EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AR0151

Advies van het Comité van de Regio’s — Evaluatie van de „Small Business Act” voor Europa

PB C 9 van 11.1.2012, p. 18–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 9/18


Advies van het Comité van de Regio’s — Evaluatie van de „Small Business Act” voor Europa

2012/C 9/05

HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

erkent dat de aan de hand van de SBA ontplooide activiteiten al resultaten hebben opgeleverd, maar is van mening dat, als de Commissie en met name de lidstaten de doelstellingen ervan beter willen verwezenlijken, de SBA een meer politiek bindende werking moet krijgen, zodat de SBA beter en op grotere schaal wordt geïmplementeerd en de obstakels die een volledige acceptatie van de SBA thans in de weg staan, worden overwonnen;

is van mening dat de SBA politiek leiderschap vereist en dat in de Europa 2020-strategie een meer prominente plaats voor de SBA moet worden ingeruimd om dit beleid van een stabielere governancestructuur te voorzien; hiertoe moet een stappenplan worden opgesteld waarin wordt aangegeven welke mijlpalen door alle lidstaten moeten worden gehaald. Dit stappenplan moet worden opgenomen in de nationale hervormingsprogramma’s;

verwacht dat de lokale en regionale overheden meer kansen zullen krijgen om de doelstellingen van de SBA te helpen verwezenlijken en dringt dan ook aan op een meer expliciete erkenning van de lokale en regionale dimensie om zowel een bottom-up- als een top-downbenadering aan te moedigen en de zichtbaarheid van de SBA in de EU te vergroten. Met het oog hierop moet in de hele EU, op nationaal, regionaal en lokaal niveau, beter worden gecommuniceerd over de SBA en moet ook meer prioriteit worden toegekend aan deze Act;

benadrukt dat de toegang tot financiële middelen de grootste uitdaging is die het mkb te wachten staat en dat met het oog hierop gezamenlijke maatregelen moeten worden genomen in de volgende stadia van de SBA. Daarnaast zijn inspanningen nodig om het mkb vlotter toegang tot de markten te verlenen en de administratieve lasten aanzienlijk te verminderen;

betreurt ten zeerste dat de bereidheid om de SBA in de Lissabonstrategie en later in de Europa 2020-strategie op te nemen, niet aanwezig is geweest. Hierdoor is de kans gemist om de SBA met name via de nationale hervormingsprogramma’s te implementeren. Het CvdR verzoekt derhalve nogmaals, en met klem, om bij de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie en de nationale hervormingsprogramma’s ogenblikkelijk rekening te houden met de beginselen en doelstellingen van de SBA.

Rapporteur

Constance HANNIFFY (IE/EVP), lid van Offaly County Council, Midland Regional Authority en Border, Midland and Western Regional Assembly

Referentiedocument

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Evaluatie van de „Small Business Act” voor Europa

COM(2011) 78 definitief

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

1.

is ingenomen met de Evaluatie van de „Small Business Act” (SBA) voor Europa door de Commissie en staat vierkant achter de voortdurende aandacht voor dit cruciale beleidsinstrument dat de ontwikkeling, groei en duurzaamheid van het mkb in de hele EU moet helpen bevorderen.

2.

Het is absoluut noodzakelijk dat de belangrijkste factoren die de tenuitvoerlegging van de SBA op alle bestuursniveaus in de EU belemmeren, worden aangepakt en dat de lidstaten meer prioriteit toekennen aan de kernonderdelen van de SBA; het verlies van 3,5 miljoen banen (1) in het mkb in Europa als gevolg van de financiële, economische en sociale crisis bewijst helaas dat dit onderwerp bovenaan de beleidsagenda moet staan.

3.

Feit is dat de activiteiten die aan de hand van de SBA zijn ontplooid al resultaten hebben opgeleverd, maar willen de Commissie en met name de lidstaten de doelstellingen ervan beter verwezenlijken, dan moet de SBA een meer politiek bindende werking krijgen, zodat de SBA beter en op grotere schaal wordt geïmplementeerd en de obstakels die een volledige acceptatie van de SBA thans in de weg staan, worden overwonnen.

