Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011TA1215(24)

    Verslag over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Academie

    PB C 366 van 15.12.2011, p. 134–139 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.12.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 366/134


    VERSLAG

    over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Academie

    2011/C 366/24

    INLEIDING

    1.

    De Europese Politieacademie (hierna: „Academie”), gevestigd te Bramshill, werd opgericht bij Besluit 2000/820/JBZ van de Raad, zoals ingetrokken in 2005 en vervangen bij Besluit 2005/681/JBZ van de Raad (1). De taak van de Academie bestaat erin, te functioneren als een netwerk en de nationale politieopleidingsinstituten in de lidstaten samen te brengen om op gemeenschappelijke normen gebaseerde opleidingen ten behoeve van hoge leidinggevende politiefunctionarissen te verzorgen (2).

    2.

    De begroting 2010 van de Academie beliep 7,8 miljoen euro, tegen 8,8 miljoen euro het voorgaande jaar. Aan het eind van het jaar had de Academie 31 personeelsleden in dienst, tegen 28 het voorgaande jaar.

    BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    3.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie controleerde de Rekenkamer de jaarrekening (3) van de Academie, die bestaat uit de „financiële staten” (4) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting” (5) betreffende het per 31 december 2010 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

    4.

    Deze betrouwbaarheidsverklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (6) aan het Europees Parlement en aan de Raad gericht.

    De verantwoordelijkheid van de directeur

    5.

    Als ordonnateur voert de directeur de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling van de Academie, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten (7). De directeur is verantwoordelijk voor het opzetten (8) van de organisatorische structuur en van de systemen en procedures voor beheer en interne controle die van belang zijn om definitieve rekeningen (9) te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en om te verzekeren dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn.

    De verantwoordelijkheid van de Rekenkamer

    6.

    De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle een verklaring af te geven over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van de Academie en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

    7.

    De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI (10). Volgens die standaarden moet de Rekenkamer voldoen aan ethische voorschriften en de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de rekeningen geen afwijkingen van materieel belang bevatten en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

    8.

    De controle van de Rekenkamer houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De keuze van de procedures, waaronder de beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang in de rekeningen of van onwettige of onregelmatige verrichtingen als gevolg van fraude of fouten, is afhankelijk van haar controleoordeel. Bij deze risicobeoordelingen wordt gekeken naar de interne controle met betrekking tot de opstelling en presentatie van de rekeningen door de entiteit om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. De controle van de Rekenkamer houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door de leiding gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

    9.

    De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen.

    Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

    10.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening (11) van de Academie op alle materiële punten een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2010 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar financieel reglement.

    Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening

    11.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van de Academie over het op 31 december 2010 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

    12

    De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

    OPMERKINGEN OVER HET BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BEHEER

    13.

    Meer dan 1,6 miljoen euro ofwel 48 % van de uit 2009 overgedragen kredieten moest in 2010 worden geannuleerd. Deze situatie is in strijd met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit.

    14.

    De uitgaven voor het organiseren van cursussen en seminars verslinden een aanzienlijk deel van de begroting van de Academie. De procedure van de Academie voor de goedkeuring van de kostendeclaraties betreffende dergelijke activiteiten was niet streng genoeg, vooral wat betreft de volledigheid van de bewijsstukken.

    FOLLOW UP VAN EERDERE CONTROLEBEVINDINGEN

    15.

    De kredieten die in 2007 en 2008 werden gebruikt ter financiering van privé-uitgaven werden onderworpen aan een externe controle achteraf. De externe beoordelaars waren van mening dat in deze kwestie geen verdere middelen terugvorderbaar zijn.

    Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Igors LUDBORŽS, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 6 september 2011.

    Voor de Rekenkamer

    Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

    President


    (1)  PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63.

    (2)  Ter informatie geeft de bijlage een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Academie.

    (3)  Bij deze rekening is een verslag gevoegd over het budgettair en financieel beheer tijdens het jaar, dat onder meer de uitvoeringsgraad van de kredieten vermeldt en beknopte informatie geeft over de kredietoverschrijvingen tussen de verschillende begrotingsonderdelen.

    (4)  De financiële staten omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van het eigen vermogen en de bijlage bij de financiële staten met een beschrijving van de voornaamste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

    (5)  De verslagen over de begrotingsuitvoering omvatten ook de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

    (6)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (7)  Artikel 33 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72).

    (8)  Artikel 38 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002.

    (9)  De regels inzake de rekening en verantwoording en de boekhouding van de agentschappen zijn vastgelegd in hoofdstuk 1 van titel VII van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 652/2008 (PB L 181 van 10.7.2008, blz. 23), en zijn als zodanig opgenomen in het financieel reglement van de Academie.

    (10)  Internationale Federatie van Accountants (IFAC) en Internationale Standaarden van Hoge Controle-instanties (ISSAI).

