Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0117

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1212/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde gietstukken uit de Volksrepubliek China

    /* COM/2009/0117 def. */

    52009PC0117

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1212/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde gietstukken uit de Volksrepubliek China /* COM/2009/0117 def. */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 12.3.2009

    COM(2009) 117 definitief

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1212/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde gietstukken uit de Volksrepubliek China

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1) ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

    110 | Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel heeft betrekking op de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005 ("de basisverordening"), in het kader van de procedure betreffende de invoer van bepaalde gietstukken van oorsprong uit de Volksrepubliek China. |

    120 | Algemene context Dit voorstel past in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd overeenkomstig de materiële en procedurele eisen van de basisverordening. |

    139 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde gietstukken uit de Volksrepubliek China. |

    141 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing. |

    2) RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

    Raadpleging van belanghebbende partijen |

    219 | De indieners van een verzoek en de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld hun opmerkingen in te dienen. |

    Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

    229 | Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

    230 | Effectbeoordeling Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld. |

    3) JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

    305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel Bij Verordening (EG) nr. 1212/2005 stelde de Raad een definitief antidumpingrecht in op bepaalde gietstukken van oorsprong uit de Volksrepubliek China. Tijdens het onderzoek dat tot instelling van de maatregelen leidde, werd gezien het grote aantal producenten/exporteurs van het betrokken product in de Volksrepubliek China gebruikgemaakt van een steekproef. Op grond van artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad kunnen Chinese producenten/exporteurs die aan bepaalde criteria voldoen, op dezelfde manier worden behandeld als de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen ("behandeling als nieuwe producent/exporteur" of "BNPE"). Zes ondernemingen hebben om behandeling als nieuwe producent/exporteur verzocht en hun argumenten werden onderzocht. Daarom wordt voorgesteld dat de Raad bijgevoegd voorstel voor een verordening goedkeurt, waarin de naam en het recht zijn vastgesteld van de onderneming waaraan een behandeling als nieuwe producent/exporteur is toegekend. Deze verordening wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. |

    310 | Rechtsgrondslag Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005 ("de basisverordening"). Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde gietstukken uit de Volksrepubliek China. |

    329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

    Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

    331 | Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde gietstukken uit de Volksrepubliek China laat geen ruimte voor nationale besluiten. |

    332 | Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, bedrijven en burgers zoveel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing. |

    Keuze van instrumenten |

    341 | Voorgesteld instrument: verordening. |

    342 | Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: de basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden. |

    4) GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

    409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1212/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde gietstukken uit de Volksrepubliek China

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[1] ("de basisverordening"),

    Gelet op artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad van 25 juli 2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde gietstukken uit de Volksrepubliek China[2],

    Gezien het voorstel dat de Commissie, na raadpleging van het Raadgevend Comité, heeft ingediend,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A. GELDENDE MAATREGELEN

    1. Bij Verordening (EG) Nr 1212/2005 van de Raad is een definitief antidumpingrecht ingesteld op bepaalde artikelen van niet-smeedbaar gietijzer van het type dat wordt gebruikt voor het afdekken en/of toegankelijk maken van installaties op of onder de grond en onderdelen daarvan, al dan niet bewerkt, gecoat, geverfd of voorzien van andere materialen, met uitsluiting van brandkranen, van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("het betrokken product"), gewoonlijk ingedeeld onder de GN-codes 7325 10 50, 7325 10 92 en ex 7325 10 99 (Taric-code 7325 10 99 10). Gezien het grote aantal medewerkende partijen werd een steekproef van Chinese producenten/exporteurs geselecteerd tijdens het onderzoek dat tot instelling van de maatregelen leidde.

    2. Aan de in de steekproef opgenomen ondernemingen is een individueel antidumpingrecht toegekend dat tijdens het onderzoek werd vastgesteld. Voor niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen die overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening als marktgericht bedrijf werden beschouwd, werd een antidumpingrecht van 0% vastgesteld (dit was het antidumpingrecht dat was vastgesteld voor de enige in de steekproef opgenomen onderneming die als marktgericht bedrijf werd beschouwd). Voor de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen die overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening een individuele behandeling hadden verkregen, werd een antidumpingrecht van 28,6% vastgesteld (dit was het gewogen gemiddelde van de antidumpingrechten voor in de steekproef opgenomen ondernemingen die een individuele behandeling hadden verkregen). Voor alle andere ondernemingen werd een antidumpingrecht van 47,8% vastgesteld.