4.

Het is een goede zaak dat de Commissie de governance van de SBA wil versterken, met name via nationale mkb-gezanten (SME Envoys) in de lidstaten, die samen met de speciale gezant van de Commissie voor het mkb moeten toezien op de implementatie van de SBA in de gehele EU.

5.

De SBA vereist politiek leiderschap en in de Europa 2020-strategie moet een meer prominente plaats voor de SBA worden ingeruimd om dit beleid van een stabielere governancestructuur te voorzien; hiertoe moet een stappenplan worden opgesteld waarin wordt aangegeven welke mijlpalen door alle lidstaten moeten worden gehaald. Dit stappenplan moet worden opgenomen in de nationale hervormingsprogramma’s.

6.

Het CvdR verwacht dat de lokale en regionale overheden meer kansen zullen krijgen om de doelstellingen van de SBA te helpen verwezenlijken en dringt dan ook aan op een meer expliciete erkenning van de lokale en regionale dimensie om zowel een bottom-up- als een top-downbenadering aan te moedigen en de zichtbaarheid van de SBA in de EU te vergroten.

7.

De grootste uitdaging die het mkb te wachten staat, is de toegang tot financiële middelen en met het oog hierop moeten in de volgende stadia van de SBA gezamenlijke maatregelen worden genomen. Daarnaast zijn inspanningen nodig om het mkb vlotter toegang tot de markten te verlenen en de administratieve lasten aanzienlijk te verminderen.

8.

Om de overlevingskansen van allerlei soorten ondernemingen op lange termijn te vergroten, blijft het verstrekken van gepaste steun aan het mkb van groot belang. Naast de nadruk die moet worden gelegd op starters met een hoog potentieel, op nieuwe en op export gerichte kleine en middelgrote ondernemingen, dient er ook aandacht te gaan naar de gevestigde bedrijven en ondernemingen die zich in een ontwikkelings- en reorganisatiefase bevinden. Ook het lokale mkb dat zich op de binnenlandse markt richt, en dat uiteindelijk de kurk is waarop de lokale en regionale economie drijft, wordt geconfronteerd met uitdagingen.

9.

Voorts moet het beleid ten aanzien van de SBA en het mkb op alle niveaus rekening houden met verschillende bedrijfsmodellen, waaronder ook die van bedrijven zonder winstoogmerk, de culturele en creatieve sector (precommercieel en commercieel), coöperaties en soortgelijke rechtspersonen, teneinde zo veel mogelijk werkgelegenheid te scheppen en duurzame economische groei tot stand te brengen.

Waarborging van een hoge implementatiegraad en betere governance

10.

Het CvdR betreurt ten zeerste dat de bereidheid om de SBA in de Lissabonstrategie en later in de Europa 2020-strategie op te nemen, niet aanwezig is geweest. Hierdoor is de kans gemist om de SBA met name via de nationale hervormingsprogramma’s te implementeren. Het CvdR verzoekt derhalve nogmaals, en met klem, om bij de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie en de nationale hervormingsprogramma’s ogenblikkelijk rekening te houden met de beginselen en doelstellingen van de SBA.

11.

Er bestaan helaas grote verschillen tussen de lidstaten qua implementatie van de SBA. Hoewel de Commissie dit in haar Mededeling erkent, komen de factoren die ten grondslag liggen aan deze verschillen niet volledig aan bod. De lidstaten moeten meer verantwoording afleggen over hun tenuitvoerlegging van de SBA. Met het oog hierop moet in de hele EU, op nationaal, regionaal en lokaal niveau, beter worden gecommuniceerd over de SBA en moet ook meer prioriteit worden toegekend aan deze Act.

12.

