Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011PC0914

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het programma Hercules III ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie

/* COM/2011/0914 definitief - 2011/0454 (COD) */

52011PC0914

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het programma Hercules III ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie /* COM/2011/0914 definitief - 2011/0454 (COD) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het programma Hercules I was gebaseerd op Besluit nr. 804/2004/EG[1]. Met dit besluit werd hoofdzakelijk een aantal activiteiten dat in de loop van de tijd op het gebied van de bescherming van de financiële belangen was ontwikkeld, voorzien van een behoorlijke onderbouwing en uitgebreid.

Bij Besluit nr. 878/2007/EG[2] werd dit programma als Hercules II verlengd met de periode 2007-2013. In het besluit uit 2007 werd specifiek de nadruk gelegd op de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten, om gevolg te geven aan de juridische verplichtingen die de Commissie was aangegaan bij de overeenkomst ter bestrijding van smokkel en namaak die zij in 2004 sloot met Philip Morris International. Het ging om de eerste van een aantal overeenkomsten met internationale sigarettenfabrikanten waarbij de Commissie en de lidstaten afspraken om, in ruil voor een over een periode van twintig jaar aan de nationale begrotingen en de EU-begroting te betalen bedrag van meer dan 2 miljard dollar, de Europese inspanningen ter bestrijding van de illegale handel in tabaksproducten op te voeren. De jaarlijkse middelen voor Hercules werden vanaf 2007 dienovereenkomstig verhoogd.

Aangezien de rechtsgrondslag van Hercules II eind 2013 vervalt, dient de opvolger ervan de continuïteit te waarborgen van de Europese ondersteuning van de activiteiten die de Commissie en de lidstaten uitvoeren om betere informatie te verschaffen, onderzoek te verrichten en te voorzien in opleiding of technische en wetenschappelijke bijstand op het gebied van fraudebestrijding.

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) komt met het beginsel van een doeltreffende en gelijkwaardige bescherming binnen  de lidstaten en de instellingen, organen en instanties van de Unie (artikel 325 VWEU, oud artikel 280 VEU) tegemoet aan bezorgdheid bij de burger over de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Het kan niet krachtig genoeg worden benadrukt dat het publieke vertrouwen in de capaciteit van de Unie om belastinggelden te beschermen tegen fraudeurs, moet worden gewonnen en vastgehouden. Dit geldt des te sterker in de huidige context van budgettaire krapte en de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader voor 2014-2020 (MFK).

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

2.1. Het programma Hercules II omvat een ongelijksoortig pakket acties. De belanghebbenden partijen spelen alle een belangrijke rol in de strijd tegen fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, maar dragen daar op uiteenlopende manieren toe bij.

In 2011 heeft het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) de volgende belanghebbenden informeel geraadpleegd op basis van vragenlijsten:

- de partners van OLAF's taakgroep sigaretten (speciale diensten in de betrokken lidstaten, die met name belast zijn met de uitvoering van de overeenkomsten met de tabaksfabrikanten);

- de diensten van de lidstaten die gebruikmaken van OLAF's informatiecentrum;

- de verenigingen voor Europees strafrecht en voor de bescherming van de financiële belangen van de EU (verenigingen van Europese juristen).

Deze belanghebbenden zijn verzocht om de uitvoering van het programma Hercules II te evalueren en ideeën aan te reiken voor nieuwe doelstellingen.

De taakgroep sigaretten heeft vastgesteld dat er nog steeds behoefte is aan ondersteuning op EU-niveau en dat deze ondersteuning zelfs dient te worden opgevoerd. Hiertoe is een aantal concrete suggesties gedaan met betrekking tot activiteiten die wellicht nog van nut zullen blijken, technische aspecten en vereenvoudiging. Voor het voorstel van de Commissie is uitgebreid uit deze suggesties geput.

Wat betreft de aanschaf door de Commissie/OLAF van in de handel verkrijgbare gegevensbronnen die van nut zijn voor de operationele diensten in de lidstaten en OLAF zelf, zij erop gewezen dat het gebruik van dezelfde gegevensbronnen een gemeenschappelijke aanpak van risicoanalyse in de lidstaten vereenvoudigt. OLAF houdt maandelijks toezicht op het gebruik van de gegevensbanken. Daarbij bevordert het Bureau het feitelijk gebruik door de lidstaten, maakt het zo nodig de vorming van gedeelde gegevensbanken mogelijk en reageert het wanneer het gebruik toeneemt. Gepaard aan de koopkracht van de Commissie wanneer zij  namens alle lidstaten optreedt, levert een dergelijke flexibiliteit aanzienlijke besparingen op ten opzichte van de kosten die de afzonderlijke lidstaten zouden maken als zij de gegevens zelf zouden verkrijgen. Bepaalde landen hebben hierdoor toegang tot gegevens die zij zich anders niet zouden kunnen veroorloven. Een enquête onder gebruikers van externe gegevensbanken in de zomer van 2011 wees uit dat de lidstaten de toegevoegde waarde van deze dienst op het gebied van fraudebestrijding onderkennen. In het voorstel van de Commissie wordt ten volle rekening gehouden met de resultaten van deze enquête.

Door opleidingsactiviteiten kunnen maatregelen voor de bestrijding van fraude en corruptie in brede kring ingang vinden, met het oog op betere bescherming van de financiële belangen van de Unie. Nauwe en regelmatige samenwerking tussen de bevoegde nationale autoriteiten en tussen deze autoriteiten en OLAF is een voorwaarde voor daadwerkelijke verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag en inachtneming van de in artikel 325, lid 3, VWEU verankerde beginselen.

Wat ten slotte de acties betreft die gericht zijn op beoefenaars van juridische beroepen, zowel praktijkbeoefenaars als academici, wordt er, met het oog op de ontwikkeling van een rechtskader voor de bescherming van de financiële belangen van de EU, gestreefd naar academische consensus. Een dergelijke consensus zou de betrokken strategische en wetgevingsinspanningen met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie ten goede komen. De verenigingen van Europese juristen reageerden positief. Sommige verenigingen van Europese juristen bepleiten een vereenvoudiging van de procedures voor het indienen van aanvragen en eindverslagen. In het voorstel van de Commissie is hier terdege rekening mee gehouden. Er is een aantal zeer gedetailleerde suggesties gedaan voor nieuwe onderwerpen die zouden kunnen worden onderzocht of besproken. Meer in het algemeen is er voor gepleit om meer nadruk te leggen op de nationale rechtsstelsels en de daarmee samenhangende problemen op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Unie. De Commissie verkoos echter projecten met een duidelijke Europese toegevoegde waarde te ondersteunen en zij dient hier ook mee door te gaan.

Wat betreft de andere in het kader van Hercules II gefinancierde activiteiten voeren OLAF en de belanghebbenden voortdurend overleg, met name over de gevoelige sector van technische bijstand. OLAF ontvangt daarover al jaren positieve feedback, op grond waarvan het de acties tot in detail heeft kunnen bijstellen.

2.2. De Commissie heeft een effectbeoordeling uitgevoerd. Hierbij zijn de volgende vier opties in overweging genomen en is ook gelet op de budgettaire gevolgen:

optie 1: programma voortzetten zonder aanpassing van het financieringsniveau (basisscenario);

optie 2: het programma Hercules vernieuwen, met verbeterde doelstellingen en een betere methodiek, met name door een verhoging van het maximale cofinancieringspercentage voor technische-bijstandsactiviteiten, zoals de aanschaf van apparatuur;

optie 3: de verdeling over de verschillende bestedingsdoelstellingen sterk wijzigen en veel meer steun bieden aan operationele en rechtshandhavingsactiviteiten;

optie 4: het programma Hercules stopzetten, met de mogelijkheid om een aantal acties in het kader van andere cofinancieringsprogramma's van de EU voort te zetten en/of verdere acties aan de lidstaten over te laten.

Gelet op de ervaring die zowel op het niveau van de lidstaten als door OLAF is opgedaan met operationele activiteiten ter bescherming van de financiële belangen van de Unie en op de gevolgen die worden verwacht, onder meer van te ontwikkelen acties, verdient optie 2 – om het programma te vernieuwen, met verbeterde doelstellingen en een betere methodiek – de voorkeur. Het budget in reële prijzen blijft in dat geval gelijk aan het huidige bedrag (ongeveer 15 miljoen euro per jaar). De optie om de verdeling over de verschillende bestedingsdoelstellingen ingrijpend te wijzigen zou de balans daarentegen verstoren en ten koste gaan van specifieke steun voor acties ter voorkoming en opsporing van fraude. Ook zou er verwarring kunnen ontstaan over de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de lidstaten en de Europese Unie. De justitiële en politiële bestrijding van fraude is in de eerste plaats een zaak van de lidstaten, en van hun nationale autoriteiten en begrotingen. Stopzetting van het programma zou tot minder EU-uitgaven leiden, maar geen echte bezuinigingen opleveren en evenmin het gebruik van middelen op nationaal niveau of in het kader van een ander EU-programma overbodig maken. Stopzetting zou derhalve ten koste kunnen gaan van de doeltreffende en gelijkwaardige bescherming die volgens artikel 325 VWEU in de lidstaten alsmede in de instellingen, de organen en de instanties van de Unie moet worden geboden.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

3.1. Bescherming van de financiële belangen van de Unie

Uit hoofde van de artikelen 310, lid 6, en 325 VWEU is de bescherming van de financiële belangen van de EU tegen fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, een gedeelde verantwoordelijkheid van de Commissie en de lidstaten.

