This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52010PC0085
Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council amending Council Regulation (EC, Euratom) No 1605/2002 on the Financial Regulation applicable to the general budget of the European Communities, as regards the European external action service {SEC(2010) 257}
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, voor wat betreft de Europese dienst voor extern optreden
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, voor wat betreft de Europese dienst voor extern optreden
/* COM/2010/0085 def. - COD 2010/0054 */
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, voor wat betreft de Europese dienst voor extern optreden /* COM/2010/0085 def. - COD 2010/0054 */
[pic] | EUROPESE COMMISSIE | Brussel, 24.3.2010 COM(2010) 85 definitief 2010/0054 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, voor wat betreft de Europese dienst voor extern optreden TOELICHTING Dit voorstel van de Commissie heeft tot doel om naar aanleiding van de in het Verdrag van Lissabon geplande oprichting van de Europese dienst voor extern optreden (hierna "EDEO" genoemd) wijzigingen aan te brengen in het Financieel Reglement. Het Financieel Reglement regelt alle voorschriften en procedures die van toepassing zijn op het gebruik van EU-middelen en moet door alle instellingen worden nageleefd. Het Financieel Reglement wordt aangevuld met de uitvoeringsvoorschriften, die ook – aan de hand van een afzonderlijk voorstel – moeten worden gewijzigd, om rekening te houden met de oprichting van de EDEO. Met het oog op het specifieke karakter van het beheer van het EDEO-personeel zal de Commissie een afzonderlijk voorstel indienen met wijzigingen van het statuut. De voorgestelde wijzigingen zijn gebaseerd op de richtsnoeren die door de Europese Raad van 29-30 oktober 2009 zijn onderschreven voor de oprichting van de toekomstige EDEO als een dienst sui generis . Zoals in artikel 184 van het Financieel Reglement is bepaald, zal de Commissie op het einde van het eerste semester van 2010 haar voorstel voor de driejaarlijkse herziening van het Financieel Reglement indienen. Met het oog op een snelle oprichting van de EDEO is de Commissie evenwel van oordeel dat een ad-hoc-herziening van het Financieel Reglement die voorafgaat aan en los staat van de driejaarlijkse herziening, onvermijdelijk is. Andere aspecten die verband houden met de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Lissabon zijn aan de orde gekomen in een afzonderlijk voorstel dat op 3 maart 2010 door de Commissie is aangenomen (COM(2010) 71). 1. Belangrijkste wijzigingen met betrekking tot de oprichting van de EDEO Artikel 27, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) bepaalt dat de hoge vertegenwoordiger bij de vervulling van zijn ambt door een Europese dienst voor extern optreden wordt bijgestaan en dat de inrichting en de werking van de dienst worden vastgesteld bij een besluit van de Raad, op voorstel van de hoge vertegenwoordiger, na raadpleging van het Europees Parlement en na de instemming van de Commissie. In de conclusies van de Europese Raad van 29-30 oktober 2009 heeft de Europese Raad richtsnoeren voor de oprichting van de toekomstige EDEO als een dienst sui generis onderschreven en heeft hij de hoge vertegenwoordiger verzocht de EDEO "uiterlijk eind april 2010" op te richten. In budgettair opzicht zal de EDEO een instelling zijn in de zin van artikel 1 van het Financieel Reglement. Hierdoor beschikt de EDEO over budgettaire autonomie, d.w.z. een eigen begrotingsafdeling in de EU-begroting. De EDEO zal zijn eigen administratieve uitgaven uitvoeren (zoals alle andere instellingen) en het Europees Parlement zal hiervoor kwijting verlenen. Het Europees Parlement zal dus zijn volledige begrotings- en controlebevoegdheden uitoefenen ten opzichte van de EDEO. Voorts worden de huidige delegaties van de Commissie overal ter wereld delegaties van de Unie, die deel zullen uitmaken van de EDEO. Aangezien die delegaties belast zullen blijven met de uitvoering van externe steun, hetgeen momenteel voor de meeste van die delegaties de belangrijkste taak is, moet worden bepaald op welke wijze zij die beleidsuitgaven zullen uitvoeren. De