Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009DC0647

    Werkdocument van de Commissie - Raadpleging over de toekomstige "EU 2020" strategie

    /* COM/2009/0647 def. */

    52009DC0647

    Werkdocument van de Commissie - Raadpleging over de toekomstige "EU 2020" strategie /* COM/2009/0647 def. */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 24.11.2009

    COM(2009)647 definitief

    WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE

    RAADPLEGING OVER DE TOEKOMSTIGE "EU 2020"-STRATEGIE

    WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE

    RAADPLEGING OVER DE TOEKOMSTIGE "EU 2020"-STRATEGIE(Voor de EER relevante tekst)

    Dit is een tijd van grote veranderingen voor Europa

    De ergste economische en financiële crisis in tientallen jaren heeft Europa hard getroffen: de economische activiteit is sterk teruggelopen. Het werkloosheidspercentage loopt in 2010 op tot in de dubbele cijfers, en dat is tien jaar niet meer zo geweest.

    Met collectieve overheidsmaatregelen om het financiële stelsel te redden, de vraag te stimuleren en het vertrouwen te herstellen, is een totale economische ineenstorting voorkomen. Maar de crisis heeft onze veerkracht aangetast. De EU moet nu meer gaan samenwerken om de crisis achter zich te laten en een nieuwe generatie beleid te ontwikkelen voor heel andere omstandigheden.

    Het einde van de crisis moet het begin zijn van een nieuwe duurzame sociale markteconomie, een slimmere, groenere economie, waarin onze welvaart voortkomt uit innovatie en uit een beter gebruik van de hulpbronnen, en waarin kennis de basis is van alles. Met deze nieuwe uitgangspunten kunnen wij nieuwe bronnen van duurzame groei aanboren en nieuwe banen creëren, zodat we de hogere werkloosheid die we waarschijnlijk de komende jaren in onze samenleving zullen kennen, kunnen opvangen. Daarin zullen we echter alleen slagen als we een doortastend beleid voeren. Anders lopen we het risico dat we in een periode van lage groei terechtkomen, waardoor het nog moeilijker zou worden om de grote problemen van deze tijd op te lossen.

    Om deze duurzame groei te bereiken, is overeenstemming nodig over een agenda waarin mensen en verantwoordelijkheden voorop staan. Het gevaar bestaat dat alle inspanningen van het afgelopen decennium om de werkloosheid in de EU van 12% terug te brengen tot 7%, teniet worden gedaan door de crisis. We hebben nieuwe bronnen van groei nodig om de banen die in de crisis verloren zijn gegaan, te vervangen.

    Deze nieuwe aanpak moet inspelen op de globalisering en de onderlinge afhankelijkheid die door de crisis nog duidelijker zijn geworden. De EU moet zowel intern als in internationale fora zoals de G20 nieuwe kansen grijpen om onze doelstellingen voor 2020 te verwezenlijken.

    EU 2020 is bedoeld als opvolger van de huidige Lissabonstrategie, de hervormingsstrategie van de afgelopen tien jaar die de EU heeft geholpen de storm van de recente crisis te doorstaan. EU 2020 bouwt voort op de successen van de Lissabonstrategie als partnerschap voor groei en werkgelegenheid, met de nodige aanpassingen om nieuwe problemen aan te pakken. De nieuwe strategie maakt ook gebruik van de positieve effecten van de gecoördineerde aanpak van de crisis in het Europees economisch herstelplan. De Commissie is van mening dat de EU 2020-strategie gericht moet zijn op belangrijke beleidsterreinen waar samenwerking tussen de EU en de lidstaten de beste resultaten oplevert, en op betere resultaten door een beter gebruik van de bestaande beleidsinstrumenten.

    Doel van dit raadplegingsdocument is de andere instellingen en belanghebbenden te polsen over een nieuwe aanpak. De Commissie wil begin 2010 met een formele mededeling aan de Europese voorjaarsraad komen. Het succes van de 2020-visie valt of staat met een partnerschap voor vooruitgang, dat de inzet van de lidstaten op nationaal niveau combineert met een goed gebruik van de Gemeenschapsinstrumenten om de mogelijkheden op EU-niveau ten volle te benutten. In haar mededeling zal de Commissie dan ook zowel de nationale maatregelen schetsen die zij nodig acht, als gedetailleerde voorstellen formuleren voor maatregelen op het niveau van de Gemeenschap.

    Beperkingen en nieuwe opgaven

    Een succesvolle EU 2020-strategie moet zijn gebaseerd op een goede analyse van de beperkingen waaraan de beleidsmakers de komende jaren zijn gebonden en van de problemen die door de EU moeten worden aangepakt.

    De financiële en economische crisis heeft zijn tol geëist van de openbare financiën, het bedrijfsleven, de werkgelegenheid en gezinnen. Op alle niveaus moeten beleidsmakers een manier zien te vinden om de economische dynamiek aan te zwengelen met beperkte begrotingsmiddelen. Bij het terugdringen van de overheidstekorten moeten de overheidsuitgaven zo worden herschikt dat we onze 2020-visie kunnen realiseren. Snoeien in uitgaven voor toekomstgerichte sectoren zoals onderwijs en onderzoek zou dit bemoeilijken.

    Bij het ontwikkelen van een nieuwe visie en richting voor het EU-beleid moet ons uitgangspunt zijn dat zuinig omgaan met energie, natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen, door deze efficiënter te gebruiken en de productiviteit te verhogen, bepalend zal zijn voor de toekomstige concurrentiekracht van onze industrie en onze economie.

