Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011XG0615(03)

Ontwerpconclusies van de Raad over informatiediensten inzake mobiliteit voor kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied

PB C 175 van 15.6.2011, p. 5–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/5


Ontwerpconclusies van de Raad over informatiediensten inzake mobiliteit voor kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied

2011/C 175/02

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

GEZIEN:

het programma Cultuur 2007-2013 (1) en de specifieke doelstelling ervan inzake de transnationale mobiliteit van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied;

de resolutie van de Raad van 16 november 2007 over een Europese agenda voor cultuur (2), volgens welke mobiliteit van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied fundamenteel bijdraagt tot het verwezenlijken van de strategische doelstellingen;

de conclusies van de Raad van 21 mei 2008 over het Werkplan voor cultuur 2008-2010 (3), en met name prioriteit 1, „Verbeteren van de voorwaarden voor mobiliteit van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultuurgebied”;

de conclusies van de Raad van 18 november 2010 over het werkplan voor cultuur 2011-2014 (4), en met name prioriteit C, „Vaardigheden en mobiliteit”;

het Unesco-Verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen van 20 oktober 2005 (5), waarbij de EU en haar vele lidstaten partij zijn; om deze redenen zijn zij vastbesloten te bewerkstelligen dat kunstenaars, andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied en burgers over de hele wereld een breed scala van culturele activiteiten, goederen en diensten, waaronder die van henzelf, kunnen scheppen, produceren, en verspreiden, en hiervan kunnen genieten;

VERWIJZEND NAAR:

het werkdocument van de Commissiediensten dat een analyse biedt van de raadpleging in verband met het Groenboek „Het potentieel van culturele en creatieve industrieën vrijmaken”, en met name het hoofdstuk „Mobiliteit en de mobiliteit van culturele en creatieve werken” (6), en waarin benadrukt wordt dat veel contribuanten commentaar leverden op kwesties inzake regelgeving, wetgeving en andere thema's die van invloed zijn op de mobiliteit;

het proefproject van het Europees Parlement voor de mobiliteit van kunstenaars, dat moet helpen betere omstandigheden te creëren voor de mobiliteit van kunstenaars, en tevens voorziet in een studie van de benodigde informatiesystemen (7);

het verslag van juni 2010 van de Werkgroep open-coördinatiemethode over de mobiliteit van beoefenaars van culturele beroepen, en met name haar aanbevelingen inzake het verstrekken van informatie inzake mobiliteit aan kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied, met inbegrip van de richtsnoeren voor informatiediensten mobiliteit (8);

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

de mobiliteit van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied in Europa is essentieel om culturele en taalkundige diversiteit en de interculturele dialoog te verbeteren. Dit verdient actief door de Europese Unie en haar lidstaten te worden bevorderd;

de mobiliteit van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied bevordert creatieve ontmoetingen alsmede de productie en uitwisseling van culturele goederen en diensten;

mobiliteit versterkt het gevoel tot de Europese Unie te behoren en verdiept de kennis van de culturen die wij gemeen hebben;

mobiliteit is belangrijk voor het volwaardig functioneren van de Europese arbeidsmarkt in overeenstemming met de Verdragen; een actiever en doelmatiger gebruik van de kansen die de eengemaakte markt biedt, kan nieuwe banen en kansen op werk opleveren voor kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied, en tevens de werkgelegenheid in de culturele sector en in de economie in haar geheel bevorderen;

cultureel en artistiek werk speelt zich in toenemende mate af in een internationale context, waarin kansen op het gebied van werk, rondreizen, verblijf, samenwerking, coproductie, carrièreontwikkeling, opleiding en leren van elkaar zich vaak buiten de landsgrenzen voordoen;

meer en betere mobiliteit kan ertoe bijdragen dat de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, namelijk een slimme, duurzame en inclusieve groei, worden verwezenlijkt (9);

het oplossen van kwesties qua administratie en regelgeving die een obstakel vormen voor de mobiliteit van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied valt meestal buiten de bevoegdheden van de autoriteiten op cultuurgebied; derhalve zijn netwerkvorming en samenwerking tussen verschillende diensten op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau van belang;

een van de belangrijkste hinderpalen waarvan kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied die binnen de EU mobiel wensen te zijn, gewag maken, is het vinden van nauwkeurige en volledige informatie en adviezen over mobiliteitsaangelegenheden;

ROEPT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE, IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN EN CONFORM HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL, OP OM:

voorwaarden te scheppen voor volledige en nauwkeurige verstrekking van informatie door informatiediensten inzake mobiliteit aan kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied die binnen de EU mobiel willen zijn; hiertoe optimaal gebruik te maken van de deskundigheid die beschikbaar is bij de overheid en bij organisaties in de culturele sector; in voorkomend geval aansluiting te vinden bij bestaande diensten om de informatie te verspreiden, in het besef dat deze in bepaalde gevallen de belangrijkste bron van accurate informatie zijn.