delegaties maken immers geen deel meer uit van de Commissie, terwijl de desbetreffende categorie van hun personeelsleden, namelijk het uitvoerend en financieel personeel, wel deel zal blijven uitmaken van het personeel van de Commissie. De Commissie heeft er zorgvuldig op toegezien dat de EDEO met onderhavige voorstel zijn opdracht inzake een uniform extern optreden kan vervullen, zonder dat dit aanleiding geeft tot een verzwakking van het goed financieel beheer, de verantwoordingsplicht en de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Het spreekt vanzelf dat het Europees Parlement kwijting blijft verlenen aan de Commissie voor de uitvoering van de begrotingsafdeling van de Commissie, inclusief de besteding van beleidskredieten door de hoofden van de delegaties van de Unie die optreden als gesubdelegeerde ordonnateurs van de Commissie. Hiertoe wordt met de in het Financieel Reglement opgenomen wijzigingen beoogd om de EDEO in het financiële beheerskader van de Commissie op te nemen voor de gevallen waarbij de EDEO betrokken is bij de uitvoering van de operationele begroting van de Commissie. In dit verband is het van essentieel belang dat de EDEO gebruikmaakt van de ervaring, begeleiding, steun en opleiding voor financieel beheer en interne controle op het beleidsterrein externe betrekkingen die de Commissie gedurende veel jaren heeft ontwikkeld. Voorgesteld wordt dat de verantwoordelijke directeuren-generaal van de Commissie aan de hoofden van de delegaties van de Unie gesubdelegeerde uitvoeringsbevoegdheden toekennen. Zij worden dan gesubdelegeerde ordonnateurs van de Commissie en zijn verantwoordelijk ten opzichte van de directeur-generaal die budgettaire uitvoeringstaken aan hen heeft gesubdelegeerd. Derhalve moeten specifieke voorschriften worden opgesteld opdat de hoofden van de delegaties van de Unie bij de uitvoering van onderdelen van de begrotingsafdeling van de Commissie de budgettaire uitvoeringsvoorschriften van de Commissie toepassen en voor hen dezelfde taken en verplichtingen gelden als voor elke andere gesubdelegeerde ordonnateur van de Commissie. Hiertoe kan de Commissie hen waar nodig en passend richtlijnen geven.De thans geldende voorschriften met betrekking tot OLAF zullen ook van toepassing zijn op de hoofden van de delegaties van de Unie wanneer zich financiële onregelmatigheden voordoen in het beheer van kredieten uit de begrotingsafdeling van de EDEO en van aan hen gesubdelegeerde kredieten uit de begrotingsafdeling van de Commissie. In het Financieel Reglement moeten geen specifieke bepalingen met betrekking tot OLAF worden opgenomen. In het onderhavige voorstel van de Commissie is evenwel een nieuwe bepaling opgenomen om ervoor te zorgen dat de instantie voor onregelmatigheden van de Commissie ook de instantie voor onregelmatigheden van de EDEO wordt in de gevallen waarbij de Commissie uitvoeringsbevoegdheden aan de hoofden van de delegaties van de Unie heeft gesubdelegeerd.Er worden ook nieuwe bepalingen voorgesteld om ervoor te zorgen dat de hoge vertegenwoordiger een centrale rol vervult bij de eigenlijke coördinatie en uitwisseling van informatie tussen de EDEO en de Commissie. Om te zorgen voor een efficiënt beheer van de delegaties van de Unie wordt ten slotte voorgesteld om de huishoudelijke uitgaven en ondersteuningsuitgaven waarmee gemeenschappelijke kosten in de delegaties worden gefinancierd, door één enkele ondersteunende dienst te laten uitvoeren, ongeacht de begrotingsafdeling waarin de desbetreffende kredieten zijn geboekt. Hiertoe moet in artikel 50 van het Financieel Reglement de mogelijkheid worden opgenomen om in overleg met de Commissie gedetailleerde voorschriften vast te stellen. 