    We moeten ook erkennen dat de Europese demografische situatie ons voor een probleem stelt: ook voor de crisis werd al verwacht dat de demografische verandering, waarbij jongeren een kleiner deel gaan uitmaken van de bevolking, tot een aanzienlijk lagere potentiële groei in 2020 zou leiden. De crisis heeft de sociale problemen op lange termijn, zoals de integratie van een groeiende immigrantengemeenschap, sociale uitsluiting, kinderarmoede en de solidariteit tussen de generaties in een vergrijzende samenleving, nog verergerd. Om deze problemen op te lossen, moet de arbeidsparticipatie van zowel mannen als vrouwen snel omhoog en moeten de socialebeschermingssystemen worden gemoderniseerd zodat de toekomstige behoeften van onze samenleving betaalbaar blijven.

    Dit betekent dat nieuw beleid aantoonbaar moet bijdragen tot sociale cohesie, omdat het de werkloosheid tegengaat en sociale integratie bevordert dankzij een goed werkende arbeidsmarkt. Daarvoor is een andere kijk op het onderwijsstelsel en de arbeidsmarkt nodig en moeten de mobiliteit en de dynamiek van Europa worden gestimuleerd, zodat we onze innovatieve en creatieve mogelijkheden ten volle kunnen benutten.

    De opgave om een slimmere, groenere economie te worden, vereist meer beleidscoördinatie om de economie concurrerender te maken. Onze sociale, economische en milieudoelstellingen moeten op elkaar zijn afgestemd als we resultaat willen boeken ten aanzien van onze thematische prioriteiten voor 2020. Met dit document vraagt de Commissie belanghebbenden om aan te geven welke prioriteiten de EU voor over tien jaar kan stellen om de EU en de nationale niveaus in staat te stellen samen te proberen de crisis te boven te komen en nieuwe bronnen van groei aan te boren, zonder dat de sociale en territoriale cohesie in het gedrang komen, zoals de basisbeginselen van het nieuwe Verdrag van Lissabon vragen.

    EU 2020-prioriteiten

    Om een duurzame sociale markteconomie tot stand te brengen, een slimmere en groenere economie, moet Europa eensgezind prioriteiten stellen en daar de komende jaren aan werken. Geen enkele lidstaat kan deze problemen alleen oplossen. Evenmin is het EU-beleid de optelsom van 27 nationale vormen van beleid. Door samen te werken aan een gemeenschappelijke visie kunnen we een geheel creëren dat meer is dan de som der delen. Dit is een gemeenschappelijk streven voor alle lidstaten, groot of klein, oud of nieuw, hoogontwikkeld of nog in ontwikkeling, want de uitgebreide EU kent verschillende ontwikkelingsniveaus en dus verschillende behoeften. Maar de EU 2020-visie is van belang voor elk van deze lidstaten en kan worden aangepast aan verschillende uitgangspunten en specifieke nationale omstandigheden, om iedereen van de groei te laten profiteren.

    Er zijn enorme kansen voor mensen en ondernemingen die klaar staan om die kansen te grijpen. De Commissie streeft naar een toonaangevend, concurrerend en welvarend Europa, dat met een groenere netwerk- en kenniseconomie die minder mensen uitsluit, snel en duurzaam groeit en veel werkgelegenheid en sociale vooruitgang oplevert. Om dit te bereiken, heeft Europa een steviger en meer concurrerende industriële basis nodig, een moderne dienstensector, en een bloeiende landbouw, plattelandseconomie en maritieme sector. Als "initiatiefnemer" van deze samenleving van de toekomst kan Europa belangrijke voordelen halen uit de ontwikkeling van concurrerende, innovatieve producten, de aanleg van de infrastructuur van de toekomst, de verovering van nieuwe markten en het scheppen van nieuwe kwaliteitsbanen.

    Maar daar blijft het niet bij. Een Europa dat open tegenover de wereld staat, zal een voorbeeld blijven voor anderen, zijn waarden overdragen en wereldwijd voor hogere arbeids-, milieu- en veiligheidsnormen zorgen. Zo kan de EU leiderschap tonen en laten zien dat, met het juiste beleidskader en gebruikmakend van de nieuwe spelers en structuren van het Verdrag van Lissabon, de openheid die nodig is voor een blijvende economische dynamiek samen kan gaan met aandacht voor de sociale en milieuproblemen die onze burgers bezighouden.

    De Commissie vindt dat de volgende thema's als leidraad van de EU 2020-strategie prioriteit moeten hebben:

    1. de meerwaarde van kennis als basis van groei. Een wereld waarin innovatie van doorslaggevend belang is voor producten en processen, biedt ruimte voor meer kansen en sociale cohesie, waarbij de mogelijkheden van onderwijs, onderzoek en de digitale economie optimaal worden benut;

    2. kansen bieden in een samenleving die niemand uitsluit. Het verwerven van nieuwe vaardigheden, een stimulans voor creativiteit en innovatie, het ontwikkelen van ondernemerschap en soepele mogelijkheden om van baan te veranderen, zijn cruciaal in een wereld waar een groter aanpassingsvermogen meer werkgelegenheid oplevert;

    3. een competitieve en groenere netwerkeconomie creëren. De EU moet effectiever concurreren en haar productiviteit verhogen door een lager en efficiënter verbruik van niet-hernieuwbare energie- en hulpbronnen in een tijd van dure energie en hulpbronnen, waar meer om geconcurreerd wordt. Dit zal de groei stimuleren en ertoe bijdragen dat we onze milieudoelstellingen kunnen verwezenlijken. En daarvan profiteren alle economische sectoren, van traditionele fabrikanten tot nieuwe hightech starters. Ook het moderniseren en onderling verbinden van infrastructuur, het terugdringen van de administratieve lasten en het sneller op de markt brengen van innovaties zal daarbij helpen.

