Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AR0114

    Advies van het Comité van de Regio's — Europese en internationale mobiliteit van ambtenaren en functionarissen van lokale en regionale overheden in de Europese Unie

    PB C 9 van 11.1.2012, p. 71–73 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.1.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 9/71


    Advies van het Comité van de Regio's — Europese en internationale mobiliteit van ambtenaren en functionarissen van lokale en regionale overheden in de Europese Unie

    2012/C 9/13

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    stelt dat de mobiliteit van ambtenaren en functionarissen van lokale en regionale overheden, in het kader van hun levenslange opleiding via tijdelijke overplaatsingen naar een ander territoriaal lichaam, hun rol als drager van de Europese boodschap zou versterken, temeer daar ze dagelijks nauwe contacten onderhouden met de burgers en hun afgevaardigden;

    stelt dat de mobiliteit op Europees en internationaal niveau van lokaal en regionaal personeel de lidstaten van de Europese Unie kan helpen om moderne en efficiënte bestuursinstellingen tot stand te brengen die beschikken over de structuur, de menselijke hulpbronnen en de leidinggevende vaardigheden die noodzakelijk zijn om het communautaire acquis ten uitvoer te leggen;

    stelt dat taalbarrières in Europa kunnen worden geslecht dankzij mobiliteit, doordat ambtenaren en functionarissen worden aangemoedigd zich meerdere talen meester te maken;

    attendeert op het recente arrest van het Hof van Justitie van de EU, dat zegt dat personen die werkzaam zijn bij een overheidsdienst van een lidstaat en naar een andere overheidsdienst worden overgedragen, alleen op grond van deze overgang geen wezenlijk salarisverlies mogen lijden.

    Rapporteur

    Mevrouw Mireille LACOMBE (FR/PSE), lid van de departementale raad van Puy-de-Dôme

    I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

    1.   Algemene opmerkingen

    Waarom het Comité van de Regio's heeft besloten een ontwerpadvies aan dit onderwerp te wijden

    1.

    wijst erop dat het Verdrag van Lissabon de territoriale dimensie van de Europese integratie kracht bijzet en het in de praktijk brengen van multilevel governance rechtvaardigt, waarvoor het Witboek van het Comité van de Regio's over multilevel governance een aantal acties voorstelt (1);

    2.

    wijst erop dat lokale en regionale overheden betrokken moeten worden bij het vormgeven en uitvoeren van de Europa 2020-strategie om deze volledig ten uitvoer te leggen, onder meer voor de kerninitiatieven „Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen” (2) en „Jeugd in beweging” (3);

    3.

    is van mening dat lokale en regionale overheden via decentrale samenwerking een grotere rol moeten spelen bij de uitbreiding van de EU, het nabuurschapsbeleid en de externe betrekkingen, met name ontwikkelingshulp, zoals uiteengezet in het advies van het Comité van de Regio's „Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren” (4). Hiervoor is personeel nodig dat de Europese dimensie goed kan inschatten en het voortouw neemt bij Europees beleid;

    4.

    stelt dat de mobiliteit van ambtenaren en functionarissen van lokale en regionale overheden, in het kader van hun levenslange opleiding via tijdelijke overplaatsingen naar een ander territoriaal lichaam, hun rol als drager van de Europese boodschap zou versterken, temeer daar ze dagelijks nauwe contacten onderhouden met de burgers en hun afgevaardigden;

    5.

    merkt op dat de publieke sector ongeveer 20,3 % van de arbeidsmarkt binnen de Europese Unie vertegenwoordigt (5). De mobiliteit van lokale en regionale ambtenaren en functionarissen, met als doel de uitwisseling van ervaringen en knowhow te bevorderen, ligt in het verlengde van het vrije verkeer van werknemers binnen de EU als bedoeld in artikel 45 VWEU en vormt een cruciaal aspect van het EU-burgerschap;

    6.

    wijst op de inspanningen die het CvdR levert ten gunste van onderwijs- en beroepsmobiliteit; behalve het feit dat ze in belangrijke mate bijdraagt aan persoonlijke en professionele ontplooiing is mobiliteit bevorderlijk voor de Europese identiteit en de economische, sociale en territoriale cohesie binnen de Europese Unie (6);

    7.

    stelt dat lokale en regionale overheden in de meeste lidstaten overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen en aanbieden van overheidsdiensten en er tevens voor moeten zorgen dat het overheidsapparaat zo efficiënt mogelijk functioneert. Op het lokale en regionale niveau bevindt zich een schat aan kennis en ervaringen. Op dit niveau liggen de meeste mogelijkheden om door de uitwisseling van beste praktijken tot innovatieve benaderingen te komen;

    8.

    merkt op dat voorlichting over de mogelijkheden van Europese en internationale mobiliteit van territoriale ambtenaren en functionarissen te wensen overlaat, hetgeen de uitwisseling tussen lokale en regionale overheden bemoeilijkt;

    Hoe kan de Europese en internationale mobiliteit onder ambtenaren en functionarissen van lokale en regionale overheden zodanig worden georganiseerd dat ze voordelig uitpakt?