Het CvdR juicht de benoeming van nationale mkb-gezanten door de lidstaten toe en verzoekt alle gezanten om hun taak serieus te nemen en ervoor te zorgen dat bestuursorganen „eerst klein denken” en bij het opstellen van wetten, regelingen en procedures die een positieve impact kunnen hebben op de bedrijfsomstandigheden van het mkb terdege rekening houden met de uitdagingen waarvoor deze bedrijven zich gesteld zien.

13.

Het CvdR constateert dat de mkb-gezanten soms politieke figuren en soms mensen met een bestuurlijke achtergrond zijn en vindt dat meer lidstaten zouden moeten overgaan tot politieke benoemingen om sterker te benadrukken dat prioriteit moet worden toegekend aan en bereidheid moet worden getoond voor de tenuitvoerlegging van de SBA en het aanpakken van de uitdagingen van het mkb.

14.

Voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de SBA is het buitengewoon onverstandig om af te gaan op de bestaande en zeer ongelijksoortige programma’s en financiële instrumenten en geen aanvullende of doelgerichte financieringsinstrumenten ter beschikking te stellen.

15.

In de Mededeling wordt gesproken over een nieuwe vertegenwoordiger voor het mkb maar wordt onvoldoende uit de doeken gedaan wat de rol is van die mkb-gezant, die over voldoende politieke steun en financiële middelen zou moeten beschikken om een succesvolle implementatie van de SBA-doelstellingen te kunnen bewerkstelligen en om de zichtbaarheid en het bewustzijn van de beleidsmaatregelen voor het mkb te vergroten.

16.

Het CvdR constateert met voldoening dat de Commissie van plan is een SBA-adviesgroep in het leven te roepen, bestaande uit vertegenwoordigers van regeringen, van het mkb en van bedrijfsorganisaties. Aangezien de wens bestaat dat de SBA niet alleen op Europees en nationaal niveau maar op alle bestuursniveaus impact heeft, zou het ook zelf graag lid worden van deze adviesgroep.

17.

De lokale en regionale autoriteiten zouden ertoe aangemoedigd moeten worden om de SBA-beginselen te omarmen en de maatregelen aan te passen aan lokale/regionale omstandigheden. Het keurmerk voor ondernemende regio’s in Europa kan hierbij als inspiratiebron dienen.

18.

De meeste wetgevingsvoorstellen van de SBA zijn inmiddels aangenomen en het zou een goede zaak zijn als de lidstaten hun goedkeuring zouden hechten aan het Statuut van de Europese besloten vennootschap, dat een optimale benutting van de interne markt dichterbij brengt door de oprichtingskosten voor bedrijven te verlagen en de regelgeving te verminderen zodat grensoverschrijdende handel gemakkelijker wordt.

19.

Het CvdR dringt erop aan dat de lidstaten de Richtlijn betreffende betalingsachterstand goedkeuren en uitvoeren, en onderstreept dat de handhaving van deze Richtlijn cruciaal is en dat de lidstaten hun best moeten doen om de betalingscultuur in bedrijven en overheden te verbeteren.

20.

Het voorstel om wetgevingsontheffingen voor bepaalde soorten bedrijven, startende bedrijven of micro-ondernemingen in te voeren dient, in voorkomend geval, ten uitvoer te worden gelegd op een manier die geen tweedeling tussen bedrijven veroorzaakt en niet tot verwarring op de markt leidt.

21.

De SME Performance Review (EU-beoordeling van mkb-prestaties) zou moeten worden uitgebreid om de prestaties van de lidstaten inzake de tenuitvoerlegging van de SBA te controleren, te beoordelen en te vergelijken. Bovendien zou alle informatie uit de Performance Review openbaar moeten worden gemaakt, niet alleen vanuit communicatie-oogpunt maar ook om de lidstaten ertoe aan te zetten nog beter hun best te doen.

Naar een toegankelijker financiering

22.