Het programma Hercules III betreft deze specifieke activiteiten van de Europese Commissie en haar samenwerking met de verantwoordelijke autoriteiten van de lidstaten en met de andere Europese instellingen en organen, waaronder met name OLAF.

Er dient beslist een instrument te blijven dat specifiek gericht is op de bestrijding van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad. Met breder opgezette programma's zou een specifiek probleem als dit minder doeltreffend worden aangepakt. Op politiek vlak zouden alle EU-instellingen er blijk van moeten geven vastbesloten te zijn om dit uiterst gevoelige probleem op te lossen en de in het Verdrag vervatte beginselen gestalte te geven. Derhalve dient de inzet van het programma Hercules III de volgende te zijn:

- uitsluitend de bescherming van de financiële belangen van de Unie nastreven, vanuit een langetermijnvisie die strookt met andere doelstellingen van de EU en op grond van de prioriteiten die jaarlijks voor dit specifieke expertisegebied worden vastgesteld;

- ervoor zorgen dat de tenuitvoerlegging van andere EU-programma's kan worden toegespitst op andere prioriteiten dan de bescherming van de financiële belangen;

- terdege rekening houden met de resultaten van de acties die in het verleden op dit gebied zijn gecofinancierd, onder meer wat betreft de beoogde begunstigden en het geografisch evenwicht;

- rechtstreekse impact nastreven op het onderzoek van niet alleen een aantal lidstaten, maar ook op dat van OLAF.

3.2. Vereenvoudiging

Evenals bij andere programma's van het meerjarig financieel kader (MFK) geeft de Commissie bij dit programma prioriteit aan het vereenvoudigen van het regelgevend kader teneinde het programma zo toegankelijk mogelijk te maken voor bevoegde nationale autoriteiten, non-profitorganisaties en andere belanghebbenden in de lidstaten, kandidaat-lidstaten en toetredingslanden, alsook EVA/EER-landen en partnerlanden van het Europees nabuurschapsbeleid.

Inachtneming van het Financieel Reglement

Het programmavoorstel is geheel in overeenstemming met het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften daarvan. De belangrijkste financiële uitvoeringsinstrumenten van het programma zijn subsidies en opdrachten. Door de vereenvoudigingsmaatregelen die Commissie heeft opgenomen in het voorstel voor de herziening van het Financieel Reglement, in het bijzonder het gebruik van vaste bedragen, forfaitaire percentages en eenheidskosten, nemen de administratieve lasten al af. Aangezien de afwikkeling van de in het kader van het programma gemaakte reis- en verblijfkosten van groot belang is, zijn daarin vereenvoudigingsmaatregelen opgenomen waarin het nieuwe Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften daarvan voor dit gebied voorzien. Voor subsidies van minder dan 50 000 euro dienen lichtere beheersprocedures te worden vastgesteld. Zo kan de Commissie wellicht de vereisten verlichten wat betreft de uitsplitsing van kosten en ramingen en het gebruik toestaan van vereenvoudigde vereisten voor aanvragen en voor verslaglegging over resultaten.

Een andere vereenvoudigingsmaatregel betreft de rechtstreekse voorlichting en raadpleging van de vertegenwoordigers van de lidstaten en de toetredingslanden door tijdens de verschillende uitvoeringsfasen vaker een beroep te doen op werkgroepen en comités van deskundigen, zoals het Raadgevend Comité Coördinatie fraudebestrijding (Cocolaf). Zo kunnen op basis van de reacties van de vertegenwoordigers die zitting hebben in dit Comité verbeteringen op het gebied van tenuitvoerlegging en procedures worden aangebracht in de jaarlijkse werkprogramma's.

3.3. Inachtneming van de beginselen van subsidiariteit, evenredigheid en toegevoegde waarde van het programma

Het programma Hercules heeft gedeeltelijk betrekking op de activiteiten van de Europese Commissie, meer in het bijzonder op die van OLAF, en op samenwerking met de andere Europese instellingen en organen, alsook met de lidstaten. Daardoor kunnen de belangrijkste doelstellingen van het voorstel per definitie niet worden verwezenlijkt door actie op nationaal niveau alleen. Dit programma moet zorgen voor gelijkwaardige bescherming in de lidstaten en in alle instellingen, organen en de instanties van de Unie. Het programma heeft een grensoverschrijdende dimensie: het versterkt de samenwerking tussen belanghebbenden in verschillende lidstaten en met derde landen.

De in 2011 gehouden raadpleging van de belangrijkste belanghebbenden van het programma Hercules II heeft ook uitgewezen dat het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel volledig in acht worden genomen. De maatregelen van het programma gaan niet verder dan nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken.

De Europese Commissie neemt initiatieven tot de jaarlijkse en meerjarige programmering van de Unie (artikel 17 VEU). De Unie kan de inspanningen van de lidstaten ter verbetering van hun administratieve vermogen om het recht van de Unie uit te voeren, steunen. Dergelijke steun kan behalve het vergemakkelijken van de uitwisselingen van informatie en van ambtenaren ook ondersteunende opleidings- en ontwikkelingsregelingen omvatten (artikel 197 VWEU). EU-uitgaven voor de bescherming van de financiële belangen van de Unie zijn uit het oogpunt van subsidiariteit dan ook gerechtvaardigd, voor zover zij strekken tot vereenvoudiging van de samenwerking tussen de Unie en de lidstaten of tussen lidstaten onderling en geen afbreuk doen aan de verantwoordelijkheden van de lidstaten.

De toegevoegde waarde van het programma Hercules III blijkt uit de besparingen die zullen voortvloeien uit de collectieve aanschaf van de speciale apparatuur en databanken voor gebruik door de belanghebbenden en uit de collectieve speciale opleiding. Naar verwachting zullen de grensoverschrijdende operaties doeltreffender worden door het gebruik van gemeenschappelijke technische normen en gezamenlijke opleiding.

Bovendien zijn de doelstellingen vernieuwd, waarbij er met name op is gelet dat deze specifiek, meetbaar, haalbaar en relevant zijn en dat er een termijn voor is vastgesteld. Dit zal ook bijdragen tot een gedegen uitvoering van en toezicht op het programma.

3.4. Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 325, lid 4, VWEU; de Rekenkamer wordt dan ook geraadpleegd.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het programma bestrijkt de periode 2014-2020 en het totale budget bedraagt 110 000 000 euro in lopende prijzen. Dit bedrag is conform de mededeling van de Commissie over het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, "Een begroting voor Europa 2020"[3].

Het bij dit voorstel gevoegde financieel memorandum voor een verordening betreft de gevolgen voor de begroting en de benodigde personele en administratieve middelen.

2011/0454 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het programma Hercules III ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 325,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Rekenkamer[4],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Unie en de lidstaten stellen zich ten doel fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, te bestrijden, met inbegrip van de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten. De lidstaten dienen samen met de Commissie met name een nauwe en regelmatige samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten te organiseren.

(2) Activiteiten die gericht zijn op betere informatievoorziening, speciale opleiding of technische en wetenschappelijke bijstand dragen sterk bij tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, alsook tot de totstandbrenging van gelijkwaardige bescherming in de hele Unie.

(3) Eerdere steun voor dergelijke initiatieven heeft een impuls gegeven aan de activiteiten van de Unie en de lidstaten op het gebied van de bestrijding van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad. De doelstellingen van het programma Hercules voor de periodes 2004-2006 en 2007-2013 zijn met succes verwezenlijkt.

(4) De Commissie heeft in 2011 een effectbeoordeling verricht om vast te stellen of het programma dient te worden voortgezet.

(5) Er dient een nieuw programma te worden vastgesteld om de activiteiten die op het niveau van de Unie en van de lidstaten worden ontplooid om fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, met inbegrip van de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten, tegen te gaan, voort te zetten en verder te ontwikkelen, waarbij ook de nieuwe uitdagingen in het kader van de begrotingsdiscipline in acht moeten worden genomen.

(6) De tenuitvoerlegging van deze verordening dient volledig in overeenstemming te zijn met de bepalingen van Verordening (EG, Euratom) nr. XX/XX van XX 2012 inzake de financiële voorschriften die van toepassing zijn op de jaarlijkse begroting van de Unie.