2. Werkdocument van de diensten van de Commissie met betrekking tot de uitvoeringsvoorschriften Als aanvulling bij het onderhavige voorstel van de Commissie tot wijziging van het Financieel Reglement worden in een werkdocument van de diensten van de Commissie de wijzigingen voorgesteld die in de uitvoeringsvoorschriften moeten worden aangebracht. Deze wijzigingen zullen door de Commissie worden vastgesteld zodra het gewijzigde Financieel Reglement is goedgekeurd en hebben betrekking op de specifieke bepalingen die gelden voor de hoofden van de delegaties wanneer die optreden als gesubdelegeerde ordonnateurs van de Commissie. Hierbij gaat het met name om de volgende kwesties: - het feit dat zij vooraleer zij de EU-begroting beginnen uit te voeren, het handvest voor gesubdelegeerde ordonnateurs moeten ondertekenen, waarin hun taken en verplichtingen in detail worden omschreven; - het huishoudelijk reglement van de Commissie voor de uitvoering van de begroting; - de door de Commissie vastgestelde beroepscode; - de instantie voor onregelmatigheden van de Commissie (aanvullende bepalingen bij die welke reeds in het Financieel Reglement zijn vastgesteld, zijn in de uitvoeringsvoorschriften opgenomen). 2010/0054 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, voor wat betreft de Europese dienst voor extern optreden HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 322, juncto het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 106 bis, Gezien op het voorstel van de Europese Commissie, Gezien het advies van de Rekenkamer[1], Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: 3. In Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[2] (hierna "het Financieel Reglement" genoemd) zijn de begrotingsbeginselen en de financiële voorschriften vastgelegd die in alle wetgevingsbesluiten in acht moeten worden genomen. Het is noodzakelijk om een aantal bepalingen van het Financieel Reglement te wijzigen om rekening te houden met de wijzigingen die bij het Verdrag van Lissabon zijn aangebracht. 4. Met het Verdrag van Lissabon wordt een Europese dienst voor extern optreden (hierna "EDEO" genoemd) opgericht. Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 29 en 30 oktober 2009 is de EDEO een dienst sui generis, die voor de toepassing van het Financieel Reglement als een instelling moet worden behandeld. 5. Aangezien de EDEO voor de toepassing van het Financieel Reglement als een instelling moet worden behandeld, moet het Europees Parlement de EDEO kwijting verlenen voor de besteding van de kredieten die in de begrotingsafdeling van de EDEO zijn goedgekeurd. Het Europees Parlement moet ook kwijting blijven verlenen aan de Commissie voor de tenuitvoerlegging van de begrotingsafdeling van de Commissie, inclusief de besteding van beleidskredieten door de hoofden van de delegaties die gesubdelegeerde ordonnateurs van de Commissie zijn. 6. In het Verdrag van Lissabon is bepaald dat de delegaties van de Commissie als delegaties van de Unie deel zullen uitmaken van de EDEO. Met het oog op een efficiënt beheer van de delegaties van de Unie dient één enkele ondersteunende dienst alle huishoudelijke uitgaven en ondersteuningsuitgaven van de delegaties van de Unie waarmee gemeenschappelijke kosten worden gefinancierd, uit te voeren. Met het oog hierop moet het Financieel Reglement voorzien in de mogelijkheid om in overleg met de Commissie uitvoeringsvoorschriften vast te stellen om de uitvoering van de in de begrotingsafdelingen van de EDEO en de Raad opgenomen huishoudelijke kredieten van de delegaties van de Unie te bevorderen. 7. Het is noodzakelijk om de continuïteit van de werking van de delegaties van de Unie en in het bijzonder de continuïteit en efficiëntie in het beheer van de externe steun door de delegaties te waarborgen. De Commissie moet derhalve gemachtigd worden om haar bevoegdheden tot uitvoering van de begroting op het vlak van de beleidsuitgaven te subdelegeren aan de hoofden van de delegaties van de Unie die deel uitmaken van de op zichzelf staande instelling EDEO. Voorts moet het voor de Commissie bij de uitvoering van de begroting onder direct gecentraliseerd beheer mogelijk zijn om ook die uitvoering te subdelegeren aan de hoofden van de delegaties van de Unie. De gedelegeerde ordonnateurs van de Commissie moeten verantwoordelijk blijven voor de afbakening van internebeheers- en controlesystemen, terwijl de hoofden van de delegaties van de Unie verantwoordelijk moeten worden voor de oprichting en werking van de internebeheers- en controlesystemen alsook voor het beheer van de middelen en de verrichtingen die zij binnen hun delegaties uitvoeren. Te dien einde moeten zij halfjaarlijks rapporteren. 