Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0587

Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende he standpunt van de Gemeenschap over hetVoorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst 1975)

/* COM/2009/0587 def. */

52009PC0587

Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende he standpunt van de Gemeenschap over hetVoorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst 1975) /* COM/2009/0587 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 29.10.2009

COM(2009)587 definitief

Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het voorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst 1975)

TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1. Motivering en doel van het voorstel

De douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van TIR-carnets (TIR-overeenkomst) van 14 november 1975 werd bij Verordening (EEG) nr. 2112/78 namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd. Deze overeenkomst is op 20 juni 1983 in de Gemeenschap in werking getreden.

Doel van de voorgestelde beschikking is dat de Gemeenschap de laatste wijzigingen van de TIR-overeenkomst goedkeurt. Over deze wijzigingen werd overeenstemming bereikt binnen de Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties.

1.2. Algemene context

Bij de TIR-overeenkomst, die wordt beheerd door de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, gevestigd te Genève, is een douanevervoerprocedure vastgesteld voor het internationale vervoer van goederen over de weg. Op grond van deze overeenkomst kunnen goederen, waarvoor de betaling van douanerechten en andere heffingen is opgeschort, internationale grenzen overschrijden met een minimum aan douane-interventies onderweg. Door de TIR-overeenkomst zijn de traditionele belemmeringen voor het internationale goederenverkeer sterk verminderd, wat de ontwikkeling van de internationale handel ten goede is gekomen. Minder vertragingen bij de doorvoer van goederen heeft tot aanzienlijke kostenbesparingen in het goederenverkeer geleid. Het grootste voordeel van de TIR-overeenkomst is dat daarbij een internationale keten van aansprakelijke organisaties is opgezet, waardoor het betrekkelijk eenvoudig is geworden de vereiste garanties te verkrijgen.

De Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties was van oordeel dat het nodig was enkele wijzigingen aan te brengen in de TIR-overeenkomst, en wel in deel I van bijlage 9. Dit deel heeft betrekking op de procedure tot machtiging van organisaties die TIR-carnets afgeven en als garantieverlener optreden. De werkgroep heeft besloten dit deel van de overeenkomst te herstructureren en enkele nieuwe elementen toe te voegen die in de praktijk reeds werden toegepast, maar die in de wettekst nooit duidelijk waren vermeld. Volgens het voorstel zullen de organisaties verplicht zijn de bevoegde autoriteiten gewaarmerkte kopieën te doen toekomen van de volledige tekst van de algemene verzekeringsovereenkomst die zij met de internationale verzekeraars hebben gesloten. De organisaties moeten de internationale organisatie nu in kennis stellen van verzoeken om betaling die zij van de douane ontvangen. Daarnaast staat het TIR-systeem nu open voor andere organisaties dan die welke de belangen van de vervoersector behartigen.

1.3 Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Deel I van bijlage 9 bij de TIR-overeenkomst.

1.4. Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

De voorgestelde beschikking is in overeenstemming met het gemeenschappelijk beleid op het gebied van handel en vervoer. Het TIR-systeem, dat het vervoer over de weg vereenvoudigt, maakt het mogelijk over het grondgebied van 68 overeenkomstsluitende partijen goederen te vervoeren met een minimum aan douane-interventies. Door de aanwezigheid van een internationale keten van aansprakelijke organisaties kunnen de vereiste waarborgen op betrekkelijk eenvoudige wijze worden verkregen. De bij de TIR-overeenkomst bereikte vereenvoudigingen zijn in overeenstemming met de herziene Lissabonstrategie.

2. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

2.1. Raadpleging van belanghebbenden

Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

Er is overleg gepleegd met de Internationale Wegvervoerorganisatie (IRU). Dit overleg vond plaats op vergaderingen van het Comité Douanewetboek en van de Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden

Gunstig advies.

2.2. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

2.3. Effectbeoordeling

De voorgestelde wijzigingen houden geen substantiële verandering in van deel I van bijlage 9 bij de TIR-overeenkomst. Deel I wordt om geherstructureerd om redenen van duidelijkheid en om het gemakkelijker te maken de procedure toe te passen tot machtiging van organisaties die TIR-carnets afgeven en als garantieverlener optreden. Daarnaast zijn enige nieuwe elementen toegevoegd. Volgens artikel 1 van deel I van bijlage 9 staat het TIR-systeem nu open voor andere organisaties dan die welke de belangen van de vervoersector behartigen. Volgens het voorstel zullen de organisaties verplicht zijn de bevoegde autoriteiten gewaarmerkte kopieën te doen toekomen van de volledige tekst van de algemene verzekeringsovereenkomst die zij met de internationale verzekeraars wereldwijd hebben gesloten. De organisaties moeten de internationale organisatie nu in kennis stellen van verzoeken om betaling die zij van de douane ontvangen.