    (11)  De definitieve jaarrekening is op 8 juni 2011 opgesteld en op 22 juni 2011 bij de Rekenkamer ingekomen. De definitieve jaarrekening is te vinden op de website http://eca.europa.eu of op https://www.cepol.europa.eu/index.php?id=final-accounts.


    BIJLAGE

    Europese Politieacademie (Bramshill)

    Bevoegdheden en activiteiten

    Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

    (Artikel 87 VWEU)

    Harmonisatie van de wetgevingen

    „1.

    De Unie ontwikkelt een vorm van politiële samenwerking waarbij alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten betrokken zijn, met inbegrip van de politie, de douane en andere gespecialiseerde wetshandhavingsdiensten die belast zijn met het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten.

    2.

    Voor de toepassing van lid 1 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsproceduremaatregelen vast voor: (…)

    b)

    steun voor de opleiding van personeel, alsmede samenwerking betreffende de uitwisseling van personeel, apparatuur en onderzoek op het gebied van criminalistiek.”

    Bevoegdheden van de Academie

    (Besluit 2005/681/JBZ van de Raad)

    Doelstellingen

    De Academie heeft ten doel om, door optimalisering van de samenwerking tussen de diverse instituten waaruit zij bestaat, bij te dragen aan de opleiding van hoge leidinggevende politiefunctionarissen in de lidstaten. Zij ondersteunt en ontwikkelt een Europese aanpak van de belangrijkste problemen die zich in de lidstaten voordoen op het gebied van criminaliteitsbestrijding, misdaadpreventie en handhaving van de openbare orde en veiligheid, met name vanuit een grensoverschrijdend perspectief.

    Taken

    Het verdiepen van de kennis van de nationale politiestelsels en -structuren van de andere lidstaten, en de grensoverschrijdende politiële samenwerking in de Europese Unie;

    het verruimen van de kennis van het internationale instrumentarium en dat van de Europese Unie, met name op de volgende gebieden:

    a)

    de instellingen van de Europese Unie, hun werking en hun rol, alsook de besluitvormingsprocedures en de rechtsinstrumenten van de Europese Unie, in het bijzonder wat hun implicaties voor de samenwerking op het gebied van de rechtshandhaving betreft;

    b)

    de doelstellingen, structuur en werking van Europol, alsook de mogelijkheden om de samenwerking tussen Europol en de betrokken rechtshandhavingsdiensten in de lidstaten bij de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit te maximaliseren;

    c)

    de doelstellingen, structuur en werking van Eurojust;

    het zorg dragen voor een adequate opleiding betreffende de naleving van de democratische waarborgen, in het bijzonder de rechten van de verdediging.

    Organisatie

    1.   Raad van bestuur

    Samenstelling:

    Eén delegatie uit elke lidstaat.

    Elke delegatie beschikt over één stem. Vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en Europol worden uitgenodigd, vergaderingen bij te wonen als niet-stemgerechtigde waarnemers.

    2.   Directeur

    Bestuurt de Academie; wordt aangesteld en van zijn functie ontheven door de raad van bestuur.

    3.   Externe controle

    Rekenkamer.

    4.   Interne audit

    Dienst Interne audit van de Commissie.

    5.   Kwijtingverlenende autoriteit

    Parlement, op aanbeveling van de Raad.

    In 2010 (2009) ter beschikking van de Academie gestelde middelen

    Begroting

    7,8 (8,8) miljoen euro

    Personeelsbestand

    Voorzien in de lijst van het aantal ambten 2010: 26 (26) tijdelijke functionarissen.

    Daarnaast waren 10 (13) arbeidscontractanten voorzien.

    Tevens detacheerden de lidstaten tijdens het jaar in totaal 4 (2) nationale deskundigen.

    In 2010 (2009) eleverde producten en diensten

    1.   Cursussen en seminars

    De Academie organiseerde 91 (88) cursussen, seminars en conferenties. Een preliminaire beoordeling van de evaluaties toont aan dat de algehele tevredenheid over de activiteiten van de Academie en haar opleidingsresultaten groot is. CEPOL bracht 2 198 rechtshandhavers (841 opleiders en 1 997 deelnemers) samen uit 36 landen (EU-lidstaten en derde landen). De Academie organiseerde 10 (7) activiteiten ter ondersteuning van het netwerk en paste het systeem voor kaderpartnerschapsovereenkomsten toe, waardoor subsidieovereenkomsten konden worden gesloten voor het programma van 2011 en nadien. Er werden geen activiteiten uitgesteld tot het volgende kalenderjaar.

    2.   Externe betrekkingen

    De Academie ondertekende op 7 december 2010 samenwerkingsovereenkomsten met het Turkse nationale politie-instituut en de Kroatische politieacademie. De Academie ondertekende ook herziene samenwerkingsovereenkomsten met de IJslandse politieacademie en de Noorse politie-universiteit op 9 december 2010. Er werden nog lopende onderhandelingen gestart met de Russische Federatie, Georgië, Albanië en Montenegro voor toekomstige samenwerkingsovereenkomsten (één overeenkomst en één memorandum van overeenstemming).