8. Om te voldoen aan het beginsel van goed financieel beheer, moeten de hoofden van de delegaties van de Unie, wanneer zij optreden als gesubdelegeerde ordonnateurs van de Commissie, de voorschriften van de Commissie toepassen en moeten zij onderworpen zijn aan dezelfde taken, verplichtingen en aansprakelijkheid als elke andere gesubdelegeerde ordonnateur van de Commissie. Hiertoe is het vereist dat zij in voorkomend geval ook verwijzen naar de Commissie als hun instelling. 9. De Commissie blijft volledig verantwoordelijk voor de kwijtingsprocedure met betrekking tot de door de EDEO uitgevoerde begrotingsafdeling van de Commissie. Om de Commissie in staat te stellen haar verplichtingen na te komen, moeten de hoofden van de delegaties van de Unie de nodige informatie verstrekken. De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid moet de samenwerking tussen de delegaties van de Unie en de diensten van de Commissie bevorderen. 10. De rekenplichtige van de Commissie blijft verantwoordelijk voor de volledige begrotingsafdeling van de Commissie, met inbegrip van de boekhoudkundige verrichtingen die betrekking hebben op de aan de hoofden van de delegaties van de Unie gesubdelegeerde kredieten. Om een overlapping van verantwoordelijkheden te voorkomen, is het dus noodzakelijk te verduidelijken dat de verantwoordelijkheden van de rekenplichtige van de EDEO alleen betrekking hebben op de begrotingsafdeling van de EDEO. 11. Met het oog op de samenhang en de gelijke behandeling tussen de gesubdelegeerde ordonnateurs die behoren tot het personeel van de EDEO en die welke personeelsleden van de Commissie zijn, alsook op een behoorlijke informatieverstrekking aan de Commissie, moet de gespecialiseerde instantie voor financiële onregelmatigheden van de Commissie ook verantwoordelijk zijn voor het behandelen van onregelmatigheden binnen de EDEO in de gevallen waarin de Commissie uitvoeringsbevoegdheden aan de hoofden van de delegaties van de Unie heeft gesubdelegeerd. Om het verband te handhaven tussen verantwoordelijkheid voor het financiële beheer en tuchtrechtelijke maatregelen, moet de Commissie gemachtigd worden om de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid te verzoeken om procedures in te leiden indien de instantie onregelmatigheden heeft vastgesteld met betrekking tot de door de Commissie aan de hoofden van de delegaties van de Unie gesubdelegdeerde bevoegdheden. In een dergelijk geval moet de Hoge Vertegenwoordiger overeenkomstig het statuut passende maatregelen nemen. 12. Omwille van de samenhang, efficiëntie en kosteneffectiviteit van de financiële controle moet de interne controleur van de Commissie optreden als de interne controleur van de EDEO met betrekking tot de begrotingsuitvoering van de begrotingsafdelingen van zowel de Commissie als de EDEO. 13. Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad moet derhalve als volgt worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 wordt als volgt gewijzigd: (1) In de tweede alinea van artikel 1, lid 2, worden de woorden "de Europese dienst voor extern optreden," ingevoegd voor "het Economisch en Sociaal Comité". (2) Artikel 28, lid 1, eerste alinea, komt als volgt te luiden: "Bij ieder voorstel of initiatief dat door de Commissie, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid of een lidstaat wordt ingediend bij de wetgevende autoriteit en dat gevolgen kan hebben voor de begroting, met inbegrip van het aantal ambten, wordt een financieel memorandum gevoegd, alsmede de in artikel 27, lid 4, van deze verordening bedoelde evaluatie.". (3) Artikel 30, lid 3, eerste alinea, komt als volgt te luiden: "De Commissie stelt op passende wijze informatie over de begunstigden van begrotingsmiddelen ter beschikking wanneer de begroting overeenkomstig artikel 53 bis op een gecentraliseerde wijze wordt uitgevoerd; in geval van andere beheersvormen stelt de Commissie op passende wijze informatie over de begunstigden van middelen ter beschikking die haar wordt toegezonden door de instanties waaraan taken met betrekking tot de uitvoering van de begroting zijn gedelegeerd.". (4) In de eerste alinea van artikel 31 worden de woorden "de Europese dienst voor extern optreden," ingevoegd voor "het Economisch en Sociaal Comité". (5) Aan de eerste alinea van artikel 50 wordt de volgende zin toegevoegd: "In overleg met de Commissie kunnen evenwel uitvoeringsvoorschriften worden vastgesteld om de uitvoering van de in de begrotingsafdelingen van de EDEO en de Raad opgenomen huishoudelijke kredieten van de delegaties van de Unie te bevorderen.". (6) Aan artikel 51 worden de volgende alinea's toegevoegd: "De Commissie kan evenwel haar bevoegdheden tot uitvoering van de begroting met betrekking tot de kredieten van haar eigen afdeling aan de hoofden van de delegaties van de Unie delegeren. Wanneer de hoofden van de delegaties van de Unie als gesubdelegeerde ordonnateurs van de Commissie optreden, passen zij de voorschriften van de Commissie voor de uitvoering van de begroting toe en worden zij onderworpen aan dezelfde taken, verplichtingen en aansprakelijkheid als elke andere gesubdelegeerde ordonnateur van de Commissie. Voor de toepassing van de tweede alinea neemt de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de nodige maatregelen om de samenwerking tussen de delegaties van de Unie en de diensten van de Commissie te bevorderen.". (7) Artikel 53 bis komt als volgt te luiden: "Artikel 53 bis Wanneer de Commissie de begroting op gecentraliseerde wijze uitvoert, worden de uitvoeringstaken ofwel direct door haar diensten of door de delegaties van de Unie overeenkomstig de tweede alinea van artikel 51, ofwel indirect overeenkomstig de artikelen 54 tot 57 verricht." (8) Aan artikel 59 wordt het volgende lid 5 toegevoegd: "5. Wanneer de hoofden van de delegaties van de Unie overeenkomstig de tweede alinea van artikel 51 als gesubdelegeerde ordonnateurs optreden, verwijzen zij, wanneer hun taken als ordonnateur dit vereisen, naar de Commissie als hun instelling.". (9) In afdeling 2 wordt het volgende artikel 60 bis toegevoegd: "1. Wanneer de hoofden van de delegaties van de Unie overeenkomstig de tweede alinea van artikel 51 als gesubdelegeerde ordonnateurs optreden, werken zij nauw samen met de Commissie voor de daadwerkelijke besteding van de middelen, om met name te zorgen voor de wettigheid en de regelmatigheid van de financiële verrichtingen, de naleving van het beginsel van goed financieel beheer bij het beheer van de middelen en de doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Unie. Hiertoe nemen zij de maatregelen die nodig zijn om elke situatie te voorkomen waarbij de verantwoordelijkheid van de Commissie voor de uitvoering van de aan de aan hen gesubdelegeerde begroting in het gedrang kan komen, alsook elk conflict van belangen of prioriteiten dat gevolgen kan hebben voor de uitvoering van de aan hen gesubdelegeerde taken van financieel beheer. Wanneer een in de tweede alinea bedoelde situatie of conflict zich voordoet, stellen de hoofden van de delegaties van de Unie de bevoegde dienst van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid hiervan onverwijld in kennis. 2. Wanneer een hoofd van een delegatie van de Unie zich in een artikel 60, lid 6, bedoelde situatie bevindt, brengt hij dit ter kennis van de op grond van artikel 66, lid 4, opgerichte gespecialiseerde instantie voor financiële onregelmatigheden. In geval van illegale activiteiten, fraude of corruptie die de belangen van de Unie kunnen schaden, waarschuwt hij de bij de geldende wetgeving aangewezen autoriteiten en instanties. 3. Hoofden van de delegaties van de Unie die overeenkomstig de tweede alinea van artikel 51 als gesubdelegeerde ordonnateurs optreden, brengen tweemaal per jaar verslag uit aan hun gedelegeerde ordonnateur, opdat deze laatste hun verslagen in zijn in artikel 60, lid 7, bedoeld jaarlijks activiteitenverslag kan opnemen. In dit door de hoofden van de delegaties van de Unie ingediend halfjaarlijks verslag wordt informatie opgenomen over de efficiëntie en effectiviteit van de in hun delegatie opgerichte internebeheers- en controlesystemen, alsook over het beheer van de aan hen gesubdelegeerde verrichtingen. 