(7) De financiële belangen van de Unie moeten gedurende de gehele uitgavencyclus worden beschermd door middel van evenredige maatregelen, waaronder de preventie, de opsporing en het onderzoek van onregelmatigheden, de terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of oneigenlijk gebruikte bedragen en, indien nodig, sancties.

(8) Aan het programma kan worden deelgenomen door toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, alsook door partnerlanden van het Europees nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die van de Unie, overeenkomstig de algemene beginselen en voorwaarden voor de deelname van die landen aan EU-programma's die in de desbetreffende kaderovereenkomsten, besluiten van de Associatieraad of vergelijkbare overeenkomsten zijn vastgelegd.

(9) De Commissie dient het Europees Parlement en de Raad een onafhankelijk tussentijds verslag voor te leggen over de uitvoering van dit programma, evenals een eindverslag over de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

(10) Deze verordening voldoet aan de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Het programma Hercules III vergemakkelijkt de samenwerking tussen de lidstaten en tussen de Commissie en de lidstaten teneinde de financiële belangen van de Unie te beschermen, zonder evenwel afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheden van de lidstaten en door middelen efficiënter te gebruiken dan op nationaal niveau mogelijk zou zijn. Actie op EU-niveau is geboden en gerechtvaardigd, aangezien het de lidstaten duidelijk collectief ondersteunt bij de bescherming van de begrotingen van de EU en de lidstaten en het gebruik van gemeenschappelijke EU-structuren ter verbetering van de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten bevordert.

(11) Het programma dient gedurende een periode van zeven jaar van kracht te zijn, zodat de looptijd ervan samenvalt met die van het meerjarig financieel kader, zoals vastgelegd in [artikel 1] van Verordening nr. XXXX van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020.

(12) De Commissie dient de jaarlijkse werkprogramma's vast te stellen met de prioriteiten, de verdeling van de begrotingsmiddelen en de evaluatiecriteria voor de subsidies voor acties. Teneinde uniforme voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend.

(13) Bij deze verordening worden voor de gehele looptijd van het programma de financiële middelen vastgesteld die overeenkomstig punt [17] van het Interinstitutioneel Akkoord van XX/YY/2012 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over samenwerking op het gebied van begrotingszaken en goed financieel beheer, voor de duur van de jaarlijkse begrotingsprocedure het belangrijkste referentiepunt voor de begrotingsautoriteit zijn.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Hoofdstuk I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Doel

Het meerjarig actieprogramma Hercules III (hierna "het programma" genoemd) wordt ingesteld om een impuls te geven aan de activiteiten ter bestrijding van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad. Het programma loopt van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020.

Artikel 2

Toegevoegde waarde

Het programma draagt bij tot:

a) de ontwikkeling van de activiteiten op het niveau van de Unie en van de lidstaten voor de bestrijding van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, met inbegrip van de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten;

b) de versterking van de transnationale samenwerking op het niveau van de Unie en met name tot de doeltreffendheid van de grensoverschrijdende operaties;

c) een doeltreffende voorkoming van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, door het aanbieden van gezamenlijke speciale opleidingen voor het personeel van nationale en regionale instanties en andere belanghebbenden.

Dit besparingen die dit programma oplevert vloeien met name voort uit de collectieve aanschaf van speciale apparatuur en databanken voor gebruik door de belanghebbenden en uit de collectieve speciale opleiding.

Artikel 3

Algemene doelstelling van het programma

Het is de algemene doelstelling van het programma de financiële belangen van de Unie te beschermen en zodoende het concurrentievermogen van de Europese economie op te voeren en de belastinggelden te beschermen.

Artikel 4

Specifieke doelstelling van het programma

Het is de specifieke doelstelling van het programma fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, te voorkomen en te bestrijden.

De verwezenlijking van deze doelstelling wordt onder meer afgemeten aan de bedragen die zijn teruggevorderd naar aanleiding van bij gezamenlijke acties en grensoverschrijdende operaties ontdekte fraudegevallen, de stijging van het percentage geslaagde gezamenlijke operaties en de toename van het aantal gevallen waarin de autoriteiten tot strafrechtelijk onderzoek zijn overgegaan.

Artikel 5

Voor financiering in aanmerking komende organen

De volgende organen komen in het kader van het programma in aanmerking voor EU-financiering:

a)         nationale of regionale overheidsdiensten van een lidstaat of van een derde land, als bedoeld in artikel 6, die de versterking van de EU-acties op het gebied van de bescherming van haar financiële belangen bevorderen;

b)         onderzoeks- en onderwijsinstellingen en non-profitorganisaties, mits zij ten minste al één jaar bestaan en operationeel zijn, in een lidstaat of in een derde land, als vastgesteld in artikel 6, en de versterking van de EU-acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Unie bevorderen.

Artikel 6

Deelname aan het programma

1. De deelnemende landen zijn de lidstaten en de in lid 2 bedoelde landen.

2. Aan het programma kan worden deelgenomen door:

a)      toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, overeenkomstig de algemene beginselen en de algemene voorwaarden die in de respectieve kaderovereenkomsten, besluiten van de Associatieraad en soortgelijke overeenkomsten zijn vastgesteld voor deelname van deze landen aan EU-programma's;

b)      partnerlanden van het Europees nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die van de Unie. De betrokken partnerlanden nemen deel aan het programma overeenkomstig de bepalingen die in het verlengde van de kaderovereenkomsten voor de deelname van deze landen aan programma’s van de Unie met hun worden overeengekomen;

c)      de EVA/EER-landen, overeenkomstig de voorwaarden die worden gesteld in de EER-Overeenkomst.

3. Vertegenwoordigers van landen die deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces voor de landen van Zuidoost-Europa, de Russische Federatie en bepaalde landen waarmee de Unie een overeenkomst voor wederzijdse bijstand in fraudegerelateerde zaken heeft gesloten, en vertegenwoordigers van internationale en andere relevantie organisaties, kunnen deelnemen aan de in het kader van het programma georganiseerde activiteiten, voor zover dit nuttig is voor de verwezenlijking van de in de artikelen 3 en 4 genoemde doelstellingen. Deze vertegenwoordigers worden gekozen op grond van hun vaardigheden, ervaring en kennis met betrekking tot de specifieke activiteiten.

Artikel 7

In aanmerking komende acties

In het kader van het programma kan onder de in het in artikel 10 genoemde jaarlijkse werkprogramma vastgestelde voorwaarden financiële steun worden verleend voor de volgende acties:

a)           speciale technische bijstand aan nationale autoriteiten door middel van:

– het aanbieden van specifieke kennis, speciale en technisch geavanceerde apparatuur en doeltreffende instrumenten op het gebied van informatietechnologie (IT) die de grensoverschrijdende samenwerking en de samenwerking met de Commissie vergemakkelijken;

– het waarborgen van de nodige ondersteuning en het vergemakkelijken van onderzoek, met name het instellen van gezamenlijke onderzoeksteams en grensoverschrijdende operaties;

– het ondersteunen van de capaciteit van de lidstaten om in beslag genomen sigaretten op te slaan en te vernietigen, alsmede onafhankelijke diensten voor de analyse van in beslag genomen sigaretten;

– het bevorderen van personeelsuitwisseling voor specifieke projecten, met name op het gebied van de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten;

– het bieden van technische en operationele ondersteuning aan de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten bij de bestrijding van illegale, grensoverschrijdende activiteiten en fraude waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, met de nadruk op ondersteuning van de douaneautoriteiten;

– het opbouwen van IT-capaciteit in de lidstaten en de in artikel 6, lid 2, bedoelde derde landen door het ontwikkelen en aanbieden van specifieke databanken en IT-instrumenten die de toegang tot en analyse van gegevens vereenvoudigen;

– het opvoeren van de gegevensuitwisseling, het ontwikkelen en aanbieden van IT-instrumenten voor onderzoek, en het toezien op inlichtingenwerk.

b)           organisatie van speciale opleidingen, workshops risicoanalyse en conferenties, gericht op:

– beter inzicht in de EU-procedures en de nationale procedures;

– uitwisseling van ervaringen door de betrokken autoriteiten van de lidstaten en van de in artikel 6, lid 2, bedoelde derde landen en door vertegenwoordigers van de in artikel 6, lid 3, genoemde internationale organisaties, waaronder speciale diensten voor rechtshandhaving;

– coördinatie van de activiteiten van de in artikel 6, leden 2 en 3, bedoelde lidstaten, derde landen en internationale overheidsorganisaties;

– verspreiding van kennis, met name over betere signalering van risico's voor onderzoeksdoeleinden;

– ontwikkeling van belangrijke onderzoeksactiviteiten, zoals studies;

– verbetering van de samenwerking tussen praktijkbeoefenaars en academici;

– verdere bewustmaking van de rechterlijke macht en andere juridische beroepsgroepen ter zake van de bescherming van de financiële belangen van de Unie.

c)           Elke andere actie waarin de in artikel 10 bedoelde werkprogramma's voorzien en die nodig is om de algemene en specifieke doelstellingen van de artikelen 3 en 4 te verwezenlijken.