In dit verband wordt onder informatiediensten inzake mobiliteit verstaan: diensten die informatie verstrekken aan kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied die binnen de EU mobiel willen zijn.

De doelgroep van de informatiediensten inzake mobiliteit moet gevormd worden door kunstenaars en beoefenaren van andere culturele beroepen die uit andere lidstaten komen, in de lidstaat verblijven of die zich naar andere lidstaten wensen te begeven. De gemeenschap van „kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied” omvat alle beoefenaren van alle artistieke, leidinggevende, logistieke, communicatieve en andere beroepen in de culturele sector, alsook beoefenaren van artistieke beroepen in andere sectoren (10). Naast individuele kunstenaars en andere beoefenaren van culturele beroepen maken in het bijzonder groepen, ensembles en organisaties deel uit van de doelgroep. Aangezien een aantal van de kunstenaars die in Europa verblijven onderdaan zijn van een derde land, moet er speciale aandacht besteed worden aan hun specifieke behoeften.

In deze context kenmerken informatiediensten inzake mobiliteit zich door gemeenschappelijke kwaliteitsnormen, overeengekomen informatieonderwerpen en strategische partnerschappen.

De kwaliteitsnormen omvatten een gezamenlijke, vrijwillige inzet van alle bij het (netwerk van) informatiediensten inzake mobiliteit betrokken personen en instanties om de gebruikers informatie van hoge kwaliteit te leveren.

Gestreefd wordt naar een gezamenlijke minimuminformatie aangaande regelgevings- en administratieve en andere aspecten betreffende mobiliteit, waaronder sociale zekerheid, belastingen, intellectuele-eigendomsrechten, visa en werkvergunningen, verzekeringen en douane, alsmede de erkenning van beroepskwalificaties. Daarnaast zou er informatie verstrekt kunnen worden over de mogelijkheden op het gebied van financiering en opleiding.

Strategische partnerschappen zijn noodzakelijk om op deze gebieden de kwaliteit van de informatie te kunnen waarborgen. Betrokken hierbij zijn onder andere de EU-, nationale en regionale instanties, culturele instellingen, werkgevers- en werknemersorganisaties, en opleidingsinstellingen;

TENEINDE DE ZO DOELMATIG EN DOELTREFFEND MOGELIJKE WERKING VAN DE INFORMATIEDIENSTEN VOOR KUNSTENAARS EN ANDERE BEROEPSBEOEFENAREN OP CULTUREEL GEBIED TE BEVORDEREN, ZOU HET VOLGENDE DE REGEL MOETEN ZIJN:

intercollegiaal leren en opleidingsmogelijkheden voor informatieverstrekkers moeten worden bevorderd, opdat die een goed inzicht kunnen ontwikkelen in de levens- en arbeidsomstandigheden van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied en kennis kunnen opbouwen met betrekking tot de voorschriften en procedures van de lidstaten en de EU. Aldus zullen de informatieverstrekkers in staat zijn de gebruikers door te verwijzen naar de informatie over regels, voorschriften, procedures, rechten en plichten op nationaal en EU-niveau;

netwerkvorming tussen informatieverstrekkers is essentieel om ervoor te zorgen dat ze in verschillende lidstaten met elkaar in contact kunnen treden om, ten behoeve van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied uit hun eigen land, de informatie over de voorschriften en omstandigheden in de lidstaat van bestemming te verkrijgen die dezen nodig hebben. Netwerkvorming schept ook kansen voor capaciteitsopbouw en intercollegiaal leren. Wil het systeem goed kunnen functioneren, dan moeten de informatieverstrekkers uit alle lidstaten erbij betrokken zijn;

er dienen basisgegevens over het gebruik van informatiediensten inzake mobiliteit te worden verzameld om de kwaliteit en de toegankelijkheid van deze diensten te verbeteren. Terugkerende en structurele thema's met betrekking tot voorschriften en de toepassing daarvan dienen ter kennis gebracht te worden van de bevoegde nationale instanties en de betrokken diensten van de Europese Commissie, teneinde de mogelijkheden voor mobiliteit op de langere termijn te verbeteren;

