Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0652

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen ten aanzien van Guinee

    /* COM/2009/0652 def. */

    52009PC0652

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen ten aanzien van Guinee /* COM/2009/0652 def. */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 23.11.2009

    COM(2009) 652 definitief

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen ten aanzien van Guinee

    TOELICHTING

    1. Op 27 oktober 2009 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan Gemeenschappelijk Standpunt 2009/788/GBVB als antwoord op de gewelddadige onderdrukking door de veiligheidsdiensten van politieke demonstraties in Conakry op 28 september 2009, de gerapporteerde schendingen van de mensenrechten na de onderdrukking en de harde repressie en politieke patstelling in het land. Het Gemeenschappelijk Standpunt stelde een embargo in op de uitvoer van wapens naar Guinee en legde een inreisverbod op aan 42 personen die in de bijlage bij het Gemeenschappelijk Standpunt werden genoemd als leden van de regerende NCDD en als personen die nauwe banden met hen onderhouden.

    2. De Raad bereidt een volgend Gemeenschappelijk Standpunt/GBVB voor waarin aanvullende beperkende maatregelen worden ingesteld, waaronder i) de bevriezing van tegoeden en economische middelen van de personen en entiteiten die in de bijlage bij het Gemeenschappelijk Standpunt worden genoemd; en ii) een verbod op het verstrekken van technische en financiële bijstand en andere dienstverleningen voor militaire activiteiten aan enige persoon in Guinee of voor gebruik in Guinee.

    3. Deze maatregelen vallen binnen de werkingssfeer van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. De Commissie stelt daarom op voorhand een verordening voor tot uitvoering van deze beperkende maatregelen.

    4. De beperkende maatregelen uit hoofde van deze verordening worden toegepast met volle eerbiediging van de grondrechten, meer bepaald in het licht van de recente jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie.

    5. Verschillende bepalingen van de voorgestelde verordening zijn overgenomen uit de “Richtsnoeren inzake de implementatie en evaluatie van de restrictieve maatregelen (sancties) in het kader van het Gemeenschappelijk Buitenland- en Veiligheidsbeleid van de EU”.[1]

    6. De “Beste praktijken van de EU voor de doeltreffende implementatie van restrictieve maatregelen”[2] leveren aanvullende richtsnoeren voor de toepassing van de voorgestelde maatregelen.

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen ten aanzien van Guinee

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 60 en 301,

    Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2009/…/GBVB van de Raad van […] inzake beperkende maatregelen ten aanzien van Guinee,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Gemeenschappelijk Standpunt 2009/…GBVB voorziet in een aantal beperkende maatregelen ten aanzien van leden van de nationale raad voor democratie en ontwikkeling (NCDD) en van personen die banden met hen onderhouden, en die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige onderdrukking van 28 september 2009 of voor de politieke patstelling in Guinee.

    (2) Deze maatregelen omvatten de bevriezing van tegoeden en economische middelen van de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen die in de bijlage bij het Gemeenschappelijk Standpunt zijn vermeld, alsook het verbod op het verstrekken van technische en financiële bijstand en andere dienstverleningen voor militaire activiteiten aan enige persoon in Guinee of voor gebruik in Guinee.

    (3) Deze maatregelen vallen binnen het toepassingsgebied van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap; derhalve is, om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, communautaire wetgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen voor zover het de Gemeenschap betreft.

    (4) Deze verordening eerbiedigt de fundamentele rechten en de beginselen die meer bepaald zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het recht op eigendom en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.

    (5) Voor de tenuitvoerlegging van deze verordening dienen een aantal persoonsgegevens betreffende de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening moeten worden bevroren, openbaar te worden gemaakt en op passende wijze behandeld volgens Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[3], en Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[4].

    (6) Er dienen voorzieningen te worden getroffen voor de behandeling van gerubriceerde gegevens in de Commissie.

    (7) Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    a) “technische bijstand”: alle technische bijstand in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten; met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

    b) “tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

    i) contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

    ii) deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

    iii) financiële instrumenten bedoeld in afdeling C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1);

    iv) interesten, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

    v) krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

    vi) kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

    vii) bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen;

    c) “bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

    d) “economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

    e) “bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of verhypothekeren ervan;

    f) “grondgebied van de Gemeenschap”: het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden.