Hoofdstuk II

Financieel kader

Artikel 8

Financiële middelen

De financiële middelen voor de uitvoering van dit programma over de periode 2014-2020 bedragen 110 000 000 EUR in lopende prijzen.

Artikel 9

Soorten financiering en cofinanciering

1.         De Commissie legt het programma ten uitvoer overeenkomstig het Financieel Reglement.

2.         Financiering door de Unie voor de in artikel 7 genoemde activiteiten vindt plaats in de vorm van:

a) subsidies,

b) overheidsopdrachten,

c) vergoeding van kosten die de in artikel 6, lid 3, bedoelde vertegenwoordigers maken in verband met hun deelname aan activiteiten in het kader van de programma's.

3.         De aanschaf van apparatuur is niet het enige bestanddeel van de subsidieovereenkomst.

4.         Het cofinancieringspercentage voor in het kader van het programma toegekende subsidies bedraagt niet meer dan 80% van de subsidiabele kosten. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen, die in het in artikel 10 genoemde jaarlijkse werkprogramma worden vastgelegd, bedraagt de medefinanciering niet meer dan 90% van de subsidiabele kosten.

Artikel 10

Jaarlijkse werkprogramma's

Voor de uitvoering van het programma stelt de Commissie jaarlijkse werkprogramma's vast. Daarin worden de doelstellingen, de beoogde resultaten, de wijze van uitvoering en de totaalbedragen opgenomen. Zij bevatten ook een omschrijving van de te financieren acties, een indicatie van de voor de acties toegewezen bedragen en een indicatief tijdschema voor de uitvoering. Zij omvatten de prioriteiten, de belangrijkste beoordelingscriteria en het maximale cofinancieringspercentage met betrekking tot de subsidies.

Financiële middelen die zijn toegekend voor op grond van deze verordening door de Commissie uit te voeren voorlichtingsactiviteiten, zijn ook bestemd voor de institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Hoofdstuk III

Toezicht en evaluatie

Artikel 11

Toezicht, evaluatie en beheer

1.         De Commissie verstrekt jaarlijks informatie over de resultaten van het programma aan het Europees Parlement en de Raad. Het gaat daarbij onder meer om informatie over de consistentie en complementariteit met andere programma's en activiteiten op het niveau van de Unie. De Commissie verspreidt voortdurend de resultaten van de in het kader van het programma ondersteunde activiteiten. Alle deelnemende landen verstrekken de Commissie alle gegevens en informatie die nodig zijn voor het toezicht op en de evaluatie van het programma.

2.         De Commissie zal een evaluatie van het programma uitvoeren. Uiterlijk op 31 december 2017 stelt de Commissie een evaluatieverslag op over de verwezenlijking van de doelstellingen van alle maatregelen (wat de resultaten en het effect betreft), de efficiëntie bij het gebruik van de middelen en de Europese toegevoegde waarde, teneinde een besluit te kunnen nemen over de verlenging, wijziging of schorsing van de maatregelen. Bij de evaluatie gaat de Commissie ook na of er ruimte is voor vereenvoudiging, het programma interne en externe samenhang vertoont, alle doelstellingen nog relevant zijn en in hoeverre de maatregelen bijdragen tot de EU-prioriteiten inzake slimme, duurzame en inclusieve groei. Zij houdt daarbij rekening met de resultaten van evaluaties van het langetermijneffect van de eerdere maatregelen.

Bovendien legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 31 december 2021 een verslag voor over de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

De langetermijneffecten en de duurzaamheid van de effecten van het programma worden beoordeeld teneinde bij te dragen tot de besluitvorming over een eventuele verlenging, wijziging of schorsing van het programma.

Artikel 12

Bescherming van de financiële belangen van de Unie

1.         De Commissie neemt passende maatregelen om ervoor te zorgen dat bij de uitvoering van uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties de financiële belangen van de Unie met de toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten worden beschermd door middel van doeltreffende controles en, indien onregelmatigheden worden ontdekt, door middel van terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen en, voor zover van toepassing, door middel van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

2.         De Commissie of haar vertegenwoordigers en de Rekenkamer hebben de bevoegdheid om op basis van documenten en ter plaatse audits uit te voeren bij alle begunstigden, contractanten en subcontractanten die uit hoofde van dit programma middelen van de Unie hebben ontvangen.

Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan overeenkomstig de procedures van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 controles en verificaties ter plaatse uitvoeren bij de direct of indirect bij dergelijke financiering betrokken economische subjecten om vast te stellen of er bij een subsidieovereenkomst of -besluit of een contract betreffende financiering door de Unie sprake is geweest van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie zijn geschaad.

Onverminderd de eerste en de tweede alinea verlenen de uit deze verordening voortvloeiende samenwerkingsovereenkomsten met derde landen en internationale organisaties, subsidieovereenkomsten en -besluiten en contracten de Commissie, de Rekenkamer en OLAF uitdrukkelijk de bevoegdheid om dergelijke audits en controles en verificaties ter plaatse uit te voeren.

Hoofdstuk IV

Slotbepalingen

Artikel 13

Intrekking

Besluit 804/2004/EG en Besluit 878/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad worden met ingang van 1 januari 2014 ingetrokken.

Financiële verplichtingen die voortvloeien uit acties in het kader van die besluiten, blijven evenwel aan die besluiten onderworpen totdat daaraan is voldaan.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                       Voor de Raad

De voorzitter                                                  De voorzitter

BIJLAGE

Operationele doelstellingen van het programma

De operationele doelstellingen van het programma zijn:

1) verder verbeteren van de preventie van en het onderzoek naar fraude en andere onwettige activiteiten, door bevordering van transnationale en multidisciplinaire samenwerking;

2) de financiële belangen van de Unie krachtiger beschermen tegen fraude, door de uitwisseling van informatie, ervaringen en beste praktijken te vergemakkelijken, met inbegrip van personeelsuitwisselingen;

3) de bestrijding van fraude en andere onwettige activiteiten opvoeren door nationaal onderzoek, en met name dat van douane- en rechtshandhavingsautoriteiten, technisch en operationeel te ondersteunen;

4) ervoor zorgen dat de financiële belangen van de Unie minder aan fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten blootstaan dan thans het geval is, om de ontwikkeling van  een illegale economie tegen te gaan op belangrijke risicogebieden als georganiseerde fraude, smokkel en namaak, met name van sigaretten;

5) de ontwikkeling van de specifieke wettelijke en justitiële bescherming van de financiële belangen tegen fraude stimuleren door vergelijkende wetgevingsanalyse te bevorderen.

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN

1.           KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

Dit initiatief strekt tot voortzetting van het programma Hercules met verbeterde doelstellingen en methodiek.

1.1.        Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over het programma Hercules III ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie

1.2.        Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[5]

Beleidsterrein 24.0201: Fraudebestrijding

1.3.        Aard van het voorstel/initiatief

¨ ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[6]

X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie

¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

1.4.        Doelstellingen

1.4.1.     De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

Dit voorstel maakt onderdeel uit van het pakket van de Commissie inzake het volgende meerjarig financieel kader (cofinanciering van het EU-programma in het kader van het meerjarig financieel kader 2014-2020).

Het is de algemene doelstelling van het programma de financiële belangen van de Unie te verdedigen en zodoende het concurrentievermogen van de Europese economie op te voeren en de belastinggelden te beschermen.

1.4.2.     Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Nummer van de activiteit: 24 0201 Fraudebestrijding

a) Het is de specifieke doelstelling van het programma fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, te voorkomen en te bestrijden.

b) De operationele doelstellingen van het programma zijn:

1) nog verder verbeteren van de preventie van en het onderzoek naar fraude en andere onwettige activiteiten, door bevordering van transnationale en multidisciplinaire samenwerking;

2) de financiële belangen van de Unie krachtiger beschermen tegen fraude, door de uitwisseling van informatie, ervaringen en beste praktijken te vergemakkelijken, met inbegrip van personeelsuitwisselingen;

3) de bestrijding van fraude en andere onwettige activiteiten opvoeren door nationaal onderzoek, en met name dat van douane- en rechtshandhavingsautoriteiten, technisch en operationeel te ondersteunen;

4) ervoor zorgen dat de financiële belangen van de Unie minder aan fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten blootstaan dan thans het geval is, om de ontwikkeling van een illegale economie tegen te gaan op belangrijke risicogebieden als georganiseerde fraude, smokkel en namaak, met name van sigaretten;

5) de ontwikkeling van de specifieke wettelijke en justitiële bescherming van de financiële belangen tegen fraude stimuleren door vergelijkende wetgevingsanalyse te bevorderen.

