na de aanneming van de aanbeveling door de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid besluit de aanbeveling te verwerpen. De Raad kan de aanbeveling met gekwalificeerde meerderheid wijzigen.

1 quater.     De Commissie vaardigt haar aanbeveling voor een besluit van de Raad uit binnen twintig dagen nadat de in de leden 1 en 1 bis bedoelde voorwaarden vervuld zijn.

2.   De rentedragende deposito of de jaarlijkse, door de Commissie aan te bevelen boete is 0,1 % van het bbp van de betrokken lidstaat in het vorige jaar.

3.   In afwijking van lid 2 kan de Commissie op grond van uitzonderlijke economische omstandigheden of op een met redenen omkleed verzoek van de betrokken lidstaat dat binnen tien dagen na aan de in de leden 1 en 1 bis bedoelde voorwaarden is voldaan aan de Commissie wordt gericht, voorstellen het bedrag van de rentedragende deposito te verminderen of te annuleren.

4.   Als een lidstaat voor een bepaald kalenderjaar een rentedragende deposito heeft vastgezet of een jaarlijkse boete heeft betaald en de Raad daarna overeenkomstig artikel 10, lid 1, concludeert dat de lidstaat de aanbevolen corrigerende maatregelen in de loop van dat jaar genomen heeft, wordt de voor dat jaar vastgezette deposito, met rente, of de voor dat jaar betaalde boete aan de lidstaat pro rata temporis terugbetaald.

Artikel 4

Toewijzing van de boeten

De in artikel 3 van deze verordening bedoelde boeten vormen andere ontvangsten als bedoeld in artikel 311 van het Verdrag en worden toegewezen aan de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit. Wanneer de lidstaten die de euro als munt hebben een ander stabilisatiemechanisme voor de verlening van financiële steun instellen teneinde de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen, zullen de boeten aan laatstgenoemd mechanisme worden toegewezen.

Artikel 5

Stemming binnen de Raad

Met betrekking tot de in artikel 3 bedoelde maatregelen hebben alleen de leden van de Raad die lidstaten vertegenwoordigen welke de euro als munt hebben, stemrecht en besluit de Raad zonder rekening te houden met de stem van het lid van de Raad dat de betrokken lidstaat vertegenwoordigt.

Een gekwalificeerde meerderheid van de in het eerste alinea vermelde leden van de Raad wordt bepaald overeenkomstig artikel 238, lid 3, onder a), van het Verdrag.

Artikel 5 bis

Economische dialoog

Om de dialoog tussen de instellingen van de Unie, in het bijzonder het Europees Parlement, de Raad en de Commissie te bevorderen en te zorgen voor meer transparantie en aansprakelijkheid, kan de bevoegde commissie van het Europees Parlement de voorzitter van de Raad, de Commissie en indien nodig de voorzitter van de eurogroep in de commissie uitnodigen om de besluiten overeenkomstig artikel 3 van deze verordening te bespreken.

De bevoegde commissie van het Europees Parlement kan de lidstaat waarop dergelijke besluiten betrekking hebben, de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan een gedachtewisseling.

Artikel 5 ter

Evaluatieclausule

1.     Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze Verordening, en daarna elke vijf jaar, publiceert de Commissie een verslag over de toepassing van deze Verordening. In dat verslag wordt onder meer beoordeeld:

a)

de doeltreffendheid van de verordening,

b)

de vooruitgang die is geboekt bij het waarborgen van een nauwere coördinatie van het economisch beleid en de bereikte convergentie van de economische prestaties van de lidstaten overeenkomstig het Verdrag

2.     Dat verslag gaat in voorkomend geval vergezeld van een voorstel tot wijziging van deze Verordening.

3.     Het verslag en eventuele begeleidende voorstellen worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te,

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C 150 van 20.5.2011, blz. 1

(2)  PB C …

(3)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.


Top