    3.   Gemeenschappelijke leerprogramma’s

    In 2010 werd een gemeenschappelijk leerprogramma over het witwassen van geld toegevoegd aan de vijf gemeenschappelijke leerprogramma’s die reeds waren gelanceerd voor tenuitvoerlegging binnen de lidstaten: Europol, Politie-ethiek en preventie van corruptie, Huiselijk geweld (I & II), Mensenhandel, Drugshandel.

    4.   Evaluatie

    In 2010 werd een vijfjarige evaluatie van de activiteiten van CEPOL voltooid.

    5.   Onderzoek en wetenschap

    Het netwerk van nationale onderzoeks- en wetenschapscorrespondenten en de werkgroep Onderzoek en wetenschap ondersteunden de voorbereiding van drie specifieke activiteiten van onderzoek en wetenschap in het werkprogramma van CEPOL:

    1.

    de jaarlijkse CEPOL-conferentie over politieonderzoek en -wetenschap,

    2.

    het onderzoekssymposium over diversiteit in politiewerk,

    3.

    het uitvoeringssymposium over de politieaanpak bij grote evenementen.

    Op de website verschenen twee nieuwe nummers van het Europese politie onderzoeks- en wetenschapsbulletin. Het verslag over het onderzoek inzake de Europese politieopleiding en Bologna werd afgerond. CEPOL presenteerde bijdragen tijdens het criminologiesymposium van Stockholm en tijdens de jaarlijkse conferentie van de Europese vereniging inzake criminaliteit. De e-bibliotheek groeit verder en wordt benut als kennisentrepot voor geregistreerde gebruikers van e-Net.

    6.   Project Euromed Police II

    Het Euromed-project heeft zijn operationele doelstellingen gerealiseerd en werd afgesloten op 30 september 2010.

    7.   Uitwisselingsprogramma

    Het uitwisselingsprogramma van de Academie, een project van één jaar, startte in 2009 en eindigde in 2010. De eerste uitwisselingsperiode liep van oktober tot december 2009, de tweede van januari tot maart 2010. Een uitwisseling duurde 12-14 kalenderdagen voor hoge leidinggevende politiefunctionarissen en 18-22 kalenderdagen voor de opleiders. Tijdens de eerste twee uitwisselingsperioden waren er 51 deelnemers uit 21 lidstaten. Prioritaire thema’s waren „community policing” (buurtpolitie) of georganiseerde criminaliteit (hoge leidinggevende politiefunctionarissen) en de leeromgeving (opleiders). Na de subsidiewijziging werden de resterende kredieten gebruikt voor een derde uitwisselingsperiode voor 88 hoge leidinggevende politiefunctionarissen.

    8.   Elektronisch netwerk (e-Net)

    Het elektronisch netwerk van de Academie (e-Net) had 102 000 unieke bezoekers (een toename van 34 % ten opzichte van 2009) (76 000) alsook 6 226 geregistreerde bezoekers eind 2010 (903). Het systeem van CEPOL voor het beheren van de opleidingen (Learning Management System) bleek erg succesvol, niet alleen als ondersteuning voor traditionele CEPOL-activiteiten zoals cursussen en seminars maar ook als platform voor informatiedeling voor het uitwisselingsprogramma CEPOL/ISEC en diverse werkgroepen. In 2010 werd het systeem voor documentenbeheer de voornaamste bron van vergaderingsdocumenten voor alle bestuursgroepen, en verscheidene groepen gebruikten alleen dit systeem voor de verspreiding van documenten.

    Bron: Door de Academie verstrekte gegevens.


    ANTWOORDEN VAN DE ACADEMIE

    13.

    Opdat de door de Rekenkamer beschreven situatie zich niet herhaalt, werd de kredietoverdracht van 2010 aan strikte criteria onderworpen om annuleringen in 2011 tot een minimum te beperken. In juni 2011 werden alle openstaande betalingsverplichtingen herzien om het verbruik van de begroting beter te bewaken en de uitvoering van de begroting 2011 te optimaliseren.

    14.

    CEPOL heeft de procedure voor het goedkeuren van kostendeclaraties en de bijbehorende bewijsstukken verbeterd. Daarnaast heeft CEPOL een nieuwe training georganiseerd voor organisatoren van cursussen om de controle over de cursussen verder te verbeteren evenals de kwaliteit van de betalingsbewijzen.

    15.

    CEPOL neemt nota van de opmerkingen van de Rekenkamer. De Politieacademie blijft zich niettemin inspannen om zoveel mogelijk middelen die nog niet volledig teruggevorderd zijn, terug te vorderen.


    Top