1.4.3.   Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen

De begunstigden/doelgroepen van het voorstel zijn hoofdzakelijk de autoriteiten van de lidstaten die bevoegd zijn op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de EU.

Het voorstel moet onder meer tot het volgende leiden:

1) de begunstigden moeten de nodige capaciteiten kunnen inzetten, met inbegrip van technisch gelijkwaardige apparatuur in de hele EU;

2) de onderzoeken van de lidstaten en de EU worden gestimuleerd, onder meer doordat gezamenlijke operaties worden vereenvoudigd, meer bekendheid wordt gegeven aan strafbare feiten en de rechtbank beter bewijsmateriaal wordt voorgelegd.

3) begunstigden profiteren van een passende verspreiding van specifieke kennis en de ontwikkeling van speciale netwerken voor de bescherming van de financiële belangen tegen fraude;

4) de begunstigden worden geholpen om een academische consensus te bereiken die het werk van de Commissie ten goede komt, met name wat betreft de doeltreffende wettelijke bescherming van de financiële belangen.

1.4.4.     Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLING: || Voorkomen en bestrijden van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten

Resultaatindicator || Laatst bekende resultaat || Doel op middellange termijn (resultaat)

1. Bedrag teruggevorderd naar aanleiding van fraudezaken die zijn ontdekt door gezamenlijke acties en grensoverschrijdende operaties || Bedrag dat in 2010 is teruggevorderd naar aanleiding van OLAF-zaken: 67,9 miljoen euro || Stijging van dit bedrag met 5-10%

2. Het percentage geslaagde gezamenlijke operaties || 3 Gezamenlijke douaneoperaties ondersteund in 2010 || Toename van het aantal geslaagde gezamenlijke operaties met 30%

3. Aantal zaken waarin de autoriteiten tot strafrechtelijk onderzoek zijn overgegaan || Percentage zaken waarin de autoriteiten besluiten niet tot strafrechtelijk onderzoek over te gaan: 43,9% || Afname van het aantal zaken waarin de autoriteiten besluiten niet tot strafrechtelijk onderzoek over te gaan met 5-10%

De belangrijkste indicatoren voor de verwezenlijking van de operationele doelstellingen:

1) Indicator voor beoogd resultaat 1: de meningsvorming bij de begunstigden over de vraag of het programma daadwerkelijk bijdraagt tot betere gegevensuitwisseling via gemeenschappelijke databanken en gelijkwaardige speciale apparatuur die in de lidstaten is verworven en ingevoerd;

2) Indicator voor beoogd resultaat 2: concrete operationele impact, zoals een hoger percentage geslaagde gezamenlijke operaties;

3) Indicator voor beoogd resultaat 3: concrete impact op ontwikkeling van relevante professionele netwerken, die bijvoorbeeld blijkt uit een toename van het aantal begunstigden dat betrokken is bij de verspreiding van specifieke kennis;

4) Indicator voor beoogd resultaat 4: de meningsvorming bij de begunstigden over de vraag of het programma daadwerkelijk bijdraagt tot een academische consensus ter ondersteuning van de inspanningen van de Commissie bij de juridische bescherming van de financiële belangen.

1.5.        Rechtsgrondslag voor het voorstel/initiatief

Artikel 325 VWEU: nauwe en geregelde samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie om de financiële belangen van de Unie tegen fraude te beschermen.

1.5.1.     Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Gelet op de ervaringen en resultaten in het kader van Hercules I en II, dient Hercules III verscheidene nieuwe problemen aanpakken om de EU-begroting vanaf 2014 te beschermen (begrotingsdiscipline, nieuwe fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie, COM(2011) 376 definitief). Zie ook punt 1.5.4 (nodige coherentie en synergieën).

1.5.2.     Toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de EU

Het programma Hercules III draagt naar verwachting bij tot:

- nauwere transnationale samenwerking op EU-niveau en met name doeltreffende grensoverschrijdende operaties op basis van algemene technische bijstand, waardoor in de in de hele EU over betere apparatuur kan worden beschikt, hetgeen gezamenlijke operaties en internationale ondersteuning van operaties vereenvoudigt;

- doeltreffende preventie van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, door het aanbieden van speciale opleidingen aan het personeel van nationale en regionale overheidsdiensten, alsook aan andere belanghebbenden, en door nuttige netwerken op te zetten tussen deze autoriteiten en organisaties;

- een beter netwerk voor de bestrijding van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de onderzoeks- en onderwijsinstellingen en non-profitorganisaties in de Unie worden geschaad, door ondersteuning van seminars, conferenties, juridisch onderzoek, de verspreiding van expertise en netwerkactiviteiten.

1.5.3.     De lering die uit reeds verrichte soortgelijke activiteiten is getrokken

Tot dusver is het programma Hercules tweemaal door de diensten van de Commissie geëvalueerd. Uit de resultaten van deze raadplegingen in de lidstaten blijkt met name dat de lidstaten dankbaar zijn dat zij in de gelegenheid zijn gesteld om de bescherming van de financiële belangen van de EU op te voeren en de operationele kosten van de betrokken rechtshandhavingsactiviteiten te beperken.

De tussentijdse beoordeling van het programma Hercules II (2007-2013) omvat zowel de lessen uit het verleden als de suggesties van de geraadpleegde belanghebbenden. In Hercules III is dan ook rekening gehouden met de tekortkomingen die externe belanghebbenden vaststelden. Zo is er net name gewezen op het feit dat er geen ondersteuning voor technische bijstand mogelijk was, doordat het maximale percentage voor cofinanciering door de Commissie lager was dan voor andere maatregelen. Ook stelden de externe belanghebbenden vast dat er behoefte was aan ruimere mogelijkheden om personeel uit te wisselen.

1.5.4.     Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

Uit de effectbeoordeling blijkt dat Hercules het enige EU-programma is dat speciaal is gewijd aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Hercules III moet gedurende de betrokken periode (2014-2020) een reeks activiteiten blijven ondersteunen die de door andere programma's bestreken activiteiten aanvullen. Daartoe zal zowel op nationaal niveau als op het niveau van de EU een constante dialoog worden gevoerd, teneinde eventuele overlappingen te voorkomen en de algehele samenhang te waarborgen.

Het financieringsprogramma Hercules III (2014-2020) bevordert verder maatregelen tot uitvoering van de fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie (CAFS, COM(2011) 376 van 24.6.2011). De jaarlijkse beoordeling uit hoofde van artikel 11, lid 1, van de Verordening dient als uitgangspunt voor het toezicht op de resultaten van het programma. Bij de verslaglegging die in 2013 moet worden verricht in het kader van de CAFS, zullen ook de resultaten van het lopende financieringsprogramma Hercules II (2007-2013) aan bod komen.

1.6.        Duur en financiële gevolgen

X Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur (7 jaar: 2014-220).

– X  Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 1.1.2014 tot en met 31.12.2020

– X  Financiële gevolgen van 2014 tot en met 2023 (van 2021 tot 2023 uitsluitend voor betalingskredieten)

1.7.        Beheersvorm(en)[7]

X Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie

¨ Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan:

– ¨  uitvoerende agentschappen

– ¨  door de Gemeenschappen opgerichte organen[8]

– ¨  nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

– ¨  personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement

¨ Gedeeld beheer met lidstaten

¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen

¨ Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

Overeenkomstig de vereisten van het nieuwe Financieel Reglement en de uitvoeringsbepalingen daarvan wordt een vereenvoudigde procedure ingevoerd voor subsidies van minder dan 50 000 euro.

2.           BEHEERSMAATREGELEN

2.1.        Regels inzake toezicht en verslaglegging

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Zie artikel 11 van het voorstel dat bepaalt dat:

- het Europees Parlement en de Raad jaarlijks informatie wordt verstrekt over de resultaten, waaronder informatie over de consistentie en complementariteit met andere EU-programma's;

- er (uiterlijk op 31 december 2017) een onafhankelijke beoordeling zal plaatsvinden van de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma;

- er bovendien eind 2021 aan de begrotingsautoriteit een eindverslag zal worden overgelegd over de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma Hercules III.

2.2.        Beheers- en controlesysteem

2.2.1.     Mogelijke risico's

Voor subsidieovereenkomsten wordt het risiconiveau laag geacht, aangezien in 90% van de gevallen de begunstigden overheidsorganen of rechtshandhavingsinstanties in de lidstaten zijn.

Voor de na een aanbestedingsprocedure geplaatste opdrachten zijn de risico's beperkter, doordat op een belangrijk deel van de uitgaven juridisch en financieel een kaderovereenkomst van toepassing is, die voor één jaar wordt gesloten en drie keer kan worden verlengd.

Overeenkomstig de voorschriften van de Commissie zal ieder jaar een risicobeoordeling plaatsvinden.