    3. Op grond van artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1212/2005 kunnen Chinese producenten/exporteurs die voldoen aan de vier in dat artikel genoemde criteria, dezelfde behandelding krijgen als die vermeld in overweging 2 hierboven voor niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen ("behandeling als nieuwe producent/exporteur" of "BNPE").

    B. VERZOEKEN VAN NIEUWE PRODUCENTEN/EXPORTEURS

    4. Zes ondernemingen hebben om BNPE verzocht. Eén onderneming heeft later tijdens het onderzoek haar verzoek ingetrokken.

    5. Om te bepalen of elke indiener van een verzoek voldoet aan de in artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad genoemde criteria om BNPE te verkrijgen, werd een onderzoek uitgevoerd en werd nagegaan of hij:

    6. het betrokken product in het onderzoektijdvak waarop de maatregelen gebaseerd zijn (1 april 2003 tot en met 31 maart 2004), niet naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd (eerste criterium);

    7. geen banden heeft met een exporteur of producent in de Volksrepubliek China waarop de bij die verordening ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn (tweede criterium);

    8. het betrokken product na het onderzoektijdvak waarop de maatregelen gebaseerd zijn, daadwerkelijk naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd dan wel een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een significante hoeveelheid van het product naar de Gemeenschap uit te voeren (derde criterium);

    9. op marktvoorwaarden werkt zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening dan wel aan de voorwaarden voldoet om voor een individueel recht in aanmerking te komen overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening (vierde criterium).

    10. Aangezien het vierde criterium inhoudt dat de indieners een verzoek om behandeling als marktgerichte onderneming (BMO) of om individuele behandeling (IB) moeten indienen, heeft de Commissie alle Chinese indieners van een verzoek de desbetreffende formulieren toegezonden. Vijf Chinese ondernemingen die een verzoek hadden ingediend, hebben op grond van artikel 2, lid 7, van de basisverordening om BMO verzocht. Eén onderneming heeft overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening alleen om IB verzocht.

    11. Er werden vragenlijsten gestuurd naar alle indieners van een verzoek, aan wie ook werd gevraagd om bewijsmateriaal te verstrekken waaruit bleek dat zij aan de bovengenoemde criteria voldeden.

    12. Aan producenten/exporteurs die aan deze criteria voldoen, kan op grond van artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad ofwel het recht van 0% worden toegekend dat geldt voor ondernemingen die overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening BMO verkregen, ofwel het gewogen gemiddelde recht van 28,6% dat geldt voor ondernemingen die overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening IB verkregen.

    13. De Commissie verzamelde en verifieerde alle gegevens die zij noodzakelijk achtte om vast te stellen of de ondernemingen voldeden aan de vier criteria van artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad.

    C. BEVINDINGEN

    14. Uit het onderzoek van de verzoeken is gebleken dat twee ondernemingen het betrokken product na het onderzoektijdvak waarop de maatregelen gebaseerd zijn, niet naar de Gemeenschap hebben uitgevoerd, en evenmin een onherroepelijke contractuele verplichting zijn aangegaan om het betrokken product naar de Gemeenschap uit te voeren. Deze ondernemingen voldeden niet aan het derde criterium in overweging 5 en konden bijgevolg geen BNPE verkrijgen.

    15. Twee Chinese producenten/exporteurs konden niet aantonen dat zij geen banden hadden met exporteurs of producenten in de Volksrepubliek China waarop de bij Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn; zij konden immers bewijsmateriaal dat op een dergelijke band wees, niet afdoende weerleggen. Deze ondernemingen voldeden niet aan het tweede criterium in overweging 5 en konden bijgevolg geen BNPE verkrijgen.

    16. Eén Chinese producent/exporteur, Weifang Stable Casting, die alleen om IB verzocht, verstrekte voldoende bewijsmateriaal waaruit bleek dat hij voldeed aan alle vier de criteria van overweging 5. Deze onderneming kon in feite aantonen dat zij i) het betrokken product niet naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd in de periode van 1 april 2003 tot en met 31 maart 2004, ii) geen banden heeft met een exporteur of producent in de Volksrepubliek China waarop de bij Verordening (EG) nr. 1212/2005 ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, iii) vanaf 2008 daadwerkelijk een significante hoeveelheid van het betrokken product naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd, en iv) voldoet aan alle vereisten voor IB, zodat haar overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening een individueel recht kan worden toegekend. Bijgevolg kon aan deze producent overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad het gewogen gemiddelde recht voor ondernemingen met IB worden toegekend dat van toepassing is op de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen (m.a.w. 28,6%). Deze onderneming kan worden toegevoegd aan de lijst van producenten/exporteurs van artikel 1, lid 2, van die verordening.