De economische achteruitgang en de aanhoudende crisis in de internationale banksector hebben ertoe geleid dat financiële instellingen strengere voorwaarden voor kredietverstrekking hanteren (2), waardoor het mkb met heel wat moeilijkheden te maken krijgt. Aangezien het kredietrisico bij kleine en middelgrote ondernemingen hoger wordt geacht, worden zij door strengere voorwaarden immers onevenredig zwaar getroffen, wat uiteindelijk hun functioneren en overlevingskansen op korte en middellange termijn ernstig in gevaar brengt.

23.

De Commissie en de lidstaten worden aangemoedigd om voort te bouwen op de conclusies van de tweede bijeenkomst van het permanente SME Finance Forum in maart 2011. Het CvdR is ingenomen met de initiatieven die de Commissie genomen heeft om het probleem van de toegang tot kredietfaciliteiten aan te pakken, zoals de Progress-microfinancieringsfaciliteit en de belofte om een actieplan op te stellen om de toegang van het mkb tot financiering op een gezonde commerciële basis te verbeteren.

24.

Het CvdR is voorstander van het SBA-actieplan, waarin vooral aandacht moet worden besteed aan de moeilijke bedrijfsomstandigheden waarin het mkb financiering dient te vinden. Aandachtspunten zijn met name: (i) meer transparantie in de relatie tussen banken en andere financiële instellingen en mkb; (ii) combinatie van vreemd en eigen kapitaal; (iii) hoger kredietvolume met effectisering; (iv) vereenvoudiging van grensoverschrijdende investeringen in risicokapitaal; en (v) betere regelingen voor microkredieten.

25.

Er valt iets te zeggen voor het voorgestelde éénloketsysteem voor mkb-financiering, maar verder onderzoek hiernaar is geboden. Daartoe raadt het CvdR aan om in een eerste fase alle ondersteuning in kaart te brengen waarop het mkb een beroep kan doen (m.n. alle Europese, nationale, regionale en lokale steunprogramma’s en ondersteunende agentschappen). Dit dient op nationaal of regionaal niveau te gebeuren, naargelang van het geval. Daarnaast zou de Commissie moeten kijken naar andere succesvolle modellen waarbij het mkb extra steun krijgt via een netwerk van geïntegreerde en onderling doorverwijzende bedrijfsondersteunende diensten en zou ze deze modellen op lokaal en regionaal niveau meer moeten stimuleren.

26.

Het CvdR verwelkomt het Commissievoorstel om de efficiënte implementatie van de SBA in het gemeenschappelijk strategisch kader op te nemen als een voorafgaande thematische voorwaarde voor het gebruik van EU-fondsen. Het CvdR juicht ook toe dat investeringen in het mkb een thematische prioriteit vormen binnen de ontwerpverordening over het EFRO. Dit zou ertoe moeten bijdragen dat de doelstellingen van de SBA in elke lidstaat concreet op lokaal/regionaal niveau gerealiseerd worden.

27.

Een hinderpaal bij de toegang tot financiering wordt gevormd door de verscheidenheid en de verschillende voorschriften van de EU-programma’s waarop het mkb een beroep kan doen. Het CvdR pleit ervoor de gemeenschapsinstrumenten en financiële middelen voor het mkb in de EU-begroting beter te bundelen en dringt erop aan in het volgende MFK de steun te verhogen voor alle programma’s en instrumenten die op de ondersteuning van het mkb gericht zijn. In dit opzicht verwelkomt het CvdR veelal de voorstellen betreffende het mkb in het Commissievoorstel voor 2014-2020, maar het zal pas een oordeel vellen wanneer de definitieve middelen, specifieke omvang van de mkb-steun en concrete uitvoeringsbepalingen zijn vastgelegd.

28.