    Artikel 2

    Er wordt een verbod ingesteld op:

    a) het direct of indirect verlenen van technische bijstand in verband met militaire activiteiten, goederen en technologie genoemd in de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen[5], of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen genoemd in die lijst, aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Guinee of bestemd voor gebruik in Guinee;

    b) het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, goederen en technologie genoemd in de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, ten behoeve van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Guinee of bestemd voor gebruik in Guinee;

    c) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a) en b) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

    Artikel 3

    1. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen die in bijlage I zijn vermeld, worden bevroren.

    2. Aan of ten behoeve van de in bijlage I genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

    3. Bijlage I omvat natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen die overeenkomstig artikel […] van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/…/GBVB door de Raad werden geïdentificeerd als zijnde:

    a) leden van de nationale raad voor democratie en ontwikkeling (NCDD);

    b) natuurlijke personen die met hen banden onderhouden, en die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige onderdrukking van 28 september 2009 of voor de politieke patstelling in Guinee, of

    c) rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden onderhouden met natuurlijke personen onder a) en b).

    4. Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen te ontwijken.

    Artikel 4

    De verbodsbepalingen van artikel 2, onder b), en artikel 3, lid 2, geven geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen, die financiering of financiële bijstand verstrekten, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op die verbodsbepalingen.

    Artikel 5

    1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

    a) nodig zijn ter dekking van de basisbehoeften van de in bijlage I genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare nutsvoorzieningen;

    b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

    c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

    d) noodzakelijk zijn voor het dekken van buitengewone lasten, mits de betrokken lidstaat aan alle andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór hij toelating verleent, kennis heeft gegeven van de redenen waarom hij van mening is dat een specifieke toelating moet worden verleend.

    2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

    Artikel 6

    In afwijking van artikel 3 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen toestaan indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

    a) de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld voor de datum waarop de in artikel 3 bedoelde persoon, entiteit of lichaam in bijlage I is opgenomen, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert;

    b) de betrokken tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

    c) het onderpand of de gerechtelijke uitspraak is niet ten behoeve van een persoon, entiteit of lichaam bedoeld in bijlage I bij deze verordening;

    d) de erkenning van het onderpand of van de uitspraak is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat; en tevens

    e) het onderpand of de uitspraak is door de lidstaat bekendgemaakt aan de Commissie.

    Artikel 7

    1. Artikel 3, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

    a) rente of andere inkomsten op bevroren rekeningen; of

    b) betalingen en overdrachten van financiële instrumenten op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de natuurlijke persoon of rechtspersonen, de entiteit of het lichaam bedoeld in artikel 3, opgenomen werd in bijlage I,

    mits deze rente, andere inkomsten en betalingen of financiële instrumenten bevroren zijn overeenkomstig artikel 3, lid 1.

    2. Artikel 3, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Gemeenschap die tegoeden ontvangen die naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

    Artikel 8

    De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming met deze verordening is, mag geen aanleiding geven tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon of de entiteit die, dan wel het lichaam dat die maatregel uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

    Artikel 9

    1. Onverminderd de geldende regels inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim dienen natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen:

    a) alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of waar zij gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten, aan de Commissie door te geven; en tevens

    b) samen te werken met deze bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

    2. Alle overeenkomstig dit artikel verstrekte of ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie werd verstrekt of ontvangen.

    Artikel 10

    De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

    Artikel 11

    1. In bijlage I wordt uitsluitend de volgende informatie opgenomen betreffende de genoemde natuurlijke personen:

    a) voor identificatiedoeleinden: achternaam en voornaam, inclusief schuilnamen en titels, voor zover voorhanden; geboortedatum en geboorteplaats; nationaliteit; paspoort- en identiteitskaartnummers; fiscale en socialezekerheidsnummers; geslacht; adres of andere gegevens over de verblijfplaats; functie of beroep;

    b) de in artikel 6, onder a), en in artikel 7, lid 1, onder b), bedoelde datum;

    c) de gronden voor opname in de lijst, zoals de functie of een andere voldoende reden.

    2. In bijlage I kan ook informatie worden opgenomen over gezinsleden van de personen op de lijst, mits de opname van deze informatie in een specifiek geval noodzakelijk is uitsluitend ter identificatie van de betrokken natuurlijke persoon op de lijst.

    Artikel 12

    1. De Commissie wordt gemachtigd:

    a) bijlage I te wijzigen op basis van besluiten ten aanzien van de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2009/…/GBVB; en tevens

    b) bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

    2. De Commissie motiveert besluiten op grond van lid 1, onder a), individueel en expliciet, deelt deze besluiten mede aan de betrokken personen, entiteiten of lichamen, en biedt de betrokken personen, entiteiten of lichamen de gelegenheid hun standpunt ter zake bekend te maken.