Door het invoeren van deze wijzigingen bevat de overeenkomst nu een duidelijker beschrijving van de procedure tot machtiging van organisaties die TIR-carnets afgeven en als garantieverlener optreden. Ook hebben andere organisaties dan die welke de vervoersector vertegenwoordigen nu toegang tot het TIR-systeem. Praktische regelingen waarvan de voornaamste actoren van het systeem reeds gebruik maken, zijn nu duidelijk in de tekst van de overeenkomst opgenomen.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

3.1. Samenvatting van de voorgestelde maatregel

De voorgestelde beschikking betreft het door de Gemeenschap in te nemen standpunt over het voorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst 1975).

3.2. Rechtsgrond

Artikel 133 en artikel 300, lid 2, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

3.3. Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Met het voorstel wordt een wijziging in een internationale overeenkomst ten uitvoer gelegd, wat op zich in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel.

De voorgestelde wijzigingen werden voorlopig goedgekeurd door de Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties.

3.4. Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Met het voorstel wordt een wijziging in een internationale overeenkomst ten uitvoer gelegd, wat op zich in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel.

3.5. Keuze van instrumenten

Voorgestelde instrumenten: beschikking.

Internationale overeenkomsten en wijzigingen op deze overeenkomsten worden normalerwijze door middel van een beschikking in de rechtsorde van de Gemeenschap opgenomen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting.

Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het voorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst 1975)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133 in verbinding met artikel 300, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

1. De douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst) van 14 november 1975 werd namens de Gemeenschap goedgekeurd bij Verordening (EEG) nr. 2112/78 van de Raad van 25 juli 1978[1] en is op 20 juni 1983 in de Gemeenschap in werking getreden[2].

2. Een geconsolideerde versie van de TIR-overeenkomst werd gepubliceerd als bijlage bij Beschikking 2009/477/EG van de Raad van 28 mei 2009[3], volgens welke de Commissie wijzigingen op de overeenkomst voortaan bekend zal maken in het Publicatieblad van de Europese Unie, onder opgave van de datum van inwerkingtreding.

3. In juni 2009 heeft de Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties besloten dat het nodig was enkele wijzigingen aan te brengen in de TIR-overeenkomst. Deze wijzigingen moeten worden aangebracht in deel I van bijlage 9 bij de TIR-overeenkomst dat betrekking heeft op het verlenen van machtiging aan organisaties om TIR-carnets af te geven en als garantieverlener op te treden.

4. De voorgestelde wijzigingen houden geen substantiële verandering in van deel I van bijlage 9 bij de TIR-overeenkomst, maar zijn een herstructurering om de tekst duidelijker te maken en om het gemakkelijker te maken de procedure toe te passen tot machtiging van organisaties die TIR-carnets afgeven en als garantieverlener optreden. Daarnaast zijn enige nieuwe elementen toegevoegd. Een daarvan is dat andere organisaties dan die welke de vervoersector vertegenwoordigen nu ook toegang krijgen tot het TIR-systeem. Andere wijzigingen hebben betrekking op praktische regelingen die reeds in gebruik zijn, maar die in de tekst van de overeenkomst niet waren beschreven.

5. Alle lidstaten hebben een gunstig advies uitgebracht over het voorstel tot wijziging. Het door de Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer opgestelde ontwerp werd reeds besproken in het Comité Douanewetboek en werd goedgekeurd.

6. De volgende vergadering van het Administratief Comité van de TIR-overeenkomst zal plaatsvinden in september 2009 en verwacht wordt dat alle partijen bij de overeenkomst klaar zullen zijn om de voorgestelde wijziging van de overeenkomst goed te keuren.

7. Daarom moet het standpunt van de Gemeenschap over de voorgestelde wijziging worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Gemeenschap in het Administratief Comité is gebaseerd op het aangehechte ontwerp tot wijzigingen.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

De Commissie zal de wijziging na goedkeuring bekendmaken in het Publicatieblad van de Europese Unie, onder opgave van de datum van inwerkingtreding.

Gedaan te Brussel, […].

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

In bijlage 9 wordt deel I als volgt gewijzigd:

Deel I

MACHTIGING VAN ORGANISATIES OM TIR-CARNETS AF TE GEVEN EN ALS GARANTIEVERLENER OP TE TREDEN

VOORWAARDEN EN VEREISTEN

8. OM GEMACHTIGD TE WORDEN TOT HET AFGEVEN VAN TIR-CARNETS EN OM ZICH GARANT TE MOGEN STELLEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 6 van de overeenkomst, moet een organisatie voldoen aan onderstaande minimumvoorwaarden:

a) zij moet aantonen dat zij ten minste één jaar als organisatie bestaat die is gevestigd in de overeenkomstsluitende partij waar de machtiging wordt verleend;

b) zij moet aantonen dat zij financieel gezond is en over de organisatorische capaciteiten beschikt om haar verplichtingen in het kader van de overeenkomst te kunnen nakomen;

c) zij mag geen ernstige of herhaalde overtredingen van de douane- of belastingwetgeving hebben begaan;

d) tussen de organisatie en de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij waar zij is gevestigd moet een schriftelijke overeenkomst worden gesloten of een ander rechtsinstrument worden opgesteld waarbij de organisatie de in lid 3 beschreven taken aanvaardt.