Het CvdR is bezorgd dat het programma Concurrentievermogen en innovatie (CIP) na 2013, als onderdeel van het gemeenschappelijk strategisch kader voor onderzoek en innovatie, niet op een gepaste manier tegemoet zal komen aan de behoeften van het mkb; het is dan ook voorstander van een afzonderlijke mkb-pijler in dit programma. Daarnaast moet het mkb betere toegang krijgen tot financieringsinstrumenten en moeten deze instrumenten beter aan hun specifieke behoeften beantwoorden, onder andere door meer nadruk te leggen op instrumenten voor micro- en mezzaninefinanciering en door de RSFF en de garantie-instrumenten van het CIP binnen het kaderprogramma voor onderzoek uit te breiden. Daarnaast moeten de instrumenten van de Europese Investeringsbank, bijvoorbeeld Jasmine en Jeremie, intelligenter worden benut.

29.

Het CvdR staat achter de beslissing van de Commissie om de tijdelijke kaderregeling voor extra staatssteun aan het mkb tot eind 2011 te verlengen. Ook na 2011 zou de Commissie deze regeling moeten aanhouden, onder voorbehoud van een analyse waarin nagegaan wordt of de doelstellingen van de kaderregeling bereikt zijn.

30.

Het CvdR verzoekt de nationale regeringen fiscale stimuli voor innovatieve kleine starters in hun beginjaren te overwegen.

31.

Het CvdR is ingenomen met het voorstel van de Commissie om ervoor te zorgen dat meer kleine en middelgrote ondernemingen steun kunnen genieten, via verbeterde regelingen voor leninggaranties die gericht zijn op ondersteuning voor investeringen, groei, innovatie en onderzoek. Het neemt ook kennis van de ontwerpvoorstellen om via het invoeren van wetgeving de risicokapitaalmarkt beter te laten functioneren.

Betere regelgeving ten behoeve van het mkb

32.

Voor het mkb is een eenvoudiger, duidelijker en samenhangend regelgevend en administratief kader belangrijk. Een intensievere toepassing van de „mkb-toets” is in dit verband van fundamenteel belang.

33.

Het CvdR vraagt dat de „mkb-toets” in effectbeoordelingen ook systematischer wordt toegepast in mededelingen in de beginfase van beleidsvorming en in wetgevingsvoorstellen. Dit zou sneller het geval kunnen zijn als de Raad voor effectbeoordeling minder afhankelijk zou zijn van de Commissie.

34.

Het CvdR verzoekt alle lidstaten met klem om de „mkb-toets” en het „denk eerst klein”-principe toe te passen, niet enkel in hun nationale wetgeving maar ook in beleidsstrategieën en administratieve procedures die van belang zijn voor het mkb. Het CvdR stelt voor dat de Commissie in het kader van de SME Performance Review nagaat hoe deze toets in de lidstaten wordt toegepast.

35.

Positief is dat de Commissie bereid is om lidstaten te helpen bij het vermijden van goldplating („opsmukken”) van EU-wetgeving, zoals het Comité heeft bepleit in zijn vorige advies over de SBA. Daarin had het er duidelijk op gewezen dat het opsmukken van EU-wetgeving tot ernstige belemmeringen leidt voor kleine en middelgrote ondernemingen die van start willen gaan of willen uitbreiden.

36.

Het CvdR staat volledig achter het only once-beginsel en moedigt lokale en regionale overheden aan dit beginsel toe te passen telkens wanneer kleine en middelgrote ondernemingen informatie vragen over regelgeving en administratieve procedures. Het is echter al gebleken dat overheden die het only once-beginsel in de praktijk willen brengen door bijgehouden gegevens uit te wisselen, op bezwaren stuiten inzake gegevensbescherming en -bewaring.

37.

Het CvdR steunt het voornemen van de Commissie om in 2011 een reeks beleidsaanbevelingen te doen om verder te vereenvoudigen en de belemmeringen aan te pakken die de overdracht van bedrijven in de weg staan. Er dient nogmaals benadrukt te worden dat deze kwestie bijzonder nijpend is wat de overdracht tussen gezinsleden betreft, aangezien veel eigenaren in het mkb niet meer zo heel jong zijn en zich de komende tien jaar uit hun bedrijf zullen terugtrekken. Iets dergelijks geldt ook voor eigenaren-exploitanten in het mkb.