Forse risico's die in subsidiedossiers zijn vastgesteld:

- de begunstigde geeft een soepele interpretatie aan de voorwaarden inzake de subsidiabiliteit van de bij de uitvoering van de actie gemaakte kosten;

- door de begunstigde opgegeven kosten vallen niet onder het toepassingsgebied van de subsidieovereenkomst;

- personeelskosten worden onvoldoende gemotiveerd.

2.2.2.     Controlemiddel(en)

De controleprocedures voor beide onderdelen van het programma (subsidies en opdrachten) zijn in overeenstemming met het Financieel Reglement. Verificaties vooraf (vastleggingen en betalingen) Wat het financieel beheersplan betreft, kiest OLAF voor een gedeeltelijk gedecentraliseerd model waarbij alle verificatie vooraf binnen de centrale begrotingseenheid wordt verricht. Bij OLAF worden alle dossiers gecontroleerd door minstens drie functionarissen (binnen de begrotingseenheid de dossiermanager en de met financiële controle belaste functionaris, en binnen de voor de uitgaven verantwoordelijke eenheid de met de operationele controle belaste functionaris), voordat zij door de gesubdelegeerde ordonnateur worden goedgekeurd. Elk hoofd van de eenheid is door de directeur-generaal gesubdelegeerd; bijgevolg is elk hoofd van de eenheid verantwoordelijk voor de uitvoering van zijn deel van het programma.

- Voor elke transactie waarvoor toestemming van de gesubdelegeerd ordonnateur vereist is, worden controles vooraf uitgevoerd door de met de financiële controle belaste functionaris. - De gevoelige variabelen worden gecontroleerd op grond van de resultaten van de in het kader van het verslag over de boekhoudkundige kwaliteit uitgevoerde risicobeoordeling (bijvoorbeeld: LE en BA, G/L-rekeningen, begrotingsonderdelen, bedragen en berekeningen, etc. …). In 25% van de Hercules-dossiers is op dag waarop een actie wordt uitgevoerd een functionaris van OLAF aanwezig om toe te zien op de correcte besteding van de middelen (bijvoorbeeld bij conferenties en opleidingen). Subsidies - In de door de begunstigden ondertekende subsidieovereenkomst worden de voorwaarden opgenomen voor de financiering en de activiteiten waarop de subsidie van toepassing is, waaronder een hoofdstuk over controlemiddelen. OLAF neemt met eigen personeelsleden deel aan de gefinancierde acties. - Afhankelijk van meerdere variabelen (het bedrag ter zake van de overeenkomst, de complexiteit van het dossier) wordt achteraf een controle ter plaatse uitgevoerd door de functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de financiële en operationele dossiers. Bij deze controles worden zowel de kwaliteit als de financiële gevolgen van de output beoordeeld. OLAF is voornemens om jaarlijks ongeveer 10 controles ter plaatse uit te voeren. Opdrachten - Er worden gedetailleerde beschrijvingen van de opdracht opgesteld, die de basis voor de specifieke overeenkomst vormen. In alle tussen OLAF en de externe partij gesloten overeenkomsten worden fraudebestrijdingsmaatregelen opgenomen. - OLAF controleert alle te leveren prestaties en houdt toezicht op alle door de kadercontractant uitgevoerde operaties en diensten.

Bovendien worden in overeenstemming met artikel 12 van het voorstel maatregelen op het niveau van de begunstigden vastgesteld (de bewijsstukken dienen ter beschikking van de Commissie te worden gesteld). Gedurende de looptijd van de overeenkomst en gedurende een periode van vijf jaar na de laatste betaling kunnen controles plaatsvinden, zodat de Commissie in voorkomend geval een besluit tot terugvordering kan nemen. De toegangsrechten van het personeel van de Commissie en van gemachtigd extern personeel worden vastgelegd; de Rekenkamer en OLAF genieten dezelfde rechten.

De verrichte controles stellen OLAF in staat voldoende zekerheid over de kwaliteit en de regelmatigheid van de uitgaven te verkrijgen en het risico van niet-naleving te verminderen. De grondigheid van de beoordelingen bereikt in het algemeen niveau 3 en in sommige gevallen waarin een controle ter plaatse is uitgevoerd, niveau 4[9]. De bovengenoemde controles reduceren de potentiële risico's praktisch tot nul en betreffen 100% van de begunstigden.

De kosten die de uitvoering van de bovengenoemde controlestrategie met zich brengt, vormen 1,24% van de begroting. De raming is gebaseerd op de reeds voor Hercules II ingevoerde controlemaatregelen.

De controlestrategie van het programma wordt toereikend geacht om het gevaar van niet-naleving te beperken en is evenredig met het betrokken risico.

2.3.        Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande of geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

Zie artikel 12, lid 2, van het voorstel. De Commissie zal in het kader van dit programma controles en inspecties ter plaatse uitvoeren overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en zo nodig zal door OLAF onderzoek worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad.

3.           GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.        Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonde(e)l(en) voor uitgaven

· Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarig financieel kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Bijdrage

Nummer [Omschrijving…...…] || GK/NGK ([10]) || van EVA-landen[11] || van kandidaat-lidstaten[12] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement

1 || 24.0201 EU-actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Unie (Hercules III) ||  GK || JA || JA || NEE || NEE

3.2.        Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.   Overzicht

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

In huidige prijzen

Rubriek van het meerjarig financieel kader: || 1 || Slimme en inclusieve groei

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

DG: OLAF || || || Jaar 2014[13] || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || Jaar 2021-2023 || TOTAAL

Ÿ Beleidskredieten || || || || || || || ||

24 0201 || Vastleggingen || (1) || 14,800 || 15,100 || 15,400 || 15,700 || 16,000 || 16,300 || 16,700 || 0 || 110,000

Betalingen || (2) || 12,000 || 12,500 || 13,000 || 13,500 || 14,000 || 14,500 || 14,600 || 15,900 || 110,000

Uit specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[14] || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0

Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || || || || || || || || ||

TOTAAL kredieten voor DG OLAF || Vastleggingen || =1+1a +3 || 14,800 || 15,100 || 15,400 || 15,700 || 16,000 || 16,300 || 16,700 || 0 || 110,000

Betalingen || =2+2a +3 || 12,000 || 12,500 || 13,000 || 13,500 || 14,000 || 14,500 || 14,600 || 15,900 || 110,000

Ÿ TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || 14,800 || 15,100 || 15,400 || 15,700 || 16,000 || 16,300 || 16,700 || 0 || 110,000

Betalingen || (5) || 12,000 || 12,500 || 13,000 || 13,500 || 14,000 || 14,500 || 14,600 || 15,900 || 110,000

Ÿ TOTAAL uit specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || || ||

TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 1A van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || =4+ 6 || || || || || || || || ||

Betalingen || =5+ 6 || || || || || || || || ||

Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken:

Ÿ TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || || || ||

Betalingen || (5) || || || || || || || ||

Ÿ TOTAAL uit specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || || ||

TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarig financieel kader (referentiebedrag ) || Vastleggingen || =4+ 6 || 14,800 || 15,100 || 15,400 || 15,700 || 16,000 || 16,300 || 16,700 || 0 || 110,000

Betalingen || =5+ 6 || 12,000 || 12,500 || 13,000 || 13,500 || 14,000 || 14,500 || 14,600 || 15,900 || 110,000

Rubriek van het meerjarig financieel kader: || 5 || Administratieve uitgaven

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

|| || || Jaar 2014[15] || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL

DG: OLAF ||

Ÿ Personele middelen || 1,842 || 1.842, || 1.842, || 1.842, || 1.842, || 1.842, || 1.842, || 12,894

Ÿ Andere administratieve uitgaven || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,350

TOTAAL DG OLAF || Kredieten || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 13,244

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 13,244

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

|| || || Jaar 2014[16] || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || Jaar 2021-2023 || TOTAAL

TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || 16,692 || 16,992 || 17,292 || 17,592 || 17,892 || 18,192 || 18,592 || 0 || 123,244

Betalingen || 13,892 || 14,392 || 14,892 || 15,392 || 15,892 || 16,392 || 16,492 || 15,900 || 123,244

3.2.2.     Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

– þ  Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL

OUTPUTS

Soort output || Gem. kosten van de output || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Totaal aantal outputs || Kos-ten

OPERATIONELE DOELSTELLING nr. 1 || || || || || || || || || || || || || ||

Verbeteren van de preventie en van het onderzoek naar fraude en andere onwettige activiteiten door bevordering van transnationale en multidisciplinaire samenwerking || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Actie 1: Gemeenschappelijke IT-infrastructuur || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Output 1: Cofinanciering van de aanschaf van technische hardware voor onderzoek || || 0,150 || 24 || 3,600 || 25 || 3,800 || 26 || 3,900 || 27 || 4,000 || 27 || 4,100 || 29 || 4,200 || 29 || 4,300 || 187 || 27.900