9. Een gewaarmerkte kopie van de schriftelijke overeenkomst of het andere rechtsinstrument als bedoeld in lid 1, onder d) wordt, zo nodig met van een gewaarmerkte vertaling in het Engels, het Frans of het Russisch, bij het TIR-Uitvoerend Orgaan neergelegd. Elke wijziging wordt onmiddellijk aangemeld bij het TIR-Uitvoerend Orgaan.

10. De organisatie moet:

i) de in artikel 8 van de overeenkomst vermelde verplichtingen nakomen;

ii) het door de overeenkomstsluitende partij vastgestelde maximumbedrag per TIR-carnet aanvaarden dat van haar op grond van artikel 8, lid 3, van de overeenkomst kan worden geëist;

iii) er voortdurend op toezien, met name voor zij verzoekt personen tot de TIR-regeling toe te laten, dat die personen voldoen aan de minimumvoorwaarden als beschreven in deel II van deze bijlage;

iv) garant staan voor alle schulden die ontstaan in het land waar zij is gevestigd bij vervoer onder dekking van TIR-carnets die zijzelf heeft afgegeven of die zijn afgegeven door buitenlandse organisaties die zijn aangesloten bij de internationale organisatie waarvan zijzelf lid is;

v) zich tegen haar aansprakelijkheid verzekeren bij een verzekeringsmaatschappij, een groep van verzekeraars of een financiële instelling overeenkomstig de voorschriften van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan zij is gevestigd. De verzekeringsovereenkomst(en) of de financiëlegarantie-overeenkomst(en) dient (dienen) haar gehele aansprakelijkheid te dekken in verband met vervoer onder dekking van TIR-carnets die zijzelf heeft afgegeven of die zijn afgegeven door buitenlandse organisaties die zijn aangesloten bij de internationale organisatie waarvan zijzelf lid is.

De opzeggingstermijn van de verzekeringsovereenkomst(en) of financiële garantie-overeenkomst(en) mag niet korter zijn dan de opzeggingstermijn van de schriftelijke overeenkomst of het andere rechtsinstrument als bedoeld in lid 1, onder d). Een gewaarmerkte kopie van de verzekeringsovereenkomst(en) of financiële garantieovereenkomst(en) en van alle latere aanvullingen op die documenten wordt, zo nodig vergezeld van een gewaarmerkte vertaling in het Engels, het Frans of het Russisch, bij het TIR-Uitvoerend Orgaan neergelegd;

vi) elk jaar, op 1 maart, het TIR-Uitvoerend Orgaan in kennis stellen van de prijs van elk soort TIR-carnet dat zij afgeeft;

vii) de bevoegde autoriteiten toestaan alle dossiers en rekeningen in verband met het beheer van de TIR-regeling te controleren;

viii) een procedure aanvaarden om geschillen in verband met onrechtmatig of frauduleus gebruik van TIR-carnets op efficiënte wijze te regelen, zo mogelijk zonder tussenkomst van een rechtbank;

ix) de besluiten strikt naleven van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan zij is gevestigd inzake de intrekking van de machtiging of de uitsluiting of terugtrekking van personen op grond van de artikelen 6 en 38 van de overeenkomst en deel II van deze bijlage;

x) alle besluiten van het Administratief Comité en het TIR-Uitvoerend Orgaan strikt naleven, indien deze besluiten zijn aanvaard door de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan de organisatie is gevestigd.

11. Wanneer een aansprakelijke organisatie overeenkomstig de in artikel 11 beschreven procedures wordt gevraagd de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen te betalen, stelt zij de internationale organisatie in kennis van de ontvangst van de vordering overeenkomstig de in de toelichting 0.6.2bis-1 bij artikel 6, lid 2 bis, bedoelde schriftelijke overeenkomst.

12. De machtiging tot afgifte van TIR-carnets wordt ingetrokken door de overeenkomstsluitende partij op het grondgebied waarvan de aansprakelijke organisatie is gevestigd, wanneer deze in ernstige mate of herhaaldelijk niet voldoet aan de minimumvoorwaarden. Indien een overeenkomstsluitende partij besluit de machtiging in te trekken, treedt dit besluit ten vroegste drie (3) maanden na de datum van intrekking in werking.

13. De machtiging van een organisatie in bovengenoemde omstandigheden doet geen afbreuk aan de aansprakelijkheid en de verplichtingen van die organisatie krachtens de overeenkomst.

14. De hierboven vastgestelde minimumvoorwaarden doen geen afbreuk aan mogelijk door de overeenkomstsluitende partijen vast te stellen aanvullende voorwaarden."

[1] PB L 252 van 14.9.1978, blz. 1.

[2] PB L 31 van 2.2.1983, blz. 13.

[3] PB L 165 van 26.6.2009, blz. 1.

Top