    Deze prioriteiten zullen als leidraad dienen voor de beleidsontwikkeling binnen en buiten de EU. Het bevorderen van internationale samenwerking en multilateraal bestuur, met efficiënte, eerlijke en gereguleerde internationale handelsstromen en financiële systemen zullen een vast onderdeel zijn van de EU 2020-strategie. De Commissie vraagt uw standpunt over de volgende prioriteiten, die als leidraad van de EU 2020-strategie moeten worden beschouwd:

    1. De meerwaarde van kennis als basis van groei

    Kennis is de stuwende kracht achter duurzame groei. In een snel veranderende wereld zijn onderwijs en onderzoek, innovatie en creativiteit van doorslaggevend belang.

    Beter onderwijs is een van de meest efficiënte wapens tegen ongelijkheid en armoede. Er moet dringend iets worden gedaan aan het hoge aantal mensen dat de basisvaardigheden (lezen, rekenen, natuurwetenschappen) slecht beheerst, zodat jonge mensen beter inzetbaar zijn en aan het werk kunnen nadat ze hun school hebben afgerond. Schooluitval voorkomen gaat toekomstige uitsluiting van de arbeidsmarkt tegen en vermindert de kans op sociale uitsluiting. Er moet meer aandacht komen voor risicogroepen, gendergelijkheid en sociale cohesie om ervoor te zorgen dat niemand wordt uitgesloten van kennis.

    Europa heeft een aantal van de beste universiteiten ter wereld. Maar wij zouden ernaar moeten streven veel meer van die universiteiten te hebben en die tot een echte motor van kennis en groei te maken. Daarvoor zijn niet alleen investeringen nodig, maar ook hervormingen en eventueel fusies, nauwere samenwerking, ook met het bedrijfsleven, en een meer open houding tegenover verandering. Om dit veranderingsproces te sturen, moeten Europese universiteiten zich meten met de beste universiteiten van de wereld. Verbetering van de kwaliteit van de Europese universiteiten en het onderzoek dat daar wordt verricht, moet hand in hand gaan met een grotere mobiliteit van studenten, die in het buitenland nieuwe kennis verwerven, talen leren, ervaringen opdoen en netwerken opbouwen. Er moet worden nagedacht over een nieuwe fase voor de bestaande programma's Erasmus, Leonardo en Erasmus Mundus, aangevuld met nationale initiatieven, die alle jongeren in Europa de mogelijkheid bieden een deel van hun opleiding in andere lidstaten te volgen.

    Een efficiënte, effectieve Europese onderzoeksruimte met voldoende middelen is een noodzakelijk onderdeel van de EU 2020-visie. De EU moet meer doen op het gebied van onderzoek, door middelen te bundelen, gezamenlijk grote onderzoekinfrastructuren in de EU te ontwikkelen en te zorgen voor toonaangevend kwaliteitsonderzoek. Zij moet ook zorgen dat het bedrijfsleven en KMO's ten volle en sneller de praktische resultaten van onderzoek kunnen benutten, bijvoorbeeld door middel van grote publiek-private partnerschappen. Het ontstaan van een interne markt en aantrekkelijke carrièremogelijkheden voor onderzoekers zijn ook van doorslaggevend belang voor de aantrekkingskracht en de prestaties van Europa als centrum van onderzoek. De toekomst ligt in een onderzoekspartnerschap tussen de EU en de lidstaten dat maximale synergie met andere beleidsterreinen zoals innovatie en onderwijs oplevert. De EU moet aantrekkelijker randvoorwaarden bieden voor innovatie en creativiteit , bijvoorbeeld door stimulansen voor de groei van kennisondernemingen. Toegang tot leningen is met name een probleem, niet alleen als gevolg van de crisis, maar ook omdat sommige nieuwe bronnen van groei zoals de creatieve sector nieuwe vormen van financiering nodig hebben, die zijn toegesneden op hun bedrijfsmodellen. Innovatieve ondernemingen moeten toegang hebben tot gebundelde publieke en private bronnen van groeikapitaal, bijvoorbeeld risicokapitaal; dit moet gepaard gaan met administratieve vereenvoudiging en technische bijstand om het ontstaan en de groei van kleine innovatieve ondernemingen te bevorderen.

    Een goed werkend systeem van intellectuele-eigendomsrechten, dat een efficiënte en betaalbare bescherming biedt, ruimte maakt voor innovatieve startende ondernemingen, auteurs inzicht verschaft in het beheer van hun rechten, en universiteiten en onderzoeksinstellingen in staat stelt kapitaal te verwerven door hun ideeën en uitvindingen op de markt te brengen, is noodzakelijk om de creativiteit, de kennis en de onderzoekscapaciteit in Europa te ontwikkelen.