    D. WIJZIGING VAN DE LIJST VAN ONDERNEMINGEN WAARVOOR EEN INDIVIDUEEL RECHT GELDT

    17. Gelet op de bevindingen van het onderzoek zoals vermeld in overweging 12 is geconcludeerd dat de onderneming Weifang Stable Casting moet worden toegevoegd aan de lijst van individueel vermelde ondernemingen in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad, met een recht van 28,6%.

    18. Alle indieners van een verzoek en de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld hun opmerkingen in te dienen. Hun opmerkingen werden in aanmerking genomen indien zij gegrond werden geacht,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1212/2005 van de Raad wordt vervangen door:

    "2. Het definitieve antidumpingrecht, van toepassing op de nettoprijs, franco grens Gemeenschap, vóór inklaring, voor de producten omschreven in lid 1 en vervaardigd in de Volksrepubliek China door onderstaande ondernemingen, is als volgt:

    Onderneming | Antidumpingrecht (%) | Aanvullende Taric-code |

    Shijiazhuang Transun Metal Products Co. Ltd., Xinongcheng Liulintun, Luancheng County, Shijiazhuang City Hebei Province, 051430 PRC | 0 | A675 |

    Shaoshan Huanqiu Castings Foundry, Fengjia Village Yingtian Township, Shaoshan, Hunan, PRC | 0 | A676 |

    Fengtai Handan Alloy Casting Co. Ltd. Beizhangzhuang Town, Handan County, Hebei, PRC | 0 | A677 |

    Shanxi Jiaocheng Xinglong Casting Co. Ltd. Jiaocheng County, Shanxi Province, PRC | 0 | A678 |

    Tianjin Jinghai Chaoyue Industrial and Commercial Co. Ltd. Guan Pu Tou Village, Yang Cheng Zhuang Town Jinghai District, 301617 Tianjin, PRC | 0 | A679 |

    Baoding City Maikesaier Casting Ltd. Xin'anli Town, Tang County Hebei; Baoding 072350, PRC | 0 | A867 |

    Baoding Yuehai Machine Manufacturing Co., Ltd., No 333 Building A Tian E West Road, Baoding, Hebei, PRC | 0 | A868 |

    Shanxi Yuansheng Casting and Forging Industrial Co. Ltd No. 8 DiZangAn, Taiyuan, Shanxi, 030002, PRC | 18,6 | A680 |

    Botou City Simencum Town Bai fo Tang Casting Factory Bai Fo Tang Village, Si Men Cum Town, Bo Tou City 062159, Hebei Province, PRC | 28,6 | A681 |

    Hebei Shunda Foundry Co. Ltd., Qufu Road, Quyang 073100, PRC | 28,6 | A682 |

    Xianxian Guozhuang Precision Casting Co., Ltd. Guli Village, Xian County, Hebei, Gouzhuang, PRC | 28,6 | A869 |

    Wuxi Norlong Foundry Co., Ltd. Wuxi New District Jiangsu, PRC | 28,6 | A870 |

    HanDan County Yan Yuan Smelting and Casting Co., Ltd South of Hu Cun Village, Hu Cun Town, Han Dan County, Hebei, PRC | 28,6 | A871 |

    Tianjin Loiselet Art Casting Co., Ltd Dongzhuangke, Yangchenzhuang, Jinghai, Tianjin, PRC | 28,6 | A872 |

    Weifang Stable Casting Co., Ltd Fangzi District, Weifang City, Shandong Province, PRC | 28,6 | A931 |

    Changan Cast Limited Company of Yixian Hebei Taiyuan main street, Yi County, Hebei Province 074200, PRC | 31,8 | A683 |

    Shandong Huijin Stock Co. Ltd., North of Kouzhen Town Laiwu City, Shandong Province, 271114, PRC. | 37,9 | A684 |

    Alle andere ondernemingen | 47,8 | A999" |

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    [1] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

    [2] PB L 199 van 29.7.2005, blz. 1.

    Top