    3. De Commissie verwerkt persoonsgegevens voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze verordening. Deze taken omvatten het volgende:

    a) het opstellen van wijzigingen van bijlage I bij deze verordening;

    b) de consolidering van de inhoud van bijlage I in de elektronische geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten waarop EU-sancties van toepassing zijn, beschikbaar op de website van de Commissie[6];

    c) het verwerken van informatie met betrekking tot de motivering voor plaatsing op de lijst; en tevens

    d) het verwerken van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over door bevoegde autoriteiten verleende toestemming.

    4. De Commissie kan relevante gegevens die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, en op strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen betreffende dergelijke personen, alleen verwerken voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor de voorbereiding van een motivering en voor het onderzoek van de ter zake gemaakte opmerkingen van de betrokken natuurlijke persoon, mits passende en specifieke waarborgen worden geboden. Dergelijke gegevens worden niet openbaar gemaakt of uitgewisseld.

    5. Voor de toepassing van deze verordening geldt de in bijlage II genoemde eenheid van de Commissie als de “verantwoordelijke voor de verwerking” in de zin van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 45/2001, teneinde te verzekeren dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 45/2001 kunnen uitoefenen.

    6. Indien de Commissie gerubriceerde gegevens ontvangt, verwerkt zij deze informatie overeenkomstig Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie[7] en, voor zover van toepassing, volgens de overeenkomst tussen de Europese Unie en het verstrekkende land inzake de beveiliging van gerubriceerde gegevens.

    7. Documenten die zijn gerubriceerd op een niveau dat overeenstemt met ‘TRES SECRET UE/EU TOP SECRET’, ‘SECRET UE’ of ‘CONFIDENTIEL UE’, worden niet vrijgegeven zonder toestemming van de verstrekker.

    Artikel 13

    1. De lidstaten stellen bepalingen vast betreffende de sancties die gelden voor overtredingen van deze verordening en nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

    2. De lidstaten stellen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld in kennis van de desbetreffende bepalingen en delen haar alle latere wijzigingen ervan mee.

    Artikel 14

    Waar er in deze verordening sprake is van een meldingsplicht, of anderzijds van de verplichting de Commissie te informeren of met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

    Artikel 15

    Deze verordening is van toepassing:

    a) op het grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van haar luchtruim;

    b) aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

    c) op alle zich op of buiten het grondgebied van de Gemeenschap bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

    d) op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

    e) op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Gemeenschap verrichte zakelijke transacties.

    Artikel 16

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, […]

    Voor de Raad

    De voorzitter […]

    BIJLAGE I

    Lijst van de in artikel 3 bedoelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen

    BIJLAGE II

    Lijst van de bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 5, artikel 6, artikel 7, lid 2, en artikel 9, en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

    (in te vullen door de lidstaten)

    A. Bevoegde autoriteiten van de lidstaten:

    BELGIË

    BULGARIJE

    TSJECHIË

    DENEMARKEN

    DUITSLAND

    ESTLAND

    IERLAND

    GRIEKENLAND

    SPANJE

    FRANKRIJK

    ITALIË

    CYPRUS

    LETLAND

    LITOUWEN

    LUXEMBURG

    HONGARIJE

    MALTA

    NEDERLAND

    OOSTENRIJK

    POLEN

    PORTUGAL

    ROEMENIË

    SLOVENIË

    SLOWAKIJE

    FINLAND

    ZWEDEN

    VERENIGD KONINKRIJK

    B. Adres voor kennisgevingen of andere mededelingen aan de Europese Commissie:

    Europese Commissie

    DG Buitenlandse betrekkingen

    Directoraat A. Crisisplatform en beleidscoördinatie in het GBVB

    Eenheid A.2. Crisisbeheer en conflictpreventie

    CHAR 12/106

    1049 Brussel

    België

    E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu

    Tel.: (32 2) 295 55 85

    Fax: (32 2) 299 08 73

    [1] Document 15114/05 van de Raad.

    [2] Document 8666/1/08 van de Raad.

    [3] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

    [4] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

    [5] PB C 65 van 19.3.2009, blz. 1.

    [6] http://ec.europa.eu/external_relations/cfsp/sanctions/consol-list_en.htm

    [7] PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1.

    Top