    Met zijn troeven op het gebied van technologie en kennis moet Europa alle mogelijkheden van de digitale economie benutten. De digitale economie biedt grote mogelijkheden voor KMO's in de productie- en in de dienstensector, zowel voor KMO's die een eindproduct leveren als voor toeleveranciers aan grotere ondernemingen. Nieuwe, innovatieve startende ondernemingen genereren nieuwe, vaak hoogwaardige banen in de gehele EU. Zij kunnen een belangrijke rol spelen bij regionale ontwikkeling. Daarom is een ambitieuze Europese digitale agenda, met concrete stappen in de richting van de voltooiing van een interne markt op het gebied van internet, een van de kernpunten van duurzaam economisch herstel en sociale ontwikkeling in Europa. De productiviteitswinst die dat oplevert, stimuleert innovatie en creativiteit, maakt dienstverlening door de overheid gemakkelijker en efficiënter, en biedt meer mogelijkheden voor participatie en deelname aan het democratisch leven. Toegang tot internet begint een noodzakelijke voorwaarde te worden om een volwaardige rol in het dagelijks leven te kunnen vervullen. Europa heeft beleid nodig om te voorkomen dat mensen buiten de digitale boot vallen en om actief gebruik van en participatie via internet te bevorderen.

    Doel van de 2020-strategie is een echte Europese kennisruimte, die steunt op een kennisinfrastructuur van wereldklasse, en waarin alle partijen (studenten, docenten, onderzoekers, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en ondernemingen) profiteren van het vrije verkeer van personen, kennis en technologie (de vijfde vrijheid).

    2. Kansen bieden in een samenleving die niemand uitsluit

    In de economie na de crisis zullen vele verloren gegane banen niet worden vervangen. De omvorming van de EU tot een slimmere, groenere en meer competitieve economie zal een impuls geven aan nieuwe werkgelegenheid en een antwoord bieden op de hoge werkloosheid. Terwijl deze overgang zich voltrekt, zullen echter grote inspanningen vereist zijn om te voorkomen dat mensen uit de boot vallen en worden uitgesloten, en de sociale cohesie te handhaven. Er ontstaan nieuwe patronen waarbij een persoon zich in de loop van haar/zijn beroepsleven verschillende malen op de arbeidsmarkt kan begeven en zich uit de arbeidsmarkt kan terugtrekken, in plaats van de traditionele loopbaan (opleiding, werk en pensioen) te volgen. Op die manier krijgen mensen meer mogelijkheden. Er zal een kader nodig zijn om deze omschakelingen te organiseren en te ondersteunen, waarbij eventueel kan worden voortgebouwd op sommige maatregelen die tijdens de crisis zijn genomen (tijdelijk werk gecombineerd met opleiding).

    Er zullen nieuwe banen worden gecreëerd die nieuwe vaardigheden vereisen. Er zullen regelingen moeten komen voor de overgang tussen verschillende banen en tussen opleiding en werk. In dit verband zal ten volle gebruik moeten worden gemaakt van flexizekerheid . De uitdaging bestaat erin de beste aanpak te vinden om enerzijds de flexibiliteit van de arbeidsmarkten, zowel qua arbeidsorganisatie als qua arbeidsverhoudingen, te versterken en anderzijds de zekerheid van een leven lang leren en adequate sociale bescherming te verhogen. Een leven lang leren moet veel toegankelijker worden gemaakt en de universiteiten moeten zich meer voor atypische studenten openstellen.

    Vaardigheden zijn het cruciale element voor de groei van economie en productiviteit in Europa en het scheppen van werkgelegenheid. Een leven lang leren is essentieel voor een goede overgang tussen een baan en andere activiteiten en om langdurige werkloosheid te voorkomen die tot een verlies aan menselijk kapitaal leidt. De digitale economie biedt ook nieuwe mogelijkheden voor afstandsonderwijs als onderdeel van een leven lang leren en voor communicatievormen die het arbeidsleven veranderen doordat de afstanden worden ingekrompen en werk op lange afstand een reële mogelijkheid wordt in een groeiend aantal banen.

    Wij moeten ervoor zorgen dat onze werknemers in staat zijn een bijdrage tot de kenniseconomie te leveren. Dat is een noodzakelijke voorwaarde, maar op zich niet genoeg. Vraag en aanbod moeten beter op elkaar worden afgestemd. De arbeidsmobiliteit moet worden bevorderd zodat de mensen nieuwe kansen kunnen grijpen door te verhuizen naar plaatsen waar hun vaardigheden het meest gevraagd worden. Wij moeten vooruit kijken en de toekomstige vaardigheden beter op de toekomstige behoeften afstemmen, vooral voor nieuwe arbeidscategorieën zoals "groene" banen en andere groeisectoren, bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Ten slotte is het potentieel van de migratie, die nochtans een aanzienlijke bijdrage tot de groei levert, niet volledig in de beleidsvorming op EU- of nationaal niveau ingecalculeerd. De werkgelegenheid van immigranten kan worden verhoogd, vooral voor specifieke categorieën zoals immigranten met een lage scholingsgraad, vrouwen en nieuwkomers.

    Werk hebben is waarschijnlijk de beste beveiliging tegen armoede en uitsluiting , maar werk alleen vormt geen garantie voor verlaging van het armoedepeil of sociale integratie. Er zullen moderne socialezekerheids- en pensioenstelsels nodig zijn die op de crisis en de vergrijzing in Europa inspelen en die tijdelijke werklozen adequate inkomenssteun en dekking bieden. De onefficiënte segmentering van de arbeidsmarkt aanpakken is ook een van de middelen om de sociale rechtvaardigheid te versterken.