    9.

    stelt dat de mobiliteit op Europees en internationaal niveau van lokaal en regionaal personeel de lidstaten van de Europese Unie kan helpen om moderne en efficiënte bestuursinstellingen tot stand te brengen die beschikken over de structuur, de menselijke hulpbronnen en de leidinggevende vaardigheden die noodzakelijk zijn om het communautaire acquis ten uitvoer te leggen;

    10.

    benadrukt dat grensoverschrijdende mobiliteit bijdraagt aan cohesie. Ambtenaren die deelnemen aan mobiliteitsprogramma's werken direct of indirect mee aan een betere samenleving voor iedereen, op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Onderzoek wijst uit dat „sociaal kapitaal” de groeiniveaus in de Europese regio's direct en positief beïnvloedt (7);

    11.

    onderstreept dat behalve democratisch bestuur ter bevordering van de burgerparticipatie, samenwerking van lokale en regionale overheden nadrukkelijk bijdraagt aan territoriale ontwikkeling, door de vele interventiesectoren en de grote verscheidenheid aan publieke en particuliere instanties die erbij betrokken kunnen worden. Deze samenwerking kan tevens een stimulans vormen voor productiemethoden, afzetkanalen en economische activiteiten die voordelig zijn voor lokale bevolkingen en het milieu;

    12.

    stelt dat taalbarrières in Europa kunnen worden geslecht dankzij mobiliteit, doordat ambtenaren en functionarissen worden aangemoedigd zich meerdere talen meester te maken;

    13.

    onderstreept het belang van lokale en regionale overheden voor grensoverschrijdende mobiliteit en de bijdrage van deze mobiliteit aan zowel het bevorderen van de Europese integratie als het vertrouwd maken van de kandidaat-lidstaten met het communautaire acquis. Daar lokale en regionale overheden over omvangrijke bestuurlijke knowhow en kennis beschikken, is het op hun niveau dat de beste oplossingen worden gevonden en belangrijke partnerschappen worden opgezet;

    2.   Denkbare maatregelen

    14.

    verzoekt de Europese Commissie de Europese en internationale mobiliteit van territoriale ambtenaren en functionarissen te bevorderen, teneinde een betere samenwerking tussen steden en regio's mogelijk te maken, door een databank in de vorm van een internetportaal tot stand te brengen die beste praktijken, projecten, mobiliteitsaanbiedingen en de juridische en economische voorwaarden van deze mobiliteit bijeenbrengt. De Europese Commissie zou gebruik kunnen maken van bestaande informatie die op nationaal, regionaal en lokaal niveau voorhanden is en deze toegankelijk maken voor territoriale ambtenaren en functionarissen;

    15.

    onderstreept dat meer aandacht zou moeten worden besteed aan het feit dat lokale en regionale overheden een steeds voornamere rol vervullen in het kader van ontwikkelingssteun en programma's voor internationale samenwerking met ontwikkelingslanden (8);

    16.

    verzoekt meer aandacht te besteden aan de rol die lokale en regionale overheden vervullen als het gaat om samenwerking, gelet op hun sterke inbreng op dit gebied; met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel lijken ze als geen ander in staat de toegang tot mobiliteit te bevorderen. Ze zijn namelijk betrokken bij het ontwikkelen van samenwerkingsprogramma's, opgesteld met de ambtenaren en functionarissen van de lokale en regionale overheden die lokaal en Europees overheidsbeleid in goede banen leiden;

    17.

    stelt voor dat Europese ambtenaren eveneens kunnen worden gedetacheerd bij lokale en regionale overheden;

    18.

