Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011IP0583

    Ontwerpscorebord voor het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2011 over het scorebord voor het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden: overwogen initiële opzet

    PB C 168E van 14.6.2013, p. 70–71 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.6.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 168/70


    Donderdag 15 december 2011
    Ontwerpscorebord voor het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden

    P7_TA(2011)0583

    Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2011 over het scorebord voor het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden: overwogen initiële opzet

    2013/C 168 E/09

    Het Europees Parlement,

    gezien het op 16 november 2011 goedgekeurde wetgevingspakket inzake de economische governance en met name Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad (1) betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden,

    gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 27 oktober 2011 getiteld „Scorebord voor het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden: geplande initiële opzet” (SEC(2011)1361),

    gezien artikel 115, lid 5, en artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

    1.

    herinnert eraan dat het hoofddoel va het nieuw opgezette toezichtsmechanisme erin bestaat buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in de EU, en met name in de eurozone, te voorkomen en te corrigeren; herinnert eraan dat het nieuwe mechanisme overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook tot doel heeft voor aanhoudende convergentie van de economische prestaties van de lidstaten en een nauwere coördinatie van het economisch beleid te zorgen;

    2.

    benadrukt dat het, gezien de huidige economische situatie, essentieel is dat het kader voor macro-economisch toezicht zo spoedig mogelijk operationeel wordt;

    3.

    is van mening dat mogelijke overloopeffecten van het beleid van de lidstaten en de Unie in een vroege fase moeten worden vastgesteld en besproken (bijvoorbeeld in het kader van de jaarlijkse groeianalyse), en in ieder geval zowel vóór als na de vaststelling van de convergentie- en stabiliteitsprogramma's; vraagt de Commissie duidelijk te maken hoe zij van plan is in haar recentste versie van het scorebord met deze overloopeffecten om te gaan;

    4.

    is van oordeel dat de regeringen van de lidstaten bereid moeten zijn om mogelijke problemen aan te pakken, aangezien dit de enige manier is om ervoor te zorgen dat het toezichtskader het gewenste effect heeft;

    5.

    herinnert aan de aan de resolutie van het Europees Parlement van 28 september 2011 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (2) gehechte verklaring van de Commissie, waarin staat dat „bij het verrichten van het macro-economisch toezicht voldoende gedifferentieerd wordt naargelang het landen met een tekort op de lopende rekening dan wel landen met een overschot op de lopende rekening betreft, voor het bepalen van de urgentie van de beleidsreacties en het type corrigerende maatregelen dat vereist is”; wijst erop dat deze verklaring de weg heeft geëffend voor een definitief akkoord over het „sixpack”; verzoekt de Commissie volledig achter deze verklaring te blijven staan; stelt dat eventuele conclusies van de Raad de wettelijke rechten van de Commissie niet kunnen beperken;

    6.

    merkt op dat de meeste van de in het ontwerpscorebord gehanteerde indicatieve drempelwaarden voor de indicatoren hetzij onder-, hetzij bovenwaarden zijn, hoewel de verordening uitdrukkelijk bepaalt dat zowel onder- als bovenwaarden moeten worden vastgesteld, tenzij dit niet passend is; benadrukt in dit verband dat in het werkdocument van de Commissie niet wordt uitgelegd waarom het niet passend is om voor de meeste van deze indicatoren zowel onder- als bovenwaarden vast te stellen;

    7.

    merkt op dat de Commissie niet met alle in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 vermelde elementen voor de economische interpretatie van het scorebord rekening heeft gehouden; vraagt de Commissie al deze elementen in de economische interpretatie van het scorebord op te nemen, met name wat de werkgelegenheid, de sturende krachten achter de productiviteit en de rol van energie betreft;

    8.

    wijst erop dat de gehanteerde drempel voor het werkloosheidspercentage geen rekening houdt met cijfermatige ontwikkelingen zoals jaarlijkse stijgingen van dat percentage;

    9.

    neemt er nota van dat de Commissie voornemens is tegen eind 2012 en op tijd voor het volgende Europees semester een nieuwe reeks indicatoren en desbetreffende drempelwaarden voor de financiële sector op te stellen; vraagt de Commissie het verband tussen deze indicatoren voor de financiële sector en het in de verordening betreffende het Europees Comité voor systeemrisico's (ECSR) geplande scorebord te verduidelijken;

    10.

    merkt met betrekking tot het opzetten van toekomstige macro-economische scoreborden, waarin een ruimere reeks indicatoren kan worden opgenomen, op dat deze gebaseerd moeten zijn op onafhankelijke en verifieerbare officiële statistieken afkomstig van het Europees statistisch systeem en het Europees Stelsel van centrale banken;

    11.

    merkt op dat in het werkdocument van de Commissie sprake is van de „beschikbare economische literatuur”, zonder dat ook maar één specifieke referentie wordt genoemd; vraagt de Commissie haar methodologische benadering nader toe te lichten, met vermelding van de verschillende opties die zij overweegt en een volledige bibliografie als achtergrond voor het scorebord;

    12.

    benadrukt dat de Commissie economische en monetaire zaken openbare hoorzittingen over de opzet van het scorebord kan organiseren alvorens zij haar mening geeft over de opname van nieuwe indicatoren en de wijziging van de drempelwaarden;

    13.

    benadrukt dat een transparante toepassing van dit nieuwe beleidsinstrument tijdens de gehele procedure van het grootste belang is en dringt er in dat verband bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat alle documenten en werkdocumenten over het scorebord uitdrukkelijk en formeel op gelijke voet aan het Parlement en de Raad worden toegezonden;

    14.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

    (2)  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0424.


    Top