    Om meer banen te creëren moet in Europa een sterkere ondernemerscultuur worden gevestigd, die een grotere bereidheid tot het nemen van risico's inhoudt alsook het vermogen tot innovatie. Zelfstandige arbeid moet een reële keuzemogelijkheid worden voor personen die recent werkloos zijn geworden. Daartoe zullen echter een aantal ontmoedigende factoren moeten worden weggewerkt, zoals de ongelijke behandeling van zelfstandigen in de meeste socialezekerheidssystemen en belemmeringen om naar andere lidstaten te verhuizen doordat de sociale en pensioenrechten onvoldoende overdraagbaar zijn.

    Het streefdoel voor 2020 is meer banen, hogere werkgelegenheid onder de bevolking in de werkende leeftijd, meer kwaliteitsbanen en verhoogde productiviteit, en daarnaast rechtvaardigheid, zekerheid en kansen, door een reële mogelijkheid voor iedereen om aan de arbeidsmarkt deel te nemen, nieuwe bedrijven op te richten en de verschuivingen op de arbeidsmarkt door moderne en financieel duurzame socialezekerheidsstelsels te beheren.

    3. Een competitieve en groenere netwerkeconomie creëren

    In de wereld van morgen met relatief hoge energieprijzen, beperkingen op de koolstofuitstoot en aanzienlijk grotere concurrentie voor toegang tot de hulpbronnen zal Europa competitief moeten blijven. Een efficiënter gebruik van de hulpbronnen, met inbegrip van energie, en de toepassing van nieuwe, groenere technologieën zullen de groei stimuleren, werkgelegenheid en diensten creëren en de EU helpen een sterke productiesector en een succesvolle dienstensector in stand te houden en haar milieu- en klimaatdoelstellingen te bereiken. Zorgen voor goed functionerende product-, diensten- en arbeidsmarkten is een noodzakelijke voorwaarde voor succes. Vergroening van de economie houdt niet alleen verband met het creëren van nieuwe bedrijfstakken. Het is even belangrijk de modernisering van de bestaande industriesectoren in Europa te versnellen, die in de nasleep van de crisis al voor een groot deel door herstructureringen zullen getroffen zijn. Deze doelstellingen bereiken zal van essentieel belang zijn om de EU in staat te stellen te concurreren in een wereld waarin alle landen op zoek zijn naar oplossingen voor deze problemen.

    Dit betekent dat de materiële grondstoffen van de economie efficiënter moeten worden gebruikt en productiever moeten worden door de druk op de hulpbronnen te verlagen. Dat impliceert een verschuiving van onze economie door gerichte regulering (bijvoorbeeld bevordering van energie-efficiënte producten en systemen), emissiehandel, belastinghervorming, steun, subsidies en leningen, een beleid inzake overheidsinvesteringen en aanbestedingen en het toespitsen van onze onderzoek- en innovatiebegrotingen op die doelstellingen.

    Het moderniseren en interconnecteren van de infrastructuur en het zorgen voor doeltreffende concurrentie van de netwerkindustrieën op de interne markt zijn van groot belang om het concurrentievermogen te verbeteren en tegelijk tastbare voordelen voor de consument te leveren. Het is van cruciaal belang dat Europa in duurzame hogesnelheidsnetwerken investeert. Europa moet zo spoedig mogelijk zorgen voor 100% breedbanddekking en voor de uitbouw van hogesnelheidsinternet door een grootscheeps investeringsprogramma voor glasvezelnetwerken en draadloze breedband.

    Samen met de uitbouw van het hogesnelheidsinternet draagt de ontwikkeling van slimme en gemoderniseerde vervoers- en energie - infrastructuur bij tot talrijke doelstellingen zoals het verminderen van het gebruik van koolstof, vervoersveiligheid, energiezekerheid en het concurrentievermogen van onze netwerkeconomie.

    Om een zo grootscheepse omschakeling mogelijk te maken zal het vervoerbeleid moeten worden herzien. Een betere integratie van de vervoersnetwerken, de ontwikkeling van alternatieven voor het wegvervoer, het bevorderen van schone technologieën en de verbetering van de infrastructuur zullen daarbij de belangrijkste elementen zijn. Grote Europese projecten zoals Galileo, GMES (wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid) en slim beheer van het weg-, spoor- (ERTMS) en luchtverkeer (SESAR) zullen een essentiële rol bij de integratie van de vervoersnetwerken spelen.

    Tegen 2030 zal de helft van de bestaande elektrische centrales in de EU moeten vervangen zijn. Indien wij vandaag de juiste strategische investeringsbesluiten nemen, kan tweederde van onze elektriciteitsopwekking tegen het begin van de jaren 2020 koolstofarm en veiliger zijn. In dit verband zal de ontwikkeling van een Europees supernetwerk voor elektriciteit een sterke verhoging van het aandeel van hernieuwbare elektriciteit en gedecentraliseerde opwekking mogelijk maken. Verbetering van de energie-efficiëntie zal ook van vitaal belang zijn, aangezien dit het goedkoopste middel is om de uitstoot terug te dringen en tegelijk de energieafhankelijkheid van Europa te verminderen.