38.

Jammer genoeg is er tot nog toe weinig vooruitgang geboekt bij de vereenvoudiging van de faillissementsprocedures. Het CvdR roept de lidstaten en de Commissie dan ook op om hiervan een prioriteit te maken en herhaalt zijn oproep aan de Commissie om aandacht te besteden aan de tot op zekere hoogte vergelijkbare problemen waarmee gefailleerde, maar niet officieel failliet verklaarde ondernemers worden geconfronteerd.

39.

Het CvdR wijst op de problemen waarmee onsuccesvolle ondernemers van wie de bedrijven failliet gaan, te maken krijgen als ze toegang willen tot de sociale voorzieningen van hun lidstaat, dit in tegenstelling tot hun werknemers, die hun rechten wél kunnen laten gelden.

Bevordering van markttoegang

40.

Het CvdR steunt de totstandbrenging van de Europese betalingsruimte (SEPA) voor alle ondernemingen in Europa en schaart zich volledig achter de mededeling van de SEPA-raad in mei 2011 (3), waarin deze oproept om dringend een verordening vast te stellen met de einddata voor de migratie van zowel overschrijvingen als automatische afschrijvingen in de SEPA. Zodra dit is gebeurd, vervangt de nieuwe verordening de bestaande regelingen van de lidstaten voor overschrijvingen en automatische afschrijvingen, wat uiteindelijk zal leiden tot een snellere en efficiëntere invoering van de SEPA.

41.

Het CvdR is ingenomen met de belofte van de Commissie om de Europese gedragscode ter bevordering van de toegang van het mkb tot overheidsopdrachten volledig toe te passen. Wel zouden de Commissie en de lidstaten meer gehoor moeten geven aan eerdere verzoeken om de deelname van het mkb aan overheidsopdrachten te vergroten door waar mogelijk innovatieve maatregelen te stimuleren, bijvoorbeeld door meer aanbestedingen in percelen te verdelen of samenwerking bij openbare inschrijvingen te bevorderen.

42.

Het CvdR verzoekt de Commissie tevens om te stimuleren dat inschrijvers op nationaal niveau zogenaamde aanbestedingspaspoorten kunnen aanvragen (bij voorkeur via een elektronisch registratiesysteem). Het paspoort bewijst dat een klein of middelgroot bedrijf verklaringen en bewijsstukken bezit die aanbestedende diensten bij aanbestedingen vaak opgevragen. Door eenmaal een paspoort aan te vragen hoeft het bedrijf niet steeds dezelfde verklaringen en bewijsstukken aan te leveren. Dit bespaart veel tijd en geld als een bedrijf vaak aan aanbestedingsprocedures deelneemt. Dit aanbestedingspaspoort zou beperkt geldig zijn, aangezien de bijbehorende bewijsstukken slechts een beperkte geldigheidsduur hebben. Er zijn al dergelijke systemen in gebruik en de ervaringen zijn tot nog toe positief.

43.

Het CvdR wijst er nogmaals op dat het potentieel van elektronische aanbestedingen (e-procurement) grotendeels onbenut blijft, en verzoekt de Commissie en de lidstaten om tegen 2012 te zorgen voor wederzijdse erkenning van e-identificatie en e-authenticatie in de gehele EU. Met het oog hierop moedigt het CvdR de Commissie aan om in 2011 de vorderingen op dit vlak te evalueren. Dit moet verzekeren dat de juiste stappen worden ondernomen en dat eventuele praktische problemen in kaart worden gebracht.

44.

Aangezien ICT-oplossingen aanzienlijke kostenbesparingen kunnen opleveren, moeten ze veel meer worden benut. Momenteel wordt slechts een derde van alle overheidsopdrachten in de EU volledig in elektronische vorm geaccepteerd. Het is aan de Commissie en de lidstaten om hier werk van te maken in het kader van de SBA en de tenuitvoerlegging ervan.