Output 2: IT-ontwikkelingen op inlichtingengebied, ter vereenvoudiging van toegang tot en analyse van gegevens || || 0,800 || 1 || 0,800 || 1 || 0,900 || 1 || 0,900 || 1 || 1,000 || 1 || 1,000 || 1 || 1,100 || 2 || 1,200 || 8 || 6.900

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 1 || || 4,400 || || 4,700 || || ,4,800 || || 5,000 || || 5,100 || || 5,300 || || 5,500 || || 34,800

OPERATIONELE DOELSTELLING nr. 2 || ||

De financiële belangen van de Unie krachtiger beschermen tegen fraude, door de uitwisseling van informatie, ervaringen en beste praktijken te vergemakkelijken || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Actie 1: Opleiding || || || || 0,550 || || 0,550 || || 0,550 || || 0,550 || || 0,550 || || 0,600 || || 0,600 || || 3.950

Output 1: Cofinanciering van opleidingsactiviteiten inzake fraudebestrijding || || 0,055 || 10 || 0,550 || 10 || 0,550 || 10 || 0,550 || 10 || 0,550 || 10 || 0,550 || 11 || 0,600 || 11 || 0,600 || 72 || 3.950

Actie 2: Organisatie van seminars en conferenties || || || || 0,750 || || 0,750 || || 0,750 || || 0,750 || || 0,750 || || 0,750 || || 0,750 || || 5.250

Output 1: Cofinanciering van opleidingsactiviteiten inzake fraudebestrijding || || 0,100 || 6 || 0,600 || 6 || 0,600 || 6 || 0,600 || 6 || 0,600 || 6 || 0,600 || 6 || 0,600 || 6 || 0,600 || 42 || 4.200

Output 2: Conferentie over werkzaamheden verricht op inlichtingengebied || || 0,150 || 1 || 0,150 || 1 || 0,150 || 1 || 0,150 || 1 || 0,150 || 1 || 0,150 || 1 || 0,150 || 1 || 0,150 || 7 || 1.050

3. Coördinatie van activiteiten betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Unie || || || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 2.100

Output 1: Bijeenkomsten van de nationale autoriteiten van de lidstaten en derde landen || || 0,15 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 14 || 2.100

Actie 5: Verspreiding van wetenschappelijke kennis betreffende EU-acties || || || || 0,075 || || 0,075 || || 0,075 || || 0,075 || || 0,075 || || 0,080 || || 0,080 || || 0.535

Output 1: Speciale studies || || 0,020 || 2 || 0,040 || 2 || 0,040 || 2 || 0,040 || 2 || 0,040 || 2 || 0,040 || 2 || 0,040 || 2 || 0,040 || 14 || 0.280

Output 2: Publicaties || || 0,035 || 1 || 0,035 || 1 || 0,035 || 1 || 0,035 || 1 || 0,035 || 1 || 0,035 || 1 || 0,035 || 1 || 0,040 || 7 || 0.255

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 2 || || 1,675 || || 1,675 || || 1,675 || || 1,675 || || 1,675 || || 1,730 || || 1,730 || || 11,835

OPERATIONELE DOELSTELLING nr. 3 || || || || || || || || || || || || || ||

De bestrijding van fraude en andere onwettige activiteiten opvoeren door nationaal onderzoek, en met name dat van rechtshandha-vingsautoritei-ten, technisch en operationeel te ondersteunen; || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Actie 1: || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Output 1: Gerichte bijstand op het gebied van forensische computertechnieken || || 0,030 || 4 || 0,120 || 4 || 0,120 || 4 || 0,120 || 4 || 0,120 || 4 || 0,120 || 4 || 0,120 || 4 || 0,120 || 28 || 0.600

Output 2: Abonnement op strategische databanken die nodig zijn voor het onderzoek || || 0,438 || 4 || 1,750 || 4 || 1,750 || 4 || 1,750 || 4 || 1,750 || 4 || 1,750 || 4 || 1,750 || 4 || 1,750 || 28 || 12.250

Output 3: Abonnement op diverse kleine databanken die nuttig zijn voor het onderzoek || || 0,048 || 10 || 0,480 || 10 || 0,480 || 10 || 0,480 || 10 || 0,480 || 10 || 0,480 || 10 || 0,480 || 10 || 0,480 || 70 || 3.360

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 3 || || 2,350 || || 2,350 || || 2,350 || || 2,350 || || 2,350 || || 2,350 || || 2,350 || || 16,450

OPERATIONELE DOELSTELLING nr. 4 || || || || || || || || || || || || || || || ||

Ervoor zorgen dat de financiële belangen van de Unie minder aan fraude en andere onwettige activiteiten blootstaan dan thans het geval is, om te voorkomen dat zich een illegale economie ontwikkelt op belangrijke risicogebieden als georganiseerde fraude, smokkel en namaak van sigaretten || || || || || || || || || || || || || || || ||

Actie 1: Opleiding, organisatie van seminars en conferenties || || 1,125 || || 1,125 || || 1,225 || || 1,225 || || 1,325 || || 1,420 || || 1,520 || || 8,965

Output 1: Opleiding op het gebied van gezamenlijke toezichtmaatregelen in het kader van de bestrijding van sigarettensmokkel || || 0,09 || 8 || 0,705 || 8 || 0, 705 || 8 || 0,805 || 8 || 0,805 || 10 || 0,905 || 11 || 1,000 || 12 || 1,100 || 65 || 6.025

Output 2: Conferenties op het gebied van sigarettensmokkel || || 0,150 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 14 || 2.100

Output 3: Jaarlijkse conferentie Taskforce Sigaretten || || 0,120 || 1 || 0,120 || 1 || 0,120 || 1 || 0,120 || 1 || 0,120 || 1 || 0,120 || 1 || 0,120 || 1 || 0,120 || 7 || 0.840

Actie 2: Technische bijstand aan de nationale autoriteiten voor fraudebestrijding, met inbegrip van de bestrijding van sigarettensmokkel || || || || 4,450 || || 4,450 || || 4,550 || || 4,650 || || 4,750 || || 4,700 || || 4,800 || || 18.700

Output 1: Databanken betreffende sigaretten en IT-ontwikkelingen die de toegang tot en analyse van gegevens betreffende sigaretten vergemakkelijken || || 0,150 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 14 || 1.800

Output 2: Cofinanciering van speciale technische apparatuur voor onderzoek in het kader van de bestrijding van sigarettensmokkel || || 0,148 || 25 || 3,700 || 25 || 3,700 || 26 || 3,800 || 26 || 3,900 || 27 || 4,000 || 28 || 4,100 || 28 || 4,200 || 185 || 19.900

Output 3: Steun voor gezamenlijke acties in het kader van de bestrijding van sigarettensmokkel || || 0,075 || 2 || 0,150 || 2 || 0,150 || 2 || 0,150 || 2 || 0,150 || 2 || 0,150 || 2 || 0,150 || 2 || 0,150 || 14 || 0.750

Output 4: Contra-analyses van in beslag genomen sigaretten || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 2 || 0,300 || 1 || 0,150 || 1 || 0,150 || 12 || 1,800

Actie 3: Bevordering van  personeelsuitwisseling in het kader van de bestrijding van sigarettensmokkel || || || || 0,500 || || 0,500 || || 0,500 || || 0,500 || || 0,500 || || 0,500 || || 0,500 || || 3.500

|| || || || || || || || || || || || || || || || || ||

TOTAAL || || 6,075 || || 6,075 || || 6,275 || || 6,375 || || 6,575 || || 6,620 || || 6,820 || || 44,815

OPERATIONELE DOELSTELLING nr. 5 || || || || || || || || || || || || || || ||

De ontwikkeling van de specifieke wettelijke en justitiële bescherming van de financiële belangen tegen fraude stimuleren door vergelijkende wetgevingsanalyse te bevorderen. || || || || || || || || || || || || || || ||

Actie 1: Wetenschappelijke studies || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 0,300 || || 2,100

Output 1: Vergelijkende rechtsstudies || || || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0.050 || 7 || 0.350

Output 2: Conferenties en seminars op het gebied van de bescherming van de financiële belangen || || 0,050 || 4 || 0,200 || 4 || 0,200 || 4 || 0,200 || 4 || 0,200 || 4 || 0,200 || 4 || 0,200 || 4 || 0.200 || 28 || 1.400

Output 3: Jaarlijkse bijeenkomst van de voorzitters van de Verenigingen van Europese juristen || || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0,050 || 1 || 0.050 || 7 || 0.350

TOTALE KOSTEN || || 14,800 || || 15,100 || || 15,400 || || 15,700 || || 16,000 || || 16,300 || || 16,700 || 110,000 –

3.2.3.     Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.1.  Samenvatting

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

– þ  Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

|| Jaar 2014[17] || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL

RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||

Personele middelen || 1,842 || 1,842 || 1,842 || 1,842 || 1,842 || 1,842 || 1,842 || 12,894