    Gezien het grote belang van het industriebeleid voor groei en werkgelegenheid en voor de ontwikkeling van innovatie moet een frisse aanpak van dat beleid worden uitgewerkt om het bedrijfsleven te ondersteunen, met de nadruk op duurzaamheid, innovatie en de menselijke vaardigheden die nodig zijn om het concurrentievermogen van de industrie van de EU op de wereldmarkten in stand te houden. Een stabiel en voorspelbaar kader moet de industrie helpen de uitdagingen van de concurrentie in de toekomst aan te pakken. In de nasleep van de crisis zullen bedrijven in verschillende sectoren de structurele overcapaciteit moeten wegwerken en zal de EU sociaal aanvaardbare herstructureringen moeten aanmoedigen, met behoud van gelijke voorwaarden. Dit vereist een geïntegreerd industriebeleid dat competitieve marktmechanismen stimuleert en nieuwe bronnen van duurzame groei aanboort, met de nadruk op innovatiecapaciteit, milieu-innovatie en nieuwe stimulerende technologieën en vaardigheden. Deze omschakeling zal ook de gelegenheid bieden om de regelgeving te verbeteren, de territoriale cohesie te versterken en betere voorwaarden voor het ondernemerschap te stimuleren, de ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen aan te moedigen en hun groeipotentieel en internationalisering te ondersteunen.

    In een periode van industriële herstructurering zal een beleid inzake staatssteun een essentiële rol spelen bij de ondersteuning van de overgang naar een slimmere en groenere economie. De regels voor staatssteun zijn in de afgelopen jaren grondig herzien. De Europese bedrijven hebben hun productiviteit verhoogd en schaalvoordelen bereikt door gebruik te maken van de mogelijkheden van de interne markt. Nu in sommige sectoren aanpassingen nodig zijn, zal de Commissie ernaar streven dat de interne markt de basis van de groei in de EU zal blijven vormen en zal zij trachten te voorkomen dat de lidstaten de richting van het nationalisme inslaan.

    De doelstelling 2020 is onze afspraken inzake klimaatverandering en energie na te komen, onze industrie te versterken, het potentieel van het midden- en kleinbedrijf volledig tot bloei te laten komen en in te spelen op de toekomstige behoeften door de productiviteit te verhogen en de druk op de hulpbronnen te verminderen.

    Op weg naar resultaten: beginnen met een geslaagde exitstrategie

    De eerste opdracht van de EU is duidelijk een geslaagde uitweg uit de crisis te vinden, en overkoepelende exitstrategieën te ontwikkelen om te komen tot evenwichtige en duurzame groei en een gezond fiscaal beleid. De recessie en de financiële moeilijkheden hebben sterkere effecten gehad op de landen die al bij de aanvang van de crisis met grote problemen of beleidstekortkomingen te kampen hadden. Deze uiteenlopende omstandigheden vereisen een gedifferentieerde respons, waarbij coördinatie niet uit het oog mag worden verloren. De uitdeinende effecten van de verschillende reacties in diverse landen en beleidslijnen vereisen een doeltreffende coördinatie in de EU. Meer in het bijzonder moeten gelijke voorwaarden in de financiële sector en het bedrijfsleven worden gehandhaafd en moeten uitdeinende macro-economische effecten in de gecoördineerde exitstrategie van de EU in aanmerking worden genomen.

    De financiële middelen zijn als gevolg van de crisis onder druk komen te staan. De overblijvende problemen van het financieel stelsel moeten daarom snel worden opgelost teneinde het herstel te bespoedigen. Toegang tot krediet en efficiënte controle van de financiële markten zullen cruciaal zijn voor het herstel, en de overgang naar de waardegerichte economie zal afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van kapitaal om innovatie te financieren. Nieuwe prioriteiten moeten in het begrotingsbeleid tot uiting komen.

    De cruciale uitdaging is hoe de permanente noodzaak van fiscale ondersteuning van de vraag op korte termijn kan worden verzoend met de noodzaak om duurzame overheidsfinanciën en macro-economische stabiliteit te herstellen. Het risico bestaat dat het herstel langzaam zal verlopen en niet tot voldoende groei van de werkgelegenheid zal leiden om de hoge werkloosheid te verminderen.

    Op weg naar resultaten: bestaande instrumenten, maar een nieuwe aanpak

    De Commissie is van oordeel dat voor een geslaagde uitweg uit de crisis en de tenuitvoerlegging van de EU 2020-doelstellingen een convergentie- en integratiestrategie nodig is waarin de sterke interdependentie van de EU explicieter wordt erkend:

    - interdependentie van de lidstaten in de vorm van (positieve of negatieve) uitdeining van de effecten van nationale maatregelen, met name in de eurozone;

    - interdependentie van verschillende overheidsniveaus (EU, lidstaten, regio's, sociale partners, bestuur op verschillende niveaus);

    - interdependentie van verschillende beleidslijnen, van beleidslijnen en instrumenten en het belang van beleidsintegratie om de algemene doelstellingen te verwezenlijken;

    - interdependentie op mondiaal niveau: geen enkele EU-lidstaat is groot genoeg om gelijke tred te houden met de opkomende economieën of deze omschakeling alleen aan te kunnen;

    om uit te groeien tot een duurzame sociale markteconomie, d.w.z. een geïntegreerde, slimmere en groenere economie, zal meer beleidscoördinatie nodig zijn, een betere synergie door doeltreffende subsidiariteit en een versterkt partnerschap tussen de EU en de lidstaten bij het uitwerken en uitvoeren van het overheidsbeleid. De verschillende beleidsinstrumenten moeten worden geïntegreerd, waarbij een verband wordt gelegd tussen institutionele hervormingen, betere regelgeving, nieuwe initiatieven en overheidsinvesteringen.