45.

Het CvdR wijst er nogmaals op dat de zwarte markt een steeds grotere bedreiging vormt voor het voortbestaan van de legale kleine en middelgrote ondernemingen. Het verzoekt de Commissie om de strijd aan te binden met de oneerlijke concurrentie en niet-gereglementeerde handel die deze illegale bedrijvigheid met zich meebrengt, met name door maatregelen te treffen die intellectueel eigendom beter beschermen en door de strijd tegen vervalsing op te voeren.

Bevordering van ondernemerschap

46.

Het CvdR is overtuigd van het belang van het bevorderen en ontwikkelen van een ondernemerscultuur en roept de lidstaten op tot het stimuleren van onderwijs in ondernemerschap en het aanwakkeren van ondernemingszin bij studenten en in lerarenopleidingen.

47.

Het CvdR pleit voor de consolidering van het keurmerk „Meest ondernemende regio van Europa” als onderdeel van de tenuitvoerlegging van de SBA, omdat ondernemerschap daardoor wordt gepromoot en er een middel in moet worden gezien om netwerkvorming onder regio’s te bevorderen en geslaagde lokale en regionale methoden voor steun aan het mkb (best practices) overal ingang te doen vinden.

48.

Het CvdR is zeer te spreken over de evaluatie van het programma „Erasmus voor jonge ondernemers”. Tijdens de testfase werden heel wat doelstellingen van het programma bereikt en was er sprake van een duidelijke meerwaarde op EU-niveau. Het CvdR steunt de verlenging van dit programma mits de belangrijkste, tijdens de testfase vastgestelde tekortkomingen worden verholpen. Het betreft met name: (a) betere communicatie over het initiatief in het algemeen en betere promotie van de voordelen voor deelnemers en gastheren; (b) de oprichting van lokale/nationale contactpunten om communicatie- en promotieproblemen op te lossen; (c) een beter geografisch evenwicht bij de deelnemers; (d) de organisatie van een nazorgprogramma voor deelnemers om de opgedane ervaring te consolideren; en (e) een stevigere financieringsbasis voor het programma.

49.

Het CvdR neemt nota van en staat achter de introductie van mentoringprogramma’s voor vrouwelijke ondernemers. Daarnaast vestigt het opnieuw de aandacht op de belangen van allochtone ondernemers. Die leggen vanwege hun situatie meestal meer ondernemingszin aan de dag en zijn sneller bereid tot het nemen van risico’s. Ook zou aandacht moeten uitgaan naar de behoeften van jongeren, minderheden en oudere ondernemers, en moet een onderscheid worden gemaakt tussen de problemen en behoeften van migrantenondernemers uit de EU en hun collega’s uit derde landen.

50.

Het CvdR staat positief tegenover het Europa 2020-kerninitiatief „Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen”, waarin rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken en uitdagingen van het mkb. De Commissie en de lidstaten moeten zorgen dat het beleid voor nieuwe vaardigheden en banen aansluit bij de SBA om het werkgelegenheids- en opleidingspotentieel voor het mkb te optimaliseren.

Brussel, 12 oktober 2011

De voorzitster van het Comité van de Regio’s

Mercedes BRESSO


(1)  Schatting volgens het jaarverslag over het Europees mkb in 2010, dat als onderdeel van de SME Performance Review wordt gepubliceerd (http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/facts-figures-analysis/performance-review/index_en.htm).

(2)  Zo is in Ierland het percentage ingewilligde kredietaanvragen door bedrijven gedaald van 90 % in 2007 tot 50 % in 2010 (bron: Central Statistics Office. 2011. Access to Finance 2007 and 2010.)

(3)  http://www.ecb.int/paym/sepa/pdf/SEPA_Council_statement_3rd_meeting.pdf


Top