Andere administratieve uitgaven || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,350

Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||

Buiten RUBRIEK 5[18] van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||

Personele middelen || || || || || || || ||

Andere administratieve uitgaven || || || || || || || ||

Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||

TOTAAL || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 1,892 || 13,244

3.2.3.2.  Geraamde personeelsbehoeften

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

– þ  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

|| || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020

Ÿ Posten volgens de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijk personeel) ||

|| 24 01 06 - A3 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 14,5 || 14,5 || 14,5 || 14,5 || 14,5 || 14,5 || 14,5

|| XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || ||

|| XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || ||

|| 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || ||

|| Ÿ Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)[19] ||

|| XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") || || || || || || ||

|| XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || || || || || || ||

|| XX 01 04 jj[20] || - zetel[21] || || || || || || ||

|| - delegaties || || || || || || ||

|| XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden) || || || || || || ||

|| 10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) || || || || || || ||

|| Ander begrotingsonderdelen (te vermelden) || || || || || || ||

|| TOTAAL || 14,5 || 14,5 || 14,5 || 14,5 || 14,5 || 14,5 || 14,5

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || 14,5 ambtenaren (5,5 AD en 9 AST ) 14,5 ambtenaren x 127 000 euro = 1,842 miljoen euro

Extern personeel ||

3.2.4.     Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

– þ  Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarig financieel kader 2014-2020 als voorgesteld bij mededeling COM(2011) 500.

– ¨  Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader.

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

– ¨  Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader[22].

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.2.5.     Bijdrage van derden

– þHet voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

– Het voorstel/initiatief voorziet in cofinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

3.3.        Geraamde gevolgen voor de ontvangsten:

– þ  Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

– ¨  Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

– ¨         voor de eigen middelen

– ¨         voor de diverse ontvangsten

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[23]

Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … zoveel jaren invullen als nodig is om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel …. || || || || || || || ||

 Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

BIJLAGE bij het FINANCIEEL MEMORANDUM

Benaming van het voorstel/initiatief:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over het programma Hercules III ter bevordering van activiteiten op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie

(1) NODIG GEACHTE PERSONELE MIDDELEN en KOSTEN DAARVAN

(2) KOSTEN van ANDERE UITGAVEN van ADMINISTRATIEVE AARD

(3) Voor BEREKENING van KOSTEN gebruikte METHODEN

Met betrekking tot personele middelen

(1) Met betrekking tot overige administratieve uitgaven

Het financieel memorandum gaat tijdens de dienstenoverkoepelende raadpleging vergezeld van deze bijlage.

De hierin opgenomen tabellen dienen ter invulling van de tabellen in het financieel memorandum.

De onderhavige bijlage is een intern document dat uitsluitend is bestemd voor gebruik binnen de diensten van de Commissie.

(1) Nodig geachte personele middelen en kosten daarvan

X      Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL

VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten ||

Ÿ Posten volgens de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijk personeel) ||

24 01 06 – A3 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten) || AD || 5,5 || 0,699 || 5,5 || 0,699 || 5,5 || 0,699 || 5,5 || 0,699 || 5,5 || 0,699 || 5,5 || 0,699 || 5,5 || 0,699 || 38,5 || 4,893 ||

AST || 9 || 1,143 || 9 || 1,143 || 9 || 1,143 || 9 || 1,143 || 9 || 1,143 || 9 || 1,143 || 9 || 1,143 || 63 || 8,000 ||

XX 01 01 02 (delegaties) || AD || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

AST || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

Ÿ Extern personeel[24] ||

24 01 06 00 (algehele financiële middelen) || AC || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

INT || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

AT || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

END || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

XX 01 02 02 (delegaties) || AC || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

INT || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

JED || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

AL || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

END || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

Andere begrotingsonderdelen (specificeer) || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Subtotaal – RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 101,5 || 12,894 ||

24 is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL ||

VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten

Ÿ Posten volgens de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijk personeel) ||

XX 01 05 01 ( onderzoek door derden) || AD || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

AST || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

10 01 05 01 (eigen onderzoek) || AD || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

AST || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

Ÿ Extern personeel[25] ||

XX 01 04 jj Kredieten voor op grond van vroegere "BA"-onderdelen gemachtigd extern personeel || Zetel || AC || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

INT || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

END || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

Delegaties || AC || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

INT || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

JED || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

AL || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

END || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

XX 01 05 02 (onderzoek door derden) || CA || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

INT || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

SNE || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

10 01 05 02 (eigen onderzoek) || AC || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

INT || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

Subtotaal – Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. ||

in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

        || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL

|| VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten || VTE || Kredieten

TOTAAL RUBRIEK 5 en buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 14,5 || 1,842 || 101,5 || 12,894

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de kredieten die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG worden herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Andere uitgaven van administratieve aard

X      Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

|| Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL

RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||

                Zetel || || || || || || || ||

24 01 06 00 A3 01 02 11 – Dienstreizen en representatiekosten || 0.050 || 0.050 || 0.050 || 0.050 || 0.050 || 0.050 || 0.050 || 0.350

24 01 06 00 – Conferenties en vergaderingen || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 – Vergaderingen van comités[26] || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 – Studies en adviezen || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 – Computersystemen voor beheer en informatie || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 – Aanvullende opleiding || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 – Apparatuur en meubilair || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 04 – Diensten en andere administratieve uitgaven || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

                Vertegenwoordigingen || || || || || || || ||

24 01 06 00 - Dienstreizen, conferenties en representatiekosten || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 – Aanvullende opleiding van personeel || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 — Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 – Apparatuur, meubilair, leveringen en diensten || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

Subtotaal – RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,350

24 is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

|| Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL

Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||

24 01 06 – Administratieve en technische bijstand (uitgezonderd extern personeel), gefinancierd uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen) || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

- zetel || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

- delegaties || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 – Overige beheersuitgaven voor onderzoek door derden || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 01 06 00 – Overige beheersuitgaven voor eigen onderzoek || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

Subtotaal – Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m. || p.m.

24 is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

TOTAAL RUBRIEK 5 en buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,050 || 0,350

De benodigde administratieve kredieten zullen worden gefinancierd uit de kredieten die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van bestaande budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

(1) Voor kostenraming gebruikte berekeningsmethode

Met betrekking tot personele middelen

Verstrek per personeelscategorie gegevens over de gebruikte berekeningsmethode (aannames, gemiddelde kosten etc.)

RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader

Opmerking: Gemiddelde kosten zijn voor elke categorie beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html.

Ÿ Met betrekking tot de posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) Administratieve steun: 0,5 AD + 2 AST Begrotingsbeheer en fraudebestrijding: 0,5 AST Programmabeheer: 5 AD + 6,5 AST · ambtenaar: 127 000 euro/jaar · tijdelijke functionaris: 127 000 euro/jaar

Ÿ met betrekking tot extern personeel Niet van toepassing Er is uitgegaan van de actuele gemiddelde kosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen: · arbeidscontractant: 64 000 euro/jaar · technische bijstand: 160 000 euro/jaar · gedetacheerde nationale deskundige: 73 000 euro/jaar

Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader

Ÿ met betrekking tot de posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (onderzoeksambtenaren en tijdelijke functionarissen) N.v.t.

Ÿ met betrekking tot extern personeel N.v.t.

Met betrekking tot uitgaven van administratieve aard

Verstrek per begrotingsonderdeel gegevens over de gebruikte berekeningsmethode, de onderliggende aannames (bv. aantal vergaderingen per jaar, gemiddelde kosten, enz.)

RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader

Dienstreizen: aanname van 50 dienstreizen per jaar en gemiddelde kosten van 1 000 euro per dienstreis

Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader

N.v.t.

[1]               PB L 143 van 30.4.2004, blz. 9.

[2]               PB L 193 van 25.7.2007, blz. 18.

[3]               COM(2011) 500.

[4]               PB C, blz.

[5]               ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based Budgeting.

[6]               In de zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel Reglement.

[7]               Nadere informatie over beheerswijzen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn te vinden op de BudgWeb-site: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html.

[8]               In de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement.

[9]               Controle op basis van en met inzage in de onderliggende stukken die beschikbaar zijn in de uitvoeringsfase.

[10]             GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.

[11]             EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

[12]             Kandidaat-lidstaten en indien van toepassing potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.

[13]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[14]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.

[15]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[16]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[17]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[18]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), indirect onderzoek, direct onderzoek.

[19]             AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED = Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige).

[20]             Submaximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).

[21]             Vooral voor Structuurfondsen, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Visserijfonds (EVF).

[22]             Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[23]             Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.

[24]             AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED = Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige).

[25]             AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED = Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige).

[26]             Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.

Top