    ( Ten volle gebruikmaken van de interne markt

    Het kader van de interne markt biedt ons de omvang en de schaal die nodig zijn om deze doelstellingen te verwezenlijken. De interne markt vormt het centrale instrument dat ervoor zorgt dat de verhoogde concurrentie reële voordelen voor de burgers oplevert en dat de bedrijven gelijke voorwaarden genieten, op voorwaarde dat de regels van de interne markt correct worden toegepast, ook in het sectoraal beleid. De EU maakt echter nog niet volledig gebruik van alle voordelen van de interne markt, die meer dan twintig jaar geleden is gecreëerd: er bestaan nog steeds hinderpalen voor grensoverschrijdende activiteit, wat op zijn beurt belemmeringen inhoudt voor de keuze van de consument, de prijsconcurrentie en de potentiële productiviteit. Om ervoor te zorgen dat de interne markt op de EU 2020-doelstellingen wordt afgestemd, heeft de EU goed functionerende markten nodig waar groei en innovatie door concurrentie en toegangsmogelijkheden voor de consument worden gestimuleerd. De mensen kansen bieden betekent ook ervoor zorgen dat zij gebruik kunnen maken van de marktwerking. De burgers moeten in staat worden gesteld volledig deel te nemen aan de interne markt. Dit veronderstelt dat hun vermogen om goederen en diensten grensoverschrijdend en met name online te kopen, wordt versterkt en dat zij vertrouwen daarin hebben.

    Sinds haar aanvankelijke oprichting heeft de interne markt een grote evolutie ondergaan. De interne markt is gecreëerd vóór de opkomst van het internet, nog voor de informatie- en communicatietechnologie zich ontpopte tot een van de belangrijkste drijvende krachten van de groei en voor de dienstensector tot een dominant onderdeel van de Europese economie was uitgegroeid. Het ontstaan van nieuwe diensten (bijvoorbeeld onlinediensten zoals e-gezondheidszorg) biedt enorme mogelijkheden. De Commissie is van oordeel dat het om de EU 2020-prioriteiten te halen absoluut noodzakelijk is de versnippering weg te werken die thans de doorstroming van online-inhoud en de toegang voor consumenten en bedrijven belemmert, en dat de interne markt moet worden geactualiseerd om in te spelen op de vragen van de economie van morgen.

    ( EU 2020 in een mondiale context

    Deze nieuwe agenda is gesitueerd in de context van de mondialisering, die een van de grote drijvende krachten van de Europese dynamiek in het komende decennium zal vormen. De EU is niet de enige die de mogelijkheden van een slimme en groene economie voor een versterkt concurrentievermogen en meer welvaart inziet: ook andere landen hebben soortgelijke prioriteiten vastgesteld en investeren massaal in groene technologie, ICT en slimme netwerken. Om voorop te blijven moet de EU kort op de bal spelen bij het gebruikmaken van geboden kansen en het anticiperen op en aanpassen aan toekomstige tendensen. De crisis heeft de mate van interdependentie van de Europese en mondiale economie blootgelegd. Om onze doelstellingen voor 2020 te bereiken moeten wij vastberaden handelen in het kader van G20 en andere internationale fora, teneinde de beginselen van de duurzame sociale markteconomie in de mondiale context te stimuleren.

    De internationale handel is een van de motoren van groei, werkgelegenheid en investeringen in de EU. Wij moeten zowel in het kader van de WTO als via bilaterale samenwerking ervoor zorgen dat de belemmeringen voor de internationale handels- en investeringsstromen worden weggewerkt en dat een open en op regels gebaseerde wereldhandel wordt bevorderd. Wij moeten ook onze economische en politieke betrekkingen met belangrijke strategische partners verdiepen, met bijzondere nadruk op markttoegang, toegang tot energie en grondstoffen en vorderingen op weg naar sociale en milieudoelstellingen.

    ( De groei ondersteunen door volledig gebruik te maken van het stabiliteits- en groeipact

    Het stabiliteits- en groeipact zal samen met andere multilaterale toezichtinstrumenten een belangrijke rol spelen bij het aansturen van het begrotingsbeleid naar consolidatie en terzelfdertijd toch te zorgen voor de nodige begrotingsmiddelen om duurzame groei en werkgelegenheid tot stand te brengen. Bij de consolidatie van de overheidsfinanciën zullen de lidstaten de overheidsuitgaven moeten heroriënteren naar de thematische doelstellingen van EU 2020, zodat de nodige investeringen in de toekomst van Europa mogelijk worden. In een periode van grote budgettaire beperkingen is het des te belangrijker de schaarse middelen in duurzame groei te investeren. Investeringen en structurele hervormingen om een slimmere en groenere netwerkeconomie te creëren, zullen meer inkomsten opleveren en de consolidatie van de overheidsfinanciën vergemakkelijken.

    Tegelijk is een grote omschakeling niet mogelijk zonder investeringen in mensen en productiecapaciteit. Om het potentieel van de economie te ontwikkelen zijn uitgebreide structurele hervormingen nodig teneinde nieuwe bronnen van groei te creëren. Een versterkte structurele hervormingsagenda gebaseerd op maatregelen die een groeipotentieel inhouden en de productiviteit verhogen, zal ook baat hebben bij coördinatie van de uitwerking en uitvoering op EU-niveau, in de eerste plaats om ten volle van de werking van de interne markt te kunnen profiteren.