    stelt dat dit advies tevens van toepassing moet zijn op de ambtenaren en functionarissen van de Europese groeperingen voor territoriale samenwerking (EGTS). Met name in grensgebieden kan Europese en internationale mobiliteit van EU-ambtenaren namelijk worden beproefd. Deze gebieden kunnen in dit verband fungeren als Europese proeftuinen. De EU moet een betere informatievoorziening aan grenswerkers steunen, hetgeen een belangrijke factor van mobiliteit zou zijn;

    19.

    roept de EU-lidstaten die nog geen wettelijke bepalingen voor de Europese en internationale mobiliteit van hun vaste en tijdelijke lokale en regionale ambtenaren en functionarissen hebben vastgesteld, op om dit, na overleg met de sociale partners, alsnog te doen, hetgeen ook de overplaatsing van territoriale ambtenaren uit andere lidstaten mogelijk maakt. Dergelijke wettelijke bepalingen zijn nuttig om de rechten en plichten van de elders tewerkgestelde ambtenaren en functionarissen tijdens de mobiliteitsperiode naar behoren vast te leggen. Raamvoorwaarden zijn ook cruciaal voor het vastleggen van de mobiliteitscriteria, waaronder de vereiste professionele en taalkundige vaardigheden, de duur van de tijdelijke overplaatsing, de vergelijkbaarheid van het territoriale lichaam van ontvangst met dat van vertrek, evenals de toegevoegde waarde van deze overplaatsing voor de betrokken overheden;

    20.

    attendeert op het recente arrest van het Hof van Justitie van de EU (9), dat zegt dat personen die werkzaam zijn bij een overheidsdienst van een lidstaat en naar een andere overheidsdienst worden overgedragen, alleen op grond van deze overgang geen wezenlijk salarisverlies mogen lijden;

    21.

    onderstreept dat, gelet op het hoge aantal vrouwelijke werknemers in de openbare sector, er bij alle maatregelen rekening moet worden gehouden met het belang van een versterking van de gelijke kansen voor vrouwen en mannen, niet in het minst door hun toegang te verstrekken tot passende zorgverlening voor volwassen afhankelijke personen en kinderen, zodat er meer vrouwen aan de mobiliteitsprogramma's kunnen deelnemen;

    22.

    onderstreept dat het zinvol zou zijn dat de Europese Commissie in samenwerking met de betrokken Europese instanties de mobiliteit van lokale en regionale ambtenaren in de afgelopen vijf jaar in kaart brengt, waarbij onder meer ook zou worden gekeken naar de meerwaarde voor de overheidsinstelling en het verwerven van nieuwe vaardigheden voor leidinggevend personeel bij het beheer van complexe projecten;

    23.

    stelt voor dat de Europese Commissie, in samenwerking met het Comité van de Regio's, „mobiliteitsbijeenkomsten” organiseert waar Europese instellingen en lokale en regionale overheden met elkaar in contact worden gebracht, zodat elders tewerkgestelde territoriale ambtenaren en functionarissen hun ervaringen kunnen delen met ambtenaren die carrière willen maken in het buitenland. Een mobiliteitsprijs („Mobilis”) zou kunnen worden toegekend aan overheden die zich op het terrein van de mobiliteit willen begeven;

    24.

    stelt voor dat de Europese Commissie een haalbaarheidsstudie uitvoert om op termijn een Europees uitwisselingsprogramma voor ambtenaren en functionarissen van lokale en regionale overheden tot stand te brengen;

    25.

    verzoekt de financiële steun voor de mobiliteit van lokale en regionale functionarissen (momenteel via programma's als INTERREG IVC, URBACT en CARDS) te handhaven in de nieuwe financiële vooruitzichten van de EU;

    26.

    stelt voor dat de Europese Commissie een voorlichtingscampagne start over de toegevoegde waarde van de mobiliteit van lokale en regionale ambtenaren en functionarissen, teneinde de uitwisseling van goede praktijken tussen lokale en regionale overheden in de Europese Unie maar ook met die in kandidaat-lidstaten en derde landen aan te moedigen;

    Brussel, 12 oktober 2011

    De voorzitter van het Comité van de Regio's

    Mercedes BRESSO


    (1)  CdR 89/2009 fin.

    (2)  COM(2010) 682 definitief

    (3)  COM(2010) 477 definitief

    (4)  CdR 312/2008 fin.

    (5)  SEC(2010) 1609 definitief

    (6)  CdR 292/2010 fin.

    (7)  Beugelsdijk en van Schaik, Social Capital and Regional Economic Growth, 2003.

    (8)  CdR 408/2010 fin.

    (9)  Zaak Scattolon C-108/10


    Top