HIERTOE WORDT DE COMMISSIE VERZOCHT:

overeenkomstig het werkplan voor Cultuur 2011-2014, een werkgroep van deskundigen in te stellen die gezamenlijke normen inzake de inhoud en de kwaliteit van informatie zal voorstellen voor informatie- en adviesdiensten ten behoeve van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied in de EU die mobiel willen zijn. Deze groep zal voor informatiediensten inzake mobiliteit de precies te behandelen onderwerpen alsook richtsnoeren voor de inhoud aangeven, met inbegrip van informatie voor onderdanen van derde landen. Het verslag van juni 2010 van de Werkgroep open-coördinatiemethode over de mobiliteit van kunstenaars en andere beoefenaars van culturele beroepen, dat tevens richtsnoeren voor informatiediensten inzake mobiliteit bevat, vormt de basis voor de werkzaamheden van de groep van deskundigen;

los van de besprekingen over het komende meerjarig financieel kader, bij het uitwerken van haar voorstellen voor nieuwe programma's te onderzoeken of financiële steun kan worden gevonden voor informatiediensten die zich richten op kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied die mobiel willen zijn;

informatie over mobiliteit te verspreiden via de platforms van de EU (11) en vragenlijsten toe te zenden aan gespecialiseerde diensten van de lidstaten of van de culturele sectoren die in staat zijn kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied volledige, nauwkeurige informatie en bijstand inzake mobiliteit te verstrekken;

DE LIDSTATEN WORDT VERZOCHT:

op basis van, onder meer, het voorstel van de bovengenoemde werkgroep van deskundigen gezamenlijke minimumnormen voor inhoud en kwaliteit goed te keuren voor het organiseren of verder ontwikkelen van mobiliteitsinformatiediensten voor kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied, en indien nodig leemten in de bestaande nationale informatiediensten op te vullen;

op grond van nationale structuren en tradities te zorgen voor mobiliteitsinformatiediensten die zo neutraal, kostenefficiënt, flexibel en gebruikersgericht mogelijk zijn;

instrumenten te selecteren voor de openbare verspreiding van mobiliteitsinformatie onder kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied en daarbij waar passend gebruik te maken van bestaande diensten;

hun informatie op nationaal niveau die voor de mobiliteit van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied van belang is, zo mogelijk te verstrekken via een meertalige website. Vertaling, ook automatische, moet worden aangemoedigd om veeltaligheid te bevorderen, de informatie gemakkelijk toegankelijk te maken en mobiliteitsprojecten te stimuleren;

DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE WORDT VERZOCHT:

nauw met elkaar samen te werken om netwerkvorming tussen mobiliteitsinformatiediensten op Europees niveau aan te moedigen en zo de informatieverstrekking aan kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultureel gebied die binnen de EU mobiel willen zijn, te verbeteren en daarbij voort te bouwen op de bestaande partnerschappen voor informatie- en adviesverstrekking, met inbegrip van die in de cultuursector, en deze in voorkomend geval verder te ontwikkelen.

de mobiliteitsinformatiediensten te controleren om de kwaliteit en de toegankelijkheid van deze diensten te verbeteren.


(1)  PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1.

(2)  PB C 287 van 29.11.2007, blz. 1.

(3)  PB C 143 van 10.6.2008, blz. 9.

(4)  PB C 325 van 2.12.2010, blz. 1.

(5)  Besluit 2006/515/EG van de Raad van 18 mei 2006 inzake de sluiting van het Unesco-Verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen (PB L 201 van 25.7.2006, blz. 15). Dit verdrag bevat maatregelen die van belang zijn voor mobiliteit en culturele uitwisseling.

(6)  SEC(2011) 399 definitief.

(7)  „Information systems to support the mobility of artists and other professionals in the culture field: a feasibility study”, ECOTEC, 2009 — http://ec.europa.eu/culture/key-documents/doc2039_en.htm

(8)  http://ec.europa.eu/culture/our-policy-development/doc1569_en.htm

(9)  COM(2010) 2020 definitief.

(10)  De ruimere groep van beoefenaren van beroepen in de culturele sector omvat bijvoorbeeld curatoren, directeuren en personeel van culturele instellingen, technici, decorbouwers, ICT-deskundigen, communicatiedeskundigen enz.

(11)  Your Europe (http://ec.europa.eu/youreurope/); Eures (European Job Mobility portal, http://ec.europa.eu/eures).


Top