    Zelfs in een tijd van noodzakelijke begrotingsconsolidatie biedt het stabiliteits- en groeipact mogelijkheden om in de toekomst te investeren. Dit omvat prioriteit toekennen aan investeringen in O & O en nieuwe technologieën, innovatie, onderwijs op hoog niveau en het ontwikkelen van vaardigheden en slimme netwerken. Dat betekent investeringen combineren met modernisering van de bestaande structuren, met inbegrip van efficiëntere overheidsdiensten en hervorming van de regelgeving.

    ( Politieke prioriteiten in onze overheidsbegrotingen opnemen

    Nadat deze nieuwe prioriteiten zijn goedgekeurd, moeten zij in het begrotingsbeleid worden opgenomen. De Commissie is van plan deze prioriteiten te integreren in de begrotingsherziening die zij volgend jaar zal publiceren en in haar voorstellen voor het komende meerjarige financiële kader. Ook de lidstaten moeten hun overheidsuitgaven herzien om kwaliteit en efficiency te verbeteren en ondanks de belangrijke budgettaire beperkingen ruimte te vinden om in duurzame groei te investeren. Tegelijk moeten nieuwe financieringsmodellen (zoals publiek-private partnerschappen (PPP)), die als hefboom voor EU- of EIB-financiering functioneren, worden onderzocht om de middelen van de publieke en de private sector te poolen en de impact te maximaliseren.

    ( Vaststelling van duidelijke regels om de nieuwe strategie doeltreffend te maken

    De strategie zal worden uitgevoerd in partnerschap met als doel een beperkte reeks belangrijke doelstellingen te bereiken. Alleen via partnerschap kunnen de specifieke maatregelen en doelstellingen worden bereikt: het is immers essentieel op te treden op het niveau van de EU, de lidstaten en de regio's, en dankzij de interactie tussen deze niveaus zal het potentieel van de strategie volledig kunnen worden geactualiseerd. Wat de Raad betreft, zou de Europese Raad de gangmaker van de toekomstige strategie moeten vormen, aangezien dat orgaan zorgt voor de integratie van het beleid en de banden tussen de lidstaten en de EU beheert. Op basis van de nieuwe bepalingen van het Verdrag van Lissabon zou de Europese Raad daarom de strategie moeten aansturen, de belangrijke beslissingen nemen en de doelstellingen vastleggen. Raadsformaties zoals de Raad ECOFIN en de relevante thematische Raadsformaties zouden die beslissingen vervolgens op geïntegreerde wijze uitvoeren, waarbij elk op zijn eigen bevoegdheidsterrein optreedt om de langetermijndoelstellingen van de EU 2020-visie te verwezenlijken.

    De Commissie wenst dat het Europees Parlement een aanzienlijk grotere rol in de nieuwe bestuursstructuur zou spelen. Afgezien van zijn traditionele rol in verband met werkgelegenheid en de geïntegreerde richtsnoeren zou het Parlement kunnen worden aangemoedigd om nog vóór de Europese voorjaarsraad standpunten over de EU 2020-strategie uit te brengen.

    De EU 2020-visie zal de actieve steun van actoren zoals de sociale partners en het maatschappelijk middenveld nodig hebben. De mate waarin alle regio's van de EU zich bij deze visie aansluiten zal ook cruciaal zijn voor het welslagen ervan, en de Commissie hoopt dat de nationale parlementen bijzondere belangstelling voor deze nieuwe strategie zullen tonen naarmate zij wordt ontwikkeld.

    De Europese voorjaarsraad van 2010 moet op basis van een Commissievoorstel dat begin 2010 moet worden ingediend, de strategie voor de komende vijf jaar uitstippelen. De Europese Raad zal een beperkt aantal prioritaire doelstellingen vastleggen en de overeenkomstige beleidsmaatregelen bepalen die de EU en de lidstaten als partners dienen uit te voeren. De conclusies van de Europese Raad zouden zodoende, samen met de overeenkomstige richtsnoeren voor het beleid van de EU en de lidstaten, de verankering worden van de geïntegreerde richtsnoeren die uit hoofde van het verdrag zijn vastgelegd.

    Voor elk van deze streefdoelen zouden de lidstaten worden verzocht vijfjarige nationale doelstellingen vast te leggen in overeenstemming met hun uiteenlopende omstandigheden en hun uitgangssituatie. De Commissie en de Europese Raad zullen jaarlijks de vorderingen in de lidstaten en op EU-niveau nagaan.

    Commentaar

    De Commissie verzoekt belanghebbenden commentaar en voorstellen in verband met de ideeën in dit document in te zenden. Bijdragen moeten uiterlijk op 15 januari 2010 worden gezonden naar EU2020@ec.europa.eu

    De inzendingen worden gepubliceerd op het internet, tenzij de auteur bezwaar heeft tegen de publicatie van zijn/haar persoonlijke gegevens, omdat zijn/haar legitieme belangen daardoor zouden kunnen worden geschaad. In dit geval kan de inzending anoniem worden gepubliceerd. Beroepsverenigingen die op deze raadpleging reageren, worden aangemoedigd zich te registreren in het Register van belangenvertegenwoordigers (http://ec.europa.eu/transparency/regrin/). Dit register is gecreëerd in het kader van het Europees transparantie-initiatief en heeft tot doel de Commissie en het brede publiek informatie te verstrekken over doelstellingen, financiering en structuren van belangenvertegenwoordigers.

    Top