4. Hoofden van de delegaties van de Unie die overeenkomstig de tweede alinea van artikel 51 als gesubdelegeerde ordonnateurs optreden, zullen elk verzoek van de gedelegeerde ordonnateur van de Commissie beantwoorden.". (10) Aan artikel 61, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: "De verantwoordelijkheden van de rekenplichtige van de EDEO hebben alleen betrekking op de door de EDEO uitgevoerde begrotingsafdeling van de EDEO.". (11) Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd: a) Het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd: "3 bis. In geval van subdelegatie aan de hoofden van de delegaties van de Unie is de gedelegeerde ordonnateur verantwoordelijk voor de afbakening van de opgerichte internebeheers- en controlesystemen alsook de efficiëntie en effectiviteit van die systemen. De hoofden van de delegaties van de Unie zijn verantwoordelijk voor de oprichting en werking van die systemen, overeenkomstig de richtlijnen van de gedelegeerde ordonnateur, alsook voor het beheer van de middelen en de verrichtingen die zij binnen de delegatie van de Unie onder hun verantwoordelijkheid uitvoeren. Hoofden van de delegaties van de Unie brengen overeenkomstig artikel 60 bis, lid 3, verslag uit over hun in de eerste alinea van dit lid bedoelde verantwoordelijkheden. De hoofden van de delegaties van de Unie verstrekken jaarlijks aan de gedelegeerde ordonnateur van de Commissie een betrouwbaarheidsverklaring over de in hun delegatie opgerichte internebeheers- en controlesystemen om de ordonnateur in staat te stellen zijn eigen betrouwbaarheidsverklaring op te stellen.". b) Het volgende lid 5 wordt toegevoegd: "5. Wanneer de hoofden van de delegaties van de Unie overeenkomstig de tweede alinea van artikel 51 als gesubdelegeerde ordonnateurs optreden, is de op grond van lid 4 van dit artikel door de Commissie opgerichte instantie voor financiële onregelmatigheden bevoegd voor de in dat lid bedoelde zaken. Indien de instantie systeemgebonden problemen ontdekt, zendt zij de ordonnateur, de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de gedelegeerde ordonnateur van de Commissie, indien deze geen partij is, alsmede de interne controleur een verslag met aanbevelingen toe. Uitgaande van het advies van de instantie kan de Commissie de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, in zijn hoedanigheid als het tot aanstelling bevoegde gezag, verzoeken een procedure in te stellen wegens tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid of geldelijke aansprakelijkheid ten aanzien van gesubdelegeerde ordonnateurs indien de onregelmatigheden betrekking hebben op de bevoegdheden die de Commissie aan hen heeft gesubdelegeerd. In een dergelijk geval zal de hoge vertegenwoordiger overeenkomstig het statuut passende maatregelen nemen ." (12) Aan artikel 85 worden de volgende alinea's toegevoegd: "Met het oog op de interne controle van het EDEO worden de hoofden van de delegaties van de Unie die overeenkomstig de tweede alinea van artikel 51 als gesubdelegeerde ordonnateurs optreden, onderworpen aan de controlebevoegdheden van de interne controleur van de Commissie voor het aan hen gesubdelegeerde financieel beheer. Omwille van de samenhang, efficiëntie en kosteneffectiviteit treedt de interne controleur van de Commissie ook op als interne controleur van de EDEO met betrekking tot de begrotingsuitvoering van de begrotingsafdeling van de EDEO.". (13) In artikel 163 komt de eerste zin als volgt te luiden: "De in deze titel bedoelde maatregelen kunnen overeenkomstig artikel 53 bis gecentraliseerd door de Commissie worden uitgevoerd, dan wel onder gedeeld beheer, dan wel gedecentraliseerd beheer door het begunstigde derde land of de begunstigde derden landen, dan wel samen met internationale organisaties in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de artikelen 53 tot en met 57.". (14) In artikel 165 komt de eerste zin als volgt te luiden: "De Commissie oefent overeenkomstig artikel 53 bis controle uit op de uitvoering van maatregelen door begunstigde derde landen of internationale organisaties.". (15) Artikel 185, lid 3, komt als volgt te luiden: "3. Ten aanzien van de in lid 1 bedoelde organen oefent de interne controleur van de Commissie dezelfde bevoegdheden uit als die welke hem zijn toegekend met betrekking tot de diensten van de Commissie of de delegaties van de Unie.". Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, […] Voor het Europees Parlement Voor de Raad De voorzitter De voorzitter […] […] [1] PB C […] van […], blz. […]. [2] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.